De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 27 april pagina 3

27 april 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

27 April '13. No> 1870 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND AMSTERDAM. S^ ARM HEM VIJZELSTRAAT-HEERENGRACHT.- ROGGESTRAAT. COMBINATIE f 25OO. SALOM-HUISKAMERSLA APK AM ER- LOGEERK AM ER IM VIER VOOR DIT DOEL SPECIAAL INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD. tiMtiiiiiliiiilliiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiMiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMMiHiiiimiiii Rachels graf... hoe droomstil en verlaten stroomt de Jordaan door de wijde eenzaam heid. .. Vroeger... voor eeuwen, toen wij ons wisten een volk in ons land, vrij en fier en groot, hoe anders was dit alles... Wat ontlook en groeide er al niet uit den grond van ons heilig land, hoe welig en rijk was er het wasdom van plant en struik; de geurende bloei van boomen in bloesemtooi.het zwellend uitbotten van ceder, plataan en esch, hoe statig rezen er de ranke populieren, gra naatappel- en de olijfboomen, die men er nu weer plant bij honderd-tallen! -Ontelbare soorten specerijen deden hier en daar de lucht uren in 't rond zwanger worden van prikkelend zoet aroom... 'n Land overVloeienke van melk en honig" ... inderdaad, wél moet dit bijbelwoord ten volle van kracht zijn geweest. De tarwe... ze was in Jacobs tijden het voornaamste bouwproduct... de rogge of spelt wies er alomme, de wijde akkers stonden in vollen, rijken bloei. Was dit land dan niet in werkelijkheid gezegend, het volk niet uitverkoren? Welken lof en dank brengt nog heden ten dage 'n geloovige Jood, waar ter wereld ook, zijn God na 't drinken van den wijn, die fonkelt en geurt In' de glazen, na 't genieten van producten van tarwe of gerst... vijg of druif, granaat appel, olijf, of de over-zoete dadel, vrucht soorten, die vormden den roem van ons land? Hoor, hoe in den ballingschap ons verleden met zijn herinnering, z'n glorie, z'n jubel-klanken gaat dagen in zijnen dank tot den Allerhoogste:... 1 Geloofd zijt ge, Eeuwige, onze God, Koning der ? Wereld voor den wijnstok en voor de vrucht van den wijnstok, voor den boom en de boomvrucht, voor het levens onderhoud en de verzorging en voor het voorbrengsel des velds, en voor het behoor lijke, goede en ruime land, dat Gij in uw welbehagen onze voorouders tot erfdeel hebt gegeven, om te eten van zijn vrucht, en zich aan zijn goeds te verzadigen Ontferm u toch, Eeuwige, onze God over uw volk Israël... en over uwe stad Jeru zalem en over Sion, het verblijf uwer Heer lijkheid, en herbouw Jeruzalem, Uwe heilige stad, spoedig in onze dagen en doe ons weder opgaan daarheen en verblijd ons met zijne herbouwing... opdat wij weder eten van zijn vrucht en ons verzadigen met zijn goeds, dan zullen wij U daarvoor loven in heiligheid en reinheid... En ook toen reeds vormden landbouw en oogst daarginds in 't land der vaderen den oorsprong van al onze feesten. Van ons Paasch-feest tot het Inzamelingeof Weken-feest, zeven weken lang, duurde de graanoogst. Dit was een tijd van Zou ie zoo'n kalmen deftigen mijnheer niet eens aanspreken, zeggen tegen hem: Ze klessen tegenwoordig zooveel van dit en van dat; geen glaasje drinken, lezen, je ontwikkelen, zeg u nou 's wat ik doen mot. 'k Lij honger met Marie en de kleine en grootje. 'k Wil werken, 'k Ken 't niet krijgen. Verdomme en daar loop ik nou maar met mijn knuisten in mijn zakken en we gaan zoo naar den bliksem, de heele boel. En nou nebben we er ruzie om gehad... met Marie... ze huilde... allemaal ellende... en jullie loopt maar kalmpjes te wandelen, Jullie allemaal... mot 'k dan gaan gappen, gaan vechten, wat... wat dan... verdomme l" Heb 'ie een oogenblikkie ?" hoorde hij opeens. 't Was een kroegbaas in de deuropening. Wat?" vroeg hij lusteloos norsch. Effen helpen tillen, of heb ie verlet?" Nou gauw dan." Hij hielp even aan het biljart. En er kwam iets van veerkrachtvreugde in hem, toen ie zijn schouders kon zetten onder de vracht. 't Trilde hem jong door 't lijf. 'k Vreet liever met je, dan da 'k met je vecht," lachte de kroegbaas met gewiekste vriendelijkheid, een glaasje?" Geef me maar liever de centen," wou ie begeerig vragen maar hij, de kracht kerel, die zijn vak verstond, kón het niet tegenover dien vatzig-dikken kastelein. 'k Mot opschieten!" zei ie. Maar de kastelein had hem al ingeschon ken, een groote bel. Haastig goot ie het naar binnen, in een paar teugen. 't Brandde hem van den mond tot diep in de borst... de hette trilde hem door het hoofd ... Op n been kan je niet..." Maar hij was al buiten, liep gejaagd voort. Vreemd leeg voelde hij het worden in zijn hoofd als in een klaren droom de menschen duizelig-duidelijk,... ver weg... Plots voelde ie ook de ruzie weer... Marie en.de ouwe ... d'r blije spanning... zijn woede... 't kleintje... drenzig-hongervreugde" . . . Als het graan geoogst was trok ons volk in drommen opwaarts naar Jeruzalem. Van Malomme, uit het noorden, door de dalen langs de Jordaan, uit het zuiden, waar Juda's heuvelen rijzen, kwamen ze nader in breede rijen naar de Zionsstad. Gingen daar dan niet voorheen onze zaaiers met uit-zwaaienden arm door de verre akkers en dalen, wijd-open in de lichte zon, die snel en vol-krachtig het zaad deed ontkiemen, doorbreken en op-bloeien uit den gewijden grond? Nu brachten zij allen een dankoffer, een vrijwillige schatting van hun hand, de eerstelingen der oogst : graan en vruchten, getooid met geurige bloemen naar den heiligen tempel. De wachters op de hooge muren der koningstad zagen hen van verre reeds komen, de groepen uit de twaalf stammen van ons volk, namen klonken luid door de lucht bij 't herkennen. Want niet n stam ontbrak er, allen kwamen op het lentefeest met hunne vrijwillige gave . . . Tot Jeruzalems straten en pleinen vol werden van het blijde, feestend volk. Onder het fonkel-schoone licht van de stralende zon stuwden breede stoeten, rij na rij met zangen en gejuich opwaarts naar den heiligen tempel . . . Daarbinnen waren de gewijde altaren met bloemen getooid. Priesters en Levieten, alle mannen uit het heiligdom verheerlijkten het feest met de offers van het volk onder rijen dans en wisselzang, opstijgend in vreugdegalmen . . . Levie, arme bloemenjood uit 'n Ghettoslop, kun je 't begrijpen?... Zie je 't alles vór je in zonneglans, even als ik ... of doen je zwakke oogen te veel pijn?... C. J. HlLDESHEIM w Een nimfendorp in Japan Aan de kust van Japan, aan den grooten Oceaan, ligt een dorp, dat zeker eenig in zijn soort is. Daar zijn sedert onheugelijke tijden de vrouwen de hoofdpersonen en de mannen maar bijloopers' . De oorzaak van dit verschijnsel ligt daarin, dat de vrouwen in het levensonderhoud van hun gezin voor zien, in plaats van de mannen. In den geheelen omtrek worden deze dap pere vrouwen nimfen" genoemd, omdat ze dagelijks naar paarlen duiken in de Bocht van Schima, waaraan hun dorpje ligt. Eiken zomerdag brengen ze minstens tien uren in 't water door, in den winter twee of drie uren. gehuil in zijn ooren. Die ruzie was het einde... de heele boel liep spaak ... Had ie toch maar centen gevraagd, had ie toch wat thuisgebracht, er een lolletje van gemaakt, was de ruzie weggeweest... Die centen had ie dan toch verdiend, eerlijk verdiend met zijn kracht? Was ie verdomme nog te grootsch geweest! Zou Marie nou zitten huilen, met 't kleintje? Moest ze er van door gaan, had ie wel eens van gehoord ... Wat had ie opgespeeld! Zaten ze niet te verhongeren, om hém? Daar kwam een kameraad op hem af. Hij wou hem ontwijken 't kon niet... Ah, die Jan: k naar de vergadering?" Vergadering, vergadering, 'k wou 'k te vreten had." Nog niks kennen vinden? 't Is beroerd! Krijg je heelemaal geen uitkeering meer?" Uitkeering! Ze laten je stilletjes krepeeren, gewoonweg." Nou, nou, als er toch geen geld meer is!" Geen geld? Maar de anderen hebben toch werk! En ik... verdomme... 'k dee mee, om geen uitbijter te zijn, 'k had niet te klagen bij m'n baas ... allen voor n, n voor allen ... 'k dacht, da's waar... en nou... wie bekommert zich nou om mijn,... zij hebben nou te vreten ... en ik ... waarom nou niet allen voor n... Je heb gelijk, Jan. Wees een vent! Ga mee, en zeg 't vanavond... ze motten je helpen... je heb er recht op... misschien hebben ze het er vanavond nog over... Hij liet zich overhalen. Hij wou dan wel eens weten, wat ze daar nou te zeggen hadden... of de anderen er waren, die k nog zonder" liepen ... En dan naar huis dorst ie nog niet. Wordt 't laat?" vroeg ie nog. Nee, Laantjes mot nog met den trein weg." Hij kon al niet meer terug, er kwamen al anderen bij: ze redeneerden druk, hij zweeg... 't Was zoo vreemd in zijn hoofd, of alles onwerkelijk was ... In 't bedompte zaaltje, vervuld van roezig I. T, EERSTI NEDERL, FiBRIEK VAN ASBESTCEMEBTPLATEN M art i n i t". MABTINITPLATEtf zfln: brand-, trek- en krimpvrfl. prjjzen en monster». Crnqlnsweg 113, Amsterdam. Voor hartziekten, jicht, rheumatiek, zenuwen, ruggemergziekten, scophulose, vrouwenziekten, bezoekt mei, het door de geneeskrachtige werking zijner baden beroemde BAD-NAUHEIM. 1912 36,OOO bezoekers, 49O,OOO baden. Seizoen van 16 April tot 15 October. Drinkbrpn-, badzont- en moederloogverzending Prosp. gr. door de Kurverwaltung Bad ÏTauheim en het Int. Yerkeersbar., Raadhuiastr. 16 bij het Singel, Amsterdam. \T T rm m W A TT Vierwaldstattermeer. w .m. .». « .»-cm. «j ? Zeer geiiefd voorjaarsverblijf, Jr arJK-.ll.Oiel C11 zjjn twee voorname Hotels, prach Hotel VlÉznauerhof J^eifg7nct aan het Ir. B01 is ook eig. T. k. Bótel Eigi-First Prospectus gratis ran den Eig.: A. BON op de Rigi, Somtta-Honse te St. Boriti. en Int. Verk.bur., Amst., Raadhnisstr. 16. l Het zijn zulke geoefende duiksters, dat ze 't twee, ja soms drie minuten aaneen onder water kunnen uithouden. Als ze dan nat en vermoeid, thuis komen, vinden ze daar weer de zorg voor hun huis en gezin want de mannen denken er niet aan, haar een gedeelte van dezen arbeid uit de handen te nemen. Die zijn opgevoed om te luieren en dat doen ze dan ook met over tuiging. Het eenige bezwaar van hun situatie is voor hen, dat ze dan ook maar bitter weinig in tel zijn. Als er een jongen geboren wordt, wordt dat een groote ramp geacht, een meisje daarentegen wordt met gejubel begroet. Als zoo'n klein nftnfje" dan ongeveer vier jaar is, wordt ze al voorloopig met het natte element bekend gemaakt. Eiken dag moet ze zich oefenen in zwemmen en dui ken, opdat ze er op haar dertiende jaar knap genoeg in zal zijn, om mee aan 't verdienen te gaan. Ze mogen dan allereerst zelf het geld voor haar uitzet verdienen. De mannen van Schima letten er minder op, of een meisje mooi is of niet. Wat hun 't meest aantrekt in hun toekomstige vrouw, is haar vaardigheid in 't duiken. Tot haar veertigste jaar blijven de vrouwen gewoon lijk duiken, dan zijn ze meestal ook al grootmoeder van een aantal kinderen, mogen dan voortaan thuisblijven om op de kleintjes te passen. S. * * * Ingezonden Originali-Tijd Mijnheer de Redacteur.' De drie briefjes Van ouders aan onder wijzers", die in uw blad van 20 April, overgenomen uit De Tijd", voorkomen, zijn te vinden in de hollandse vertaling van het toneelspel Vlaxman wie Erzieher" van Otto Ernst, vertaler Fr. Berenste Amsterdam. Het stuk is als Vlaxman als opvoeder" deze winter te Rotterdam driemaal opgevoerd en tien jaar geleden ook reeds. Trouwens zal ieder, die een beetje Gro nings kent, direkt gemerkt hebben, dat er hier geen zuivere koffie" was. Hoogachtend, Rttdm, Uw dv. dr., 21-4-'13. C. H. HEBELS # * * Inhoud van Tijdschriften Tijdschrift voor Wijsbegeerte, afl. 2: Dr. iMMiiiiimiiMiiiimiiiMiiiiimiiiiiiiiMiiiiiijimiiiiiHiiiniimiimiHiiiiHi gepraat en schei-opklinkend geroep van colporteurs, kroop hem de koortsige benau wing weer naar de keel. Hij hield zich goed tegen de enkele beken den, zei dat 't nog al ging met hem ... Ze voelden zich hier allemaal zoo, in hun vergadering, met hun spreker... dat ie in 't geroezemoes ten onder ging ... Ietwat versuft zat ie stil in een hoek, met kloppingen in de borst en de keel, weeë duizeligheid in 't hoofd. Daar klonk geklop. 't Werd stil. De voorzitter der vereeniging opende de vergadering, toen kwam Laantjes naar voor, onder fel applaus. Laantjes lachte even gewichtig tegen den voorzitter, fluisterde wat, begon toen. Jan kon het niet allemaal volgen ... tel kens hoorde hij Marie's stem, dan't kleintje, hoorde grootjes bedaarde gepraat.'.. Bij tusschenpoozen trachtte hij Laantjes te volgen. Hij sprak, net als den avond vór de staking, van uitbuiting", allemaah voor en met elkaar", solidariteit, die de brandkast zal openen", over Marx' devies"... Laantjes witte handen gesticuleerden druk, sloegen bij tijden de manchetten terug, die hem op de handen zakten... Telkens klonk geestdriftig gestommel en geklap. Maar in Jan laaide woede op. Verdomme," dacht ie, dat kennen we nou toch allemaal wel, wat heb ik daar nou an, allemaal mooi gekles, 't helpt je geen lor; hij kon makkelijk praten, stond ie in zijn fijne pakkie en zijn manchetjes en zijn glaasje water... maar hij, hij had niet te vreten, wist geen raad meer, had zuzie thuis, hij zat in de ellende... Laantjes had 't over den plicht der vrou wen, ze moesten hun belang inzien, niet leuteren uit bangigheid," flinke kameraden zijn van hun strijdende mannen." Veidomme, verdomme," dacht Jan. Wat stond zoo'n vent nou toch te leuteren. Of hij de piet was en zfj allemaal bange suffers. Hij had verdomme geen honger. Had hij ooit in dagen niet te vreten gehad. Had hij ooit gestaakt, dje branie ? Haalde hij er waarA. H. Haentjens, Wil en Vrijheid. Dr. G. A. van den Bergh van Eijsinga, Epictetus en het Christendom. Hermann Wolf, Het Nihilisme in de Indische en Antieke Wijs begeerte, enz. Onze Kunst, afl. 4: F. Schmidt-Degener, Rembrandt's portret van Gérard de Lairesse. J. F. van Royen, De Hollandsche Mediaeval S. H. de Roos. Kunstberichten. Den Gulden Winckel, No. 4: A. Greebe, F. L. Hemkes en zijn tijd. Constant van Wessem, De Nederl. letterkunde. Piet Hoek, Letterkunde en Schoolmeester, enz. De Witte Mier, No. 12: Franc,ois Pauwels, J. J. de Stoppelaar: De Parelduiker. R. T. A. Mees, Een nieuw tijdschrift. Jac. A. Jacobs, Een praatje over Ex-Libris. Bep Nort, Carl Ewald. Rhytmische Gym nastiek, enz. Maandblad voor Bibliotheekwezen, No. 3: To van Rije, Bibliothesk-Nomenclatuur. A. L. Verschoor, Reorganisatie van het Zweedsche openb. Bibliotheekwezen. Vragen van den Dag: F. H. A. Steens Zijnen, De waarde van het bezit van Kolo niën in den tegenwoordigen tijd. H. Tiesing, Over Jaar- en Veemarkten in Drente. H. Donkersloot, Het vraagstuk der voorziening van kleeding en voedsel aan behoeftige schoolkinderen. Van Maand tot Maand. De Nieuwe Tijd, No. 4 : J. Fedder, Springvloed, I. Beschouwingen over industrieele ontwikkeling en prijsbeweging. Joh. P. Egner, Het grafische proletariaat in Neder land en zijn organisatie (slot). F. M. Wibaut, De nieuwste ontwikkeling van het kapitalisme. Dr. W. van Ravesteijn Jr., Het vierde deel der geschiedenis van België van H. Pirenne. D. J. Wijnkoop, Revolutio naire of Reformistische politiek? (III) enz. Nieuw Vrouwenleven, No. 4: Suf ragettes. Anna Egman, Het heilige Vuur. Tentoon stelling de Vrouw 1813?1913" enz. Belang en Recht, No. IV: Een weinig historie rond het ontwerp voor Grondwetsherzie ning. C. R., Pseudo-Feminisme, II. Bona Fide, Het Feminisme op de Parijsche Planken, enz. Het Thcosophisch Pad, No. 8: Gertrude van Pelt, De Opstanding. Dr. CarlosJ. Lopez, De Theosophie. H. T. Edge, De Theosophie en de Eugeniek. H. P. Blavatsky, Hebben de dieren een ziel ? enz. Zieleleven: Orgaan van de Vereeniging voor Psychisch Onderzoek. Maandblad ge wijd aan het verkrijgen van gezondheid, welvaart en geluk door middel van de slui merende krachten van den Geest. Inhoud van No. 1,1e jaargang: De Nieuwe Wereld. Geestelijke weretden. De Hoofdgedachte. Een nieuw geweten. De wetten van de ziel. Vrijheid, enz. UMI (UMI tllllllllllllllllllll Illllllll MIIMIMIIII IIIIIIMIIIH achtig nog de vrouwen bij ook. Of die niet voor alles stonden ; of die de ellende niet dubbel hadden. Hij wist niet, wat zoo'n strijd je kostte... Wat had Marie niet... En plots hoorde hij het driftig hongergekrijt van de kleine weer... De lust kwam in hem, om die rustig verwaande Laantjes een pats te geven in zijn spotlachend mijnheers gezicht... Had hij 't niet over hem, over Marie ... over grootje ? Wat zou zoo'n aap zelf durven ? En ineens, toen 't slotapplaus daverde, stond ie op, begon driftig-dreigend te schreeuwen tegen Laantjes, dat hij as fijne meneer makkelijk praten had, dat 't alle maal prachtig was voor de anderen, die 'n weekgeld haalden, maar dat hij an dat ge redeneer niks had, dat hij thuis niet te vreten had, dat ie z'n laatste meubeltjes naar de lommerd had gebracht. Ze mosten nu eindelijk maar eens komen tot wat doen, tot een reveluusje." Laantjes lachte, riep da's de jeugd" en de vergadering, door hem opgezweept, gierde het uit. Ze riepen hem toe: brrr! Hij wil bommen gooien," hij komt de boodschap brengen van z'n vrouw." Jan schreeuwde terug, dreef met moeite het woede-heesch geluid in de zaal, werd krijtwit, balde z'n vuisten... 't Werd hem vreemd-hel-schitterig voor. de oogen. De mannenfiguren vervaagden klein en verweg ... een wirrel, warrel van roode spotgezichten. Ploerten !" schreeuwde hij en liep heen. En achter hem daverde het sarrend gelach... Trillend over het heele lijf liep hij de straten door... Verdomme, verdomme!" dacht ie maar. Al zijn werkmansfierheid was geslagen, apenkool, apenkool, allemaal." Hij moest zich zélf helpen. Zij lieten hem in den steek, zij allemaal. Ze hadden hem vergooid, as 'n kwajongen behandeld. Alleen stond ie nou, alleen tegenover de ellende. Goed, maar ze zouen zijn ondergang niet zien. Hij moest er weer bovenop ! Nou zou hij alleen wat doen, wat doen om an brood te komen. BOUWT TE HUNSPEET. Mooie bosohrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisoh licht, Telephooo. Inlichtingen M.üDE VELUWE",Nungpeet. DELADNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent roor Nederlands J. LEONARD LAN6, Stadhouderskade, AMSTERDAM. GRANDS ViNS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis, Maastricht. Het schoonste verblflf in Zuid-Zwitserland. Belangrijkste centrum voor uit stapjes. Zacht klimaat. Seizoen het geheele jaar. KUEZAAL, GOLF, TENNIS. Q-eïl. gids van Lngano gratis Intern. Verkeersbur. Raadhuisstr. 16, Amsterdam. De Natuur, afl. 4: D. J. van der Ven, Een nog nieuwe en vroege lentebode. J. M. Burgers Jr., Gepolariseerd Licht. D. S. S., Een moderne type-writer". Dr. R. G. Rijkens, De pokken. A- H. de Voogt, Het draadlooze kompas. Mimosa, Vuurmaakgoed". H. R. Hoogenraad, Hoe oud worden de dieren ? De Levende Natuur, afl. 24: E. Heimans, Mooie Paschen. Jac. P. Thijsse, Hongerbloempjes. W. J. Dijk, Iets over snoe ken. S. H. Jakma Lzn., Ornithologische beschouwingen betreffende het Loosdrechtsche Bosch of Pampa Hoeve", enz. Morks' Magazijn, April '13: J. Simons, Van de heide. Henri van der Mandere, Van den man, die Mexico groot en beschaafd maakte. J. Hoogendoorn,Vliegavontuur. Torn Schelpersoort, De Truc, enz. * * * Nou konden ze klessen en lachen, wat ze wilden... Al werd ie polderwerker, hij zou nou zorgen voor 'n weekgeld, thuis alles goed maken ! Een fijne meneer sjouwde met 'n koffer. Zou ie maar dadelijk vragen ? Allicht 'n kwartje! En dan naar huis, naar huis! Door zijn woede-verhitting durfde hij. Dragen, meneer ?'' 't Kwam er grof-vriendelijk uit, brutaaldringerig van ongewoonte en overspanning. De meneer schudde het hoofd. Zwoel steeg het bloed hem naar 't hoofd, schaamte jeukte hem in de handen of ze plots krachteloos waren... Verdomme, hij moest gaan verdienen, hij moest... en thuis moest ie het goed maken met de eerste verdienste... Kom, meneer, la me 's wat verdienen, ik... Maar hij kreeg al antwoord:... Kerel, ga werken inplaats van langs de straat te schooieren; schaam je, zoo'n flinke gezonde kerel." Verdomme, vent, 'k heb geen werk, begrijp je dat dan niet... Begrijp ik best, dat ken ik, jullie luiert liever, hé, 't is tegenwoordig ..." Maar hij was al op hem gesprongen, sloeg hem op z'n nét-besnord, kalm venijnig gezicht... Zal jij mij ook beleedigen, aap!''grauwde hij woest... Zinneloos sloeg hij in 't rond ... keek in een nevel... voelde vaag tot waanzinnige woede groeiende zekerheid, dat nou alles verloren was, alles ... sloeg dan zijn ellende er uit, van al de dagen, van dien middag, dien avond ... al de jammer thuis, wrook zijn spijt, zijn verterende teleurstelling ... zijn wanhoop, om het nu doen ... i En brallend van schuimwoedéwerd hij meegesleurd, bungelend in de sintelendknijpende boeien ... als een beest slependsleurend- langs de steenen in helsche woede-benauwing.. .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl