Historisch Archief 1877-1940
1864
Zondag 16 Maart
A°. 1913
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr, H. P. L. WIESSING
Abonnement per 3 maanden /l. 50, f r. p. post/ 1.65
Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling .... mail 10
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . 0.125
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1 5 regels ?1.25, elke regel meer . .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel
Reclames, per regel
. . ?0.25
. . .0.30
. . .0.40
INHOUD
Blz. l: Partiilooze: Inzinking en Op
leving in de Nederlandsche politiek.
Hessel Jongsma: Het Heilsleger, III.
2: Feuilleton door Otto Ernst. Karel
van de Woestijne over Henriette Roland
Holst-van der Schalk. Matthijs Ver
meulen over Emiel Hullebroeck en Gerard
, Hekking. Ingezonden: Kerkhof over
De Protector". 5: Oproep voor
Zuigelingen-Ziekenhuis te Amster
dam. Tutti Frutti door N.
Mansfeldtde W. H. Vrouwen als stakingsleid
sters door M. C. Allegra. E. Heimans:
Maart. 6: J. van der Pant: Canada
en de emigratie. 7; Camelio",
cabaretlied door J. K. Rensburg, muziek door
Herre de Vos, teekeningen van P. van
der Hem. Portret David Livingstone.
Het Ontwerp-Kunstenaarshuis door H. P.
BerlageNzn.?PlasschaertoverKhnopff.
Honoréde la Baignoire over Mina" van
Pinero bij de Tooneelvereeniging. 8 :
Charivari.?9: Fin. Kroniek door v. d.
M. Gewapende Vrede door v. d. S.
11: Damrubriek. Schaakrubriek.
Teekening van Joh. Braakensiek over de
hoedenspeld.
Bijvoegsel van Johan Braakensiek over
mr. van den Biesen en de Openbare
Leeszalen.
HET POLITIEKE LEVEN
Inzinking
Over een inzinking van Indië hebben
wij eenige jaren geleden veel
bedenkelijks gehoord.
Maar beleven wij de laatste jaren niet
een sterke inzinking van ons eigen land
in het politieke?
Het futlooze, doellooze gescharrel
onder leiding van de heeren Heemskerk
en Kolkman, waarbij de heer Talma,
ondanks zijn bekwaamheid en lust om
voor de arbeiders iets te doen, door stug
formalisme niets wezenlijks bereikt, drukt
als een wattige wolk op onzen dampkring.
Er is geen frischheid, en het waterige
zonnetje van Heemskerks levendige gevat
heid en geestigheid, maakt de stemming
alleen nog naargeestiger.
Staat nu tegenover dat slappe
reactionarisme, gevaarlijker dan het forsche
van Kuyper en in den grond nog meer
irriteerend, een welbewuste hervormings
drift van links?
Gelijk Engeland die kent, onder het
tegenwoordige ministerie ?
Waar is onze Nederlandsche Lloyd
George, hervormer, die dat geworden is
door harde levensjeugd, en die, ouder
geworden en tot macht gekomen, zich
heeft willen wijden aan het sterken der
zwakken, het verbeteren van hun lot,
het wegnemen van ingrijpende sociale
misstanden?
Waar is links de man van wien zal
uitgaan de stevige bevordering onzer
Volkskracht? Door wetten niet alleen,
maar ook door kloeke, practische be
stuursdaden? De man met den
hartstochtelijken wil, het helder, onbevangen
verstand, den practischen kijk van den
hervormer, die geschiedenis maakt?"
We hebben nu genoeg van advocaterij,
van theologanten en van politiek
gedobbel. We zijn er misselijk en beu van.
Het spelletje van ministerieele eerzucht
doen wij cadeau. Na het slap gebroddel
van den overhandigen Heemskerk en
zijn schelen wat kan het mij?", als het
ministerieele scheepje maar boven blijft
dobberen, vragen wij om den man, wien
het bevorderen van onze alzijdige volks
kracht wezenlijk ernst is.
Tegen tariefwet, verclericaliseering,
verkwanseling van kiesrecht aan
kerkelijk-beweldadigden (dat zijn de maat
schappelijk en geestelijk meest
afhankelijken!); versterking van het koning
schap tegenover den volksinvloed; tegen
verbureaucratiseering en eenzijdige be
voorrechting bij de sociale
regeeringsmaatregelen, tegen dit alles moet bij den
komenden stembusstrijd geijverd worden.
Maar we willen niet alleen maar uit
de inzinking terugkrabbelen naar het
aardoppervlak, we willen met heel ons
volk hooger op".
Kan dit NOG niet?
* *
*
Opleving
Wie buiten de engere partij-groepeering
levend, vraagt wat leus inderdaad de
ernstige mannen en vrouwen, de werk
sters en werkers voortdrijft, vindt hij niet
deze :] versterking en verhooging der
volkskracht, naar binnen en naar buiten?
Naar binnen door een opwerking van
het algemeene weerstandsvermogen, het
verhoogen van den levensstandaard, licha
melijk, geestelijk, zedelijk, het ontrukken
van de menigte aan dof en wanhopig
berusten, aan suffe onderdanigheid, aan
armoe, die vasthoudt als modderklei de
laarzen?
Naar buiten tevens door al wat ook
een klein volk groot kan maken".
Wij weten wel, dat banaliteit het erf
deel is van de groote hoop, onverschillig
in welken rang of stand en dus ook van
de officieeie wereld, die deze groote hoop
hoe ook de Regeeringsvorm of het
kiesrecht steeds moet representeeren
en tevreden stellen. Oorspronkelijkheid,
die ieder eigen zou zijn, zou uitloopen
op verwildering. Zonder het gareel is de
menschheid niet bijeen te houden en de
voerman alleen kan de leidsels houden.
Alleen als de paardjes naar stal draven,
loopen zij van zelf en vinden hun weg.
Maar het peil ook der algemeenheid kan
opgevoerd worden. En hoe meer de indi
viduen wassen, des te hooger de doorsnee.
* *
*
Wie de lijn zoekt te trekken, waarom
heen de strijd der toekomst gevochten
zal worden, vindt dan deze antithese:
tusschen wie, met vreugd, met waardee
ring althans, begroeten het zich opwer
ken en bevrijden van de onderdrukten
en verhanselden, en wie dit aanzien met
onwil, zoo niet angst, uit vrees voor
eigen positie. Bij de eersten voegen
zich, ook al strijden zij schijnbaar en met
opzet, gescheiden, die zich opwerkenden
zelf. Zij komen met hun min of meer
ver, wellicht te vergaande eisenen en
begeerten verder gaande althans dan
de levensmogelijkheid gedoogen wil.
Doch zoo ver ligt nog die algeheele ver
wezenlijking en zoo zeker zal het leven
richten over overeischen, dat niet daarom
terugdeinst wie in die bewustwording
zelve reeds van de groote menigte een
dankbare winst erkent.
En wie ervan doordrongen is, hoeveel
is goed te maken jegens die groote me
nigte, en hoe noodzakelijk daartoe zal
zijn een doortastend durven, hoopt op
de krachtige samenwerking van allen, die
aldus toch feitelijk hetzelfde doel na
streven.
Wij doen niet mee aan
gekiesvereeniging. Maar wie straks onzen
stembussteun zoekt, zal moeten kunnen bewijzen,
dat hij met stellige zekerheid en vastheid
van wil onzen weg uitgaat, ter verhoo
ging der volkskracht.
PARTIJLOOZF.
Het Leger des Heils
in
HET MAATSCHAPPELIJK WERK VOOR MANNEN
Menschen, die een benijdbare fijnheid van
gemoed bezitten, kunnen moeilijk vrede
hebben met de luidruchtige en smakelooze
wijze, waarop het Leger des Heils zijn gods
dienstige principes tracht aan den man te
brengen, doch zij zullen nooit nalaten met
welwillendheid te getuigen : Maar het Leger
doet toch heel veel goeds aan armen en
behoeftigen!" Het zal zeer moeilijk zijn dit
algemeen verbreide wanbegrip eens en voor
altijd uit te roeien, omdat wij kwalijk geneigd
zijn te erkennen, dat wij, al die jaren lang,
dupe waren van een onder groot uiterlijk
vertoon van heiligheid zorgvuldig gekweekte
methode van opzettelijke misleiding.
De Barmhartigheidsposten, de eenige
afdeelingen van het L. d. H., welke zonder
tegenprestatie (in arbeid of geld, zelfs
in arbeid n geld) iets verrichten, doen
zeer weinig. Dat voor rekening van deze
slum's" slechts een klein gedeelte komt
van het vele goede, dat het L. d. H. heet
te verrichten voor armen en behoeftigen,
zal zeker iedereen uit mijn vorig artikel
duidelijk geworden zijn. Wij moeten dat vele
goede dus elders zoeken. Doch de vele maat
schappelijke inrichtingen die het Leger bezit,
zoogenaamd om menschen zonder onderdak
gastvrij te herbergen en met liefde te ver
zorgen, vervullen hun sociale taak, voor welke
zij door het publiek zoo grof worden betaald,
nog treuriger dan de achterbuurtsposten,
welker prestaties al zoo bescheiden zijn.
METROPOOLS, WERKVERSCHAFFINGEN
EN INDUSTRIEELE TEHUIZEN
Dat zijn ze dan : de Asyl's voor Dakloozen,
de Toevluchten voor vrouwen en kinderen,
op welke het Leger zoo trotsch is en voor
welke het steeds geld vraagt.
Het is zeker een troostende gedachte, voor
wie zich, na aangezeten te hebben aan een
weivoorziene disch, koesteren aan de vlam
men van een open haardvuur, dat de armen
i en behoeftigen in de wereld een dak boven
het hoofd hebben en zich naar hartelust mogen
tegoed doen aan een krachtig maal. Het kan
zelfs een reden zijn dieper in de beurs te
tasten, welgedaan-tevreden als we zijn dat het
Leger des Heils de vuile wasch onzer samen
leving zoo met kennis van. zaken behandelt.
Wellicht zelfs hebben we onze bescheiden
vreugde aan de gedachte, door het geven
van een goudstuk een aantal menschen voed
sel en onderdak om niet te verschaffen.
De menschen die aldus meenen, dankbaar
voor de rust in hun eigen geweten, dat zij
offerend aan den moloch Leger des Heils,
de armen zoo ruim bedachten, vergissen
zich in hooge mate; zij kunnen dat echter
niet helpen, want het Leger zelf maakt zich
schuldig aan een perfide misleiding, die een
clandestien collectant niet kwaad zou staan.
In het Haagsche blad De Nieuwe Courant
o. a. publiceert het L. d. H. in weekstaatjes
de resultaten van zijn veelomvattenden"
arbeid en ik knip twee berichtjes voor de
hand weg:
Leger des Heils.
Gedurende de week van 13 tot en
met 19 Januari 7. ij n in de industrieele
inrichting van het Leger des Heils,
Nieuwe Schoolstraat 15a, verstrekt: 431
nachtverblijven en 1724 porties voedsel,
en in hetzelfde tijdvak in het .gebouw
Elim", Wagenstraat 45, 376 nachtver
blijven en 5092 porties voedsel, terwijl
op heden in eerstgenoemde inrichting
zijn opgenomen 75 personen.
(N. Ct. 20-1-M2).
Leger des Heils.
Gedurende de week van 28 October
tot en met 3 November zijn in de indu
strieele inrichting van het Leger des
Heils, Nieuwe Schoolstraat 15a, verstrekt:
440 nachtverblijven, 1760 porties voedsel,
en in hetzelfde tijdvak in het gebouw
Elim", Wagenstraat 45, 471 nachtver
blijven, 4145 porties voedsel, terwijl op
heden in eerstgenoemde inrichting zijn
opgenomen 72 personen.
(N. Ct. 4-11-'l 2).
Op deze wijze gearrangeerd en in déze
termen vervat, wekken deze berichtjes den
indruk, dat de porties voedsel," nachtver
blijven," enz. om niet verstrekt" zijn en dat
men hier klaarblijkelijk te doen heeft met
een instelling, welke aan behoeftigen en
zwervers voedsel en onderdak geeft en
dus onze steun en sympathie behoeft om
haar arbeid naar behooren te kunnen ver
richten. En hoe meer uw sympathie zal
stijgen en de stroom van het toevloeiende
geld, des te meer zal het Leger zicli zelve
geluk wenschen met het slagen van zijn list.
LIST: want in de Industrieele Inrichting
in de Nieuwe Schoolstraat, welke ik per
soonlijk bezocht evenals die op Rapenburg
te Amsterdam, worden geen nachtverblijven
verstrekt", doch daar slapen een aantal per
sonen, deels zwervers en verongelukten, die
zich door het teekenen van een contract
overgeleverd hebben aan het hoofd der
inrichting, op wiens bevel ze moeten werken,
en niet langzaam ook. De in dit tehuis
verstrekte porties voedsel" (zegge porties
voedsel) zijn de maaltijden, die de in dit
gesticht voor het Leger des Heils hard
werkende lieden hebben genuttigd !
Denkt U eens in, dat een weeshuis, een
oude-mannenhuis, een zaak die met interne
krachten werkt (zooals deze affaire van het L.
d. H.!), geregeld in de kranten gingen
publiceeren de maaltijden, welke genuttigd werden, en
dan onder den naam van verstrekte porties
voedsel!
De opgave van de in het gebouw Elim
verstrekte nachtverblijven" en porties voed
sel" is een nog opzettelijker en brutaler
misleiding, want voor het overnachten in
deze inrichting moet worden betaald! De
slaapplaatsen varieeren in prijs van tien tot
dertig cent, maar de zwerver die maar negen
centen mocht bezitten wordt onverbiddelijk
buiten de deur gewezen, tenzij een van zijn
lotgcnooten, misdeeld van aardsche goederen
als hij, hem helpt aan het ontbrekende.
Ziedaar de filantropie (!) van het Leger
des Heils; menschen, die minder dan tien
cent bezitten (dus het meest hulp van noode
hebben!) worden buiten de deur gezet en
mogen zien, dat zij ergens anders het koude
en hongerige lijf bergen dan bij hen, die
helpen Om Zijnentwil"! Een geld-begeerige
exploitant van een zwervers-logement be
toont in dit opzicht gewoonlijk nog meer
erbarmen dan dit Leger des Heils.
Mochten bij deze verstrekte" porties
voedsel en nachtverblijven die der WERK
VERSCHAFFING ingesloten zijn, waarvoor
inderdaad den zwervers geen geld gevraagd
wordt, dan dicnc ter inlichting, dat voor
deze goede gaven gewerkt wordt: door
mannen papier gesorteerd in een hoogst
onhygiënische en slecht verlichte ruimte,
door vrouwen erwten gelezen, zakken ge
naaid of iets dergelijks. De porties voedsel
welke buiten de werkverschaffing (waar
slechts een gering aantal lieden geherbergd
wordt!) nog mochten verstrekt" zijn, wer
den alle betaald, minstens met 5 et., hoogstens
met een kwartje. Doch wie geen vijf cent
bezit, krijgt in Elim" geen portie voedsel,
zelfs niet als hem n cent ontbreekt; hij
moet zijn lichamelijken honger maar zien te
stillen met wat men in de bijeenkomsten
(die ter bekeering ook hier gehouden wor
den !) zijn ziel om niet geeft.
j Om het ter opzettelijke misleiding en ter
i bedrieglijke geldafpersing voortdurend met
moedwil publiceeren van dergelijke onware
cijfers en voorstellingen eens en voor goed
aan de kaak te stellen, plaats ik hieronder
van een andere inrichting het weekverslag,
dat flink en eerlijk, zonder slinksche draaie
rijen, spreekt. Ziehier de tegenhanger, voor
komende in hetzelfde Haagsche blad:
De Metropool.
Vanwege de stichting De Metropool
wordt het volgende medegedeeld:
Gedurende de week eindigende 19
Januari zijn door de filanthropische
stichting De Metropool alhier, verstrekt
gratis 5740, tegen gereed geld en
voedselbons 883, in ruil voor arbeid 280, totaal
6903 porties warm middageten.
Nu de winter zich geducht laat voelen,
stijgt dagelijks het aantal hongerenden
naar een warm middagmaal.
In tegenstelling bij den aanvang der
open tafel in November komen thans
veel meer mannen dan vrouwen. De
laatste middagen bedroeg hun aantal
ruim 225, onder wie vele zeer fatsoen
lijke werklieden.
De directie verzoekt nog eens te her
halen, dat zij die langs geen anderen
weg een middagmaal kunnen bekomen,
hartelijk welkom zijn, 12 uur de kinde
ren, l uur vrouwen en kleine kinderen,
2 uur de mannen, Metropool, Paviljoens
gracht 84, ingang Bierkade.
(N. Ct. 20-1-'l2)
Onder die 5740 porties in de Metropool
gratis verstrekt warm middageten, waren er
verscheidene voor menschen, die in Elim"
(de zoogenaamde Metropool van het Leger)
den nacht doorbrachten (tegen betaling!),
maar niet voldoende geld hadden om van
het L. d. H. behalve nachtverblijf eten te
koopen! Dit wordt o. a. ook bevestigd door
de redactie van de Haagsche Avondpost 1).
De filantropie van het L. d. H. komt dus
hier op neer: het weinige geld, dat zwervers,
die om een of andere reden geen opneming
vinden in de Industrieele Tehuizen van het
Leger, mochten bezitten, wordt gretig buit
gemaakt (in ruil voor een zeer schamel
nachtverblijf), om hen daarna, voor het ver
schaffen van voedsel en verdere verzorging,
naar anderen te verwijzen! Het wordt voor
dakloozen, die niets bezitten, dus wel zaak,
tien centen bijeen te bedelen, wanneer ze
tenminste in Elim" of een dergelijk
Heilsinstituut willen slapen. Men stelle zich voor:
het opvoedende Leger des Heils dat de bede
larij bevordert.'
Hiermede is het filantropisch (!) werk, dat
het Leger drijft in zijn Metropools (popu
laire naam voor de volkslogementen), Indus
trieele Inrichtingen en Werkverschaffingen,
voldoende geoordeeld. Doch bovendien zijn
de Industrieele Tehuizen inrichtingen waar
gewerkt wordt op arbeidsvoorwaarden, bij
welke die van de meest ongegeneerde kapi
talistische uitbuiterijen nog heilig zijn. Ik
heb hier voor mij liggen het niet voor
publicatie bedoelde (l)
Memorandum van besprekingen in de
officierssamenkomsten van maatschap
pelijke officieren in Januari 1912 te
Amsterdam, geleid door kommandant
W. Ridsdel".
en ik kan niet nalaten uit dit nieuwste
snufje van legerwetgeving hier en daar iets
te citeeren.
Onder punt 2, letter C staat:
Het geestelijk (curs. van mij) werk
moet in de maatschappelijke afdeelingen
hoofdzaak blijven".
Hierdoor worden voldoende gekarakteri
seerd al de schoon-klinkende gemeenplaatsen,
die men, in het najaar tijdens de Nationale
Aanvrage of later, tegen Kerstmis, kan lezen
over de armen en gevallenen en hun bitteren
nood. Niet de behoeftigheid interesseert het
Leger, doch het feit, dat de behoeftigen
zich van God afgekeerd hebben. Daarom
moeten zij tot Hem teruggebracht worden.
Dat is de zaak van het Leger (daar schrijven
wij trouwens onze stukken niet tegen), doch
dan moet het Leger voor dat ongenoemde
doel niet gebruiken het geld, dat gegeven is
door menschen, wien de honger en ontbering
der armen uitsluitend tot geven dwong en
die het zeker beter zouden besteed hebben,
wanneer ze wisten dat het L. d. H. niet is
een vereeniging voor filantropischcn
maatschappelijken arbeid doch enkel en alleen
een luidruchtige godsdienstige secte, waar
een gemiddeld Nederlander geen aasje sym
pathie voor heeft.
Onder punt 17 van hetzelfde Memorandum
1) In de Avondpost van 11 Febr. j. 1. schreef
de kommandant van het Leger des Heils in
Nederland, de heer W. Ridsdel:
Het Leger des Heils in Den Haag
neemt sedert jaren icderen dakloozen
man, vrouw en kind op, zonder daar
voor betaling te vragen".
De Redactie van 'de Avondpost ging op
onderzoek uit en deelde in een naschrift mede:
En dan wordt beslist ontkend, dat
het Leger ieder daklooze, die zich aan
meldt gratis onderdak en voedsel ver
strekt. Zoo zagen we, dat menschen,
die in .,Elim" verblijf houden, in
de Metropool" op de Gedempte gracht
gaan eten, als ze geen geld hebben
om in Elim" hun voedsel te betalen,
want als ze een paar centen te kort
komen, die voor het nachtverblijf zouden
moeten dienen, krijgen ze dit laatste
niet. Dit is dunkt ons iets anders dan
alles gratis verstrekken".
wordt een exposégegeven van de methode,
waardoor het L. d. H. er in slaagt van zijne
z.g. Om Zijnentwil" opgenomen verpleegden
de meest mogelijke geldelijke voordeelen te
trekken. Voor ik het bedoelde punt citeer,
moet ik nog opmerken, dat er in de Indu
strieele Tehuizen geen menschen worden op
genomen, die te oud en te zwak zijn om te
werken en dat bij voorkeur de poorten
worden geopend voor lieden, die een vak
kennen, of den landbouw verstaan, in welk
laatste geval zij kans hebben naar de
landkolonie gedirigeerd te worden, welke zoo
genaamd reclasseeringswerk verricht. De
menschen, die in de Toevlucht" (weidsche
naam voor een instelling, die zooveel be
perkende voorwaarden stelt voor de opname
van dakloozen!) zelf werken, worden ge
dwongen tot een arbeid van tien en een half
uur per dag, de rusttijden niet meegeteld,
en verdienen niet alleen ruim het schrale
voedsel en het schamele onderdak, doch
leveren een belangrijke meer-waarde!
Men neme slechts kennis van dat punt 17
uit het Memorandum, dat niet voor publicatie
bedoeld was:
a. Een man moet voor zijne voeding
en onderdak 140?160 bosjes hout maken
per dag (d. i. binders en hakkers samen).
Voor iedere ICO bosjes boven dit
aantal zal 30 ets. extra worden uitge
keerd.
b. Een man moet 75 K.G. papier
sorteercn per dag of 225 K.G. persen.
Voor iedere K.G. boven de 75 K.G. zal
l cent extra worden uitgekeerd. Voor
iedere 150 K.G. meer 20 ets. extra.
c. Meubelverkoopcrs zullen l pCt.
extra ontvangen van de verkoopwaarde
der verkochte artikelen.
Bosjeshoutverkoopers als boven doch
2 pCt.
Papierophalers 2 cent extra voor iedere
5 K.G. ingebracht boven de 70 K.G.
per dag.
d. Al de overigen (vaklui,
kamerwachts etc.) zullen ontvangen 6 cent
per dag extra, indien de productie van
hun werk als overtax" kan worden
beschouwd.
Wat kamerwachts etc. betreft, zal
hiervoor de toestemming van H. K.
moeten worden verkregen.
e. Iemand, die na 14 dagen zijn tax
niet doet per week, moet 10 cent minder
toelage ontvangen.
Uit een berekening, gebaseerd op de prijzen
der bosjes hout en van het geperste papier,
becijfering welke hier te veel plaats zou
innemen, doch die ieder voor zich kan
maken, blijkt, dat de verpleegden, waarvan
een gedeelte zelf de grondstoffen moet
opbedelen, gemiddeld ? 1.50 per dag voor de
inrichting verdienen !
Verder zijn verscheiden der in het Indu
strieel tehuis opgenomen dakloozen in het
touw voor particulieren, verdienen gewoonlijk
een goed daggtld, doch moeten al hun ver
diensten aan het L: d. H. afdragen! Slechts
n voorbeeld : Een banketbakker heeft met
de Sint-Nicolaasdrukte bestellers noodig en
betrekt die van het Toevlucht voor Dak
loozen." Hij betaalt voor iederen man drie
gulden per dag doch de stumpers krijgen
daar niets van (hun minieme wekelijksche
toelage loopt gewoon door).
Sterker voorbeeld van ongegeneerde uit
buiting nog: de oude kleeren, enz. welke
het goedgeefsch publiek gaarne het L. d. H.
om niet doet toekomen voor zijne verpleegden,
worden in de Toevluchten" aan de inwoners
verstrekt tegen ... betalinv van een deel van
hun geringe weektoelage, waarvoor ze hard
werken! Het L. d. H. voor hetwelk de
armoede en ellende van anderen slechts aan
leiding is om zijn weinig scrupuleuze affaire
te drijven, ontziet zich niet, zelfs nog (ten
koste van de menschen voor wie het immer
geld en ondersteuning vraagt) een zoet
winstje te kloppen uit kleeding en schoeisel,
dat door de gevers zonder eenige voor
waarde voorarmen en behoeftigen bestemd is.
Wie zou nog meer in Nederland den moed
hebben een zwerver een paar oude schoenen
of een oude jas te verstrekken" tegen be
taling?
Ik weet wel dat het L. d. H. op deze wijze
allerlei nobele principes dient, even nobel
als zijn met luidruchtige trots verkondigd
beginsel, dat het van zijn verpleegden geen
leegloopers", geen parasieten" maakt, doch
het waren deze bizondere, uiterlijk hoogst
moreele principes, welke het Leger in staat
stelden met zijn maatschappelijke instellin
gen (logementen, industr. tehuizen, werk
verschaffingen) het laatste jaar (volgens eigen
balans!) ? 12,966.78 te verdienen, dat is bijna
dertien mille!
Mevr. Van Kol schreef, in de meest vol
komen goede trouw, daar zijn wij overtuigd
van, over deze, onder zoo schoone mom
uitgebuite stumpers:
En zoo tracht men in de Toevlucht
het vernieuwend voorbeeld der natuur
in het stoffelijke na te volgen en in het
geestelijke te overtreffen. Want iedere
ziel die daar in de diepte van ellende
haar Heiland vindt en in Hem wordt
wedergeboren, is vernieuwd voor heel
de eeuwigheid ; en het arme
menschenkind, als wrakhout daar aangespoeld,
komt er uit te voorschijn als konings
kind, mits het de 'lijn grijpt, die
wordt uitgeworpen."
Is het geen bittere, bittere ironie? Gaat