Historisch Archief 1877-1940
4 Mei '13. - No. 1871
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
S;,tWOOMHUYS
AMSTERDAM. Sgg ARM HEM
VIJZELSTRAAT-HEEREMGRACHT.- ROGGESTRAAT.
COMBINATIE
f 25OO.
SALON-HUI5KAMERSLAAPKAnER-LOGEERKAMER
IM VIER VOOR DJT DOEL SPECIAAL
INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD.
Antogarage RENAULT
Hallstraat 85?87, Den Haag.
Stalling- en Reparatie-Inrichting voor Automobielen
Telefoon 2348 Haag:
IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIMIHIIIIIMIHIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII
lijden, doet ons niet huiveren, evenmin als
haar angst waar ze 't kind, na de geboorte
geworgd, moet laten. Alleen een vaag
medelijden wekt de schrijver, en een voor
hem niet begeerlijk terugdenken aan Zola,
die in Pot-Bouille" het verholen moeder
worden van een arme Parijsche dienstmeid
tot een voor den lezer haast fiziek wee
maakt.
Van de vertaalde werken, die ik den
laatsten tijd las, is Anne-Marie" zeker het meest
bevredigend, daar het de ernstige arbeid
van een kunstenaar is.
De vertaling is minder goed. Jhr. Op ten
Noort beschikt noch over goeden stijl, noch
over ruime woordkeus, en staat met de
grammatica op minder goeden voet.
HESSEL JONGSMA
Bij de lady detective
Het liet mij niet los, sedert ik in het Tube
station tegen den glimmend-wittentegelwand
haar annonce las. Lady detective . . . Rechts
en links gaapten de zwarte tunnelholen ; de
eigenaardige dik-warme lucht, die op straat
het hoofd doït afwenden als je langs den
stalgang van een Tubestation gaat, omgaf
mij; en die zwarte letters op het geel veld
schenen mij aan te staren met oogen vol
geheimzinnigheid . . . Wat moet zij niet kun
nen vertellen, de lady detective. Kunnen,
ja. Maar willen? Geen kwestie van. No
case that is brought to us leaves our office,"
zeide zij. Een eenvoudige wachtkamer, waar
zij mij ontving, en waar zij een kwartiertje
van haar tijd aan mijn nieuwsgierigheid
offerde.
Een groote, blonde, nog jonge vrouw is
zij; haar uiterlijk is meer Duitsch dan
Engelsch, regelmatig, niet buitengewoon
intelligent, heel innemend als zij glimlacht.
Eerst zeide zij niet veel. Ja, zij werkte voor
sollicitors, zij volgde personen, zij kwam
Mies omtrent ze te weten, verleden en heden...
Het gesprek vlotte niet hard, zij keek meer
op mijn kaartje, dat zij om haar vinger
rolde en ontweek rechtstreeksche antwoorden.
Eindelijk kwam de vraag: of ik er over
dacht ook dit werk op te nemen? Gelukkig
kon ik haar gerust stellen, en toen zij begreep
waarvoor ik eigenlijk kwam, begon zij los
te raken.
Mannen en vrouwen heeft zij in haar
dienst. Daar zijn natuurlijk gevallen, waarin
zij een man móet sturen, omdat een vrouw
niet overal gaan kan. Maar vrouwelijke hulp
is haar toch liever. De man heeft in 't alge
meen meer concentratievermogen dan de
vrouw, naar haar ervaring ; maar de vrouw
llltlllllllllllllllllllllMIIMIIIIIIIH
kap over het gelaat getrokken, verschrik
kelijk, en verdween. Door de ontsteltenis,
die den rabbijn had beklemd, waren de
levensgeesten zoo goed als geweken, en
bleef hij bijna een uur lang zitten, zonder
een beweging te kunnen maken. Een ver
meerdering van folteringen vreezend, in 't
geval dat hij weder werd gevangen genomen,
kwam hij op de gedachte om in zijn kerker
terug te keeren.
Maar de oude hoop fluisterde hem, dat
goddelijk Misschien in de ziel, dat in den
hoogsten nood sterkte geeft! Er was een
wonder gebeurd! Hij mocht niet meer
twijfelen! Hij begon dus weer te kruipen
naar de mogelijke ontvluchting.
Uitgeput door lijden en honger, van
benauwdheid rillend, ging hij voort! En
die geheimzinnige gang scheen zich aldoor
te verlengen, als een grafgewelf! En er
kwam geen einde aan zijn voortkruipen, hij
keek altijd op de duisternis daar ginds,
waar een reddende uitgang moest zijn.
O! o! Daar klonken weer stappen,
doch dezen keer trager en somberder. De
wit-met-zwarte gedaanten van twee inqui
siteurs verschenen hem ginder, opdoemend
uit de bleeke lucht, onder lange hoeden met
omgekrulde randen.
Ze spraken zacht en schenen over een
gewichtig geloofspunt te disputeeren, want
hun handen waren in beweging.
Op dat gezicht sloot Aser Abarnabel de
oogen: zijn hart hamerde hem bijna dood;
ziet vaak meer dan de man, al ziet zij dik
wijls what is not"... En de vrouwen geven
zich meer aan haar werk dan de mannen.
Misschien, zeide de lady detective, kan ik
meer aan de mannen overlaten, de vrouwen
hebben instructies noodig, zómoet je doen,
ddar moet je gaaïi..., maar als zij dat een
maal weten zijn de vrouwen betrouwbaarder,
zij hebben meer sense of duty," zij zijn
taaier, laten zich niet uit het veld slaan...
En eigenaardig wat zij mij vertelde: dat
daar veel ladies zijn, die een eigen inkomen
hebben, voor wie het dus geen broodwin
ning is, maar die de lady detective helpen
uit liefde voor het werk. Dit is de beste
hulp. Dus... een soort liefhebberij, zooals
anderen postzegels verzamelen of wat schil
deren. ..
Zij oefent haar vak al vele jaren uit; en,
als zij moeilijke gevallen krijgt, gaat zij zelf.
Zij heeft kamers in het Cecil Hotel en het
Charing Cross Hotel, maar niemand weet
daar wie of wat zij is. Then I would be
lost" zeide zij en o, je moet zoo'n goed
actrice zijn in ons vak. Ik vergeet mijzelf
geheel als ik bezig ben, ik speel een rol, ik
weet niet meer, dat ik die speel... Beter
actrice moet je zijn dan menigeen op het
tooneel. Vermommen moet je je, en niet
voor een afstand van zaal tot tooneel, maar
for close by"... En dan, de eene keer, zit
je als factory girl in een fabriek, een ander
maal leef je in de groote hotels in Nice of
Monte-Carlo of Venetië ... And than you
have good time, then it 's your holiday"...
Zij is jong en energiek, de lady detective,
zij beweegt zich heel gemakkelijk, en zij
houdt van haar werk. En dat hiervoor als
voor eiken arbeid geschiktheid hoofdzaak is,
spreekt dat niet van zelf?
Mr. FLORENCE YZENHOED GREVELINK
Londen, 21 Jan.
* * *
Ingezonden
Aan de Redactie va
De Amsterdammer
Ze.er Geachte Redactie!
In uw weekblad van 27 April geeft de
heer Frans Mijnssen eenige beschouwingen
over de door ons vertoonde bewerking van
Tolstoï's Het Levende Lijk". Terwijl ik
dezen heer erkentelijk blijf voor zijn
bezadigden en hoffelijken toon en door drukke
bezigheden geen gelegenheid heb in uit
voeriger polemiek te treden, kan ik het niet
nalaten op eene vergissing van den heer
Mijnssen te wijzen, eene vergissing van zeer
een koud doodzweet druppelde in zijn lom
pen; hij bleef onbeweeglijk met wijd-open
mond langs den muur liggen, onder den
straal van een nachtlampje, biddend tot den
God van David.
Toen ze vlak tegenover hem waren, bleven
de twee inquisiteurs onder het schijnsel der
lamp staan, ongetwijfeld omdat hun
discussie dit toevalligerwijze vorderde. Het
gebeurde, dat de eene, terwijl hij naar zijn
metgezel luisterde, den rabbijn aankeek! En
onder dien blik, welks verstrooide uitdruk
king hij eerst niet begreep, meende de on
gelukkige nog de heete tangen te voelen
bijten in zijn arm vleesch ; hij zou dus weer
worden wat hij was geweest, een klacht en
een wonde!
Hij huiverde, toen die mantel vluchtig
langs hem streek, zijn oogleden knipten, hij
hijgde naar lucht en dreigde in onmacht te
vallen. Doch zonderlinge en tevens natuurlijke
omstandigheid, de inquisiteur keek uit zijn
oogen klaarblijkelijk als iemand, die heel
bekommerd is over hetgeen hij antwoorden
zal, en in de gedachte verdiept, waarnaar hij
luistert; zijn oogen stonden strak en schenen
naar den jood te kijken zonder hem te zien!
Inderdaad, na eenige minuten vervolgden
de twee onheilspellende twisters, al maar door
fluisterend, langzaam hun weg, in de richting
van het kruispunt waarlangs de gevangene
gekomen was; ze hadden hem niet gezien!...
't Kwam, in de verschrikkelijke verwarring
zijner sensaties zelfs zoover, dat deze
ge"WT TT CB1 Tf IK* A TT Vierwaldstöttermeer.
w .»????«:»««»???'? Zeer geliefd Voor j aar overblijf.
PAI*K"JU.Oiel en zgn twee voorname Hotels,
prach
Hotel Vltznanerhof *r<^g? aan het
Prospectus gratis ran den Eig.: A. BOX
en Int. Verk.bur., Amst., Raadhuisstr. 16.
?r. 801 ii ook eig. T. h. Hotel Rigi-Fint
op <« Rigi, 8«mtta-B«ns« te SL loriti.
LUZERN. Hotel MONTANA.
Het eenigste Hotel eersten rang. Verhoogd, rustig en stofvrügelegen; door een
particuliere lift met den promenadeweg aan het meer verbonden.
HOTEL WILDENMANN.
Het geheele jaar geopend.
5 minuten van het station en stoombootlandingsplaatsen, van onds gerenommeerd
burgerljjk familiehotel, nieuw vergroot en modern ingericht. Kamers met Bad
en Toilet. Uitstekende keuken. Pension vanaf 8 frano. B\j voorkeur door Hollanders
bezocht. Bijzondere condities voor Families en Vereenigingen. Prospectus bii
den eigenaar F. FURLER.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie boschrijke terreinen.
Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon.
Inlichtingen M.üDE VELUWE",Nunspeet.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Concessionnaires,
Sauter & Polis, Maastricht.
groote beteekenis, omdat hij zijn misvatting
als'" fundament [voor het grootste gedeelte
van zijn analyse gebruikt. De heer Mijnssen
zegt o. m. hij (Fedja) erkent Sascha's
bewondering voor hem en diepe
genegenheid die wellicht op de grens staat
van waar de liefde begint, en hij wordt
er door ontroerd." Dit nu is geheel on
juist. De heer Mijnssen bedient zich bij
zijn oordeel van eene Duitsche vertaling,
die alle tekst-aanduidingen van Tolstoïzelf
mist. Tolstoïzegt in het Russisch origineel
bij herhaling dat Sascha j a l o e r s c h" of
t o o r n i g-j al o e rsc h" op Lize is, als
Victor deze laatste maar even de hand drukt
of kust. Sascha is dus positief (en het blijkt
trouwens uit al haar doen, laten en spreken)
op Victor verliefd en haar bezoek bij Fedja
heeft alleen de wanhopige bedoeling hem
weer met Lize te verzoenen, om de toena
dering tusschen Lize en Victor te beletten.
De heer Mijnssen moge bedenkingen hebben
tegen eene bewerking, die geen enkel woord
van Fedja coupeerde er wordt nooit iets
op het tooneel vertoond, hetzij Shakespeare,
hetzij Ibsen, hetzij wie dan ook, zonder aan
zienlijke coupures hij heeft geen recht
een besliste psychologische ontleding te
geven, wanneer hij Sascha's verliefdheid op
Victor verwaarloost.
Hoogachtend,
Uw D w.
HERMAN HEIJERMANS
Waarde vriend, De Duitsche vertalingen
van August Scholz (J. Ladyschnikow Verlag,
Berlin) en Fred. M. Balte (Leipzig, Philipp
Reclam Jun.) en de Fransche vertaling van
N. Minsky en H. Laillet (Paris, Nelson
Editeurs) geven mij gelijk. Wijs mij eens hier
de plaatsen in het Russische origineel aan
waar gij u op beroept. Maar doen!
FRANS MIJNSSEN
* * *
Rembrandt's Meesterwerk
Rembrandt's meesterwerk, de Nachtwacht,
verheugt zich den laatsten tijd weer in veler
belangstelling, en wel helaas om zijn lang
zamerhand weer dof worden.
De laatste restauratie van de schilderij,
waardoor zij weer in volle Glorie aan ons
vertoond werd, heeft niet lang mogen stand
houden. De conclusie die wij daaruit kun
nen trekken is, dat deze restauratie van niet
genoeg ingrijpenden aard is geweest; wil
een blijvend resultaat verkregen worden,
dan dient een gedeelte der oude vernislagen
te worden verwijderd; zonder dat zal het
dachte door zijn brein flitste: Zou ik dood
zijn, daar men mij niet ziet ?" Een afzich
telijke impressie schokte hem uit zijn
verdooving wakker: terwijl hij op den muur
keek, waartegen zijn gezicht leunde, meende
hij, tegenover de zijne, twee bloeddorstige
oogen te zien, die hem bespiedden !... Hij
wierp plotseling het hoofd achterover in
radeloozen angst, zijn haren rezen te berge!...
Maar neen ! neen. Zijn hand had, door de
steenen te betasten, hem uit den waan ge
holpen ; 't was de weerschijn der oogen van
den inquisiteur, die nog in zijn oogappels
lichtte, en die hij op twee vlekken van den
muur had teruggekaatst.
Vooruit! Hij moest zich reppen naar dat
doel, dat zijn (ongetwijfeld ziekelijke) ver
beelding hem voorspiegelde als de verlossing,
naar die schaduwen, waarvan hij nog slechts
ongeveer een dertig passen verwijderd was.
Hij ging dus zijn lijdensweg weer op, sneller,
op zijn knieën, zijn handen en zijn buik, en
weldra kroop hij het donkere gedeelte van
dien verschrikkelijken gang binnen.
De ellendige voelde eensklaps koude boven
op zijn handen, die op de tegels rustten;
deze kwam van een hevigen tocht, welke
onder een deurtje, waarop de twee muren
uitliepen, doorblies. Och God! als dat
een buitendeur was!
Over het heele wezen van den
jammerlijken vluchteling kwam als een duizeling
van hoop! Hij onderzocht ze van boven tot
onder, zonder ze goed te kunnen
onderDELAUNAY BELLE1LE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd- Agent roor Nederland l
J. LEONARD LAHB,
AMSTERDAM.
HAEMOFERRIN
Het nieuwe Staalpraeparaat.
Omtrent dit nieuwe bloedvormende
Staalpraeparaat, dat onder de versterkende
middelen terstond een eerste plaats heeft
ingenomen, kunnen wij nog het volgende
mededeelen.
De moderne wetenschap leert ons dat het
resultaat van alles wat men doet maar
tijdelijk zijn.
En mag dat voor zulk een meesterwerk?
Ik zou zeggen: duizendmaal neen!
HARRIJ HEIJER,
Restorer of old Paintings
Geen Lord
Mijnheer de Redacteur.'
In de N. R. Ct. meende ik het bericht
reeds te hebben gelezen, maar buiten zijnde
in het Geldersche, vind ik in de Koerier"
bevestiging ervan. Daar zie ik, dat uit naam
eener Nederlandsche ambulance aan den
Koning van Montenegro getelegrafeerd wordt
door een Engelsch onderdaan ! Tenminste
het is geteekend Lord Thomson. Zullen wij
dan steeds aan buitenlanders patronage opdra
gen van echt Nederlandsche daden?
In uw blad, dat zich het hooghouden van
ons Nederlanderschap ten doel stelt, meen
ik dit protest op zijn plaats.
Met dank voor de plaatsruimte,
?»Hoogachtend,
29 April '13 Uw dw. dr.
P. VAN WEEZEL DURA
Het protest zou op zijn plaats kunnen zijn.
De heer Dura is het slachtoffer van een
veradellijkende (en verraderlijke) drukfout.
De onderteekenaar is nog geen LordThomson,
maar heet Nord Thomson en woont te Am
sterdam: Consul van Perzië. RED.
Tentoonstellingen en Veilingen
IN DE KUNSTHANDEL DE PROTECTOR",
ROTTERDAM, Zuidblaak 70a, zijn van l tot
19 Mei tentoongesteld werken door T h.
Qoedvriend en E d. Houbolt.
*
miiiiiMiiinMMiiMjiimiiMHmiiiiMimimiiiiiMiiiiim
scheiden in de somberheid rondom hem.
Hij tastte: geen grendels, noch slot. Een
klink! Hij ging overeind staan; de klink
zwichtte onder zijn duim; de stille deur
draaide voor hem open.
* * *
Alleluia!" mompelde de rabbijn met een
geweldige zucht van dankbetuiging, toen
hij, op den drempel staande, alles zag wat
hem verscheen.
De deur had hem toegang verleend tot
tuinen, onder een sterrennacht! tot de lente,
de vrijheid, het leven!
Dat alles kwam uit op de nabijgelegen
vlakte, die zich verder uitstrekte tot de
sierra's, wier kronkelige blauwe lijnen zich
afteekenden tegen den horizon; daar, dal
was de redding! O! vluchten! Hij zou
den heelen nacht loopen in die
citroenbosschen, welker geuren tot hem doordrongen
Eenmaal in de bergen, zou hij gered zijn
Hij ademde de goede heilige lucht in; de
wind gaf hem nieuwe krachten, zijn longen
herleefden! Hij hoorde, in zijn verruimc
hart, het Veni foras van Lazarus! En om
nogmaals den God te danken, die hem deze
barmhartigheid bewees, strekte hij zijn armen
voor zich uit, terwijl hij de oogen naar '
firmament ophief.
't Was een verrukking.
Toen meende hij de schaduw van zijn
armen naar zich toe te zien komen;
hij meende te voelen, dat die
schaduwarmen hem omringden, omstrengelden,
De Memorie In zake de oprichting
eener NEDERL.
HANDELSHOOGESCHOOL te Rotterdam"
is gratis verkrijgbaar gesteld
te Amsterdam: bQ SCHELTEMA &
HOLKEMA'S Advertentiebureau en
Boekhandel, Rokia 74/76;
te Arnhem: bQ den Heer S. GOUDA
QUINT, Bakkerstraat 17;
te Dordrecht: bij de firma BLÜSS
& VAN BRAAM, Voorstraat 212;
te Enschedé: bjj de firma M. J. VAN
DER LOEFF, Langestraat 13;
te 's-Gravenhage: bfl de firma W. P.
VAN STOCKÜM & Zn , Buitenhof 86;
te Groningen: bij de N. V. Erven P.
NOORDHOFF'S Boekhandel en
Uitgeverszaak, Oude Bot erin ges t raat 12;
te Haarlem: bij den Heer H.N.MUL,
Kruisstraat 25;
te Leiden: bij den Heer S. C. VAN
DOESBÜRGH, Breestraat 14;
te Rotterdam: bij de N. V. H. A.
KRAMERS & ZOON'S Boekhandel,
Gelderschekade 26;
te Utrecht: bfl de firma J. G. BROESE,
Oufle Gracht T. Z. 5.
ijzer het essentieele bestanddeel van ons
bloed uitmaakt, daar het de functie heeft,
de zuurstof uit de longen op het lichaam
over te dragen. Waar derhalve bloedvorming
noodig is, is aanwezigheid van een voldoende
beschikbare hoeveelheid ijzer voor het
lichaam een eerste vereischte. Nu is onder
normale omstandigheden het ijzergehalte van
het menschelijk voedsel voldoende om in de
behoeften van het lichaam te voorzien. Iets
anders is het wanneer onder bijzondere
omstandigheden, bij regelmatig groot bloed
verlies, na bevallingen, na ernstige ziekten
of door andere oorzaken er een tekort aan
bloed ontstaat. Hier moet door kunstmatige
toediening van ijzer het evenwicht hersteld
worden. Ofschoon nu het lichaam in staat
is, het benoodigde ijzer onder velerlei ver
schillende vormen tot zich te nemen, is het
ter verkrijging van gunstige resultaten toch
van groot belang, dat het toegediende ijzer
zich in een vorm bevindt, waarin het zonder
verdere omzettingen, dus zonder verderen
arbeid van het lichaam te vergen, door den
darmwand kan worden opgenomen. Onder
zoekingen op dit gebied door verschillende
geleerden gedaan, hebben aangetoond dat
toegediende ijzerpraeparaten in het
maagdarmkanaal worden omgezet in ijzer-eiwit
verbindingen, welke als zoodanig tot resorptie
(opzuiging door den darmwand) komen. Het
voor de vorming dezer eiwitverbindingen
noodige eiwit wordt waarschijnlijk door den
celinhoud der maag- en darmslijmvliezen
geleverd. Hierdoor laten zich de schadelijke
bijwerkingen verklaren, welke de toediening
van velerlei ijzerpraeparaten tengevolge heeft.
Hoewel men nu getracht heeft, deze scha
delijke bijwerkingen te vermijden door het
ijzer als ijzer-eiwitverbinding aan het lichaam
toe te dienen, bleek het, dat hiermede de
moeilijkheid niet was opgelost, daar deze
kunstmatige ijzer-eiwitverbindingen in de
maag en in den darm tot onoplosbare ver
bindingen worden omgezet, welke niet tot
resorptie kunnen komen.
Eerst, nu men er in geslaagd is, een
verbinding der natuurlijke, zich in het bloed
bevindende eiwitstof (serumalbumine) met
ijzer tot stand te brengen, kan dit zoo be
langrijke vraagstuk van de toediening van
ijzer aan het lichaam als opgelost beschouwd
worden, daar deze ijzerverbinding noch door
het maagsap, noch door het darmsap scha
delijk beïnvloed wordt, doch zonder verdere
omzetting tot resorptie (opname) door het
lichaam, geschikt is.
Op deze vinding berust de samenstelling
van het nieuwe staal-praeparaat
Haemoferrin" en het is hier aan toe te schrijven,
dat de resultaten door zeer vele Nederland
sche artsen met de toediening van dit
praeparaat bij hunne bloedarme,
bleekzuchtige en zwakke patiënten verkregen, zoo
gunstig zijn als tot dusver met geen andere
versterkende middelen bereikt werden.Vooral
ook tegen pijnlijke menstruatie, waaraan tal
van meisjes en vrouwen lijden, is
Haemoferrin" een uitnemend middel.
Dit praeparaat, dat door Dr. H. Nanning's
Pharmaceutisch-Chemische Fabriek te
's-Qravenhage bereid wordt, overtreft de tot dus
ver gebruikelijke bloed- en staalpraeparaten
verre in werkzaamheid en biedt bovendien
het voordeel, dat het noch in uiterlijk, noch
in smaak of reuk ook maar eenigszins aan
bloed herinnert en dientengevolge zelfs door
kinderen gaarne en zonder tegenzin geno
men wordt. Het is aangenaam van smaak,
wekt in hooge mate den eetlust op en werkt
niet stoppend op de spijsvertering. Daar het
geenerlei schadelijke bestanddeelen bevat,
kan het zonder bezwaar langeren tijd achter
elkaar gebruikt worden.' (Adv.)
en dat hij teederlijk tegen een borst werd
aangedrukt. Een hooge gedaante stond
werkelijk naast de zijne. Hij keek er
vertrouwvol op neer en bleef hijgend staan,
uitzinnig, met somberen blik, rillend, de
wangen opblazend en zeeverend van ont
steltenis.
Ontzetting ! hij rustte in de armen van
den Groot-Inquisiteur zelf, den eerwaardigen
Pedro Arbuez d'Espila, die hem aanstaarde,
de oogen vol dikke tranen, en als een goede
herder.die zijn verdwaald schaap wedervindt!
De sombere priester drukte den
ongelukkigen jood met zulke vurige liefdedrift tegen
zijn hart, dat de punten van het monachale
boetekleed, onder de pij, de borst van den
dominicaan doorploegden.
En terwijl rabbi Aser Abarnabel, de oogen
onder de oogleden verdraaid, tusschen de
armen van den ascetischen dom Arbuez van
benauwdheid reutelde, en onduidelijk be
greep, dat al dephasen van den noodlottigen
avond slechts een vooraf bepaalde foltering
waren, die van de Hoop.' fluisterde de
GrootInquisiteur hem in 't oor, op een toon van
vlijmend verwijt en met verbijsterden blik,
met schroeienden en door vasten bedorven
adem:
Wat nu, mijn kind ! Op den vooravond
misschien der verlossing wildet gij ons
verlaten!
* * *