De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 13 april pagina 3

13 april 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

13 April '13. .- No, DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V 00 R .NEDERLAND 3 I?VMSTERDJ\M l VLfZELSTRAAT-56 5J& 60 j HEERENGR 4Ö-f(T ITJO ONllLl JÖ^ROfiGESTRMT-M INRICHTING TOT HET M EUBILEEREN-EN VER.SIER.ENDER WONING GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet c, Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis,Maastricht. Allereersten rang. Te midden van eigen groot oud park, HET AUGUST A VICTORIA BAD, Geneesheer-Directeur Dr. Med. G. HüLSEMANN, meest moderne comfort. 40 privébadkamers met directe is met het Hotel verbonden ten dienste der gasten, die niet verplicht ziin een kuur te ondergaan. toevoer van het warme bronwater uit de hoofdbron. Een uit 18 afdeelirgen bestaande, volledig ingerichte pshysicalisch-orthopaedische kuurinrichting Warm en koud water in alle kamers Auto-Garage. ter speciale behandeling van spier- en gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen, enz. In het hotel afzonderlijke eetzaal voor JICHT-DIEET. Prospect gratis. Int. Yerkeersbur Raadhuisstraat 16, Amsterdam. DELAÜNAY BELLE1LE AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent roor Nederland t J. LEONARO LAKG, 114 Stadhouderskade, AMSTERDAM. Mohammed's optreden, zijn leer en haar uit breiding is uiterst oppervlakkig behandeld, wanneer wij die behandeling vergelijken bv. met het eveneens voor leeken geschreven werkje van Hartmann's landgenoot, H. Reckendorf, Mohammed und die Seinen 2). Haast even oppervlakkig, d.w.z. aan het uiterlijk gebeuren klevend, is de behandeling der ontwikkeling van den Islam na Mohammed. Aan de wetenschappelijke juistheid der daar genoemde feiten twijfelen wij geen oogen blik, maar het is den schrijver niet gelukt, het geheel dier ontwikkeling tfe plaatsen in het wereld-historisch milieu, waar zij ont stond, en de evolutie van dat wereldhisto rische proces in groote trekken te schetsen. Wij leeren noch de verhouding van den Islam tot de Christelijke wereld in het Westen, noch die tot de Chineesche en Indische kultuur-werelden in het Oosten, noch de wereldhistorische beteekenis van de expansie van den Islam in de latere eeuwen over een geheel nieuw werelddeel, Afrika, kennen en ten slotte wordt het belangrijkste probleem, dat den Islam van het heden en van de naaste toekomst betreft, weliswaar even aangeraakt, doch zoo vluchtig, dat de meeste lezers van de beteekenis ervan geen denkbeeld zullen krijgen. Met dit probleem bedoelen wij datgene, wat vooral door den grooten Franschen Islam-kenner, den uitgever der Revue du Monde Musulman", Prof. Le Chatelier be handeld is, of namelijk de Islamitische wereld bezig is, zich door middel van den geeste lijken band, die al haar aanhangers van de stranden van den Atlantischen Oceaan tot China nog omvat, door middel van econo mische aaneensluiting te versterken tegen het al meer en meer haar overheerschende Europeesche kapitalisme. Le Chatelier ziet duidelijke aanwijzingen voor dat proces en ook Hartmann schijnt geneigd te zijn, aan te nemen, dat zich een bizonder Islamitisch kapitalisme, gericht tegen het Europeesche, bezig is te ontwikkelen. Hij geeft daarbij aan de Islamitische landen, die nog in staat zijn, zelfstandig deze ontwikkeling ter hand te nemen, den raad zich vooral niet tegen de socialistische arbeidersorganisatie als nood zakelijke aanvulling van het kapitalisme en noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionneerend kapitalisme, dat snel winst afwerpt, te verzetten. Een goede raad, die, vreezen wij, ook hier in den wind zal blijken gesproken te zijn. Maar Hartmann gaat geen oogenblik in op de wereldhistorische be teekenis van deze, toch ook door hem ver moede, evolutie van de Islamitische wereld, die evenals de parallelle ontwikkeling in de Oost-Aziatische en welhaast in de Indische kultuurwereld het Europeesche kapitalisme FEUILLETON MATCH DOOR G. J. NIEUWENHUIS 't Is onhebbelijk warm in de groote leeszaal van het Britsch Museum, nog geen 12 uur, en nu al onhoudbaar. Ik heb voorrecht van de vroegkomers de koelste plaats gezocht, vlak bij de deur, niet achter de glazen tochtschermen, maar n rij verder. In de reuzenkoepel hangt een zwoele atmos feer, die de boeken langs den cirkelwand dooier maakt dan ooit. Er is minder geloop dan anders, minder gekuch, minder gefluister zelfs, 't Is te warm voor dat alles. De vaste klanten in mijn buurt zitten er weer: de elergyman voor zijn kunstgeschiedenis, de oude kreupele dame achter stapels Fransche gedichten, een jonge bronzen Brit over een kaart van KleinAzië gebogen. De meneer naast me heeft genoeg van zijn werk. 'k Kan niet goed zien wat het is, maar veel soeps lijkt het me niet. Een gids van een of andere museumafdeeling met een werk waarin ik een prentje van een sabel zie: wapenkunde alzoo. Hij lijkt me een oude majoor toe: hoogroode kleur, de traditioneele krijgmanssnor, borstelige wenk brauwen. Hij puft maar, meer om zijn nijd te demonstreeren, dan om verlichting te vinden. Zijn beide groote handen, op de tafel, zijn witgebroekte beenen uitgestrekt, kijkt hij wezenW T 5F W A 1T -*- *? MA ^ 'm-~ *J* Zeer geliefd Toorjaarsverblijf. .r S1FK«H OlCl Cll z|jni twee voorname Hotels, prach Hotel Vitznauerhof Br. BOi i< ook eig T h BStnl Rigi-First op t»Kigi, Mimtta Huase te St, ffloiitz. Prospectus gratis van den Eig.' A. BON en Int. Verh bnr , Amst., Kiin<l!ini->tr. 10. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschriike terreinen. Spoor, Tram, El««tri««h licht, Telephoon. nlichtingen M.ij .DE VELU WE",Nunspeet. Bruno Muller, Kleedermaker, Rokfn 6a, Amsterdam TELEFOON 8614, bericht de ontvangst der NIEUWSTE STOFFEN voor bet naderend seizoen. ABONNEMENTEN vanaf / 130.-. Geopend van 8?6 uur. Uil tMIIMIIMlmMIIIMIlmUI<nlllll"MIIMII de levensader dreigt af te snijden. Hoe zou -lartmann dit ook kunnen, waar zijn dwaze heorie hem, door nationalistisch-kapitalis:ische belangen gedreven, de ontwikkelingsmogelijkheid van den Islam tot hoogere vormen van productie en cultuur a priori heeft doen ontkennen? Het boekje van Hartmann is merkwaardig als voorbeeld van den noodlottigen invloed, dien het moderne imperialisme en kolonialisme zelfs op de schijnbaar onpartijdige wetenschap uitoefent. Ten onzent kan het degenen, die de beteekenis van de ontwaking van den Islam in Insulinde onderschatten, een waar schuwing zijn. W. VAN-RAVESTE1JN 1) Zooals bv. in Die Arabische Frage. 2) Leipzig, Quelle und Meyer, 1907. * * * Muziek in de Hoofdstad Eerste Symphonie van Gustav Manier Het is twee jaren geleden dat Mahlers eerste symphonie werd uitgevoerd door Mengelberg. Er werden dien dag vliegdemonstraties gegeven te Watergraafsmeer, de zon scheen, men zag nauwlijks vier honderd menschen in de zaal om het werk te begroeten, de muziek kreeg een klein applausje. De tijden wisselden en er klinkt nu een andere grondtoon die anders resonneert. Pas hoorde men 't eerste Evoeh in stemmen en nu vraagt men zich reeds af waar al die feestelingen vandaan komen om mee te trekken in den zegevierenden stoet van den meester en zich zulke intellectueele, ver-ziende enthousiasten betuigen. Want het scheelt niet veel of Mahler is het jongste wachtwoord geworden. Als dit zoo blijft (het ligt slechts aan Mengelberg en ik hoop dat hij deze gelegen heid niet weder voorbij laat gaan) dan beginnen we een vruchtbaren cultus en eene schoone periode; deze psyche immers zal gaarne wijder uitbloeien en doordringen, deze betere wereld, door Mahler ge naugureerd, kan nieuwe horizonnen uitspreiden, welke nieuwe lentes zullen overwelven, waar de volle tonen der melodieën den mensch omademen en verblijden met een nieuw geluk en eene nieuwe liefde. De vreugde dezer muziek is even sterk als haar wee moed, haar weemoed even sterk als haar glans, haar glans welke den hoorder bevangt als een zomer en zijn diep licht. Dit is, beschreven zonder de emotie, die men, zulke muziek herdenkende, moeilijk van zich afschuift, de verdienste van Mahlers Eerste Symphonie, dat zij inleidt tot een stijl, eene aesthetica, welke buiten de geheele levensbeschouwing valt der negenloos tegen de lessenaar. Hij neemt een krant en hindert me met zijn voortdurend open en dichtgefrommel alleen' hij maakt lekker wind. Dan gaat hij genoeglijk zitten in werkhouding, tracht wat wijs te worden uit zijn gids, geeft het gauw op en doet de oogen dicht. Die is weg. Aan de andere kant een clergyman: roodgemarmerd gezicht, cleanshaved en borstelig haar. Hoe lang zou die het uithouden? Af en toe draai ik mijn ooeen in zijn richting, maar hij schijnt onaantastbaar. De heer schappij over het vleesch schijnt hem mak kelijker te vallen dan mijn linker buurman: invloed beroep op karakter. Iets voorover gebukt, 't hoofd op een vuist, de linkerhand op 't boek, oogen geheel open ; wat ik zie als ik mijn linker veter in de schoen stop. Onbeweeglijk blijft hij doorwerken; wat een beheersching. Even bukken en naar zijn oogen zien, je kon eens niet weten. Waar achtig, ze zijn dicht: Zoo'n huichelaar. Maar weg is hij. De oude heer naast hem heeft voor 't gemak het gladde rose hoofd tusschen twee stapels verhandelingen ingevlijd. Zijn oogen zie ik niet, maar zijn rustige ademhalingen zijn bol, die als een dalende zon achter de verhandelingen wegnijgt, zijn onfeilbare aanduidingen: die moet al een poos weg zijn. No. 2 links van me is wijzer. Die is even naar beneden gegaan, zich wat wasschen allicht. Jawel, daar komt hij weer, met glimmend roode neus van 't wasschen en nieuwe moed in de oogen. Dat wordt een geduchte concurrent. Een hoop dames komen binnen met een gids, gapen wat rond bij de deur, verbazen zich over de grootte van de koepel, gichelen lllltUIIMIMIIIIIIIIIllllMllllllinil tiende en twintigste eeuw. Het was een bijzondere eigenschap van dezen componist, dat hij elk thema van uit een mystischen gezichtshoek kon opteekenen, weergeven en illustreeren, dat hij bij de conceptie eener symphonie slechts van n beginsel kon uitgaan : de psyche, en, waar zij ook aan vangt, hare ontwikkeling en emanatie tot de uiterste grenzen der aarde, hare goddelijke zending over de schaduwen en vreugden, over elke beving van het onomvankelijke leven. In zijn muziek is alles gespiritualiseerd en alles het buigzame, onderworpen middel geworden, de vorm, het rythme, het timbre, de harmoniek, de orchestratie, ja zelfs de persoonlijkheid van den componist, alles wordt dienende, alles verzinkt in den gloed of in de bekoorlijkheid van den Geest, die zweeft boven elke conceptie van dezen meester. Haar hoogtepunt bereikt de eerste sym phonie in het derde deel. Gelijk in 't eerste de melodiën ontrijzen uit de evocatie van een natuurtafereel, een zacht stralende attnospheer, vogelgeluiden en fanfares, die als 't ware uit de verre aarde de betoovering van het leven toezingen, een natuurtafereel zoo schoon van droom en verlangen als men bij geen enkel meester aanwijst, gelijk in 't tweede deel der zangen schetterend opvonken uit de zware attaque der bassen, zoo ontluikt het plechtige adagio uit de schemering der nevelige kleur van den con trabas-solo, der gedempte pauken, en de melodiën, eenmaal aangeheven, volgen elkaar op als de vele tinten van den avond. Het is eene andante amoroso, eene stemming, welke Mahler zeer lief had en waarin hij zich het geniaalst heeft geuit. Ik weet het niet. Ik weet ook niet of het laatste deel de harmonie, de eenheid verbreekt en wat zelfs de bewonderaars van hen meester erkennen. zou ik gaarne tegenspreken; zij zeggen im mers, dat hier de tragedie begint en eene te realistische (individualistische) visie. Maar wanneer men de schoonheid der vorige deelen ondergaan heeft, krijgt de finale een ander coloriet en vooral wanneer zij gejaagd vlamnxend en ononderbroken gespeeld wordt als Donderdag onder Mengelberg. Hier be reikte de dirigent zijn hoogtepunt en ik herinner mij niet hem zoo magnifiek te heb ben zien heerschen over zijn orchest, onder den golf van geluid, welke hem bemachtigde. De andere deelen zijn kristallener en broozer, men breekt er gauw het accent en wijl alles-ziel is, schrijnt alles wat niet vol maakt in de stemming der melodie wordt gezongen. Dat er enkele zwakke passages voorkwamen noem ik daarom haast onver mijdelijk, en ik zal ze niet nagaan, evenmin als de leege momenten, welke voor de hoorders trouwens gedekt zijn door een wat om de slapers. Mijn linkerbuur wordt wakker. Die dames kunnen ook nooit d'r gemak houden, zelfs niet in een respectable reading-room. 't Wordt weer stil, de Cook-bende is weg en een oogenblik komt er niemand binnen. De warmte wordt grooter, nu er niemand tocht maakt: mijn buurman probeert niet eens te worstelen. Alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was, als een kind dat, wakker ge maakt, rustig de oogen weer sluit, gaat hij kalm weer onder zeil. Fatsoen schijnt een kwestie van temperatuur. Daar is me No. 3 pas gewasschen ook in den dut geraakt: mijn kansen stijgen. Alleen twee jongelui in mijn rij werken nog, werken ongelooflijk, ongevoelig flink. Tee kenen af en toe wat aan in een bloc-note, bladeren om, zitten of het 60°was. Beiden zijn blond: waar blijft de theorie van don kere rassen en weerstand tegen zonnewarmte. De majoor is in den tijd, dat ik rechts keek, van pose veranderd, of liever?heeft een pose aangenomen. Zit nu met zijn handen aan het boek, klaar om omteslaan maar de oogen dicht. Zou je, als de uil in het sprookje, niet even lekker kunnen slapen met open oogen ? No. 3 slaapt waarlijk bekoorlijk ; zijn ge zicht nog rood van 't wasschen,'t lijf keurig rechtop, zonder eenige schommelbeweginj; of slaapgeluid. Engelschen bewaren altijc het decorum. In Duitschland had ik allang een snorkduet gehoord, had de majoor af stellig zijn vest boven zijn buik losgeknoopt had o wee, daar slaat de klok twaalf De heele pan wordt me wakker. Waarvoor moet nou een klok in een leeszaal slaan 7 LUG-ANO Bristol. (ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste Winter- en Yoorjaargverblijfplaatg. 1ste kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamers vanaf fr 4?. Pension vanaf fr. 9.?. Big.: C. CAMENZIND. Prosp. gr. en fr. Intern. Verkeersbur. lUadhuisstr. 16, Amst. l T. EERSTE NEDERL. F»EK TAN ASBESTCEM1TPLATEN ttartinit". MAETINITPLATEIf zfln: brand-, trek- en Vraag-t prijzen en monsters». ADRES: Crnqiasweg 113, Amsterdam. Voor hartziekten, jicht, rheumatiek, zenuwen, ruggemergziekten, scophulose( vrouwenzitkten, bezoekt mes, het door de geneeskrachtige werking zijner baden Deroemde BAD-NAUHEIM. 1912 86,OOO bezoekers, 49O.OOO baden. Seizoen van 16 April tot 15 October. Drinkbrpn-, badzont- en moederloogverzending Prosp. gr. door de KurverRaH Naiiheim PB h°t Int. Vflrknersbnr, Raadbui«str. 16 hij het Singel, Amsterdam. IIIIIIIMIIIIIIIMIimillllltllllllMIMlIMIIIIIIII buitengewoon verzorgd samenspel.Het orchest komt uit zulk een partituur altijd verjongd te voorschijn en ik wensch het voor den zooveelsten keer: mocht er onophoudelijk deze moderne" muziek gemaakt worden, waarin de dirigent en de instrumentalisten op ongeëvenaarde wijze uitmunten. Het is wonderbaar, dat Manier deze schoonheid heeft kunnen redden uit een radelooze cultuur, uit een tijd dat Hunnen en Vandalen de rijken van den Geest over weldigen en verwoesten. Slechts langzaam en aarzelend schijnt deze Magiër het wer kelijke leven te zijn genaderd en aarzelend ontving hem het bittere leven. Weliswaar werd de onvergelijkelijke bedoeling van deze compositie, welke de bloeiende aarde schijnt te willen herscheppen in een puur Elysium van muziek, eerst verwezenlijkt in zijne vierde symphonie, wel zou men misschien een andere apocalyps mogen wenschen van die teer schaduwende serenades dan de felle dag der bruischende finale, maar wie weerstaat aan dit doorbreken van klank in koperen accoorden van trompetten, bazuinen en hoorns, bij welke zich geïsoleerd eene cornet voegden en een tenor-tuba (inval van Mengelberg) om dien phantasmagorischen tempel van geluid te wimpelen met nieuwe resonancen? Wat ik deze symphonie eerbiedig zou willen verwijten is, dat zij te kort duurt. De betoovering wijkt niet, het fluïdum der muziek is haastig en alles vliegt snel voorbij, daar de rijkdom van dit werk niet beschreven kan worden: de een prijst Mahlers onbegrensde liefde, de ander zijn onbegrensde phantasie en sinds Shakespeare vond men deze elementen niet meer zoo sterk en mysterieus vereenigd in n mensch, dien men voorloopig niet genoeg kan huldigen. MATTHIJS VERMEULEN * * * Berichten EEN ORIGINEEL PRIJSVRAAG waarvoor een bedrag van 100.000 Mark aan prijzen werd uitgeloofd, is door het tijdschrift Zeit im Bild uitgeschreven. In het nummer van 2 April, waarin ook alle bizonderheden omtrent die prijsvraag voorkomen, begint dat tijdschrift met de publicatie van een detective-roman van den schrijver Otto Soyka: Das Glück der Edith Hilge. Het slot van dezen roman zal in Juli ver schijnen. Er wordt het begaan van een mis daad in beschreven ; de moordenaar wordt echter door den schrijver niet genoemd. De schuldige blijft onbekend en verschil lende personen geraken onder verdenking den moord bedreven te hebben. De lezers Zou de architect de slaap der lezers bij uren hebben willen indeelen : alle uur een dutje? Over een uur is het lunchtijd, en dan wordt toch iedereen wakker, maar misschien slapen ze voor die tijd nog wel weer in. Even voorzichtig opstaan, en kijken hoe het in de andere rijen is. 'k Beken, de match is niet eerlijk gespeeld ; mijn wakende werkers ploeteren door, en ik loop rond, wat je een voorsprong geeft. Het valt me tegen: er slapen er minder dan ik dacht. Als ik het percentage naar mijn rij genomen had, zou de statistiek niet geheel juist zijn geweest. Dames slapen geen van alle: meer uithoudingsver mogen, of grootere ijdelheid ? De kwestie is me te ingewikkeld om nu op te lossen. Mijn drie slapers zijn gelukkig weer onder zeil, en warempel de eene blonde werker is op het punt. Hij staart in zijn boek; ik zie dat hij niet denkt. Hij heeft zijn oogen op 't onderste gedeelte van de rechter blad zijde klein formaat boek, en daar blijft hij l, 2 minuten, tweemaal 60 seconden. Nee hoor, dat is geen werken. Hij kijkt op, doet of hij wat memoreert, maakt prevelbewegingen ja, je houdt mij voor den gek kijkt weer in zijn boek, maar ver geet om te slaan. De vinger gaat terug, 't hoofd schokt even, de oogen neen de oogen, ja toch daar gaat hij. En nu de laatste, een lamme taaie vent: smalle lippen met eigenwijze beslistheid, een neus om in een boek te boren, geel haar in een platte plakscheiding. 'k Geloof vast, dat hij de match in de gaten heeft; hij draait even zijn hoofd, en, neen lacht niet dat doet een Engelschman niet, als hij je niet kent maar hij beweegt zijn lippen in de richting van een glimlach. Wat moeten naar de in den roman gegeven aan wijzingen zelf beslissen en er het bewijs voor leveren, wie als de dader moet worden aangemerkt. Noch de schrijver, noch de prijsrechters hebben eene vooropgestelde meening over den persoon van den dader. Niemand kent alzoo den moordenaar. De lezer mag naar eigen dunken den persoon, op welke zijn verdenking valt, veroordeelen. Hij moet zijn oordeel echter zoo scherp mogelijk motiveeren. De eerste zes prijzen bedragen 50.000, 20.000, 5000, 3000 en 2000 Mark. Bovendien zijn er nog tien troostprijzen van 1000 Mark elk. Het totaal-bedrag van 100.000 Mark is gedeponeerd bij het filiaal van de Deutsche Bank te München. Voor hen, die graag Sherlock Holmes spelen, een aardige kans om zonder eenig gevaar een flinke bijverdienste te maken. PRESIDENT POINCARËdenkt er blijkbaar niet aan om voor de plichten hem opge legd als hoofd der Fransche Republiek, zijne letterkundige studieën in den steek te laten. Een biographie over een zijner voor gangers, Thiers, wordt ter verschijning aan gekondigd in Hachette's nieuwe serie Figures du passé." Andere werken welke in deze serie zullen opgenomen worden zijn: Louis Philippe door Denys Cochin; Monsignor Dupanloup door Emile Faguet; Metternich door H. Welschinger en Madame de Pompadour door Pierre de Nolhac. * * * Inhoud van Tijdschriften Onze Eeuw, April '13: Gerard van Eckeren, Naspel. Mr. R. A. Fockema, De Betee kenis van F. K. von Savigny voor den tegenwoordigen tijd (slot). Prof. dr. P. D. Chantepie de la Saussaye, Christendom en Cultuur (111). Dr. H. H R. Leopold, De Godsdienstige ontwikkeling van Rome (I). P. Otten, Verzen. H. S., Econo mische Kroniek. Buitenland. E. B. K., H. S. en K. K., Leestafel. Groot-Nederland, April '13: Johan Wesselink, Peterken met zijn bok. Maurits Wagenvoort, Jacob Canasova in Holland. Lita de Ranitz, Het Sprookje van Veere. A. Roland Holst, De belijdenis van de Stilte (gedicht). Gustaaf d'Hondt, Onrust. Heinrich Petermeijer, Goslar (gedicht). Frans Coenen, Dramatisch Overzicht. Hendrik van der Wal, Lirteatuur. De Vlaamsche Gids, Maart?April 1913: Henri van der Mandere, Een en ander be treffende het rijk der Zwarte Bergen. j. Boonen, De twee molens. A. W. Grauls, Blonde kerels van de Kempen, enz, enz. zou hij studeeren ? Litteratuur waarschijnlijk, poëzie denk ik, want de marge van zijn boek is zoo breed als 't bedrukte vlak. Vast geen dichter zelf; die zou in zoo'n zwoele droomstemming niet zóbespottelijkk zitten te werken. Een criticus dan, die over nieuwere dichtkunst moet schrijven. Maar die zal niet zoo lang in n boek werken. De 90°F. sluiten elke gedachte aan dilettantisme uit hij zal dus een litteratuur-student moeten zijn, die in de werken van een dichter nakijkt of wat hij van diens leven geleerd heeft klopt. Hij blaadt nog niet om, nog steeds niet dat is een goed teeken brengt zijn hand naar de wang, buigt het hoofd wat, mooi zoo, ga door, nog wat juist... O help, daar komt een kerel aan met kraakschoenen, krk, krk, wel ja, nog harder, krk krk, toe maar, krk krk heidensche goden, mijn litterator beurt zijn hoofd weer op. 'k Heb nooit kraakschoenen kunnen uitstaan, ik kan er nu wel op spuwen. Maar weer wachten: 'k heb alle tijd. Vór lunch doe ik toch niets meer; wat prof. Steinmetz over Endokannibalismus zegt, kan ik net zoo goed in Amsterdam lezen. En laat ik nu sterk zijn; als ik toegeef aan opwellingen van plichtsgevoel, val ik vast in slaap. Die stoelen moesten ze veranderen; je glijdt er voortdurend mee achteruit. De leuning gaat wel; iets naar achter, quite comfortable ... but... Pats daar rolt mijn boek op den grond, en ik schrik op. De blonde Engelschma^i kijkt naar me en lacht. * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl