De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 4 mei pagina 3

4 mei 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

4 Mei '13. - No. 1871 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND S;,tWOOMHUYS AMSTERDAM. Sgg ARM HEM VIJZELSTRAAT-HEEREMGRACHT.- ROGGESTRAAT. COMBINATIE f 25OO. SALON-HUI5KAMERSLAAPKAnER-LOGEERKAMER IM VIER VOOR DJT DOEL SPECIAAL INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD. Antogarage RENAULT Hallstraat 85?87, Den Haag. Stalling- en Reparatie-Inrichting voor Automobielen Telefoon 2348 Haag: IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIMIHIIIIIMIHIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII lijden, doet ons niet huiveren, evenmin als haar angst waar ze 't kind, na de geboorte geworgd, moet laten. Alleen een vaag medelijden wekt de schrijver, en een voor hem niet begeerlijk terugdenken aan Zola, die in Pot-Bouille" het verholen moeder worden van een arme Parijsche dienstmeid tot een voor den lezer haast fiziek wee maakt. Van de vertaalde werken, die ik den laatsten tijd las, is Anne-Marie" zeker het meest bevredigend, daar het de ernstige arbeid van een kunstenaar is. De vertaling is minder goed. Jhr. Op ten Noort beschikt noch over goeden stijl, noch over ruime woordkeus, en staat met de grammatica op minder goeden voet. HESSEL JONGSMA Bij de lady detective Het liet mij niet los, sedert ik in het Tube station tegen den glimmend-wittentegelwand haar annonce las. Lady detective . . . Rechts en links gaapten de zwarte tunnelholen ; de eigenaardige dik-warme lucht, die op straat het hoofd doït afwenden als je langs den stalgang van een Tubestation gaat, omgaf mij; en die zwarte letters op het geel veld schenen mij aan te staren met oogen vol geheimzinnigheid . . . Wat moet zij niet kun nen vertellen, de lady detective. Kunnen, ja. Maar willen? Geen kwestie van. No case that is brought to us leaves our office," zeide zij. Een eenvoudige wachtkamer, waar zij mij ontving, en waar zij een kwartiertje van haar tijd aan mijn nieuwsgierigheid offerde. Een groote, blonde, nog jonge vrouw is zij; haar uiterlijk is meer Duitsch dan Engelsch, regelmatig, niet buitengewoon intelligent, heel innemend als zij glimlacht. Eerst zeide zij niet veel. Ja, zij werkte voor sollicitors, zij volgde personen, zij kwam Mies omtrent ze te weten, verleden en heden... Het gesprek vlotte niet hard, zij keek meer op mijn kaartje, dat zij om haar vinger rolde en ontweek rechtstreeksche antwoorden. Eindelijk kwam de vraag: of ik er over dacht ook dit werk op te nemen? Gelukkig kon ik haar gerust stellen, en toen zij begreep waarvoor ik eigenlijk kwam, begon zij los te raken. Mannen en vrouwen heeft zij in haar dienst. Daar zijn natuurlijk gevallen, waarin zij een man móet sturen, omdat een vrouw niet overal gaan kan. Maar vrouwelijke hulp is haar toch liever. De man heeft in 't alge meen meer concentratievermogen dan de vrouw, naar haar ervaring ; maar de vrouw llltlllllllllllllllllllllMIIMIIIIIIIH kap over het gelaat getrokken, verschrik kelijk, en verdween. Door de ontsteltenis, die den rabbijn had beklemd, waren de levensgeesten zoo goed als geweken, en bleef hij bijna een uur lang zitten, zonder een beweging te kunnen maken. Een ver meerdering van folteringen vreezend, in 't geval dat hij weder werd gevangen genomen, kwam hij op de gedachte om in zijn kerker terug te keeren. Maar de oude hoop fluisterde hem, dat goddelijk Misschien in de ziel, dat in den hoogsten nood sterkte geeft! Er was een wonder gebeurd! Hij mocht niet meer twijfelen! Hij begon dus weer te kruipen naar de mogelijke ontvluchting. Uitgeput door lijden en honger, van benauwdheid rillend, ging hij voort! En die geheimzinnige gang scheen zich aldoor te verlengen, als een grafgewelf! En er kwam geen einde aan zijn voortkruipen, hij keek altijd op de duisternis daar ginds, waar een reddende uitgang moest zijn. O! o! Daar klonken weer stappen, doch dezen keer trager en somberder. De wit-met-zwarte gedaanten van twee inqui siteurs verschenen hem ginder, opdoemend uit de bleeke lucht, onder lange hoeden met omgekrulde randen. Ze spraken zacht en schenen over een gewichtig geloofspunt te disputeeren, want hun handen waren in beweging. Op dat gezicht sloot Aser Abarnabel de oogen: zijn hart hamerde hem bijna dood; ziet vaak meer dan de man, al ziet zij dik wijls what is not"... En de vrouwen geven zich meer aan haar werk dan de mannen. Misschien, zeide de lady detective, kan ik meer aan de mannen overlaten, de vrouwen hebben instructies noodig, zómoet je doen, ddar moet je gaaïi..., maar als zij dat een maal weten zijn de vrouwen betrouwbaarder, zij hebben meer sense of duty," zij zijn taaier, laten zich niet uit het veld slaan... En eigenaardig wat zij mij vertelde: dat daar veel ladies zijn, die een eigen inkomen hebben, voor wie het dus geen broodwin ning is, maar die de lady detective helpen uit liefde voor het werk. Dit is de beste hulp. Dus... een soort liefhebberij, zooals anderen postzegels verzamelen of wat schil deren. .. Zij oefent haar vak al vele jaren uit; en, als zij moeilijke gevallen krijgt, gaat zij zelf. Zij heeft kamers in het Cecil Hotel en het Charing Cross Hotel, maar niemand weet daar wie of wat zij is. Then I would be lost" zeide zij en o, je moet zoo'n goed actrice zijn in ons vak. Ik vergeet mijzelf geheel als ik bezig ben, ik speel een rol, ik weet niet meer, dat ik die speel... Beter actrice moet je zijn dan menigeen op het tooneel. Vermommen moet je je, en niet voor een afstand van zaal tot tooneel, maar for close by"... En dan, de eene keer, zit je als factory girl in een fabriek, een ander maal leef je in de groote hotels in Nice of Monte-Carlo of Venetië ... And than you have good time, then it 's your holiday"... Zij is jong en energiek, de lady detective, zij beweegt zich heel gemakkelijk, en zij houdt van haar werk. En dat hiervoor als voor eiken arbeid geschiktheid hoofdzaak is, spreekt dat niet van zelf? Mr. FLORENCE YZENHOED GREVELINK Londen, 21 Jan. * * * Ingezonden Aan de Redactie va De Amsterdammer Ze.er Geachte Redactie! In uw weekblad van 27 April geeft de heer Frans Mijnssen eenige beschouwingen over de door ons vertoonde bewerking van Tolstoï's Het Levende Lijk". Terwijl ik dezen heer erkentelijk blijf voor zijn bezadigden en hoffelijken toon en door drukke bezigheden geen gelegenheid heb in uit voeriger polemiek te treden, kan ik het niet nalaten op eene vergissing van den heer Mijnssen te wijzen, eene vergissing van zeer een koud doodzweet druppelde in zijn lom pen; hij bleef onbeweeglijk met wijd-open mond langs den muur liggen, onder den straal van een nachtlampje, biddend tot den God van David. Toen ze vlak tegenover hem waren, bleven de twee inquisiteurs onder het schijnsel der lamp staan, ongetwijfeld omdat hun discussie dit toevalligerwijze vorderde. Het gebeurde, dat de eene, terwijl hij naar zijn metgezel luisterde, den rabbijn aankeek! En onder dien blik, welks verstrooide uitdruk king hij eerst niet begreep, meende de on gelukkige nog de heete tangen te voelen bijten in zijn arm vleesch ; hij zou dus weer worden wat hij was geweest, een klacht en een wonde! Hij huiverde, toen die mantel vluchtig langs hem streek, zijn oogleden knipten, hij hijgde naar lucht en dreigde in onmacht te vallen. Doch zonderlinge en tevens natuurlijke omstandigheid, de inquisiteur keek uit zijn oogen klaarblijkelijk als iemand, die heel bekommerd is over hetgeen hij antwoorden zal, en in de gedachte verdiept, waarnaar hij luistert; zijn oogen stonden strak en schenen naar den jood te kijken zonder hem te zien! Inderdaad, na eenige minuten vervolgden de twee onheilspellende twisters, al maar door fluisterend, langzaam hun weg, in de richting van het kruispunt waarlangs de gevangene gekomen was; ze hadden hem niet gezien!... 't Kwam, in de verschrikkelijke verwarring zijner sensaties zelfs zoover, dat deze ge"WT TT CB1 Tf IK* A TT Vierwaldstöttermeer. w .»????«:»««»???'? Zeer geliefd Voor j aar overblijf. PAI*K"JU.Oiel en zgn twee voorname Hotels, prach Hotel Vltznanerhof *r<^g? aan het Prospectus gratis ran den Eig.: A. BOX en Int. Verk.bur., Amst., Raadhuisstr. 16. ?r. 801 ii ook eig. T. h. Hotel Rigi-Fint op <« Rigi, 8«mtta-B«ns« te SL loriti. LUZERN. Hotel MONTANA. Het eenigste Hotel eersten rang. Verhoogd, rustig en stofvrügelegen; door een particuliere lift met den promenadeweg aan het meer verbonden. HOTEL WILDENMANN. Het geheele jaar geopend. 5 minuten van het station en stoombootlandingsplaatsen, van onds gerenommeerd burgerljjk familiehotel, nieuw vergroot en modern ingericht. Kamers met Bad en Toilet. Uitstekende keuken. Pension vanaf 8 frano. B\j voorkeur door Hollanders bezocht. Bijzondere condities voor Families en Vereenigingen. Prospectus bii den eigenaar F. FURLER. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.üDE VELUWE",Nunspeet. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis, Maastricht. groote beteekenis, omdat hij zijn misvatting als'" fundament [voor het grootste gedeelte van zijn analyse gebruikt. De heer Mijnssen zegt o. m. hij (Fedja) erkent Sascha's bewondering voor hem en diepe genegenheid die wellicht op de grens staat van waar de liefde begint, en hij wordt er door ontroerd." Dit nu is geheel on juist. De heer Mijnssen bedient zich bij zijn oordeel van eene Duitsche vertaling, die alle tekst-aanduidingen van Tolstoïzelf mist. Tolstoïzegt in het Russisch origineel bij herhaling dat Sascha j a l o e r s c h" of t o o r n i g-j al o e rsc h" op Lize is, als Victor deze laatste maar even de hand drukt of kust. Sascha is dus positief (en het blijkt trouwens uit al haar doen, laten en spreken) op Victor verliefd en haar bezoek bij Fedja heeft alleen de wanhopige bedoeling hem weer met Lize te verzoenen, om de toena dering tusschen Lize en Victor te beletten. De heer Mijnssen moge bedenkingen hebben tegen eene bewerking, die geen enkel woord van Fedja coupeerde er wordt nooit iets op het tooneel vertoond, hetzij Shakespeare, hetzij Ibsen, hetzij wie dan ook, zonder aan zienlijke coupures hij heeft geen recht een besliste psychologische ontleding te geven, wanneer hij Sascha's verliefdheid op Victor verwaarloost. Hoogachtend, Uw D w. HERMAN HEIJERMANS Waarde vriend, De Duitsche vertalingen van August Scholz (J. Ladyschnikow Verlag, Berlin) en Fred. M. Balte (Leipzig, Philipp Reclam Jun.) en de Fransche vertaling van N. Minsky en H. Laillet (Paris, Nelson Editeurs) geven mij gelijk. Wijs mij eens hier de plaatsen in het Russische origineel aan waar gij u op beroept. Maar doen! FRANS MIJNSSEN * * * Rembrandt's Meesterwerk Rembrandt's meesterwerk, de Nachtwacht, verheugt zich den laatsten tijd weer in veler belangstelling, en wel helaas om zijn lang zamerhand weer dof worden. De laatste restauratie van de schilderij, waardoor zij weer in volle Glorie aan ons vertoond werd, heeft niet lang mogen stand houden. De conclusie die wij daaruit kun nen trekken is, dat deze restauratie van niet genoeg ingrijpenden aard is geweest; wil een blijvend resultaat verkregen worden, dan dient een gedeelte der oude vernislagen te worden verwijderd; zonder dat zal het dachte door zijn brein flitste: Zou ik dood zijn, daar men mij niet ziet ?" Een afzich telijke impressie schokte hem uit zijn verdooving wakker: terwijl hij op den muur keek, waartegen zijn gezicht leunde, meende hij, tegenover de zijne, twee bloeddorstige oogen te zien, die hem bespiedden !... Hij wierp plotseling het hoofd achterover in radeloozen angst, zijn haren rezen te berge!... Maar neen ! neen. Zijn hand had, door de steenen te betasten, hem uit den waan ge holpen ; 't was de weerschijn der oogen van den inquisiteur, die nog in zijn oogappels lichtte, en die hij op twee vlekken van den muur had teruggekaatst. Vooruit! Hij moest zich reppen naar dat doel, dat zijn (ongetwijfeld ziekelijke) ver beelding hem voorspiegelde als de verlossing, naar die schaduwen, waarvan hij nog slechts ongeveer een dertig passen verwijderd was. Hij ging dus zijn lijdensweg weer op, sneller, op zijn knieën, zijn handen en zijn buik, en weldra kroop hij het donkere gedeelte van dien verschrikkelijken gang binnen. De ellendige voelde eensklaps koude boven op zijn handen, die op de tegels rustten; deze kwam van een hevigen tocht, welke onder een deurtje, waarop de twee muren uitliepen, doorblies. Och God! als dat een buitendeur was! Over het heele wezen van den jammerlijken vluchteling kwam als een duizeling van hoop! Hij onderzocht ze van boven tot onder, zonder ze goed te kunnen onderDELAUNAY BELLE1LE AUTOMOBIELEN. Hoofd- Agent roor Nederland l J. LEONARD LAHB, AMSTERDAM. HAEMOFERRIN Het nieuwe Staalpraeparaat. Omtrent dit nieuwe bloedvormende Staalpraeparaat, dat onder de versterkende middelen terstond een eerste plaats heeft ingenomen, kunnen wij nog het volgende mededeelen. De moderne wetenschap leert ons dat het resultaat van alles wat men doet maar tijdelijk zijn. En mag dat voor zulk een meesterwerk? Ik zou zeggen: duizendmaal neen! HARRIJ HEIJER, Restorer of old Paintings Geen Lord Mijnheer de Redacteur.' In de N. R. Ct. meende ik het bericht reeds te hebben gelezen, maar buiten zijnde in het Geldersche, vind ik in de Koerier" bevestiging ervan. Daar zie ik, dat uit naam eener Nederlandsche ambulance aan den Koning van Montenegro getelegrafeerd wordt door een Engelsch onderdaan ! Tenminste het is geteekend Lord Thomson. Zullen wij dan steeds aan buitenlanders patronage opdra gen van echt Nederlandsche daden? In uw blad, dat zich het hooghouden van ons Nederlanderschap ten doel stelt, meen ik dit protest op zijn plaats. Met dank voor de plaatsruimte, ?»Hoogachtend, 29 April '13 Uw dw. dr. P. VAN WEEZEL DURA Het protest zou op zijn plaats kunnen zijn. De heer Dura is het slachtoffer van een veradellijkende (en verraderlijke) drukfout. De onderteekenaar is nog geen LordThomson, maar heet Nord Thomson en woont te Am sterdam: Consul van Perzië. RED. Tentoonstellingen en Veilingen IN DE KUNSTHANDEL DE PROTECTOR", ROTTERDAM, Zuidblaak 70a, zijn van l tot 19 Mei tentoongesteld werken door T h. Qoedvriend en E d. Houbolt. * miiiiiMiiinMMiiMjiimiiMHmiiiiMimimiiiiiMiiiiim scheiden in de somberheid rondom hem. Hij tastte: geen grendels, noch slot. Een klink! Hij ging overeind staan; de klink zwichtte onder zijn duim; de stille deur draaide voor hem open. * * * Alleluia!" mompelde de rabbijn met een geweldige zucht van dankbetuiging, toen hij, op den drempel staande, alles zag wat hem verscheen. De deur had hem toegang verleend tot tuinen, onder een sterrennacht! tot de lente, de vrijheid, het leven! Dat alles kwam uit op de nabijgelegen vlakte, die zich verder uitstrekte tot de sierra's, wier kronkelige blauwe lijnen zich afteekenden tegen den horizon; daar, dal was de redding! O! vluchten! Hij zou den heelen nacht loopen in die citroenbosschen, welker geuren tot hem doordrongen Eenmaal in de bergen, zou hij gered zijn Hij ademde de goede heilige lucht in; de wind gaf hem nieuwe krachten, zijn longen herleefden! Hij hoorde, in zijn verruimc hart, het Veni foras van Lazarus! En om nogmaals den God te danken, die hem deze barmhartigheid bewees, strekte hij zijn armen voor zich uit, terwijl hij de oogen naar ' firmament ophief. 't Was een verrukking. Toen meende hij de schaduw van zijn armen naar zich toe te zien komen; hij meende te voelen, dat die schaduwarmen hem omringden, omstrengelden, De Memorie In zake de oprichting eener NEDERL. HANDELSHOOGESCHOOL te Rotterdam" is gratis verkrijgbaar gesteld te Amsterdam: bQ SCHELTEMA & HOLKEMA'S Advertentiebureau en Boekhandel, Rokia 74/76; te Arnhem: bQ den Heer S. GOUDA QUINT, Bakkerstraat 17; te Dordrecht: bij de firma BLÜSS & VAN BRAAM, Voorstraat 212; te Enschedé: bjj de firma M. J. VAN DER LOEFF, Langestraat 13; te 's-Gravenhage: bfl de firma W. P. VAN STOCKÜM & Zn , Buitenhof 86; te Groningen: bij de N. V. Erven P. NOORDHOFF'S Boekhandel en Uitgeverszaak, Oude Bot erin ges t raat 12; te Haarlem: bij den Heer H.N.MUL, Kruisstraat 25; te Leiden: bij den Heer S. C. VAN DOESBÜRGH, Breestraat 14; te Rotterdam: bij de N. V. H. A. KRAMERS & ZOON'S Boekhandel, Gelderschekade 26; te Utrecht: bfl de firma J. G. BROESE, Oufle Gracht T. Z. 5. ijzer het essentieele bestanddeel van ons bloed uitmaakt, daar het de functie heeft, de zuurstof uit de longen op het lichaam over te dragen. Waar derhalve bloedvorming noodig is, is aanwezigheid van een voldoende beschikbare hoeveelheid ijzer voor het lichaam een eerste vereischte. Nu is onder normale omstandigheden het ijzergehalte van het menschelijk voedsel voldoende om in de behoeften van het lichaam te voorzien. Iets anders is het wanneer onder bijzondere omstandigheden, bij regelmatig groot bloed verlies, na bevallingen, na ernstige ziekten of door andere oorzaken er een tekort aan bloed ontstaat. Hier moet door kunstmatige toediening van ijzer het evenwicht hersteld worden. Ofschoon nu het lichaam in staat is, het benoodigde ijzer onder velerlei ver schillende vormen tot zich te nemen, is het ter verkrijging van gunstige resultaten toch van groot belang, dat het toegediende ijzer zich in een vorm bevindt, waarin het zonder verdere omzettingen, dus zonder verderen arbeid van het lichaam te vergen, door den darmwand kan worden opgenomen. Onder zoekingen op dit gebied door verschillende geleerden gedaan, hebben aangetoond dat toegediende ijzerpraeparaten in het maagdarmkanaal worden omgezet in ijzer-eiwit verbindingen, welke als zoodanig tot resorptie (opzuiging door den darmwand) komen. Het voor de vorming dezer eiwitverbindingen noodige eiwit wordt waarschijnlijk door den celinhoud der maag- en darmslijmvliezen geleverd. Hierdoor laten zich de schadelijke bijwerkingen verklaren, welke de toediening van velerlei ijzerpraeparaten tengevolge heeft. Hoewel men nu getracht heeft, deze scha delijke bijwerkingen te vermijden door het ijzer als ijzer-eiwitverbinding aan het lichaam toe te dienen, bleek het, dat hiermede de moeilijkheid niet was opgelost, daar deze kunstmatige ijzer-eiwitverbindingen in de maag en in den darm tot onoplosbare ver bindingen worden omgezet, welke niet tot resorptie kunnen komen. Eerst, nu men er in geslaagd is, een verbinding der natuurlijke, zich in het bloed bevindende eiwitstof (serumalbumine) met ijzer tot stand te brengen, kan dit zoo be langrijke vraagstuk van de toediening van ijzer aan het lichaam als opgelost beschouwd worden, daar deze ijzerverbinding noch door het maagsap, noch door het darmsap scha delijk beïnvloed wordt, doch zonder verdere omzetting tot resorptie (opname) door het lichaam, geschikt is. Op deze vinding berust de samenstelling van het nieuwe staal-praeparaat Haemoferrin" en het is hier aan toe te schrijven, dat de resultaten door zeer vele Nederland sche artsen met de toediening van dit praeparaat bij hunne bloedarme, bleekzuchtige en zwakke patiënten verkregen, zoo gunstig zijn als tot dusver met geen andere versterkende middelen bereikt werden.Vooral ook tegen pijnlijke menstruatie, waaraan tal van meisjes en vrouwen lijden, is Haemoferrin" een uitnemend middel. Dit praeparaat, dat door Dr. H. Nanning's Pharmaceutisch-Chemische Fabriek te 's-Qravenhage bereid wordt, overtreft de tot dus ver gebruikelijke bloed- en staalpraeparaten verre in werkzaamheid en biedt bovendien het voordeel, dat het noch in uiterlijk, noch in smaak of reuk ook maar eenigszins aan bloed herinnert en dientengevolge zelfs door kinderen gaarne en zonder tegenzin geno men wordt. Het is aangenaam van smaak, wekt in hooge mate den eetlust op en werkt niet stoppend op de spijsvertering. Daar het geenerlei schadelijke bestanddeelen bevat, kan het zonder bezwaar langeren tijd achter elkaar gebruikt worden.' (Adv.) en dat hij teederlijk tegen een borst werd aangedrukt. Een hooge gedaante stond werkelijk naast de zijne. Hij keek er vertrouwvol op neer en bleef hijgend staan, uitzinnig, met somberen blik, rillend, de wangen opblazend en zeeverend van ont steltenis. Ontzetting ! hij rustte in de armen van den Groot-Inquisiteur zelf, den eerwaardigen Pedro Arbuez d'Espila, die hem aanstaarde, de oogen vol dikke tranen, en als een goede herder.die zijn verdwaald schaap wedervindt! De sombere priester drukte den ongelukkigen jood met zulke vurige liefdedrift tegen zijn hart, dat de punten van het monachale boetekleed, onder de pij, de borst van den dominicaan doorploegden. En terwijl rabbi Aser Abarnabel, de oogen onder de oogleden verdraaid, tusschen de armen van den ascetischen dom Arbuez van benauwdheid reutelde, en onduidelijk be greep, dat al dephasen van den noodlottigen avond slechts een vooraf bepaalde foltering waren, die van de Hoop.' fluisterde de GrootInquisiteur hem in 't oor, op een toon van vlijmend verwijt en met verbijsterden blik, met schroeienden en door vasten bedorven adem: Wat nu, mijn kind ! Op den vooravond misschien der verlossing wildet gij ons verlaten! * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl