De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 16 maart pagina 11

16 maart 1913 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

16 Maart '13; No. 1864 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Hoedénspeld en Zelfcritiek Een erg eenvoudig voorstel (New York Tribune) HUERTA tot MEXICO: Nu ben je gelukkig, werkzaam en beschaafd ! Heb je verstaan ? ; Luxe-vrouwtje (Femina) HET MEVROUWTJE : WAT EEN GEVAARLIJK DIER ! De jonge besteller (Lustige Blattcr) " Sapristi, wat zou ik jou een bontmantel hebben kunnen geven, waar je mee tevreden waart, met die mobilisatiekosten van Oostenrijk ! Een Keizerrede* (Kokos Marton, Boedapest^ Ik heb zoo heerlijk postbode gespeeld, moeder! Van uw brieven niet een rose bandje erom in de onderste la, heb ik alle buren n gegeven, en die waren er zoo blij mee! Wij Duitschers . .. vreezen niemand ... anders... dan God ! llllltlMHIHIII Schaakspel IIIIIIIIIIIIIinilIIIIMmmilHlllllllHtlimmm IIIMMMI'III Illlltll 23e Jaargang 16 Maart 1913 Redacteur: RUD. j. LOMAN 36 Heathstreet, Hampstead, London N.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. CORRESPONDENTIE A. O. O. te U. Wij zien met genoegen uw op- en aanmerkingen tegemoet. W. A. T. S. Wij zullen u 18 Maart be richten. Wij vertrouwen dar^iartij Schuiner in volgende aflevering verschijnt. Over partij Bleijkmans nader in volgend schrijven. No. 1231 Victoria ductutertio" Ie pr. voor 3-zet Schachwelt" Mat in drie (3) zetten abcdefgh Wit Ka8, Db2, Td4, Rd8 en f7. Pg3; b3 en c2 = 8. Zwart Ke5, Rb8 en h5; a2, a6, c5, c7, e3, g4, g6 en h6 11. UIT DE SCHAAKWERELD 't Tornooi te Havana heeft Capablanca geen nieuwe lauweren gebracht. Inplaats van zooals te New-York Vs punt boven Marshall, kwam hij te Havana V2 punt onder den Yankee uit. Beschouwt men hun scores in de 4 wedstrijden waaraan zij beide deel namen, dan i's Capablanca Marshall slechts Vs punt vooruit; 2 maal kwam Capablanca, met resp, l en Vs punt, boven Marshall uit en 2 maal bleef hij met Vs punt bij M. achter. De 3 hoofdprijzen te Havana vielen ten deel aan: I Marshall 101-2, I' Capablanca 10, III Janowski 9. Laatstgenoemde schijnt langzamerhand weer op stoot te komen, een feit dat met vreugde in de schaakwereld zal worden waargenomen, want Janowski is een der brillantste combinatie-spelers van 't laatste 20-jarige tijdperk. Wanneer men bedenkt dat Capablanca als een held op Cuba wordt vereerd na zijn verbluffende zegepraal te San-Sebastian, waar hij alle eerste spelers der wereld (Lasker alleen was afwezig) achter zich liet, gaf de stad Havana hem een huis ten geschenke ! dan kan men de teleurstelling der geestdriftige Habaneezen nagaan, nu een gehate Yankee, al is 't dan ook de goedmoedige Marshall, met den eerepalm is gaan strijken. En deze zelfde Marshall werd in 1907 in een match door den Cubaan gewoonweg verpletterd, 8 tegen 1 ! 't Zal ons daarom niet ver wonderen als wij binnenkort een revanchematch tusschen deze rivalen beleven. TSCHIGORIN'S VERDEDIGING (Havana) Wit Zwart o Juan Corzo R. J. Capablanca 1. «14 J*f6 12. Tel Rg7 2. c4 «16 13. Ddl Pe4t 3. Pc3 Pbd7 14. Kgl Kf8 4. e4 e5 15. Rd4 g5! 5. f4 16. Rg7:t Dit vroege uit- fg5: dan Re5 met brengen der pionnen goede aanvalskanten zonder behoorlijken 16. Tg7: ruggesteun is niet 17. Pd4 Rd7 aan te bevelen. 18. f5 De5 5. ed4: 19. Dd3 - Te8 6. Dd4: Pc5 20. Pe6t 7. Re3 De7 Zeer ingenieus ge8. Pd5 speeld, wit dreigt nu Gedwongen, 8 e5 Te4: dan de5: 9 fe5:, Pg4 20. fe6: 10 Pd5, DdSmeteen 21. fe6: Te6:! zwak centrum voor Dit schitterende wit. contra-offer had wit 8. Pd5: niet in zijn combi9. ed5: Rf5 natie (20 Pe6t) op10. Pf3 g6! genomen ! 11. Kf2 22. de6: Rc6 Dh8: dan De3:t 12 23. Df3t Df4 Kdl, Pe4 enz. 24. De3 11. Tg8 Df4:, gf4: met de dreiging f3. 30. c5 Pe5f 24. Ke7 31. Kgl Pf3t 25. 1)4 b6 32. Kf2 bc5: 26. b5 Rb7 33. Da5? Pe5f 27. g3 Pd2ü34. Kgl Df3 De winnende zet 35. Dc7:f Kf6 28. Dc3 Pf3f Wit geeft op. 29. Kf2 Df8 CITY OF LONDON CHESS CLUB CHAMPIONSHIP TOURNAMENT F1NAL SECTION 1 ' ') Q A i Pi 1 T. ' 7 U O l 1 2 J 4 : 3 | O | / o ! .' 1 Ward . . . .1X11 ! 1 '0|?l 1 | 2 Walker. . . . ; 0 iX Vsi 0. |?|?l 0 3 Jacobs .... O.VsIXIO.O;?!?; 1 JO 4 Cole. . ... 1 1 ! 1 X . j?!'/> V-, 0 '5~' LomanT . ~T~. 0 i?, 1 ,X; 0 1 1 1 \?_ ~bavidsön"."T . :?: i 1 XX»0 1 Muller . . . . !?.?,VsiO; 1 :X 0|% 8 Lasker . . . .;-?!?! JVs 0| 1 1 iXl 9 Thomas '."". . i?1 1!1 1 !?'Vs1?X Geachte Redacteur. De aanmerkingen van den heer v. d. Ven op mijn beredeneerde oplossing (eindspel Mann) in het U. D. komen mij voor onge grond te zijn. Ik heb getracht zoo eenvoudig en duidelijk mogelijk het idee van dit eind spel in het licht te stellen. 3. Ka2 is inder daad een onverschillige zet in den zin zoóals ik aangaf. Dat 3. Ka2 niet een onverschillige zet is t. o. van de ontwikkeling van het eindspel, blijkt voldoende uit het vervolg mijner oplossing o. a. daar waar ik schrijf: Wit kon nu niet meer (t. g. v. Ka2) door Lglt (enz.) een tempo winnen, daar nu 5 ... Dh2f zou volgen (natuurlijk sterker dan 5. Kh2 wat de heer v. d. V. aangeeft). Eigenaardig is de vergissing van den heer v. d. V. dat wit na 3 ... b6 een tempo moet verliezen. Integendeel, door 4. Lf4f Khl 5. Df3f Kgl 6. Le3f Kh2 wint wit het tempo noodig om 7. Dg4 te spelen en zwart weer aan den zet te brengen. Dat ik, zooals de heer v. d. V. meent het eindspel Mann zou miskend hebben, wordt wel afdoende weerlegd door het feit, dat de heer Mann (zeker wel bevoegd in deze!) een schaakredacteur, die om de oplossing vroeg, verwees naar de beredeneerde op lossing in het U. D. omdat die z. i. zoo juist" was. A. G. Ou. ANP Damspel iiiiiiiriiiiiiiiiiMiiiinniiiii'iiiiiiiiiiiiiiiii 10e Jaargang 16 Maart 1913 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 15'J, Amsterdam OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUKJE Stand : Zwart 11 schijven op 8/16, 18, 26. Wit 11 schijven op 24, 25, 27, 28, 32, 33, 35, 38, 43, 47, 48. Wit Zwart 1. 43-39 18-23! Indien W. 24-19 28:19 27-22 38-32 'L. ÏÏ-17 14:23 13:24 17:37 37:28 W. 33 : 4" Indien W. 28-23 24-19 38-32_33:4 Z. 14-19 19:37(a) Ï3:24~~37:28 (a) W. 25:5 Z.T8:20 3. 4. 5. 6. 7. 8. 28:19 33-28 28:19 39-33 33-28 47-42 14:23 9-14 14:23 10-14 14-19 19:30 35: 24 en wit wint schijf 23. Goede oplossing ingezonden door: D. v. Nieukerk te Rotterdam. VAN ALLES WAT In den onderlingen wedstrijd van het V. A. D. kwam den volgenden stand voor in een partij door schrijver met wit gespeeld tegen den heer A. v. 't Schip met zwart. ZWART WIT Stand: Zwart 10 schijven op 13/20, 24, 28. Wit 10 schijven op 25/27, 30, 35, 36, 38, 39, 43, 45. Wit's laatste zet is 31-27, gespeeld met het volgende inzicht: Wit Zwart 1. 28-32 2. 27-21 32 : 34 3. 21:23 19:28 4. 30:8 Wit heeft maar een schijf gewonnen, doch ook het eindspel is gewonnen en wel als volgt: 4. 34-39 (a) 5. 8-3 39-44 6. 35-30 28-33 Indien 44-49 wit 42-38, 49:27 of 32, wit 30-24 gewonnen. Indien 44-50, wit 30-24, zwart 20:29, wit 3:6 en de zwarte dam is vastgezet. Offert zwart schijf 16 en speelt daarna 44-49, dan wit 30-24 en wint door meerderheid van schijven. 7. 45-40 44 : 24 8. 3-17 wint. (a) 4. 28-33 5 8-2 34-39 Op 33-39 wit 35-30 met winst. 6. 2-30 39-44 7. 30:39 gewonnen door meerderheid van schijven. Speelt zwart in plaats van 28-32 als eerste zet 17-22 (zie diagram) dan wit 38-33 wint een schijf. Mijn bekwame tegenstander zag echter al deze valletjes en speelde: 1. 2. 3. Zwart 3. 4. 18-23 28-32 38-33 27:38 kan schijfverlies niet voorkomen. 17-22 38-32? Een positiefout. Wit had hier 36-31 moeten spelen. 4. 22-27 5. 32 : 21 16: 27 Uitstekende uitruil. De schijf op 27 staat zeer sterk. Zwart maakte de partij dan ook remise. CORRESPONDENTIE D. v. N. te R. Wil mij nog eens berichten wat u bedoelt. T. S. te R. Uw oplossing is niet afdoend.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl