Historisch Archief 1877-1940
9 Maart '13. T- No, 186 3
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Gazette de Hollande
CUPIDO: Akelig schepsel! Ze verbrandt zelfs de minnebrieven!
itiiiiiitiiiiitiiHimiitiiiiMiiliiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiimiimitiiHiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
VROUWENRUBRIEK
IIMIIIIIIItlllllllllIllllllllllllllllltllllllllllllllllllMIIIII
Wat zal het einde zijn?
Het begint er leelijk uit te zien voor- de
suffragettes. Misschien niet voor de groote
zaak, waarvoor zij zulke offers brachten en
die zij door zulke wonderlijke middelen
trachten te bevorderen. Maar zeker voor
de vrouwen, die op straat meetings houden,
of kranten en brochures verkoopen. Tot
voor korten tijd hield men de suffragettes
voor bespottelijk; nu zijn zij in Engeland
gehaat. Gehaat, omdat zij zijn overgegaan
tot aanranding van het allerheiligste: het
particulier eigendom!
Het verzet komt niet van het volk. Inte
gendeel. In elke revolutionaire beweging
ligt voor de groote massa, de men in the
streef', iets aantrekkelijks. En de suffragettes
vinden bij het volk" reeds navolging
Een vrouwtje, wier man, dokarbeider, werd
ontslagen, gooit de glazen in bij de maat
schappij, zijn ouden patroon. Een arbeider,
die uit een Trade-Union is gezet, gooit de
ruiten in van het lokaal waar het bestuur
dier Union pleegt te vergaderen. En....
het zijn niet alleen suffragettes, die de
hunger-strike'' in de gevangenis beginnen.
Zelfs politie-agenten grijpen naar dit wapen:
alle voedsel weigeren. Politie-agenten nog
wel, gestraft wegens ruw optreden tegen
over suffragettes!
Het volk is dezen revolutionairen vrouwen
niet vijandig. Zij, die vol verontwaardiging
afgeven op de aanranding van privaat eigen
dom, behooren tot de klasse, wier geheele
bestaan met dat eigendom samenhangt: de
middelklasse.
Het waren studenten, geen arbeiders of
vrouwen uit het volk, die de suffragettes 1.1.
Maandag beletten haar wekelijksche meeting
in het London Pavillon te houden, en er
waren wandelstokken en parapluies met
zilveren knoppen onder de wapens, die in
UIT DE NA TUUR
DXVI
Vleermuizen
Daar hangt voor mij tegen den wand van
een houten kistje een rond grijs iets,
muisgrijs en van muisgrootte; eigenlijk nog iets
kleiner. Rechts en links tegen het wollig
dotje liggen, stijf aangedrukt, een paar ge
plooide, zwart-bruine lapjes, als van gewaste
taf. Het eenig dierlijke aan het balletje zijn
twee heel kleine klauwtjes, elk van vijf even
groote zwarte haakjes voorzien, die, met
hun teenen vlak naast elkaar, den bovenrand
van het houten kistje omklemmen; onder
aan het hangende balletje steken twee
kleine grijze puntjes uit, de oortjes van het
dier, schijnt het; ze zijn iets langer en smaller
dan gewone muizenoortjes. Van een snuitje
of een kop is niets te zien.
Nu het open kistje al een poosje in het
verwarmde vertrek staat, en-ik haast klaar
ben met teekenen, komen er trillingen en
schokkingen in het schijnbaar doode of
verstijfde lijfje; ik raak met mijn vinger de
minieme achterpootjes aan, en het diertje
schommelt heen en weer.
De plooien in de lapjes aan beide zijden
vervlakken zich een beetje, en duidelijk
zichtbaar wordt een lange rechte arm met
een lapje omwonden ; onder die armen komt
wat uit, dat naar onder en naar voor schuift,
het worden twee groote, bol en strak uit
staande langwerpige zakken, die naast de
oortjes neerhangen; ze zijn bijna zoo groot
als het geheele dier, de zakken spreiden
zich nog meer uit, tot het vlies dun
eri doorzichtig wordt als een opgeblazen
gummiballetje; dwarsrimpeltjes liggen er
in en roode lengte-aderen loopen er over. Die
zakken buigen zich naar voor en achter; erkomt
een smal roodgrijs puntje tusschen in te
staan met twee gaatjes boven op; het spitse
snuitje van het dier. De groote zakken blijken
de ooren te zijn, en die grijze driehoekige
tipjes, die eerst op de plaats stonden waar
ooren verwacht werden, zijn-slechts de kleine
oördeksels, die binnen in de verbazend groote
oorschelp staan, en zoo het oorgaatje kunnen
afsluiten.
Ook de lappen op zijde krijgen duidelijk
vorm; de lange arm eindigt in een groote
pen, die vrij uit het vlies steekt; het is de duim
die een grooten nagel draagt, en zoo groot
is als de geheele achterhandjes.
Er komt bij de warme kachel hoe langer
hoe meer beweging in het dier; ook de
ronde lap bovenaan tusschen de achterpooten
begint te verschuiven; het staartje, dat in drieën
was opgevouwen, spreidt zich uit; het is
een dunne stang tusschen twee plooien, als
een balein van een dichtgeslagen parapluie.
Nu moet ik toch het heele beest eens zien ;
ook om te weten welke soort het is. De groote
ooren in verband met het formaat van het
dier, zeggen al wel dat het een groot-oor
vleermuis moet zijn, (een Plecotus auritus)
maar zekerheid geven eerst de uitgespreide
Kingsway het straatorgel der "suffragettes
vernielden.
De Engelschman hee'ft meer dan iemand
anders eerbied voor de vrouw. Dit verklaart
waarom dit handjevol vrouwen zoo lang
kon voortgaan met haar baldadigheden. Doch
de gegoede, welgestelde Engelschman heeft
ook, misschien meer nog, eerbied voor zijn
bezit. Nu die" vrouwen dit zijn gaan aan
randen is hij kwaadaardig geworden; en, is
zijn beschaafdheid eenmaal overboord ge
gooid,, dan is de gezeten burger even ge
vaarlijk als het plebs.
De suffragettes krijgen het hard te
ververantwoorden. Toch vechten zij door. Mrs.
Pankhurst heeft beloofd, dat zij tot geen
wetsschendingen zou aansporen zoolang haar
zaak niet berecht is. Op de actie echter heeft
deze belofte geen invloed. Wat in de uiterste
cirkels geschiedt is niet altijd in het middel
punt bekend, en er wordt niet op bevel"
gehandeld. Georganiseerd treden de suffra
gettes niet op en men moet spreken van
gebrek aan organisatie, als men ziet, dat het
huis van Lloyd George", waarin een bom
werd neergelegd, niet eens aan Lloyd George
toebehoorde! Door de vernieling van het
paviljoen in Kew Gardens is in de eerste
plaats een vrouw getroffen: zij die het buffet
had gepacht! Neen, grootsch, revolutionair,
zijn de wapens niet, waarmede de suffra
gettes strijden.
A'ls. het waar is wat Campbell Bannerman
heeft gezegd, dat het eenige middel voor de
vrouwen, om haar doel te bereiken, is to
make themselves a nüisance" ... wel, dan
slagen zij volkomen. Doch de verontwaar
diging van het publiek keert zich tegen de
strijdenden, niet tegen de regeering, die van
haar strijden de eerste oorzaak is.
Mannen en vrouwen uit de gegoede
standen geven als hun oordeel in de kranten
ten beste: dat men de cat" voor de suf
fragettes moet gebruiken, of de beren".
Laat ze ddodhongeren, als ze dat willen!"
zegt een vriendelijke dame en zij is lang
niet de eenige, die zulk een houding aan
beveelt.
mm mi iitiiiiMniiiiimiiiiimiiiimiHMiiMMiiiiiHiMiiniiMimm
vlerken, waarin maar drie vingers -duidelijk
zichtbaar zijn; de vierde ligt in den rand.
Met een pincet tusschen de nageltjes van
de achterpooten gestoken, is het dier gemak
kelijk van het kistje af te lichten; het
zit niet al te vast gehaakt. Nu omklemt
het met zijn vrije pootje het staal, en jk kan
het om en om keeren. De oogjes gaan open,
het neusje buigt, de neusgaten verwijden en
vernauwen zich snel, evenals dat bij een
echt muisje te zien is; het diertje wordt
blijkbaar wakker. Het rekt zich en spant
beurt om beurt de rechter- en de
linkervlieghuid uit.
Voor het geval het diertje letterlijk van
zijn stokje mocht vallen, heb ik er een
zakdoek onder laten houden. Dat bleek geen
noodelooze voorzorg, want het viel werkelijk,
nog voor het zijn vlerken had ontplooid.
Het zou stellig onzacht met de vloer in aan
raking zijn gekomen; misschien wel
doodgevallen zijn; zooals mij eens met de
hierafgebeelde dwerg-vleermuis gebeurd is. Ze kun
nen weinig velen, vallen ze van een hoogte op
hun neus, dan liggen ze gewoonlijk voor
dood op den grond, al is er geen bloedende
wond kan het dier ook wel weer bij
komen, soms na langen tijd; ik heb er een
gehad, die wel een dag lang slap en onbe
weeglijk bleef, zoodat ik hem al voor dood
hield; den volgenden dag evenwel begon hij
weer te kruipen.
Dit kruipen gaat lang zoo traag niet als
men zou verwachten ; als het vlak maar niet
te glad is, en het dier goed monter, zult
ge er versteld van staan, hoe snel het beest
vooruit komt; het is of er een muis loopt
zoo driftig bewegen de pootjes; toch blijft
het een onbeholpen beweging. Eerst als het
dier iets ontmoet dat schuin of recht omhoog
staat, komt de beteekenis van zijn voortse
ledematen uit, in het bijzonder van zijn
grooten duim. In een wip is zoo even mijn
vleermuis tegen een meterlange kartonnen
kaartenrol opgeklauterd, en nu hangt zij
daarboven aan haar duim en schommelt wat
heen en weer. Hij schijnt bij het lamplicht
niet best te durven vliegen; wakker is hij
wel; de temperatuur is dan ook over de 70°C.
Nu moet ik haar gauw weer in de kou
zetten, anders krijgt het dier honger door
de vele beweging die het gemaakt heeft, en
i ik kan het geen voedsel geven. Hoe kom je in
j het begin van Maart aan vliegen of spinnen.
Een heel klein stukje rauw vleesch dat ik
hem op een stokje toereik besnuffelt hij
wel, maar happen doet hij niet. Verleden
jaar heb ik een vleermuis zoo ver gekregen,
1 dat zij een flink stukje rauw vleesch heeft
binnen gekregen, den volgenden morgen was
zij dood; maar het is lang niet zeker, dat
het vleesch de oorzaak was, al kon ik geen
wond ontdekken.
! Onze gewone vleermuizen, die wij ook in
Amsterdam vaak zien, de oorvleermuis en
de dwergvleermuis, vliegen soms al lang
voor het donker is, en al vroeg in het jaar.
Als het nog een beetje zachter wordt, zult
ge deze week oorvleermuizen tegen half
zes kunnen zien fladderen. Wat zij dan vangt,
weet ik niet, misschien muggen; want andere
insecten vliegen hier nu tegen den avond zoo
Eén heeft ,een raad gegeven, afwijkend
van alle ande'ren. Toen men Bernard Shaw
vroeg wat hem het beste middel scheen
tegen dat kwaad, suffragettes" genaamd,
zeide hij: If you want to stop it give
them the vote!"
Men" zegt, dat zij het nu, na wat zij
hebben gedaan, nooit zullen krijgen. Vol
gens anderen is dit optreden juist het eenige
wat zij kunnen doen, willen zij iets bereiken
in Engeland. Wie onpartijdig is moet, uit
eerbied .voor zooveel volharding en zelfop
offering en moed forcible feeding" is
ellendig! haar toewenschen: een spoedig
volkomen succes!
Mr. FLORENCE YZENHOED GREVELINK
w V v
Tutti Frutti
In het laatste nummer van Jus Suffragii,
het maandblad van den wereldbond voor
V. K. schrijft Annie Furuhjelm, die aan het
hoofd der Zweedsche vrouwenbeweging in
Finland staat, precies hetzelfde als haar
jonge landgenoote, Harriet Blouw, ons pas
verteld heeft. ?*
Zij verontschuldigt zich als het ware tegen
over de vrouwen van dt geheele wereld,
dat zij, de Finsche vrouwen, in het volle
bezit (?) van hare burgerschapsrechten, nog
niet meer gepre'steerd hebben.
Ook zij wijst er op, dat, hoeveel wets
ontwerpen sinds 1906 door de Finsche
Regeering ook zijn ingediend, deze haast
allen verworpen zijn door den Czaar, in
zijn kwaliteit als Groot-Hertog van Finland.
Alleen de wet, waarbij de
verantwoordelijkheids-leeftijd voor meisjes-van 15 op 17
jaar is gebracht, kwam er door n een
andere de landrente betreffende en die ten
doel had een zekere proletarische klasse te
bevredigen.
De winst was dus niet groot en de hoop
der Finsche vrouwen is gericht op de
tusschenkomst der beschaafde Staten, want
alleen de opinie van Europa zal de Russische
taktiek kunnen beïnvloeden. ^
N. MANSFELDT
DE WlTT HUBERTS
Allerlei
Licvelingsgerecht
Een concurrent van de struisvogelmaag
die alles verdragen kan, is de olifantenmaag.
Een dame-hezoekster van den Dierentuin te
Londen, die voor het olifantenhok naar de
grappen en grillen van Jumbo 11 stond te
kijken, zag daarvan, en niet tot haar genoegen,
het ondubbelzinnig bewijs: de dikhuid pakte
haar opeens met een fikschen ruk het
handtaschje af, bracht het onmiddellijk met zijn
slurf in den bek en liet het met kleine oogjes
van genot door zijn keelgat glijden.
Dit waren vermoedelijk de hors-d'oeuvre
varié" van des viervoeters déjeuner, want
de inhoud van het taschje was werkelijk
gevarieerd: ze bestond uit een beursje met
drie goudstukken, een reukflacon met
lavendel-zout, twee zilveren armbanden, een gouden
dameshorloge, een zakkammetje, een spie
geltje, een doosje met po.udre-dt-riz, een
zakmesje, een schaartje (zeer fijn en scherp),
een doosje met naalden en spelden en een
zakdoek.
lllimillllllllmlIMIIIIIUIIIIIIIIIMMIIlIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII lllllmlIMIIIMI
Dit voorgerecht schijnt vriend «Jumbo"
uitmuntend te hebben gesmaakt, want zijn
wachter beweert, dat hij sedert dien tijd
dol is op handtaschjes en om zoo te zeggen
watertandt als hij dames met taschjes ziet
naderen.
* * *
Sr. Valentijn
Een Engelsch volksfeest, dat op het land
nog algemeen gevierd wordt, is St. Valentijn.
Dan hangen de meiskens des nachts haar
schoenen buiten het venster van haar
slaapkamertje, en is er ein schlanker Bursch",
die van liefde droomt voor Alice of Gladys,
voor Kathleen of Mary, dan trippelt hij in den
koelen Februari-nacht stil als een muis langs
't venster der aangebedenene, en legt een
klein geschenk met een briefje soms en soms
met een vers, in de coquette zwartneusjes,
die in 't raamkozijn hangen Er zijn
schoentjes die leeg blijven, er zijn er, die
's morgens onvindbaar verscholen zijn achter
een trophee van bloemen en cadeaux....
Wel merkwaardig dat de heilige Valentijn,
in Engeland op 14 Februari op dezelfde
wijze gediend wordt als in Nederland op
5 December de Heilige Nicolaas.
* * *
Getypt
Ik ben blij, dat ik 't vertrouwen mijner
lezeressen begin te winnen: ze leggen mij
soms merkwaardige poblemen ter oplossing
voor. Annie B te Z. vraagt wat een meisje
moet doen, indien ze een liefdesverklaring
krijgt, die met een schrijfmachine geschre
ven is ?.."
Ik moet voorzichtig zijn in mijn antwoord,
want de vraag is verantwoordelijk. Ik wil
echter wel eerlijk bekennen, dat ik mij geen
intiemen, prettigen brief voor kan stellen ...
getypt. Het machineschrift is koud en karak
terloos, en de man, die er de innigste
dingen van zijn hart aan wil toevertrouwen,
moet al heel nuchter en poëzieloos zijn. Als
ik in mijn jonge dagen (maar ze bestonden
toen nog niet de schrijfmachines) een
getypte declaratie had ontvangen, ik had
een weigerend antwoord laten drukken.
Een geschreven liefdesverklaring, al zijn de
woorden ook nog zoo mooi, is zelf s nauwelijks
goed genoeg. Welk jong hart dat waarlijk
lief heeft is zoo dwaas, dat het zich het
kostelijkste en mooiste oogenblik van zijn
leven ontglippen laat ?... Oog in oog en
hand in hand, weinige, schuchtere woorden,
maar vol diepte van zin en innigheid van
klank .... dat is het!... Al "het andere is ...
made in Germany! Kent ge dit versje van
Lenau, dat ik u hier in vertaling voorleg:
" Hoor, de stilte suizelt om ons heen,
Meisje, wij zijn veilig en alleen ...
Zacht verritselt tusschen 't loover, zacht,
't Zangrig juub len van den zomernacht.
Op de bloeme, die haar kelkje nijgt,
Sluimert 't laatste koeltje in, en zwijgt...
Laat me fluistren nu met woordjes-goud,
Hoe ik innig, innig van je houd!...
Kunt ge den afstand meten tusschen deze
idylle en den getypten brief?
Droogstoppel
Tennyson schreef in zijn gedicht The
Vision of sinn" een vers, dat in Engeland
nogal eens als spreekwoord wordt aange
haald en dat luidt:
Every moment dies a man,
And every moment one is boni.
Na het verschijnen van dit poëem ontving
de dichter van een bekend statisticus het
volgende schrijven:
Waarde heer!
Ik tref in uw nieuwste gedicht den volgenden
niet geheel jufsten regel aan: Elk oogenblik
sterft een mensch en elk oogenblik wordt er
een geboren." Ik behoef nauwelijks te zeggen,
dat deze berekening, indien ze correct was,
de bevolking van de wereld in een staat
van voortdurend evenwicht zou houden,
terwijl de feiten toch bewijzen, dat de
wereldbevolking steeds vermeerdert. Ik zou
u daarom willen voorstellen in een vol
gende editie uw verzen te corrigeeren en
wel als volgt:
Every moment dies a man
And. one and a sixteenth is born!"
Ik moet hier bijvoegen, dat ook dit nog
niet volkomen correct kan genoemd worden,
en dat het juiste cijfer bedraagt 1.167, maar
ik begrijp natuurlijk, dat er iets aan de
dichterlijke vrijheid" en aan den rythmus
moet worden opgeofferd."
* * *
Keizerlijk
De Shah van Perzië heeft het zeer zon
derlinge voorrecht, dat hij de lange staarten
van zijn paarden tot op een hoogte van 15
centimeters rood verft. Alleen de keizer en
de keizerlijke prinsen mogen met dergelijke
gekleurde paardenstaarten pronken, aan ieder
ander is dit ten strengste ontzegd.
* * *
Zeegras
Een nieuw soort van katoen wordt ge
sponnen uit de draden van zeegras, dat aan
de kusten van Australië over een verre uit
gestrektheid in groote massa wordt aange
troffen. De stof, welke men uit deze zeeplant
vervaardigt, moet zeer sterk en duurzaam zijn.
Tanden
Blondje, dat trots zijt op uw hagelblanke
tanden, en ze bij ieder glimlachje coquet
kijken laat, met deze schoonheid kunt ge
niet in alle landen bekoren. Er zijn er, waar
men 't hoogst infashionable en zelfs leelijk
vindt, om witte tanden te hebben. In Siam,
Java en Burma zijn zwarte tanden tie eenige,
die passabel zijn. Men maakt ze zoo zwart
mogelijk door het betel- of sirih kouwen.
In Voor-Indie zijn enkele streken, waar roode
en blauwe tanden de hoogste schoonheid
op dit gebied vertegenwoordigen.
Voor de keuken
Leg Sinaasappels, en vooral roode Sinaas
appels, nooit naast uien, want ze hebben
de eigenschap dat ze alle geuren uit haar
omgeving tot zich trekken en absOrbeeren.
Een sinaasappel, die naast uien gelegen
heeft, krijgt een sterke uiensmaak, en dat
is voor een sinaasappel iets buitengemeen
horribels.
* * *
Hoedenpennen
Alweer een hoedenpennen-ongeval in Am
sterdam: de Telegraaf vermeldde het Dins
dagavond. Een werkman met maar een goed
oog verloor er dit bijna door. Ook hij stond
op het achterbalcon van de tram en wefd
door een dame die hem voorbijging, ernstig
gewond vlak onder het bruikbare oog. Het
bloed gudste uit de wonde zegt de bericht
gever, en misschien is dit wat overdreven:
maar 't feit op zichzelf is toch al ernstig
genoeg. ALLEGRA
goed als niet. De dwergvleermuis heeft in
dit jaar, al of nog, in Januari gevlogen; het
het is een raadsel, waarop het dier dan jacht
maakt; als hij vliegt moet hij toch ook eten.
In verstijfden toestand, in zijn winterslaap
natuurlijk niet; dan gaat de stofwisseling
zeer langzaam ; de temperatuur van de beide
kleine soorten die in ons land noormaal 32'
tot 36°C. bedraagt, kan dalen tot 20°en
nog lager.
Is een bepaalde grenstemperatuur bereikt,
dan ontwaakt het. In den regel zal dat zijn
tegen het eind van den winter; door wat
beweging en een weinig voedsel, al zijn het
maar muggen, verhoogt het diertje dan weer
zijn temperatuur; het slaapt weer in voor een
paar dagen tot het voor goed voorjaar is.
Bij een langer en strenger winter evenwel
sterven vele vleermuizen ; ze vallen neer, of
blijven hangen en werfden mummies.
Ofschoon een heel enkele soort goed tegen
de koude bestand is, mogen de vleermuizen
gerekend worden tot de dieren voor wie
warmte een levensbehoefte is ; de winter
slaap, dien ze doormaken, behoedt ze in koude
streken lang niet altijd in voldoende mate.
Er zijn gevallen bekend van het sterven
van geheele troepen der voor overwintering
opgehangen dieren.
Bij ons zijn de vleermuizen dan ook be
trekkelijk zeldzaam ; hoe zuidelijker in ons
werelddeel, hoe meer ze g£zien worden; maar
in de bergen wordt het weer minder; eerst
in de tropen en subtropen komen de vleer
muizen in massa's, in talrijke sterk afwijkende
soorten, en in buitengewone afmetingen voor.
De bekende vliegende honden of kalongs,
de vruchtenetende vleermuizen van onze
Oost, bereiken, wat het lijf betreft, de grootte
van een hermelijntje.
Met uitgespreide vleugels lijkt ook onze
kleine oorvleermuis al een groot dier; terwijl
toch het lijfje zonder de staart of ooren
maar 3 a 4 cM. is, spant de vlucht bijna
twee decimeter.
De vlieghuid is werkelijk een huiduitwas ;
die uit een opperhuid, een gewone, dubbele
lederhuid bestaat,
met een spierlaag
er evenwel tus
schen.
Het is een cu
rieus gezicht een
vleermuis haar
vlieghuid te zien
vetten; het dier smeert met zijn neus deze
onontbeerlijke vliegmachine eiken dag in;
en wel met een olieachtige stof, die uit
klieren op zijn gezicht tusschen oogen en
neus te voorschijn kan komen.
Nog vreemder doet het aan, tenminste ik
zelf stond er even verbluft van, als men in
Juni of Juli een gevangen vleermuis krijgt,
die een jong aan de borst draagt; toch weet
iedereen dat vleermuizen zoogdieren zijn.
Maar dat rondvliegen met een jong is dan
ook wel iets bijzonders. Weinig dieren loopen
of klimmen met hun kroost bij zich. Een
vogel vliegt nooit met zijn jong; en onwil
lekeurig denkt ge aan apen, die ook zoo
rondspringen met de jongen tegen zich
aangedrukt.
Het zoogende jong van een dwerg- of
oorvleermnis, dat aan moeders borst vast
geklemd zit (zij kan er hoogstens twee
tegelijk krijgen) valt niet zoo dadelijk in
het oog; het is licht grijs of bijna kaal, en
heel klein als een hazelnoot zoowat, don
zige borstharen van de moeder bedekken
het bijna geheel.
Die haren zijn op zichzelf al iets merk
waardigs. Ze zijn zoo bijzonder gevormd,
dat met zekerheid een haar, dat in een fos
siele harsdroppel, in barnsteen namelijk, was
ingesloten als een vleermuizenhaar bepaald
kon worden. Dit versteende" haartje uit de
tertiair-tijd vertoonde namelijk de speciale
spiraalwindingen en de ruwheid die ken
merkend zijn voor vleermuisharen. Het wollig
of donzig uitzien van de borst en den rug
van een vleermuis ontstaat, doordat elk haar
eerst recht en glad begint, maar dan als
gepegeld is en krult en in verscheidene
spiraalslagen om zich zelf draait; om eindelijk
Geraamte van de vleermuis
S. schouderblad; P. pols; D. duim; E. elleboog;
h. heup ; kn. knie ; Sp. spoorbeentje ;
(Uit de Handleiding voor Nat. Hist. van E. HEIMANS.)
aan den top weer glad en recht als een
gewoon haar uit te loopen.
Fossiele vleermuizen zijn er nog maar
weinig gevonden; toch is het zeker dat zij,
in den krijttijd al bestonden, zij het niet in,
den tegenwoordigen vorm.
Een reptiel uit den Jura-tijd, de merk
waardige Pterodactylon of Vleugelvinger,
had al veel overeenkomst met een vleermuis;
wat nog niet zeggen wil, dat het een der
voorvaderen van de vleermuizen is. Dit dief
droeg slechts n der vingers van de hand, de
pink, op dezelfde wijze verlengd, als de vier
vingers van de tegenwoordige vleermuizen.
Tusschen dezen langen vinger, de
achterpooten en de staart was een vlieghuid
uitgespannen. Hij vloog dus wel als een
vleermuis, maar zijn kop was geheel anders
gebouwd en ook de tanden geleken niet op
zoogdiertanden.
In haar geheelen bouw heefteen vleermuis
veel meer van een aap. Denkt men de vier
lange vingers weg, dan valt dit vooral bij
het geraamte in het oog. Iets heel aparts
evenwel is het spoorbeentje aan de hiel,
dat de staart-vlieghuid helpt spannen. Dat
beentje bezit geen enkel levend dier, maar
iets dergelijks komt weer wel bij fossiele
reptielen voor.
Nu ik zoover ben met schrijven, is mijn
gast aan het zoeken naar voedsel, hij hapt
in mijn vulpen ; ik zal hem een stukje vleesch
geven. Hij grijpt toe, als een wolf. Wel
bekome het hem.
E. HEIMANS