Historisch Archief 1877-1940
23 Maart '13. No. 1865
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
iiitiiiiMiiiimmmiiii
iiiiiiiiiiiiiitiii
Een arbeidsveld voor vrouwen
afgesloten
In het Pharmaceutisch Weekblad is opge
nomen een statistiek over het aantal apothe
ken van apothekers en van apotheebhoudende
geneeskundigen in ons land op 31 Dec. 1912
Het blijkt daaruit, dat op dien datum in
ons land bestonden 649 apotheken van
apothekers en 1011 apotheken van
apotheekhoudende geneeskundigen, in het gehee
derhalve 1660. Bij de apothekers waren 353
mannelijke en 1155 vrouwelijke personen als
hulppersoneel werkzaam; bij de
apotheekhoudende geneeskundigen 17 mannelijke en
191 vrouwelijke personen. In 1912 slaagden
voor het examen van a'potheker 20 personen
namelijk 12 vrouwen en 8 mannen. Voor
het apothekers-assistents-examen slaagden
2Ï2 personen, 164 vrouwen en 48 mannen
Het ziet 'er eenigszins naar uit, zoo zegt
het pharmac. blad waaraan het bovenstaande
ontleend is, of de vrouwen bezig zijn de
mannen uit het vak van apotheker te ver
drijven.
iHet ziet er niet alleen naar uit, dat een
belangrijk en wetenschappelijk bedrijf in
Nederland langzamerhand uit de handen van
mannen in die der vrouwen overgaat, maar
voor een groot deel is dit reeds werkelijk
het geval, meer dan uit deze enkele cijfers
blijkt; tien jaren geleden deed nauwelijks
een enkele dame het volledig apothekers
examen, het laatste jaar slaagde reeds een
. dozijn en overtreft het aantal dat der mannen
met een derde. En deze verandering is
njet veroorzaakt of zelfs maar in de hand
gewerkt door wijziging eener wet of ver
andering in reglementen of verordeningen,
alles is precies hetzelfde gebleven. Doch
§ ervaring heeft doen zien, dat het vak
n apotheker (en apothekers-assistent) zich
.zonder eigent omdoorontwikkelde vrouwen
te" worden uijgeoefend en dat de dames
zeer geschikt zijn om aan de wenschen van
het publiek te voldoen, wat betreft het ge
reedmaken en afleveren van geneesmiddelen,"
evenals door de wet omschreven en
vereischt wordt.
De vrouwen hebben, om zoo te zeggen,
dit vak voor zich veroverd en het publiek
bevindt er zich goed bij.
Des te meer springt nu echter de onbil
lijkheid in het oog, die uit de statistische
mededeelingen weliswaar blijkt, doch voor
hen, die er buiten staan, zonder nadere toe
lichting niet duidelijk is.
Er wordt gesproken van tweeërlei apothe
ken; die van apothekers (649,) en die van
geneeskundigen (1011). Nog altijd namelijk
hebben in Nederland de geneesheeren woon
achtig op plaatsen, waar geen apotheker
gevestigd is, het recht zelf geneesmiddelen
te leveren, hetwelk in geenerlei opzicht ver
schilt met het houden van een apotheek,
indien zij daartoe genegen zijn.
In alle apotheken van apothekers is hulp
personeel aanwezig, d.i. apotheker-assisten
ten; voor verreweg het grootendeel zijn dit
dames (353 mannen, 1155 vrouwen) samen
1508 in slechts 649 apotheken; het bSjkt
mm immuun mm mimiiiiimiiiiimiiiiimi iiimmii
UIT DE NA TUUR
iimiiiimHimiiiimMiiiimiiiiiiMimiiimiiiiiMiMiiiiniMiliMiiMMiiiHiM
Insecten
Er zijn twee groepen uit het dierenrijk,
waarin, bij ons klimaat, de invloed van de wis
seling der jaargetijden op het dierlijk leven zeer
sterk uitkomt. Dit zijn de klasse der amphibiën
en de groote groep van dieren, die door de
dierkundigen de orde der insecten wordt
genoemd. Ook in streken waar geen winter
afwisselt met een zomert in de geheele
tropische en sub-tropische wereld, geven
deze dieren toch blijken van hun groote
af hankelijkheidvan de temperatuurverschillen,
die daar bij dag en nacht, bij droogte en
regengetij voorkomen.
Deze betrekking tusschen warmte en
insecten, staat in nauw verband met het feit,
dat al deze dieren vaste-landsbewoners zijn.
Wel herbergt ook het ondiepe, zoete, stil
staande of niet sterkstroomende water een
aantal soorten, in de zee echter komen geen
amphibiën en zoo goed als nooit insecten
voor; terwijl onder alle overige dierklassen
althans eenige zeebewoners aan te wijzen
zijn. Er zijn zeezoogdieren en zeereptielen,
al ademen ze landlucht; er zijn zeevogels
die verreweg het grootste deel van hun
leven boven of op de golven doorbrengen,
van enkele dezer vogels, zooals de pinguins,
is de zee het ware element. De zee, waarin
de wintertemperatuur slechts weinig ver
schilt van die in den zomer.
Het vaste-land, althans in onze gematigde
luchtstreek, met zijn sterke en vaak plotseling
optredende temperatuurverschillen, stelt aan
het organisme, dat hierdoor niet ten onder
zal gaan, zeer bijzondere eischen.
De land-reptielen zijn bijna alle dieren
der warmere luchtstreken; bij ons komen
alleen enkele kleinere soorten voor, in de
koudere zone zoo goed als geene. Hoe
dichter naar den evenaar, hoemeer hun aantal,
vooral dat der soorten, toeneemt en hun
lichaamsgrootte aanwast, tot die van de
reusachtige krokodillen is bereikt. Als koud
bloedige dieren, wier lichaamstemperatuur
met die van hun woonplaats wisselt en er
maar weinig boven blijft, kunnen zij niet
aarden in het koude land.
Werkelijk geacclimatiseerd in dit opzicht zijn
alleen de vogels en de zoogdieren, de mensch
incluis; dat danken zij aan hun constante
lichaamstemperatuur; deze toch blijft vrijwel
standvastig voor elke soort; al verhuizen
Snuitkevers
dus wel noodig, dat er behalve het hoofd
nog andere hulp ter bediening van het
pubjiek gereed staat.
Bij de apotheken van geneesheeren is dit
echter geheel anders; in niet minder dan
1011 dezer inrichtingen zijn slechts 208
assistenten, 17 mannen, 191 vrouwen, aan
wezig, dus slechts in het vijfde gedeelte
kan het publiek geholpen worden, wanneer
de geneesheer zelf niet thuis is, wat uiteraard
vaak het grootste deel van den dag het
geval zal zijn. Wel ieder weet het, die
bekend is met het platteland worden
ook daar recepten gereed gemaakt en medi
cijnen afgeleverd en veelal door vrouwelijk
personeel, doch dit zijn onbevoegden, aan
wie alle recht daartoe ontbreekt.
In de bovenstaande opgaven worden 212
'personen genoemd, die examen deden van
apothekers-assistent; hun aantal is steeds
toenemende, en nauwelijks een vierde deel zijn
mannen. Er is derhalve een groote voorraad
van wettig bevoegde vrouwelijke hulptroepen
voor de apotheek aanwezig; personen, wier
geschiktheid voor deze taak, blijkens het
bovenstaande, door de ervaring bewezen is;
er wordt aan deze allen onrecht gepleegd
door het voortbestaan eener wet, die toelaat
dat 802 van 1660, dus de helft van de
apotheken, feitelijk voor haar gesloten is,
omdat, wanneer er hulp noodig is, zij verleend
wordt door onbevoegden, hetgeen in strijd
is met letter en bedoeling dierzelfde wet.
Dr. G. W. B.
* * *
Holland leeft weer...
(1913)
Dankbaarheid moet 't hart vervullen,
Schoon het vreemd! bezorgdheid baart,
Dat de vrouw geheel vrijwillig
Thans de wapens heeft aanvaard.
Nu heeft Holland niets te duchten,
Holland kent geen vreeze meer.
Holland voelt zich onverwinlijk
Door... 't gewapend vrouwenheir.
Sloeg eens Simson duizend mannen
Met een kinnebakkebeen
Voor 't moderne vrouwenwapen
Vluchten'duizend Simsons heen.
Hollands toekomst is weer veilig,
Juichend heb ik 't u gemeld
Hulde daarom aan de vrouwen
Hulde aan onze... hoedenspeld !
R' d a m, 19/3 '13. WILLY WINZEN
Allerlei
Schoonhcidskuur
Een klein aankomend baardje, als van een
gymnasiast van de derde klasse, of het
schemerend begin van een knevel, is voor
sommige dames een voortdurende kwelling,
en ze zuchten er steeds onder, en peinzen
op middelen, om er zich van te bevrijden.
mini m mmii
iimiiiiiimiiiimiiiiimii
Prettig is het trouwens niet, indien men is
uitgerust met 'dergelijke overtolligheden,
vooral niet voor de donkerharigen, bij wie
ze sterk zichtbaar zijn.
Een jonge dame in Parijs, een brunette,
die aan het postkantoor werkzaam is, trachtte
dezer dagen haar gelaat van het al te weel
derig wassend dons te bevrijden, en stelde
zich onder behandeling van een
kwakzalverwonderdokter, die voorgaf, haar door middel
van X-stralen van de plaag te kunnen be
vrijden.
Het middel bleek evenwel erger dan de
kwaal: haar huid was niet bestand tegen de
inwerking van het licht, en zij kreeg een
ernstige huidontsteking met lidteekens, die
waarschijnlijk voor altijd blijven zullen. Een
waarschuwing voor ieder, die, om een der
gelijke kleinigheid naar kwakzalvers-middelen
grijpt. De jonge dame heeft tegen den
schoonheids-dokter een eisch tot schadevergoeding
ingesteld van 5000 frcs. Er is intusschen heel
veel kans, dat deze niet ontvankelijk zal zijn.
* * *
Kleine Blumen"
Kleine, Blumen, kleine Blatter
Streuen dir mit leichter Hand
Liebe junge Frühlijigsgötter...
Men zou geneigd zijn te gelooven, dat
Goethe deze beginregels van het geestige
liedje, waarmee hij op zekeren mooien
lentemorgen Frederike Brion verraste, geschreven
heeft in voorgevoel van de lentemode van
thans, want ook deze heeft een regen van
kleine bloemen en kleine bladertjes uitgestort
over haar gehoorzame dienaressen, die zich
blindelings aan haar bevelen onderwerpen.
Geen groote rozen meer, geen zonnebloemen
en pioenen en reuzenmargerieten. Die zijn
met den breed-geranden hoed in 't niet ver
zonken. De kleine en lage strooien
rondbolletjes van thans hebben een andere ver
siering noodig: kleine bloemen in sterke
kleurcontrasten, slingers zoo bont en grillig,
dat men ze, indien de kleurvakjes grooter
waren, leelijk zou vinden. Nu echter be
koren ze door haar oorspronkelijke
frischheid, door het ongewone, door het gedurfde
der combinatie.
Ze zien er zoo fleurig, zoo tintelend van
jong leven, zoo half comisch en coquet uit,
dat ze in haar simpelen, bijna boerschen
eenvoud iets heel pétillants en fijns worden.
Als ondergrond voor deze nieuwste der
voorjaarsbloemen dienen stroohoeden van hel
groen, hel blauw, hel rood stroo... 't Is
alles kleurigheid en fleurigheid dit voorjaar!
* * *
Hocdenspdden
Ik weet een aardige stand", ter opluiste
ring van de tentoonstelling De Vrouw":
een propaganda-?stand" tegen het
hoedenspelden-gevaar en het
hoeden-spelden-misbruik.
De hoedenspeld, als motief, leent er zich
uitmuntend toe, om er een fraaie en geestige
reclame-kiosk mee te bouwen, en daarin
zouden dan allerlei dingen kunnen worden
uitgestald, die Op het hoedenspelden-gevaar
betrekking hebben: hoeden met spelden die
goed en hoeden met spelden, die verkeerd
zijn aangebracht, caricaturen op de hoeden
speld, hoedenspelden varr voorheen en
hoeLIBERTY
FRAAIE COLLECTIE
KINDER
rEN
S HOEDEN
IM DE NIEUW
INGERICHTE EN
FRAAI BETIMMERDE
HOEDEN AFDEELINC
METZ&C
AMSTERDAM
s C RAVEN H AC E
EENICE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND
denspelden van thans, en vervolgens alle
mogelijke middelen en pogingen, om de
hoedenspeld te vervangen en haar onscha
delijk te maken.
Men zou er een prijsvraag aan kunnen
verbinden voor de meest praktische
hoedenspeld-beschermer, die tevens de eigenschap
bezit, dat zij aan de hoedenspeld, als ver
siering, niets van haar fraaiheid ontneemt,
zoo mogelijk er iets aan toevoegt; een
tweede prijsvraag zou kunnen strekken om
de uitvinders op te wekken, een
hoedenbevestiger (geen speld) te bedenken, die
eveneens de eischen van schoonheid en
praktische bruikbaarheid in zich vereenigt....
Uit al deze gegevens ware een zeer grappige
en zeer pakkende groep samen te stellen,
en de tentoonstellingscommissie zou dan
daarmee tevens iets doen dat heel nuttig en
sympathiek is, dat reclame maakte voor haar
streven, en door iedereen gewaardeerd zou
worden.
* * *
Titels
Van een lezeres uit Arnhem (Mevrouw
F. W. Q. Muus?Milatz) ontvang ik een
schrijven van sympathie met mijn voorstel
tot afschaffing onzer dwaze brieftitulatuur.
Zij adresseert aan mij Vrouwe Allegra" en
rr
Kleine Reuzenspin
deze warmbloedige" wezens van de tropen
naar de poolstreken of naar de
tusschenzone; al ondergaan zij de sterke tempe
ratuurwisselingen, bruske schommelingen
met een sprong van 20' a 30°Celsius, zooals
het continent die kent, ze lijden er niet
noemenswaard onder.
Merkwaardig nu is het, dat juist de ge
noemde dieren, de kleine klassederamphibiën
of tweeslachtige dieren en de ontzaglijke
groote orde der insecten, in sterke mate een
verschijnsel vertoonen, dat hoewel ver
schillend in zijn verloop, in zijn wezen
hetzelfde is; namelijk de uiterlijke gedaante
verwisseling of metamorphose.
Kikkers, padden en salamanders, immers de
drie hoofdorden van de klassederamphibiën,
doorloopen van het oogenblik, dat zij het
ei verlaten, tot in de volwassen gedaante,
toestanden, waarin zij sterk verschillen; niet
alleen dat hun jeugdvorm in uiterlijk zeer
verschilt met den volwassen lichaamsbouw;
ook hun leven is geheel anders, daar zij een
tijd lang waterdieren zijn, die ademen door
kieuwen, op de wijze der visschen.
Veel sterker nog zijn de onderscheidene
stadia van het insect; ze verschillen zoozeer
van elkaar in gedaante, en vaak ook in
levenswijze, dat er dierkundige kennis
vereischt wordt, om uit te maken welk volwassen
dier bij een bepaalde larve, hetzij rups of
made behoort.
Verreweg de meeste insecten-soorten, na
melijk zulke met een volkomen gedaantever
wisseling, doorloopen behalve de rustperiode
n het ei, die maanden, ja soms jaren lang
can duren, een tweede die eveneens een
jeheelen winter kan aanhouden, den
popoestand. *
In deze perioden van werkelijke of
schijnsare rust van het organisme, kunnen zij zeer
age temperaturen verdragen; daarbij komt
nog de bijzonderheid dat vele ook in vol
wassen toestand, evenals de amphibiën, in
staat zijn een eigenaardige verstijving of
winterslaap in te gaan; en in de tropen bij
Iroogte en toenemende hitte, een zomerslaap.
Daarbij zijn de functies der voornaamste
organen vooral die der ademhaling zeer
verzwakt en vertraagd; de uitwendige actie
loudt totaal op; de inwendige bijna.
Deze verschijnselen nu, dit varieerende en
Wandelende Tak
raadselachtige vooral in het
insectenleven, heeft, al van oudsher, de
menschen die lust en neiging ver
toonden de natuur te bestudeeren,
er toe gebracht, nauwkeurig op de
insecten, vooral op de kevers, vlin
ders en bijen te letten; daardoor
zijn juist deze dieren bij oud en
jong voorwerpen van belang
stelling geweest. Ze zijn uit den treure
verzameld, later ook gekweekt, uit het ei,
de pop of de larve, om het genoegen te
hebben het volkomen dier te zien verschij
nen, en zoo het raadsel, wat het zijn kan,
op te lossen.
Niet weinig heeft tot den vroegeren en
tegenwoordigen bloei van de insectenstudie
bijgedragen, de onmiskenbare schoonheid
van vele dezer dieren; vooral van de vlinders
en kevers; terwijl de bijen althans de wilde
en ook de mieren, libellen, sprinkhanen en de
talrijke overige onderafdeelingen eerst in
lateren tijd in studie zijn genomen.
Ook de weinige moeite, bij de genoegens
van het buiten-zijn,. die de jacht op vlinders
en kevers aanbiedt, en tevens de kleinheid
van de dieren heeft meegewerkt om deze tak
van natuurliefhebberijen te doen bloeien. Er
is inderdaad weinig toe noodig, jonge en oude
menschen, die oog voor schoone vormen en
kleuren hebben, tot de beoefening van de
entomologie, althans tot liefhebberen er in
te brengen. Het is langen tijd een
leekenstudie geweest; die in het begin alleen ten
doel scheen te hebben, zooveel mogelijk
soorten te verzamelen, en deze objecten"
netjes symmetisch opgezet in doezen met
glazen deksel te bewaren; zoo werden
doozen opdoozen gevuld, heele schuiflakasten vol.
In den regel bepaalde een verzamelaar zich
tot een bepaald land. Het voordeel, dat daarbij
behaald werd, was een vrij nauwkeurige
kennis van de fauna van een streek en van
den tijd, waarin de volwassen dieren vliegen;
mits de verzamelaar er op stond, dat geen
exemplaren zonder de juiste vindplaats in
de collectie werden opgenomen, en dat op elk
etiquet de datum van de vangst werd ge
schreven ; anders was de collectie waardeloos.
Eerst in de laatste vijf-en-twintig jaren
wordt nog een andere wijze van studeeren
gevolgd. De soorten verzamelen en leeren
onderscheiden heette toen al niet meer de
eenige wijze van aan insecten doen. Men
begon aan de studie van het leven, eerst
van de belangwekkendste soorten; het ver
zamelen en de collecties completeeren werd
middel en bijzaak. Trouwens het vinden
van nieuwe soorten, althans in beschaafde
landen van de gematigde luchtstreek, speciaal
van Europa, werd hoe langer hoe moeilijker,
daar op de allerkleinste na,
bijna alle hier voorkomende
kevers en vlinders zoo lang
zamerhand bekend waren
geworden.
Enkele onderzoekers had
den al meer dan honderd
jaar geleden de levensge
schiedenis van vlinders en
kevers nagegaan en in
studie genomen; met merk
waardige nauwkeurigheid
en vaardigheid werden de
dieren geteekend en ge
schilderd, niet alleen de
vlinder, ook de eieren, de
rups op verschillende leeftijden, op zijn
voederplant, de pop in natuurlijke houding
en de volwassen dieren, mannetje zoowel
als wijfje.
Er bestaat een Nederlandsen werk, dat in
vele stads-bibliotheken aanwezig is, en dat
de moeite loont het eens aan te vragen en
in te zien ; dat is het beroemde werk van
Sepp, die den entomoloog, den kunst
schilder en den uitgever in een persoon
vereenigde; de gekleurde teekeningen in
dit vlinderboek zijn nog steeds onovertroffen,
en de onderzoekingen en waarnemingen er
in opgeteekend, gelden voor klassiek.
In het laatst van de vorige eeuw is de
insectenstudie nu niet alleen meer van
vlinders en kevers opnieuw populair ge
worden. Het belang ervan voor landbouw
en veeteelt en sedert de geschiedenis van
de malaria-mug en de pestvloo bekend werd,
tevens voor de hygiëne werd ingezien.
Dit echter was meer een gevolg dan een
oorzaak; de utiliteit is niet de drijfveer
geweest; de studie werd niet meer voor
kinderlijk of kinderachtig gehouden sedert
een algemeene kennis van de natuur voor
den mensch van belang wordt beschouwd.
In het uitsluitend verzamelen zal de studie
nu zoo licht niet verloopen. Kennis van het
leven van enkele soorten, wordt van meer
waarde beschouwd, dan die van de namen,
vormen en kleuren, van zeer vele. Zoo goed
als volledige collecties, zijn er toch al wel
in elk land bijeengebracht; dat behoeven
maar enkele gegoede en bekwame lief
hebbers, of entomologen van professie voort
te zetten.
Dat de studie van het leven der insecten
tegenwoordig zoovele jongelui belang
inboezenit, is voor een deel 't gevolg van de
herleving der liefde voor de natuur en het
buitenleven; voor een goed deel draagt
daartoe evenwel ook bij, dat de diergaarden
in de groote steden er een of meer zalen
voor beschikbaar stellen. Een voorbeeldige
inrichting voor het etaleeren van het
insectenleven bezit sedert eenige jaren onze
Amsterdamsche diergaarde.
Nederland heeft, thans ook weer hierin,
andere landen tot voorbeeld gestrekt.
En wie het bewijs wil hebben, dat de
biologie der insecten de jongelui aantrekt,
moet maar eens binnengaan in het
insectarium van Artis, als er scholen op bezoek
zijn. Of op andere dagen buiten schooltijd
als de verzorger R. A. Polak, onderwijzer
te Amsterdam, er in zijn vrijen tijd de
jongelui te woord staat, die om inlichtingen
komen, of om overcompleete exemplaren
bedelen, die eieren vragen van vlinders of
van wandelende takken.
iiliimiiimiimi iiiiliimilMiiuiiiiiiiiiiiMmimliiimiimiiinmiMiiiii
blijkt de hervorming nog radicaler te willen
dan ik zelf. Zij schrijft:
Ik ga zelfs verder en wensch hartgrondig,
dat de adellijke titels worden afgeschaft.
Welke verdienste steekt daarin?
Laat de grootendeels door eigen kracht
verworven titels als Prof. Dr. Ds. Mr. des
noods het woord Heer enz. vervangen. Of
laat ZEd. of HEd. weg, en zet daarvoor den
beroepstitel inplaats.
Blijft ook nog de kwestie van Mevrouw"
of (en) Mejuffrouw op te lossen door
Vrouwe? M. i. mag het al of niet
gehuwdzijn hierin niet beslissen. De gehuwde
vrouw heeft al een streepje voor n.l. de
trait d'union en de dubbele naam".
Is dit niet wat veel te gelijk gewenscht?
Ik blijf bij mijn voorstel, om alleen den
geboorte- of beroepstitel te schrijven, en
dan achter den naam H.Ed., of ZEd. in na
volging van het praktische en korte Engelsche
Esq. (Esquire).
* * *
Eureka
De cinematograaf" is een wonder en
brengt in 't leven van sommige menschen
merkwaardige avonturen.
Een vrouw, wier man haar verlaten had
('t gebeurde in Amerika), en die daardoor
Een staartwants uit ons land
Een scorpioen uit de Sahara
Er is nu in de groote zaal van het
Insectarium nog weinig meer te zien dan poppen
in rust; alleen enkele Maanvlinders en
Amerikaansche Nachtpauwoogen zijn al uit
gekomen.
Maar in het zijzaaltje, het warme hokje,
zooals de jongens het noemen, daar is het
op het oogenblik al volop zomer; dat is de
broeikas; het is er tropisch warm en in
enkele vitrines tropisch vochtig. Daar is de
kweekerij begonnen van de merkwaardige
insecten, die op groene takjes lijken; deze
wandelende takken zijn nu al zoo wat het
heele land door verspreid; tot in de dorpen
van Friesland, Limburg weeken" de kinde
ren wandelende takken. Een inlandsch dier
dat er veel op lijkt leeft op het oogenblik
in een aquarium van de groote zaal, het is
staartwants, ik heb er van morgen een vlug
schetsje van gemaakt.
Ook het Wandelend Blad, met nog veel
sterker mimicry, groeit in het tropisch zij
zaaltje als kool; door vocht langs draadjes
te doen loopen, is de vereischte
boschvochtigheid verkregen; die is noodig voor
de kweekerij. Eindelijk is er ook een man
netje verschenen onder de tallooze wijfjes,
die steeds zich tot nu toe parthenogenetisch
of maagdelijk voortplantten. In datzelfde
tropisch hoekje schuilen altijd nog andere
rariteiten; de lichtkevers zijn nu al weer
weg; reusachtige snuitkevers kwamen er
voor in de plaats. Daar leeft ook nog
een scorpioen uit de Sahara; verleden
jaar van een expeditie meegebracht, en nu
zijn er weer van die akelig groote vogel
spinnen, en ook een kleine" reuzenspin, die
zijn acht pooten in een groot kruis met vier
armen legt.
E. HEIMANS