De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 16 maart pagina 1

16 maart 1913 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1864 Zondag 16 Maart A°. 1913 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr, H. P. L. WIESSING Abonnement per 3 maanden /l. 50, f r. p. post/ 1.65 Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling .... mail 10 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . 0.125 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1 5 regels ?1.25, elke regel meer . . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel Reclames, per regel . . ?0.25 . . .0.30 . . .0.40 INHOUD Blz. l: Partiilooze: Inzinking en Op leving in de Nederlandsche politiek. Hessel Jongsma: Het Heilsleger, III. 2: Feuilleton door Otto Ernst. Karel van de Woestijne over Henriette Roland Holst-van der Schalk. Matthijs Ver meulen over Emiel Hullebroeck en Gerard , Hekking. Ingezonden: Kerkhof over De Protector". 5: Oproep voor Zuigelingen-Ziekenhuis te Amster dam. Tutti Frutti door N. Mansfeldtde W. H. Vrouwen als stakingsleid sters door M. C. Allegra. E. Heimans: Maart. 6: J. van der Pant: Canada en de emigratie. 7; Camelio", cabaretlied door J. K. Rensburg, muziek door Herre de Vos, teekeningen van P. van der Hem. Portret David Livingstone. Het Ontwerp-Kunstenaarshuis door H. P. BerlageNzn.?PlasschaertoverKhnopff. Honoréde la Baignoire over Mina" van Pinero bij de Tooneelvereeniging. 8 : Charivari.?9: Fin. Kroniek door v. d. M. Gewapende Vrede door v. d. S. 11: Damrubriek. Schaakrubriek. Teekening van Joh. Braakensiek over de hoedenspeld. Bijvoegsel van Johan Braakensiek over mr. van den Biesen en de Openbare Leeszalen. HET POLITIEKE LEVEN Inzinking Over een inzinking van Indië hebben wij eenige jaren geleden veel bedenkelijks gehoord. Maar beleven wij de laatste jaren niet een sterke inzinking van ons eigen land in het politieke? Het futlooze, doellooze gescharrel onder leiding van de heeren Heemskerk en Kolkman, waarbij de heer Talma, ondanks zijn bekwaamheid en lust om voor de arbeiders iets te doen, door stug formalisme niets wezenlijks bereikt, drukt als een wattige wolk op onzen dampkring. Er is geen frischheid, en het waterige zonnetje van Heemskerks levendige gevat heid en geestigheid, maakt de stemming alleen nog naargeestiger. Staat nu tegenover dat slappe reactionarisme, gevaarlijker dan het forsche van Kuyper en in den grond nog meer irriteerend, een welbewuste hervormings drift van links? Gelijk Engeland die kent, onder het tegenwoordige ministerie ? Waar is onze Nederlandsche Lloyd George, hervormer, die dat geworden is door harde levensjeugd, en die, ouder geworden en tot macht gekomen, zich heeft willen wijden aan het sterken der zwakken, het verbeteren van hun lot, het wegnemen van ingrijpende sociale misstanden? Waar is links de man van wien zal uitgaan de stevige bevordering onzer Volkskracht? Door wetten niet alleen, maar ook door kloeke, practische be stuursdaden? De man met den hartstochtelijken wil, het helder, onbevangen verstand, den practischen kijk van den hervormer, die geschiedenis maakt?" We hebben nu genoeg van advocaterij, van theologanten en van politiek gedobbel. We zijn er misselijk en beu van. Het spelletje van ministerieele eerzucht doen wij cadeau. Na het slap gebroddel van den overhandigen Heemskerk en zijn schelen wat kan het mij?", als het ministerieele scheepje maar boven blijft dobberen, vragen wij om den man, wien het bevorderen van onze alzijdige volks kracht wezenlijk ernst is. Tegen tariefwet, verclericaliseering, verkwanseling van kiesrecht aan kerkelijk-beweldadigden (dat zijn de maat schappelijk en geestelijk meest afhankelijken!); versterking van het koning schap tegenover den volksinvloed; tegen verbureaucratiseering en eenzijdige be voorrechting bij de sociale regeeringsmaatregelen, tegen dit alles moet bij den komenden stembusstrijd geijverd worden. Maar we willen niet alleen maar uit de inzinking terugkrabbelen naar het aardoppervlak, we willen met heel ons volk hooger op". Kan dit NOG niet? * * * Opleving Wie buiten de engere partij-groepeering levend, vraagt wat leus inderdaad de ernstige mannen en vrouwen, de werk sters en werkers voortdrijft, vindt hij niet deze :] versterking en verhooging der volkskracht, naar binnen en naar buiten? Naar binnen door een opwerking van het algemeene weerstandsvermogen, het verhoogen van den levensstandaard, licha melijk, geestelijk, zedelijk, het ontrukken van de menigte aan dof en wanhopig berusten, aan suffe onderdanigheid, aan armoe, die vasthoudt als modderklei de laarzen? Naar buiten tevens door al wat ook een klein volk groot kan maken". Wij weten wel, dat banaliteit het erf deel is van de groote hoop, onverschillig in welken rang of stand en dus ook van de officieeie wereld, die deze groote hoop hoe ook de Regeeringsvorm of het kiesrecht steeds moet representeeren en tevreden stellen. Oorspronkelijkheid, die ieder eigen zou zijn, zou uitloopen op verwildering. Zonder het gareel is de menschheid niet bijeen te houden en de voerman alleen kan de leidsels houden. Alleen als de paardjes naar stal draven, loopen zij van zelf en vinden hun weg. Maar het peil ook der algemeenheid kan opgevoerd worden. En hoe meer de indi viduen wassen, des te hooger de doorsnee. * * * Wie de lijn zoekt te trekken, waarom heen de strijd der toekomst gevochten zal worden, vindt dan deze antithese: tusschen wie, met vreugd, met waardee ring althans, begroeten het zich opwer ken en bevrijden van de onderdrukten en verhanselden, en wie dit aanzien met onwil, zoo niet angst, uit vrees voor eigen positie. Bij de eersten voegen zich, ook al strijden zij schijnbaar en met opzet, gescheiden, die zich opwerkenden zelf. Zij komen met hun min of meer ver, wellicht te vergaande eisenen en begeerten verder gaande althans dan de levensmogelijkheid gedoogen wil. Doch zoo ver ligt nog die algeheele ver wezenlijking en zoo zeker zal het leven richten over overeischen, dat niet daarom terugdeinst wie in die bewustwording zelve reeds van de groote menigte een dankbare winst erkent. En wie ervan doordrongen is, hoeveel is goed te maken jegens die groote me nigte, en hoe noodzakelijk daartoe zal zijn een doortastend durven, hoopt op de krachtige samenwerking van allen, die aldus toch feitelijk hetzelfde doel na streven. Wij doen niet mee aan gekiesvereeniging. Maar wie straks onzen stembussteun zoekt, zal moeten kunnen bewijzen, dat hij met stellige zekerheid en vastheid van wil onzen weg uitgaat, ter verhoo ging der volkskracht. PARTIJLOOZF. Het Leger des Heils in HET MAATSCHAPPELIJK WERK VOOR MANNEN Menschen, die een benijdbare fijnheid van gemoed bezitten, kunnen moeilijk vrede hebben met de luidruchtige en smakelooze wijze, waarop het Leger des Heils zijn gods dienstige principes tracht aan den man te brengen, doch zij zullen nooit nalaten met welwillendheid te getuigen : Maar het Leger doet toch heel veel goeds aan armen en behoeftigen!" Het zal zeer moeilijk zijn dit algemeen verbreide wanbegrip eens en voor altijd uit te roeien, omdat wij kwalijk geneigd zijn te erkennen, dat wij, al die jaren lang, dupe waren van een onder groot uiterlijk vertoon van heiligheid zorgvuldig gekweekte methode van opzettelijke misleiding. De Barmhartigheidsposten, de eenige afdeelingen van het L. d. H., welke zonder tegenprestatie (in arbeid of geld, zelfs in arbeid n geld) iets verrichten, doen zeer weinig. Dat voor rekening van deze slum's" slechts een klein gedeelte komt van het vele goede, dat het L. d. H. heet te verrichten voor armen en behoeftigen, zal zeker iedereen uit mijn vorig artikel duidelijk geworden zijn. Wij moeten dat vele goede dus elders zoeken. Doch de vele maat schappelijke inrichtingen die het Leger bezit, zoogenaamd om menschen zonder onderdak gastvrij te herbergen en met liefde te ver zorgen, vervullen hun sociale taak, voor welke zij door het publiek zoo grof worden betaald, nog treuriger dan de achterbuurtsposten, welker prestaties al zoo bescheiden zijn. METROPOOLS, WERKVERSCHAFFINGEN EN INDUSTRIEELE TEHUIZEN Dat zijn ze dan : de Asyl's voor Dakloozen, de Toevluchten voor vrouwen en kinderen, op welke het Leger zoo trotsch is en voor welke het steeds geld vraagt. Het is zeker een troostende gedachte, voor wie zich, na aangezeten te hebben aan een weivoorziene disch, koesteren aan de vlam men van een open haardvuur, dat de armen i en behoeftigen in de wereld een dak boven het hoofd hebben en zich naar hartelust mogen tegoed doen aan een krachtig maal. Het kan zelfs een reden zijn dieper in de beurs te tasten, welgedaan-tevreden als we zijn dat het Leger des Heils de vuile wasch onzer samen leving zoo met kennis van. zaken behandelt. Wellicht zelfs hebben we onze bescheiden vreugde aan de gedachte, door het geven van een goudstuk een aantal menschen voed sel en onderdak om niet te verschaffen. De menschen die aldus meenen, dankbaar voor de rust in hun eigen geweten, dat zij offerend aan den moloch Leger des Heils, de armen zoo ruim bedachten, vergissen zich in hooge mate; zij kunnen dat echter niet helpen, want het Leger zelf maakt zich schuldig aan een perfide misleiding, die een clandestien collectant niet kwaad zou staan. In het Haagsche blad De Nieuwe Courant o. a. publiceert het L. d. H. in weekstaatjes de resultaten van zijn veelomvattenden" arbeid en ik knip twee berichtjes voor de hand weg: Leger des Heils. Gedurende de week van 13 tot en met 19 Januari 7. ij n in de industrieele inrichting van het Leger des Heils, Nieuwe Schoolstraat 15a, verstrekt: 431 nachtverblijven en 1724 porties voedsel, en in hetzelfde tijdvak in het .gebouw Elim", Wagenstraat 45, 376 nachtver blijven en 5092 porties voedsel, terwijl op heden in eerstgenoemde inrichting zijn opgenomen 75 personen. (N. Ct. 20-1-M2). Leger des Heils. Gedurende de week van 28 October tot en met 3 November zijn in de indu strieele inrichting van het Leger des Heils, Nieuwe Schoolstraat 15a, verstrekt: 440 nachtverblijven, 1760 porties voedsel, en in hetzelfde tijdvak in het gebouw Elim", Wagenstraat 45, 471 nachtver blijven, 4145 porties voedsel, terwijl op heden in eerstgenoemde inrichting zijn opgenomen 72 personen. (N. Ct. 4-11-'l 2). Op deze wijze gearrangeerd en in déze termen vervat, wekken deze berichtjes den indruk, dat de porties voedsel," nachtver blijven," enz. om niet verstrekt" zijn en dat men hier klaarblijkelijk te doen heeft met een instelling, welke aan behoeftigen en zwervers voedsel en onderdak geeft en dus onze steun en sympathie behoeft om haar arbeid naar behooren te kunnen ver richten. En hoe meer uw sympathie zal stijgen en de stroom van het toevloeiende geld, des te meer zal het Leger zicli zelve geluk wenschen met het slagen van zijn list. LIST: want in de Industrieele Inrichting in de Nieuwe Schoolstraat, welke ik per soonlijk bezocht evenals die op Rapenburg te Amsterdam, worden geen nachtverblijven verstrekt", doch daar slapen een aantal per sonen, deels zwervers en verongelukten, die zich door het teekenen van een contract overgeleverd hebben aan het hoofd der inrichting, op wiens bevel ze moeten werken, en niet langzaam ook. De in dit tehuis verstrekte porties voedsel" (zegge porties voedsel) zijn de maaltijden, die de in dit gesticht voor het Leger des Heils hard werkende lieden hebben genuttigd ! Denkt U eens in, dat een weeshuis, een oude-mannenhuis, een zaak die met interne krachten werkt (zooals deze affaire van het L. d. H.!), geregeld in de kranten gingen publiceeren de maaltijden, welke genuttigd werden, en dan onder den naam van verstrekte porties voedsel! De opgave van de in het gebouw Elim verstrekte nachtverblijven" en porties voed sel" is een nog opzettelijker en brutaler misleiding, want voor het overnachten in deze inrichting moet worden betaald! De slaapplaatsen varieeren in prijs van tien tot dertig cent, maar de zwerver die maar negen centen mocht bezitten wordt onverbiddelijk buiten de deur gewezen, tenzij een van zijn lotgcnooten, misdeeld van aardsche goederen als hij, hem helpt aan het ontbrekende. Ziedaar de filantropie (!) van het Leger des Heils; menschen, die minder dan tien cent bezitten (dus het meest hulp van noode hebben!) worden buiten de deur gezet en mogen zien, dat zij ergens anders het koude en hongerige lijf bergen dan bij hen, die helpen Om Zijnentwil"! Een geld-begeerige exploitant van een zwervers-logement be toont in dit opzicht gewoonlijk nog meer erbarmen dan dit Leger des Heils. Mochten bij deze verstrekte" porties voedsel en nachtverblijven die der WERK VERSCHAFFING ingesloten zijn, waarvoor inderdaad den zwervers geen geld gevraagd wordt, dan dicnc ter inlichting, dat voor deze goede gaven gewerkt wordt: door mannen papier gesorteerd in een hoogst onhygiënische en slecht verlichte ruimte, door vrouwen erwten gelezen, zakken ge naaid of iets dergelijks. De porties voedsel welke buiten de werkverschaffing (waar slechts een gering aantal lieden geherbergd wordt!) nog mochten verstrekt" zijn, wer den alle betaald, minstens met 5 et., hoogstens met een kwartje. Doch wie geen vijf cent bezit, krijgt in Elim" geen portie voedsel, zelfs niet als hem n cent ontbreekt; hij moet zijn lichamelijken honger maar zien te stillen met wat men in de bijeenkomsten (die ter bekeering ook hier gehouden wor den !) zijn ziel om niet geeft. j Om het ter opzettelijke misleiding en ter i bedrieglijke geldafpersing voortdurend met moedwil publiceeren van dergelijke onware cijfers en voorstellingen eens en voor goed aan de kaak te stellen, plaats ik hieronder van een andere inrichting het weekverslag, dat flink en eerlijk, zonder slinksche draaie rijen, spreekt. Ziehier de tegenhanger, voor komende in hetzelfde Haagsche blad: De Metropool. Vanwege de stichting De Metropool wordt het volgende medegedeeld: Gedurende de week eindigende 19 Januari zijn door de filanthropische stichting De Metropool alhier, verstrekt gratis 5740, tegen gereed geld en voedselbons 883, in ruil voor arbeid 280, totaal 6903 porties warm middageten. Nu de winter zich geducht laat voelen, stijgt dagelijks het aantal hongerenden naar een warm middagmaal. In tegenstelling bij den aanvang der open tafel in November komen thans veel meer mannen dan vrouwen. De laatste middagen bedroeg hun aantal ruim 225, onder wie vele zeer fatsoen lijke werklieden. De directie verzoekt nog eens te her halen, dat zij die langs geen anderen weg een middagmaal kunnen bekomen, hartelijk welkom zijn, 12 uur de kinde ren, l uur vrouwen en kleine kinderen, 2 uur de mannen, Metropool, Paviljoens gracht 84, ingang Bierkade. (N. Ct. 20-1-'l2) Onder die 5740 porties in de Metropool gratis verstrekt warm middageten, waren er verscheidene voor menschen, die in Elim" (de zoogenaamde Metropool van het Leger) den nacht doorbrachten (tegen betaling!), maar niet voldoende geld hadden om van het L. d. H. behalve nachtverblijf eten te koopen! Dit wordt o. a. ook bevestigd door de redactie van de Haagsche Avondpost 1). De filantropie van het L. d. H. komt dus hier op neer: het weinige geld, dat zwervers, die om een of andere reden geen opneming vinden in de Industrieele Tehuizen van het Leger, mochten bezitten, wordt gretig buit gemaakt (in ruil voor een zeer schamel nachtverblijf), om hen daarna, voor het ver schaffen van voedsel en verdere verzorging, naar anderen te verwijzen! Het wordt voor dakloozen, die niets bezitten, dus wel zaak, tien centen bijeen te bedelen, wanneer ze tenminste in Elim" of een dergelijk Heilsinstituut willen slapen. Men stelle zich voor: het opvoedende Leger des Heils dat de bede larij bevordert.' Hiermede is het filantropisch (!) werk, dat het Leger drijft in zijn Metropools (popu laire naam voor de volkslogementen), Indus trieele Inrichtingen en Werkverschaffingen, voldoende geoordeeld. Doch bovendien zijn de Industrieele Tehuizen inrichtingen waar gewerkt wordt op arbeidsvoorwaarden, bij welke die van de meest ongegeneerde kapi talistische uitbuiterijen nog heilig zijn. Ik heb hier voor mij liggen het niet voor publicatie bedoelde (l) Memorandum van besprekingen in de officierssamenkomsten van maatschap pelijke officieren in Januari 1912 te Amsterdam, geleid door kommandant W. Ridsdel". en ik kan niet nalaten uit dit nieuwste snufje van legerwetgeving hier en daar iets te citeeren. Onder punt 2, letter C staat: Het geestelijk (curs. van mij) werk moet in de maatschappelijke afdeelingen hoofdzaak blijven". Hierdoor worden voldoende gekarakteri seerd al de schoon-klinkende gemeenplaatsen, die men, in het najaar tijdens de Nationale Aanvrage of later, tegen Kerstmis, kan lezen over de armen en gevallenen en hun bitteren nood. Niet de behoeftigheid interesseert het Leger, doch het feit, dat de behoeftigen zich van God afgekeerd hebben. Daarom moeten zij tot Hem teruggebracht worden. Dat is de zaak van het Leger (daar schrijven wij trouwens onze stukken niet tegen), doch dan moet het Leger voor dat ongenoemde doel niet gebruiken het geld, dat gegeven is door menschen, wien de honger en ontbering der armen uitsluitend tot geven dwong en die het zeker beter zouden besteed hebben, wanneer ze wisten dat het L. d. H. niet is een vereeniging voor filantropischcn maatschappelijken arbeid doch enkel en alleen een luidruchtige godsdienstige secte, waar een gemiddeld Nederlander geen aasje sym pathie voor heeft. Onder punt 17 van hetzelfde Memorandum 1) In de Avondpost van 11 Febr. j. 1. schreef de kommandant van het Leger des Heils in Nederland, de heer W. Ridsdel: Het Leger des Heils in Den Haag neemt sedert jaren icderen dakloozen man, vrouw en kind op, zonder daar voor betaling te vragen". De Redactie van 'de Avondpost ging op onderzoek uit en deelde in een naschrift mede: En dan wordt beslist ontkend, dat het Leger ieder daklooze, die zich aan meldt gratis onderdak en voedsel ver strekt. Zoo zagen we, dat menschen, die in .,Elim" verblijf houden, in de Metropool" op de Gedempte gracht gaan eten, als ze geen geld hebben om in Elim" hun voedsel te betalen, want als ze een paar centen te kort komen, die voor het nachtverblijf zouden moeten dienen, krijgen ze dit laatste niet. Dit is dunkt ons iets anders dan alles gratis verstrekken". wordt een exposégegeven van de methode, waardoor het L. d. H. er in slaagt van zijne z.g. Om Zijnentwil" opgenomen verpleegden de meest mogelijke geldelijke voordeelen te trekken. Voor ik het bedoelde punt citeer, moet ik nog opmerken, dat er in de Indu strieele Tehuizen geen menschen worden op genomen, die te oud en te zwak zijn om te werken en dat bij voorkeur de poorten worden geopend voor lieden, die een vak kennen, of den landbouw verstaan, in welk laatste geval zij kans hebben naar de landkolonie gedirigeerd te worden, welke zoo genaamd reclasseeringswerk verricht. De menschen, die in de Toevlucht" (weidsche naam voor een instelling, die zooveel be perkende voorwaarden stelt voor de opname van dakloozen!) zelf werken, worden ge dwongen tot een arbeid van tien en een half uur per dag, de rusttijden niet meegeteld, en verdienen niet alleen ruim het schrale voedsel en het schamele onderdak, doch leveren een belangrijke meer-waarde! Men neme slechts kennis van dat punt 17 uit het Memorandum, dat niet voor publicatie bedoeld was: a. Een man moet voor zijne voeding en onderdak 140?160 bosjes hout maken per dag (d. i. binders en hakkers samen). Voor iedere ICO bosjes boven dit aantal zal 30 ets. extra worden uitge keerd. b. Een man moet 75 K.G. papier sorteercn per dag of 225 K.G. persen. Voor iedere K.G. boven de 75 K.G. zal l cent extra worden uitgekeerd. Voor iedere 150 K.G. meer 20 ets. extra. c. Meubelverkoopcrs zullen l pCt. extra ontvangen van de verkoopwaarde der verkochte artikelen. Bosjeshoutverkoopers als boven doch 2 pCt. Papierophalers 2 cent extra voor iedere 5 K.G. ingebracht boven de 70 K.G. per dag. d. Al de overigen (vaklui, kamerwachts etc.) zullen ontvangen 6 cent per dag extra, indien de productie van hun werk als overtax" kan worden beschouwd. Wat kamerwachts etc. betreft, zal hiervoor de toestemming van H. K. moeten worden verkregen. e. Iemand, die na 14 dagen zijn tax niet doet per week, moet 10 cent minder toelage ontvangen. Uit een berekening, gebaseerd op de prijzen der bosjes hout en van het geperste papier, becijfering welke hier te veel plaats zou innemen, doch die ieder voor zich kan maken, blijkt, dat de verpleegden, waarvan een gedeelte zelf de grondstoffen moet opbedelen, gemiddeld ? 1.50 per dag voor de inrichting verdienen ! Verder zijn verscheiden der in het Indu strieel tehuis opgenomen dakloozen in het touw voor particulieren, verdienen gewoonlijk een goed daggtld, doch moeten al hun ver diensten aan het L: d. H. afdragen! Slechts n voorbeeld : Een banketbakker heeft met de Sint-Nicolaasdrukte bestellers noodig en betrekt die van het Toevlucht voor Dak loozen." Hij betaalt voor iederen man drie gulden per dag doch de stumpers krijgen daar niets van (hun minieme wekelijksche toelage loopt gewoon door). Sterker voorbeeld van ongegeneerde uit buiting nog: de oude kleeren, enz. welke het goedgeefsch publiek gaarne het L. d. H. om niet doet toekomen voor zijne verpleegden, worden in de Toevluchten" aan de inwoners verstrekt tegen ... betalinv van een deel van hun geringe weektoelage, waarvoor ze hard werken! Het L. d. H. voor hetwelk de armoede en ellende van anderen slechts aan leiding is om zijn weinig scrupuleuze affaire te drijven, ontziet zich niet, zelfs nog (ten koste van de menschen voor wie het immer geld en ondersteuning vraagt) een zoet winstje te kloppen uit kleeding en schoeisel, dat door de gevers zonder eenige voor waarde voorarmen en behoeftigen bestemd is. Wie zou nog meer in Nederland den moed hebben een zwerver een paar oude schoenen of een oude jas te verstrekken" tegen be taling? Ik weet wel dat het L. d. H. op deze wijze allerlei nobele principes dient, even nobel als zijn met luidruchtige trots verkondigd beginsel, dat het van zijn verpleegden geen leegloopers", geen parasieten" maakt, doch het waren deze bizondere, uiterlijk hoogst moreele principes, welke het Leger in staat stelden met zijn maatschappelijke instellin gen (logementen, industr. tehuizen, werk verschaffingen) het laatste jaar (volgens eigen balans!) ? 12,966.78 te verdienen, dat is bijna dertien mille! Mevr. Van Kol schreef, in de meest vol komen goede trouw, daar zijn wij overtuigd van, over deze, onder zoo schoone mom uitgebuite stumpers: En zoo tracht men in de Toevlucht het vernieuwend voorbeeld der natuur in het stoffelijke na te volgen en in het geestelijke te overtreffen. Want iedere ziel die daar in de diepte van ellende haar Heiland vindt en in Hem wordt wedergeboren, is vernieuwd voor heel de eeuwigheid ; en het arme menschenkind, als wrakhout daar aangespoeld, komt er uit te voorschijn als konings kind, mits het de 'lijn grijpt, die wordt uitgeworpen." Is het geen bittere, bittere ironie? Gaat

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl