De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 6 april pagina 5

6 april 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

'43. ^ No, 1867 'DE AM S T E ft DAMM. E R/ W£EK B t AD V O '& NEDERLAND BESTUUR VAN DE NEDERLANDSCHE VEREENIQINQ VOOE HUISVROUWEN Van links naar rechts: Mejuffrouw N. Heyde; mevr. A. Blok?Duyvis; mevr. B. de Groot?Beins; mevr. de Jong?johns ttiiiiiinitHmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiiiiiiiii iiiiiimiimimHiiiHMiiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiMiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiiHiitiiiiiimimiiiiiiiHiH VKOUWENRUBRIEK IIMfliniimiltlHIIMIMIiltlMIMIHIHIIIIIMIIliHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllinillllll [ Tutti Frutti E* verschejien reeds twee Maandbladen van! de onlangs opgerichte- Nederlandsche Vereeniging voor Hulsvrouwen. lif het eerste nummer werd den leden nog een£, het vWgende' onder de oogen gebracht: D,at, deze Vereeniging beoogt, evenals elke andere-vakvereéntging, de belangen harer leden als zoodanig te behartigen. Deziébelangen kunnen onder vier hoofden wordiefl; saamgevat: 1. Eeri'in zoo wenschelijk mogelijke rich ting sturen, zoo al niet de oplossing nader brengen van het dienstbodenvraagstuk. 2. Een zoo hygiënisch mogelijke woning bouw en zoo practisch mogelijke inrichting. 3. Het zoo weinig mogelijk opvoeren van het hutehoudbudget. 4. Het zooveel mogelijk gebruik maken van alle deugdelijke middelen op huishoudgebied. ~ , fiet tweede nummer geeft reeds eenige prictische wenken en tevens een verslag van een Afdeelings-vergadering te Rotter dam, waarbij ook twee afgevaardigden der Wèrklieden-vrouwenvereeniging Onderlinge hulp tegenwoordig waren. Bij een debat over woningbouw en het welnschelfjke van externe huisbedienden bleek dit laatste punt een groot meeningsverschil op te leveren. Een bijeenkomst, ,waar vrouwen uit zulke verschillende levenskringen onderling beraad slagen,, zal ongetwijfeld zeker den gezichts kring hebben verruimd en doen beseffen, hoe samengesteld onze maatschappelijke toestanden zijn en welk een ? invloed tot verzachting van den klassenstrijd kan uitgaan van vrouwen, die dezelfde belangen beoogen. Casa dei Bambini" Df. Maria Montessori, psychiater te Rome, die: zich reeds lang met de verbetering van het''onderwijs bezig houdt, werd door haar j wetenschappelijke kennis, haar omgang met | zwakzinnigen, maar bovenal door haar groote | liefde voor het kind daartoe gebracht. 'Htór ondervinding, die ook hier meer en meer doordringt, was, dat er veel te weinig cóntaèt tusschen school en gezin bestond. e^Jieer Eduardo Talamo, direkteur van de Ver., tot het verschaffen van goede werk manswoningen" riep haar voorlichting in en lUIIIIIIIIIIHIM riiiiiin UIT DE NATUUR ?; DXXI. , Hazelaar, Hazelworm, Hazelkruid ?Eerst dezer dagen heb ik met eigen oogen gezien,: dat ze inderdaad bij elkaar behooren deze ; drie legendarische natuurproducten. Het is mogelijk, dat het alleen in zooverre een samenhoorigheid is, dat ze dikwijls samen; op een. plaats leven, en dat het namen gevend landvolk ze ook alleen daarom met elkaar in verband heeft gebracht. Maar wan neer men ze zooals ik op een studietocht voortdurend <of althans herhaaldelijk niet elkaar in gezelschap aantreft, ja, met elkaar in aanraking ziet, gaat men allicht eenig ver band zoeken, ook in de levenswijze. Het zoeken is gemakkelijk, het vinden moeilijk. De hazelaars groeiden in het bosch waar ik deze Paaschdagen doorbracht, bij duizenden en duizenden; als een groot heesterpark omzoomden ze het groote bosch met het hooge hout en drongen op sommige plaatsen een honderd meters ve'r van den boschrand uit, tusschen de beuken, eiken en hazebeuken door. Aan den zuid- en oostkant waren het voor ons Nederlanders die in ons land-alleen den struikvorm aan treffen, heele boomen; met stammen van meer dan een mansarm dikte. De meeldraadkatjes hingen er nog bijna overal aan, of schoon ze op enkele na uitgestoven waren. Toch gaven ze.'als men in de lengte door den zoom van hazelaars heen keek, door de massa een fijne bronskleuraan den boschrand. Ook het merkwaardige loodrechte opschie ten van wortelloten, dat de hazelaars ken merkt, was hier zeer mooi waar te nemen; het was, inderdaad of, zooals de Noorsche legende zegt, de hazelaar de boom der goden, een staketsel wil vormen rondom het heilig woud; zoodat er geen ongewijde binnen kan dringen, zonder de hazeltakken weg te snijden;- wat niemand, durfde uit vrees voor den toorn van Balder. En binnen deze haag en onder dit gewelf van hazelaars had ik het al een paar maal geheimzinnig hooren ritselen ; tot ik eindelijk het diertje bemerkte, dat ook bij ons den naam van hazelworm draagt. Ze lagen daar tusschen de hazelbruine loten in de zon, die het hazelbruine dorre blad bescheen. Het moet stellig voor psychologen een even belangwekkende kwestie zijn als voor biologen, de oorzaken van de hazelaar- en hazelworm-legendeo op te sporen; wat kan de menscheni er toch toe -gebracht hebbeto, juist die plant en dat dier zoo in den kring van hun belangstelling te trekken. Dat het wat de hazelaar betreft, die vreemde groei wijze van de waterloten zou zijn, is niet onmozij "heeft daardoor de gelegenheid gekregen, haar ideeën te .doen verwezenlijken. Het zijn natuurlijk de ideeën van Fröbel die zij toepast, maar ook bij de Franscne voormannen Op dat gebied, Hard en Seguin, heeft zij haar kennis verrijkt. In elk blok arbeiderswoningen, door boven genoemde, yereéniging gebouwd, is tevens een schooltje aangebracht. De onderwijzeres woont in dat blok, zoodat zij n geheel met die coöperatie vormt en steeds met de ouders der kinderen in contact blijft. Men kan gemakkelijk het hoofdschudden vef 'die moeders, die haar huis verlaten en daardoor huisgezin en kinderen wellicht moeten verwaarloozen, maar waar de oecono'mische toestanden die moeders dwingen buitenshuis te gaan werken, daar is het een zegen, zoo de zorg voor de nog niet school gaande kleintjes haar op deze wijze ontno men wordt. Dokter Montessori wil nog verder gaan en trachten het kooken en wasschen ook op zulk een communistische wijze te doen ge schieden, om het leven van die werkende vrouwen gemakkelijker te maken, zoo dat er ook nog eens tijd overblijft, die niet door werken en zwoegen wordt in beslag ge nomen. Zij gaat van het denkbeeld uit, dat, waar de gemeenschap ook andere verplichtingen op zich genomen heeft, zooals het leveren van water en licht, het rioleeren enz.: deze materieele verzorging ook tot het individu uitgestrekt kan worden. De methode van dr. Montessori is geen sentimenteele liefdadigheid, want alle be woners van zoo'n blok betalen iets, om het schooltje, de leermiddelen en het salaris der onderwijzeres te bekostigen. Haar leermiddelen zijn vooral op het practische leven gericht. Het studiemateriaal past zich aan bij het dagelijksch leven. Bijv. een lap met knoopen en knoopsgaten. Een dito met haken en oogen; een met bandjes. Een schoentje dat dicht-geregen of -geknoopt moet worden, enz. De kleine vingertjes worden er aan gewend die open en dicht te maken en de slot-apotheose is dan, dat de peuters zichzelf kunnen aan- en uitkleeden. Ook de zin voor reinheid en lichaamszorg wordt hun geleerd. De moeders zijn zeer dankbaar voor deze hulp eri uiten die vaak, door een snoeperijtje of wat bloemen op de vensterbank van het schooltje neer te leggen, niet ge woon als zij zijn, haar dank onder mooie woorden te brengen. Deze humanistische arbeid heeft reeds de aandacht in Engeland getrokken, zoodat gelijk; ook het omringen van hetgevaarlijkeen geheimzinnige bosch, waarin zich de priesters terug trokken om te offeren en den wil der Goden ie vernemen, kan er toe bijgedragen hebben. Misschien kwam hier nog bij, dat men de vruchten, die natuurlijk als voedings middel een zekere beteekenis voor de oude natuurvolken hadden, niet uit gewone bloemen zag ontstaan; zooals met de andere eetbare woudvruchten, boschbessen en wilde appels wel het geval is. De onaanzienlijke stamperkatjes vallen zoo weinig in het oog, dat ook nu nog menigeen, die in den bloei tijd hazelaars voor oogen heeft, ze heel niet opmerkt. Alles wat niet dadelijk verklaarbaar was, ,wat .afweek van het gewone en daardoor onbegrijpelijk werd, wekte de kinderlijke fantasie der natuurvolken, die ontstaan moet zijn uit een natuurlijke behoefte om te ver klaren, te begrijpen of althans te generali seeren. Alles wat zonder bekende oorzaak toch bekende gevolgen droeg, deed aan toovenarij denken, en werd ook met tooveren in verband gebracht; maar ook alles wat van ouds met de goden in aanraking was geweest, moest wel wonderkracht bezitten; zoo werd de hazelaar ook de tooverstruik die de toovertakjes en toovergaffels leverde, waarmee de ingewijden wonderen verrichtten. Nog veel meer legenden dan aan den haze laar zelf zijn er verbonden aan den hazel worm. Hier mist iemand, die wil trachten het ontstaan der algemeen verbreide legenden te verklaren, alle gegevens, die op weg zouden kunnen helpen. Dit volkomen onschadelijk en uiterst mak, goedig diertje, dat elk verdedigingswapen ontbeert, dat niet bijt en spuwt en evenmin een kwalijkriekend vocht ontlast zooals padden doen kunnen, dat meestal ook niet snel vlucht, nooit iemand verschrikt, dat door zijn sterke mimicry nauwelijks in het oog valt, kortom dat nog nooit een mensch werkelijk kwaad heeft gedaan, dit diertje wordt door het volksgeloof belasterd op onmatige wijze. Het zou op een afstand al gif spuwen, de paarden verlammen, 'menschen krankzinnig maken; wie het aanraakt zou nooit sluitende wonden oploopen; het kan de paarden' de pooten doen breken en wat niet al meer. Het eenige dat een weinigje grond kan geven voor een verklaring van zooveel dwaze hazelwormverhalen en hazelwormsprookjes, is de gelijkenis van het diertje met een slang. Nu is deze gelijkenis al zeer gering, voor iemand althans die een slang- kent; dat het dier geen pooten heeft en een gespleten tongetje is zoowat het eenige; noch de kop, 'eenige dames naar Rome togen om zich daarvan geheel pp de hoogte te stellen en zulke Montessori-scholen nu ook in Enge land te stichten. N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS * Allerlei Record Van twee merkwaardige records vertelt een Duitsche schrijfster. Zij deelt ons (vol strekt niet in 't geheim, maar in een veel gelezen dames-weekblad) mede, dat zij vór haar veertiende jaar reeds twee huwelijks aanzoeken had gehad, gehuwd was met No. 5 voor het einde van haar zestiende jaar, en toen haar zeventiende geboortedag nauwelijks gepasseerd was, reeds den weduwsluier droeg. Vier maanden na het sterven van haar man werd haar een kindje geboren: en bijna 7 maanden voor zij haar achttiende jaar bereikt had, dat gewichtige oogenblik, waarop doorgaans de meisjes haar kinder schoenen uittrekken, had zij dus reeds een compleet vrouwenleven achter den rug. Benijdenswaardig lijkt me dit alles niet!"... Oudje Het tweede record, dat zij eveneens ver haalt, kwam in ,haar eigen familie voor. Haar grootmoeder was Vijfenzeventig jaar, toen zij weduwe werd; maar -dit belette niet, dat zij nauwelijks n maand na den dood van haar man reeds tweemaal was ten huwelijk gevraagd. Zij was echter zoo verstandig haar beide aanbidders een blauwtje te laten loopen, en bleef tot aan haar drieennegentigste jaar de nagedachtenis van haar eersten echtgenoot getrouw. ? Vrouwen zijn doorgaans op dit gebied veel verstandiger dan mannen. Het is be kend, dat de beroemde componist Hector Berlioz, toen hij reeds een grijsaard was van 65 jaar, een aangebedene uit zijn jeugd het hof maakte, met al het vuur eener eerste liefde". Dat dit ideaal uit zijn kinderjaren inmiddels reeds 70 jaar gewor den was, belette hem niet haar te bestor men met de vurigste minnebrieven. De oude dame echter nam dit niet a serieux, schreef hem een paar spottende en afwij zende briefjes terug en bluschte op deze wijze kalm en verstandig de vlam, welke zij ontstoken had. Uitersten Welk een verschil tusschen de hoedenmode van een paar jaren geleden en de hoeden-mode van thans. Er blijkt opnieuw uit, dat de mode van excessen, houdt, en van geleidelijke overgangen niets weten wil. Wanneer ik me de hoeden denk van 1911, die prachtige, zwierige, groote hoeden van nagenoeg een meter middelijn, waar onder aan eiken kant desnoods een beaucavalier voor een hagelbui kon schuilen, en ik kijk dan naar die kleine, knusse rondbolletjes van thans, die driekante steekjes en zeskante baretjes, die halve manen en kapertjes, en napjes van gekleurd stroo, waarop honderden miniatuur-roosjes bloeien, roosjes van de meest onnatuurlijke en onwaarschijnlijke kleuren, dan kan ik me in de toekomst niets anders denken, dan een plotselingen ommezwaai van het tot op 't uiterste geserreerde toilet naar de breede wijdloopigheid der hoepelrok. Met de kleine hoedjes is alles klein ge worden. Men draagt zeer kleine strikken, IMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIHIIMIIMIIMUIIIIII noch de grootte, noch de beweging is slang achtig. Bovendien wijst de naam Hazel worm er op, dat het dier meer van een grooten worm heeft dan van een slang; tenzij het worm" hier slang beteekent, wat voor een oud woord niet onmogelijk is. Veel meer grond voor fantaseeren en legende-scheppen zou de plant kunnen geven, die in Duitschland Hazelwtirz wordt genoemd; bij ons komt de plant misschien nog hier of daar in een enkel exemplaar in Zuid-Limburg voor; waarschijnlijk is dit niet. Hij wordt nog wel in de flora's opge nomen, onder den naam van Mans-oor of Hazelkruid. Want als er n gewas raar doet, en ieder, die geen plantkunde studeert, onbegrijpelijk moet voorkomen, dan is het dit Hazelkruid, dat werkelijk zeer vaak onder hazelaars groeit. Bijna elke hazelstam dien wij in het bewuste bosch zagen, verleende aan een of meer exemplaren woning tusschen zijn wor telscheuten. De planten stonden op den eersten Paaschdag bijna alle in bloei of althans de bloemknop stond op openen. Het werkwoord staan" is hier maar bij wijze van spreien gebruikt; een hazelkruid-plant staat niet in bloei, die ligt in bloei, die drukt zich plat op den grond. Twee groote cirkelronde bladeren, donkergroen, bijna zwart zijn het, die elk een langen slappen steel hebben; deze bladeren vlijen zich vlak tegen den zwarten hutnusrijken boschbodem, tegen de dorre bladerenlaag of tegen het kleed van mossen, dat den grond bedekt. Als aan iemand, die voor het eerst kennis maakt met deze plant, gezegd werd, dat ze bloeit, zou hij het niet kunnen gelooven. De twee bladeren waaruit ze schijnt te bestaan, liggen niet eens naast elkaar; maar op een of twee decimeter afstand van elkaar; de lange bladstelen-zijn in den regel onder dor blad verscholen. Om het verband te zien moet ge de bladerlaag wegschuiven of den muilen grond een beetje uitgraven; dan komen eerst de bladstelen aan het licht. Waar die twee bladstelen bij elkaar komen, zit tusschen twee gebogen blaadjes als in doosje, de bloem van het Hazelkruid. Ook al weer plat op den grond of het mos; soms zelfs een eindje er in, zoodat ge ze moet uit graven. Maar al liggen de bloemen een eindje, d.wz. een a twee centimeter boven de aarden, verscholen zijn ze toch, door de dikke laag, van dor of half vergaan blad. Het bloempje zelf is een curieus dingetje; eerst, als knop, ligt het als een bruine erwt in zijn bladerdoosje, dan krijgt het een rood bruine kleur en gaat met drie kleppen open. Wat kleur en groeiwijze betreft, niet wat den vorm aangaat, gelijkt deze AsarumLife Fantaisieën op de nieuwe hoedenmode IttllllllltlllllMnlllllllllllllllllllllMIIIIIIHIIIIIIIHMIIIMIIIIIIIIIIIHIIIIIIIMIHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlnlIIIIIIMUIIIIIIIIItllllllllllllllllltlllllHIHIIIIIH zeer kleine en vooral zeer dunne veertjes, die rnet een sierlijken krul, als een vraagteeken, hoog boven het miniatuurdopjen uit steken ... Om kort te gaan ... de mode is volstrekt niet impressionistisch meer: ze is teruggekeerd tot de meest precieuse en minutieuse verzorging van kleinigheden. In het toilet zien we thans, logisch doorgevoerd, de fijne, teere lijn... en die zal vooreerst nog wel overheersehend blijven aleer het breede en geweldige opnieuw zegeviert. Voorteekenen De Engelschen, ondanks al hun Draednoughts" en hun zeer groote woorden zijn misschien het bijgeloovigste volk van de wereld, ze hechten buitengewoon veel aan voorteekenen. Weet ge wel, dat geen enkele Engelsche vrouw eraan denken zal om op Vrijdag te trouwen ? ... En dit geloof aan voorteekenen vindt men zelfs onder de sterkste mannen. Wanneer een football-team op weg naar het veld is om een match te spelen, en ze ontmoet een begrafenis, dan gelooft ze geen moment meer aan de kans op een over winning. Het slechte voorteeken heeft eens en vooral uitgemaakt, dat de ploeg^verliezen moet... Ik denk aan de mogelijkheid, dat de heeren juist door hun geloof aan dit voor teeken slap spelen en daardoor verliezen. Een grappige bizonderheid is het, dat men zich verbeeldt,dat het aantal koetsen 'twelkde begrafenis volgt, het aantal goals aanduidt, dat door de tegenpartij gemaakt zal worden. Ik las van twee gevallen, waarbij dit precies uitkwam. Van de gevallen echter, dat 't niet uitkwam wordt niets vermeld. llttnilllMlinilMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI Anatomie Men deelt mij een belangrijk en verblij dend anatomisch nieuwtje mee voor ons vrouwen. Door de tegenstanders der vrou wenbeweging werd steeds als een gewichtig argument voor onze minderwaardigheid aan gevoerd, dat vrouwenhersens in 't algemeen minder wegen dan mannenhersens, en dat dus durchschnittlich" de vrouwen minder verstand hebben dan de mannen. Een vrou welijke anatoom echter is tot geheel andere conclusies gekomen. Zij zegt, en dit is zeer juist, het lichaams gewicht van de vrouw is over 't algemeen ook. belangrijk geringer dan dat van den man; en uit honderden gevallen welke zij vergeleek blijkt nu, dat de verhouding tusschen het lichaamsgewicht en het gewicht der hersenen bij de vrouwen nagenoeg altijd veel gunstiger was dan.bij de mannen. In verhouding tot de lichaamszwaarte heeft dus de vrouw meer hersens dan de man. Puntdicht Hoe durft Cathrijn het nog te wagen. Terwijl zij iedereen hoort klagen, Zoo'n scherpe hoedenspeld te dragen? Wél... z' is een echte ijdeltuit: Ze steekt ,graag ieder de oogen uit!" ALLEQRA * llltMIIIIIltlllllIimilllUltlinmilHimiMIIIIHIIIIIHIIIHIimUHIlHIIIII 1 bloem veel op de bloemen van de bekende kamerplant Aspidistra. De bloemen van die sierplant liggen ook plat op den grond en hebben dat zelfde bruin paars-rood tintje. In hoeverre dat verborgen bloeien in of bij den grond in ver band staat met het leven van deze planten, is niet met zekerheid te zeggen. Het heeft er allen schijn van, dat de bloem bestoven moet worden door kleine niet-vliegende insec ten, kortschildkevers, vooral zulke, die dicht bij of in den grond leven. Die kunnen er gemak kelijk inkruipen, zoo vlak bij den grond. En nu schijnt het, dat de bloem in een krans van haren een middel bezit, om de eens binnen getreden gasten eerst dan weer te laten vertrekken, wanneer zij dat verkiest. Wel is het, zoo goed als zeker, dat de mieren soms de heele vrucht meenemen naar hun nest en zoo het zaad verspreiden. Dit brengt de Pijpbloem of Aristolochia clematitis, in ge dachten, de bloem van de Camera obscura. Die vangt immers ook vliegjes, en houdt ze vast tot ze hun bestuivingsplicht hebben gedaan. Inderdaad zijn de Pijpbloem en het Hazel kruid familie van elkaar. Beide behooren zétot Aristolochia-gewassen. Boven enkele Asariumbloem liggen als dekseltjes een paar harige groene schubjes; dat zijn de zomerbladeren; die staan als de bloeitijd al weer voorbij is, recht omhoog. Een boschbewoner die de dorre bladeren weg schuift, misschien om er een plek voor het spitvuur te effenen, ziet ze dan uit den grond opsteken, en spreekt van mansooren. Werke lijk hebben de bladeren, nog half of geheel samengevouwen, iets van een harig menschenoor; van daar wellicht" de zonderlinge naam mansoor". De bladeren hebben een peperigen geur en smaak, en dat heeft ze ongetwijfeld een tijdlang de eer verschaft, van te mogen behooren tot de geneeskrach tige planten. Een vierde metgezel van den hazelaar troffen wij den laatsten dag van ons verblijf in het hazelbosch aan. Die kwam juist met zijn hel paarse, gekromde bloementros, de bladerlaag oplichten. Daarover hoop ik een anderen keer nog eens ieta te ver tellen. Die is nog veel belangwekkender dan het hazelkruid. ?J E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl