De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 13 april pagina 7

13 april 1913 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

13 April '13. No. 1868 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R NEDERLAND Jhr. G. A. A. ALTING VON GEUSAU, overste van den generalen staf, hoofd van de 2e afdeeling van het Departement van Oorlog, thans benoemd met ingang van 2 Mei a.s. tot Directeur-Generaal van de Posterijen en Telegrafie. ZEPPELIN IV OP FRANSCH TERRITOIR Te Luneville aan de Duitsche grenzen daalde op Fransch grondgebied het militaire luchtschip Zeppelin IV neer. Fransche cavalerie ging het voor nieuwsgierige blikken beschermen en sleepte het een eindweegs, waarna het aan de Duitschers gracieuselijk werd teruggegeven. lltHtllllllIrllinMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllMIIIIIMIIIUIIIIIIIIHIlnlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIHIIMIIIMIIIIIIIIIM acht, gelijk men op den duur ook het over wegend verstandelijke in het leerplan waar schijnlijk niet meer genoeg zal vinden. Zij, dre gruwen van de aesthetische leelijkheid onzer maatschappij, en dat zijn er allengs zér velen, oordeelen, dat men, het geenszins nalatend aan de volwassenen het evangelie der schoonheid te prediken, echter het ver standigst doet met het kind te beginnen, ?en dat de school voor dien aanvang-de aan gewezen plaats is. Het kind gewennen aan zintuigelijke schoon heid, tenminste aan iets beters dan onver schillige, sleurige leelijkheid, zou dat op den ?duur,aan de gansche maatschappij niet ten goede komen? fc Zoo gesteld, kan het antwoord op deze vraag haast niet anders dan toestemmend zijn. Docht ik ben mij wel bewust, dat, indien ergens, op dit terrein alles te zamen hangt en men hier in een geheel mierennest van opvoedkundige en maatschappelijke kwesties trapt, die ik mij overigens wel hoeden zal te bespreken. Het geldt niet enkel en eenvoudig de ver siering van een schoollpcaal, voorbeeld ter gewenschte navolging in de toekomst, be grijp ik wel. De vereeniging Kunst aan het Volk heeft hier, op incidenteele wijze en eenigszins onverhoeds, alle vraag- en twist punten van volksopvoeding tegelijk aan de orde gesteld en zal nu hebben af te wachten hoeveel tegenstand, onverschilligheid en wantrouwen van betrokkenen en publiek haar daad komt bejegenen. Maar beginnen in de maatschappij niet alle hervormingen eigenlijk met, plompver loren en schijnbaar onsystematisch voorge steld te worden, als uitingen van een plot seling sterk gevoelde behoefte ? Of zij dan terstond succes hebben, is een zaak, voor de speciale voorstellers misschien wél, maar voor de maatschappij in haar geheel niet van belang. En de beteekenis der daad, van de poging tot vernieuwing, staat of valt ook niet met eventueele uitwerking of zondergevolg-blijven. Zij kan al of niet oorzaak worden ter verdere ontwikkeling, doch zij is in elk geval een symptoom, teeken van een nieuwe phase in den voortgang van het algemeene denken en als zoodanig heeft zij, wat er ook op volgt, haar eigen waarde en beteekenis. Deze verdienste, een nieuwe en zeer bijzondere seinvlag te hebben geheschen, kunnen de inrichters van deze kleine en eigenaardige expositie in school 73 zich in elk geval toerekenen, ook als het blijken mocht, dat de Hollandsche maatschappij van heden voor de aanvaarding en uitwerking van hun denkbeeld nog niet rijp is. FRANS COENEN * * * De hooge kapsels en een pamflet Den 21sten Juni 1775 besliste het Parlement van Parijs, dat alleen de meester-kappers der stad zich jnet de coiffure der vrouwen mochten bezig houden en het bedreigde eiken particulier, die dit gebod zou overtreden, met hooge boeten, zelfs met gevangenisstraf. In dien gelukkigen tijd zoo schrijft mevrouw Campan toen men slechts dacht aan feesten en-bals, was de kapper heer en meester. Hij schreef immers de mode voor? Wil men weten hoe? Het Hof en de uitgaande kringen zijn nog in den rouw over Lodewijk XV; om nu de verwachtingen, welke men van den nieuwen koning koestert, te symboliseeren, plant (het woord is juist!) de mode-kapper op het hoofd der dames aan den eenen kant een cypres, aan den anderen een hoorn des overvloeds. Nog sterker; de vrouw van een Britsch admiraal verschijnt op eene receptie met een waarlijk monumentaal kapsel: een viermaster met volle zeilen op eene woelige zee. Blijkbaar was het hare bedoeling, hiermee de maritieme overmacht van Engeland in beeld te brengen, doch dit ontging den Franschen dames, die dan ook terstond deze coiffure navolgden en hieraan, naar een pas-gebouwd fregat, den naam van a la Belle-Poule" gaven. Wanneer Lafayette zich inscheept naar Amerika, om deel te nemen aan den vrij heidsoorlog, draagt het geheele Hof coiffures a l'Insurgent" en a la Philadelphie". NauweBroer, Zus en Mop De kwestie van de namen is en blijft een lastig vraagstuk, Benoem je kindren niet te dwaas, bedenk het is een waagstuk. Daar hèj' bijvoorbeeld BROER en Zus. Zoo zullen ze nog heeten Als BROER en Zus van... broer en zus... al lang het fijne weten! Ik ken een deftig handelsman, gewichtig, stram en stoer, Hij groeit geweldig door zijn haar maar heet nog altijd... BROER l Een donkre vrouw van veertig jaar, in statige gewaden, Schrijdt, vorstlijk neigend, door de zaal. Haar naam; zoo zou je raden, Is Hilda, Nor a, Adelheid??Helaas, t is niet aldus, De schitterende schoone luistert naar den naam van Zus! Haar oudre zuster voelt zich jong; dat blijkt, wanneer je weet, Dat zij ze is nog ongetrouwd (hoe snoezig!) BABY heet! Marianne klinkt te muzikaal, te mooi; daar weet' w'iets op: De arme stumperd wordt veroordeeld levenslang tot MOP! De Fransche namen zijn, dat spreekt, ons heelemaal de baas, Loui'se wordt natuurlijk WIES, F ra n 90! s e schrik niet! ZWAAS! Een kindje, laat-in-'t-spreken, stottert, en wij stotteren 't na, Zoo'n hik-snik wordt tot naam verheven door Papa en Ma. Zoo HAK en TIP en HEP en TQNK en IET en NOES en BIEP, En PIP en MANS en MAP en ANS en LEI, TEE, DIG en SIEP, En ANKIE, POETJE, ROBBIE, DOETJE, TIENTJE, SNOR en POPPIE, En MOKKIE, PÜKKIE, APIE, KUKKIE, SEPPIE, TOET en TOPPIE, En KIEK en UK en NOEP en TOT en IES en OOT en MIK... Zoo zuil' de stakkers blijven heeten tot den jongsten snik. 'k Doe, slachtoffers, beroep op u, gij allen, die moet lijden, Door 't smakeloos en zot bedrijf. Gij moet uzelf bevrijden. O BROER, o Zus, o PEUTER, POES, o TIK, o FINK, o RIET! Vecht voor je naam, en luistert naar die kokhalsklanken niet! (Nadruk verzocht) CHARIVARIUS llimMIMMIIIIimillltlllllllllllllllllllllllfimitllllHIIHHIIIIIIIIItHlllllllllllllllMtlllllUHIIItlllHII lijks is Glück, door de bescherming van l Marie-Antoinette, in de mode gekomen, of men kapt zich a l'Iphigénie". En hoeveel andere zijn er niet! De kappers bedenken de mooiste namen: het liefdes berceau, de vrouw in het bad, de liefdesENSCHAPPELyKE V LXXX Het flxeeren van magnetische spectra Wanneer wij een magneet in handen hebben, kunnen wij hem als zoodanig her kennen door zijn eigenschap om ijzer aan te trekken, en zonder veel moeite is ook aan te toonen, dat deze magnetische aan trekkingskracht grooter is als de afstand tusschen den magneet en het stuk ijzer kleiner is (en omgekeerd) eenvoudig door den magneet wat dichterbij te brengen of verderaf te houden. Willen wij ons nauw keuriger gegevens verschaffen over de grootte van de magneetkracht in verschillende pun ten van de omgeving van den magneet, dan is ook dat vrij eenvoudig; wij brengen een kompasnaald in deze verschillende punten en zien dan of de naald sterker of zwakker afwijkingen vertoond. Maar deze feiten worden telkens alleen gezien als de proef uitgevoerd wordt en men wil wel eens gaarne de feiten gemakkelijker voor oogen hebben om hen te onderzoeken. Een zeer verbreid middel is het maken van een zoo genaamd magnetisch spectrum. Bedekt men een magneet met een papier of een glasplaat en strooit men hierop een hoeveelheid fijn ijzervijlsel, dan zullen de kleine ijzerdeeltjes een zeer regelmatige figuur vormen, die nog duidelijker wordt als men even op den ondergrond tikt. Deze figuur heet het magnetisch spectrum en in figuur l en 2 zijn dergelijke spectra afge beeld; fig. l voor een rechte magneetstaaf, fig. 2 voor een gebogen staaf of hoef magneet. De lijnen, die de ijzerdeeltjes afteekenen, zijn de zoogenaamde- krachtlijnen ; de ijzerdeeltjes hebben zich namelijk gerangschikt zooals de magneetkracht het wil. Deze krachtlijnen verbinden, zooaJs duidelijk zicht baar is, de uiteinden van den magneet met elkaar, waarvan de vage omtrek heel goed zichtbaar geworden is, al is de heele magneet zelf onzichtbaar. Deze uiteinden heeten de polen der magneet (Noord- en Zuidpool naar gelang van hun gedrag ten opzichte der aardmagneetpolen). De krachtIHIIIIIHIMIIIIIIIIlmlMIIIIIIIIIIIIIHIIIIMIIIMIIIlHMIIIIIHIIIIIIIlmilllllllMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHH lijnen zijn in werkelijkheid veel talrijker dan op deze figuren, maar als wij meer ijzerdeeltjes strooiden en dus ook meer krachtlijnen zicht baar maakten, werd het geheel eindelijk n ijzermassa waarin geen lijnen meer te her kennen zijn zooals al haast 't geval is mid den tusschen de polen in fig. 1. De geheele ruimte om de magneet heet het magnetisch veld, dat zich onbegrensd uitstrekt al is de magneetkracht op grooter afstand prak tisch nul geworden. Waar de krachtlijnen naar elkaar toeloopen (comvergeeren) is de magneetkracht aan het toenemen: de veld sterkte" wordt grooter; waar de krachtlijnen divergeeren (uiteenloopen) wordt de veld sterkte kleiner. Men ziet dus in n oog opslag, met behulp van deze magnetische spectra, waar de magneetkracht het grootst is, en waar het kleinst. Zoo op het eerste gezicht lijkt het of de krachtlijnen in een plat vlak liggen, maar bij nauwkeuriger toe zien, vooral als de magneet die wij gebrui ken, sterk is, zien we dat de ijzerdeeltjes in de buurt der polen niet plat liggen maar schuin op het ondervlak staan, hoe langer hoe rechterop naarmate men meer de eigen lijke polen nadert om eindelijk op de polen zelf op enkele plaatsen werkelijk rechtop te staan. Dit beteekent dat de krachtlijnen niet in een plat vlak liggen om de magneet heen maar in de geheele ruimte dus in drie afmetingen, zooals bij eenig nadenken ook wel te verwachten was. Het is echter niet goed mogelijk hiervan gemakkelijk goede afbeeldingen te krijgen en pas door ver schillende spectra te fotografeeren, o.a. ook met de magneetstaaf verticaal onder het papier of glas, in plaats van horizontaal, kan men hier een goed inzicht in krijgen of geven aan anderen. Bovendien is geble ken dat de vorm der polen zelf pok invloed heeft op het verloop der krachtlijnen en de gegevens hieromtrent zijn verkregen door uitvoerige metingen, die niet zoo maar zon der meer te herhalen zijn en, die te tijdroovend en te ingewikkeld ziju om te herhalen als er geen noodzaak voor is. Langs heel eenvoudigen weg kan men echter deze spectra in de ruimte" onder zoeken en zichtbaar maken, zoodat zij ge fixeerd worden en gemakkelijk door ons nagegaan kunnen worden. De overige figuren bij dit artikel hebben betrekking op dit fixatieprocédé, dat beschreven en uitgevoerd is door N. C. Johnson. Deze onderzoeker maakte een papje bestaande uit ijzervijlsel, dat hierboven reeds vermeld is, en gebrande gips, aangemaakt met .water; aan zichzelf MmilMIIIIMIIimlMIHIIIIIIIIIIIMIMIIHIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIIMMII Fig. 3. RUIMTE-SPECTRUM TUSSCHEN TWEE MAGNEETPOLEN, gefixeerd met een spoedig verhardende pap van gips met ijzervijlsel, uitgezeefd boven de magneet. overgelaten zal dit papje vrij spoedig ver harden en een onbewegelijke massa vor men, maar de eerste oogenbliken is de pap plastisch. Op de magneet wordt weer een glasplaat gelegd, maar nu wordt het beschreven papje met behulp van een mid delmatig grove zeef uitgezeefd op het glas. De ijzerdeeltjes die in de pap zweven wor den door de magneetpolen gerangschikt volgens de krachtlijnen, en wanneer de pap hard geworden is, behouden de ijzerdeeltjes onveranderd deze oorspronkelijken stand zoodat men een magnetisch spectrum ver kregen heeft in drie afmetingen. Het spreekt vanzelf dat men dit werkje vlug moet doen, daar anders de pap te hard wordt en de ijzerdeeltjes zich bij het uitzeven, niet meer kunnen richten zooals de magneet hen be veelt. Bovendien moet de pap niet te dik zijn, maar ook niet te dun, daar anders de massa niet spoedig genoeg verhardt. Beproeft men zelf eens deze modellen te maken dan zal men wel bemerken dat mislukkingen in den eersten tijd lang niet uitgesloten zijn. Het fraaie der methode is nog dat na eenigen tijd de ijzerdeeltjes roesten, zoodat de krachtlijnen als bruin-roode lijnen zicht baar zijn op den witten achtergrond van het gips. Bovendien kan men, door de glasplaat om te keeren, het mag netisch spectrum op den glasbodem zien als een spectrum in twee afme tingen,' dus op een wijze zooals fig. l en 2 het spectrum vertoonen. In fig. 3 is een af beelding gegeven van een dergelijk gipsijzervijlsel model van een magnetisch spectrum. Er zit heel wat meer relief in dan in de spectra die wij gewoonlijk te zien krijgen, en dat valt vooral op als men het model van terzijde bekijkt, zoo als het gephotografeerd is in fig. 4. Naar alle zijden ziet men de krachtlijnen de ruimte inloopen, de magneetpolen verbindend in steeds wijder boog totdat de boog niet meer compleet is en alleen begin en eind punten der krachtlijnen zichtbaar zijn, steeds steiler omhoog gaande. Johnson heeft ook op deze wijze gemakkelijk zichtbaar gemaakt het verschil in verloop der krachtlijnen bij verschillende gevormde polen, zooals reeds langer geleden langs omslachtiger weg ge vonden was, maar wat nu gemakkelijk zichtbaar wordt gemaakt. Hij maakte aan de magneet, die hij gebruikte (een sterke electromagneet) verschillend gevormde polen vast, afgeplat of kegelvormig of rond, enz. Hij zeefde het ijzer-gips-papje nu onmiddellijk op de polen zelf en kreeg zoo zeer fraaie resultaten waarvan er twee afgebeeld zijn in figuren 5 en 6. Het verschil van beide is dadelijk zeer opvallend. De pool in fig. 5 was verbreed en plat terwijl in fig. 6 een kegelvormige pool gebruikt is. In het eerste geval loopen de krachtlijnen wijd uiteen en zijn het best ontwikkeld aan de randen van de pool, terwijl zij in het tweede geval veel dichter opeen zitten; hieruit volgt onmiddellijk dat de veldsterkte bij de platte pool aan de randen het grootst is en bij toe nemende afstand van de pool snel in grootte afneemt (immers de krachtlijnen loopen sterk uiteen) terwijl in het tweede geval de veldFig. 5. VERBREEDE PLATTE MAGNEETPOOL met bijbehoorend spectrum, gefixeerd met ijzervijlsel in gips Fig. 6. KEGELVORMIGE MAGNEETPOOL, evenzoo behandeld als in fig. 5. De kracht lijnen zijn veel geconcentreerder dan bij de platte pool in fig. 5 sterkte op grooter afstand minder snïl afneemt, want de krachtlijnen divergeeren minder sterk. Johnson was ook in staat om de massa ijzer en gips, nadat de eerste verharding opgetreden was, maar de massa nog een zekere taaiheid behouden had, de verkregen spectra open te snijden om zoodoende ook de krachtlijnen in de massa te onderzoeken. Alle resultaten stemden goed met de vroegere . waarnemingen overeen. Bepaalde nieuwe feiten werden dus niet gevonden maar het voordeel van snel onderzoek en goed zicht bare ' resultaten werd bereikt, zoodat natuur lijk de mogelijkheid geopend is om lang dezen gemakkelijker weg de eigenschappender magneetpolen verder te onderzoeken. P. VAN OLST * * * Fig. 1. MAGNETISCH SPECTRUM VAN EEN RECHTE STAAFMAGNEET Fig. 2. MAGNETISCH SPECTRUM VAN EEN HOEFMAGNEET Fig. 4. HET RUIMTESPECTRUM VAN FiG. 3, VAN TERZIJDE GEZIEN, zoodat duidelijk zichtbaar is dat de krachtlijnen niet in een plat vlak liggen maar in drie afmetingen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl