Historisch Archief 1877-1940
4 Mei .'13. No. 1871
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Het hoofdgebouw van de Dalcroze-school te Dresden
De Dalcroze-school en haar bijgebouwen
't Was in de Paaschvacantie...
't Was in de Paaschvacantie, Ik was
juist 's avonds in Parijs aangekomen.
Daar, :onder de duizend en n schreeu
wende reclamebilletten, die zich dadelijk
aan de oogen opdringen zoodra men
maar 'n voet buiten 't station heeft, viel
mij een vaak geziene figuur in 't oog.
't Was een der bekende Dalcroziaantjes,
in een mooie gestrekte houding, 't Billet
was al half weggescheurd; bij 't voorbij
snorren kon ik nog maar net even lezen:
Thédtre Anfo/ne, Mercredi
prochain,Aiafjnée Jaques Dalcroze.
Je treft het bizonder" zei mij 'n be
kende schilderes die mij afhaalde, We
staan hier in Parijs momenteel in het
teeken van den dans. Loïe Fuller is bezig,
Duncan en Dalcroze. 'k Geloof dat het
met een of ander physiek congres samen
hangt, maar ik kan 't mis hebben!"
Nu ze had het mis, want het
samentreffen van de drie grootste autoriteiten op
het gebied van den Rhythmus was 'n
puur toeval. Maar^voor mij een gelukkig
toeval.
Dadelijk, den volgenden morgen, nog
voor het opengaan van het bespreek
bureau, spoedde ik mij naar het Théatre
Antoine.
O Hemel, 'n file! nu kom ik er per
slot nog niet eens in \ Maar de file bleek
te wezen voor het tooneelstuk en vogue,
dat dien avond voor de zooveelste maal
gegeven weïd. Töi>ik:gihdeli]k voor het
loket kwam en een entree vroeg voor
de Dalcroze-matinée van Mercredi
prochain" keek de bureauliste mij aan alsof
ik haar gevraagd had, wat ze van de
Turksche quaestie dacht. Vervolgens dic
teerde haar gezicht 'n: daar heb je
nou weer een van die stomme provin
cialen, die nooit op de hoogte zijn!" en
mij behandelend alsof ik lucht ware,
zei ze: qui suit?"
Waarmee ik afgehandeld was.
Maar ik weerde me ; ik wou naar Dal
croze en polste zoo eens hier en daar
in de file. Iedereen was zeer hoffelijk
en zér woordenrijk, maar niemand kon
mij ook maar in 't minste iets meedeelen
omtrent 'n Matinée-Dalcroze.
O Parijs, wat leeft ge akelig snel'.
Daar mengde zich ineens de portier
in 't gesprek met 'n zeer expressief ge
zicht' en gebaar.
Ah!! maintenant je comprends! Vous
voulez dire ce monsieur de Dresde qui
faisait danser des petitesfilles routes mies!"
?
Ah oui, je me rappelle c'est bien
lui. Il les fit danser Mercredi passé!
Maintenant il est parti pour l'Egypte,
pour les faire danser en Japon'1.
l l !"
Tl ? ' '
Ik liet de geografische kennis van den
portier maar voor wat ze was en trad
in geen verdere discussies. De gedupeerde
provinciale had onder de snedige
Parijzenaars al mér attentie verwekt dan
haar lief was.
Zoodat ik Dalcroze niet zag.
Maar drie dagen daarna zag ik Isadora
Duncan in het enorme Palais du
Trocadero, waar drieduizend vijfhonderd
menschen in spanning zaten te wachten op
haar komst. Ter zijde gestaan door 'n
heelen stoet van 'musici, een gïoot koor,
een beroemd tooneelspeler, een beroemden
tenor en 'n zeer vervelenden conférencier,
die het voortvarende Parijsche publiek
zóuitputte met overbodig geredeneer,
dat men hem per slot van. het podium
af siste, gaf Duncan dien avond een
voorstelling van Gluck's. Orpheus.
Veel zou ik hierover kunnen schrijven
maar ik acht het nu het moment niet.
Van de gansche uitvoerige, gecompli
ceerde reproductie van Gluck's meester
werk heb ik als mijn sterksten indruk
alleen bewaard : het stralende,
kinderlijkblije, jonge gezichtje van Duncan toen
ze, als over bloemen, voortschreed in:
das Gefilde der Seligen, op die gedragen,
teere melodie:
53~45ïi 15Ï76 56545 432 i i enz.
Den avond van Loïe Fuller in het
schitterende Théatre van Gabriel Astruc
kon ik helaas niet meer bijwonen. Mijn
vacantie was ten einde en we moesten
weer aan 't werk. Travailler, youp!
c'est la Vie!" zegt het liedje van Dalcroze.
Toch beleefde ik Loïe Fuller. En hoe!
Van 3 tot 6 uur zag ik haar in haar
volle, machtige articiteit op 'n repetitie,
waarbij ze me had uitgenoodigd. Hoe
ik haar daar met 20 engelsche
leerlingetjes aan 't werk zag, ik zou er een
apart opstel aan willen wijden. En 't kan
zijn, dat ik daar nog wel eens toe kom;
want ik hoorde verluiden, dat ze uitge
noodigd is om in October a.s. met haar
hoogst artistiek troepje naar Amsterdam
te komen.
Nu zij 't genoeg dat ik vermeld, hoe
ze repeteerde voor een Soiree de Gala
in het Théatre des Champs Elysées.
(Hetzelfde gebouw waarin Mengelberg
met het koor van Toonkunst optreedt).
Loïe Fuller zal daar, begeleid door het
compleete Elysée-orchest, onder leiding
van den fijnzinnigen jongen directeur
Inghelbrecht, juist hedenavond, niet meer
of minder dan: Les Nuages en Les
Sirenes uit de Nocturnes van Debussy
met haar leerlingen uitvoeren! Wat ik
er van zag, was zóorigineel van
conOefeningen in rhythmische gymnastiek te Hellerau
Zonnebad bij de Dalcroze-school
ceptie en zoo betooverend van lijn en
kleur.... dat ik vandaag al mijn liefde
voor mijn klassen heb moeten te hulp
roepen om niet in eens naar Parijs te
clipseeren en de nieuwste creatie van
deze wónder-begaafde en fijn-intuitieve
kunstenares met mijn eigen oogen te
gaan aanschouwen.
Het is een durf wat ze begint!
Maar.... zij begint liet.... dat zegt
veel, zoo niet alles.
Doch ik mag niet langer bij mijn
herinneringen verwijlen en moet er nu
eens aan denken mijn belofte te ver
vullen !
Men heeft mij n.l. gevraagd Dalcroze's
Demonstraties in te leiden, en als zijn
trouwe représentante, voldoe ik gaarne
aan dat verzoek.
Jaques Dalcroze geeft met zes leer
lingen Zondag 4 en Maandag 5 Mei
een demonstratie van Rhythmische Gym
nastiek, onder de auspiciën van het
nieuwe en zeer actieve Theater- en
Concertburean Bossard,te Amsterdam. De de
monstraties, beide dagen dezelfde, hebben
plaats in de Congreszaal van de Tentoon
stelling: de Vrouw, die daarmede de
reeks van haar Matinée's opent en die
ik met deze gelukkige greep feliciteer.
Een uitstekende introductie om met
Rhythmus aan te vangen....
En nu vraag ik mijzelven af: is het
eigenlijk nog wel noodig om deze
Dalcroze-Demonstraties in te leiden? Holland
is nu toch langzamerhand wel op de
hoogte van wat de groote paedagoog
ons brengen komt. Wij allen, zijn vol
gelingen, hebben het tot vermoeiens toe
uitgeroepen.
Buitendien is naar mijn bescheiden
meening de Demonstratie, die ik
gepasseerden zomer met mijn leerlingen
gaf tijdens het Nationaal Muziekcongres,
de geschikste introductie geweest, die ik,
naar mijn krachten, Mattre Jaques heb
kunnen bereiden.
Tóch kreeg ik bij al den streelenden
bijval van den vollen schouwburg nog
sterk den indruk destijds, ook gedeelte
lijk in de pers, dat het Dalcroze-werk
toch eigenlijk meer bewonderd dan wel
begrepen werd.
En dat is geen wonder, 't Is al vaak
gezegd: al zijn de toelichtingen nog zoo
klaar, voor iemand die de rhythmische
gymnastiek al is 't maar voor korten
tijd niet zelf geprobeerd heeft... voor
die blijft zoo'n demonstratie toch in
hoofdzaak voortleven als:
o Ja!.... dat was die matinee met al
die draaiende armen en beenen .... je
werd er op't laatst formeel suf van, hè?"
Lezer, zeg eens eerlijk of 't niet
waar is?
Maar gedachtig aan het: f'rapper
toujours, wil ik toch nog eens wijzen op
de gelegenheid, die men nu krijgt' om aan
de bron zelf z'n dorst naar inzicht te
lesschen en dan-dadelijk de volgende
week te gaan studeeren natuurlijk!
- Als mode-artikel zal de R. G. nu, hoop
ik, gauw uitgediend hebben, en dan zal
overblijven wat voor mij altijd de kern
geweest is: de prachtige aanvulling die
de R. G. is bij het muziekonderwijs.
Die kant het uitgangspunt van Dal
croze trouwens is mij in zijn werk
altijd het liefste geweest, en is dat neg,
in weerwil van de groote vlucht die het
Hellerau'sche Instituut tegenwoordig
neemt in de richting van den dans en de
tooneelkunst, ofschoon ik ook daarvoor
'n groote bewondering koester. Maar
Hellerau is langzamerhand geworden wat
ik zou willen noemen de Academie van
den Rhythmus, de hoogere leerschool
voor hen, die in het vak geheel opge
leid willen worden. Voor gewone leer
lingen is het Lager Onderwijs in de
Rhythmische Gymnastiek, waarvan de
beteekenis voor de opvoeding niet te
onderschatten is, voldoende. Op het
eerste knoopsgat komt het aan; wie
dat overspringt, komt met het
toeknoopen nooit goed klaar, zegt Vader Cats!
En nu zullen wij Dalcroze juist met
die eerste knoopgaten bezig zien, morgen.
Zijn programma ligt voor mij. Het
omvat: de Accenten en de Maatindeeling;
oefeningen voor den Spontanen Wil;
Het van binnen luisteren; het weergeven
der verschillende Notenwaarden en
Rhythmen; de Onafhankelijkheid der
ledematen onderling; Versnelling en
Verbreeding van 'n rhythme, Plastisch
Contrapunt, Pplyrhythmiek en Schakee
ring in beweging en kracht.
Dan volgen het rhythmisch en plastisch
Uitdrukkingsvermogen, waaraan 'n reeks
oefeningen verbonden worden, gedeelte
lijk ingestudeerd, gedeeltelijk geïmprovi
seerd.
Tot slot zal Dalcroze demonstreeren
hoe hij op muzikaal terrein werkt, en den
toonzin bij zijn leerlingen ontwikkelt.
Heel intressant dat alles, vooral door de
manier waarop de als Causeur beroemde
Dalcroze de oefeningen mondeling toe
licht. 8
Ik hoop dat wij alles krijgen wat het
programma belooft. Maar de mededeeling
dat D. zich het recht voorbehoudt, des
noods enkele nummers te laten vervallen
geeft te denken. Trouwens: on
connait Ie mattre ! Spontane invallen hooren
bij zijn persoon en ... met programma's
heeft hij altijd op een gespannen voet
gestaan! Niet erg. Per slot is
spontaneïteit toch het beste in een kunstenaar.
Waar ik nog eens uitdrukkelijk de aan
dacht op wil vestigen is: het feit, dat
er nu in Hellerau een opleidingsschool
is, waarop van meet af aan en syste
matisch, opgewekt en ontwikkeld wordt:
het vermogen om zich plastisch uit te
drukken, om het lichaam teleeren spreken;
een school met 'n
wetenschappelijk-rhythmische basis, waarin Dalcroze zich ook
stellig onderscheidt van Loïe Fuller en
van Isadora Duncan.
Een paar studiejaren in Hellerau zijn,
voor zangers en instrumentalisten en
vooral ook voor toekomstige dirigenten
een voorrecht, dat nog niet half genoeg
gewaardeerd wordt.
In Parijs zag ik laatst nog op de fees
telijke, aan fransche muziek gewijde
openingsavond van het Théatre Astruc,
zes verschillende componist-dirigenten
aan 't werk. Eén maar was er prettig om
naar te kijken; harmonisch in bedoeling
n uiting. De anderen deden of te-weinig
f te veel met hun lichaam.
Ja... zijn krachten conomiseeren is
en blijft, naar alle richtingen, toch maar
een moeielijke opgave....
Welnu, het A. B. C. van die benijdbare
kunst zullen we deze week bij Dalcroze
kunnen leeren. \
Collega's, op!
CATHERINA VAN RENNES
Utrecht, Mei 1913
* *
iiiiiMntiiiiiimiiiii
Muziek in de Hoofdstad
Post festum
Geen herinneringen dan de frenesieën van
het Donderdagavond-aplaus, toen de prijzen
werden uitgedeeld, en de furia van Zondag
middag na Mahlers Achtste. Ontroeringen
geene, tenzij de heftige vibraties in de
klankcataracten van den Veni Creator Spiritus.
Das Lied von der Erde, een lied van dood
en wanhoop, heeft te vergeefs geworsteld
tegen de fanfares en fanfaronnades, nadat
tallooze redevoeringen en burgerlijke odes
hem, die wachtte op muziek, onaangenaam
-beroerd hadden. Het is dan ook de tijd niet
om over dit werk te schrijven, welks eene
helft door 't wegblijven van den tenor ge
coupeerd moest worden.
Zaterdagavond Verleden en Heden: R
ntgen aan 't klavier, Mengelberg aan den lesse
naar. De pianist van Beethovens 4e piano
concert een weinig smachtend, sentimenteel
in plaats van lyrisch, eenzijdig en vooral
star, de dirigent soepel, exuberant
kleurenfantast, poëtisch melodiseerend. En Beet
hovens Negende is een willig factotum, men
viert er alle feesten mee en dat wordt een
beetje vervelend.
De Achtste van Mahler is op nieuw be
dorven door den heer Felix Senius. 't Vorig
jaar was Mengelberg gebonden door de
eischen van den uitgever... om dezen solist
te nemen. Nu ook? Dat zou verregaand
zijn. Wanneer Senius eene g moet halen
bralt hij reeds; brallen is hier niet alleen
onomatopee doch de letterlijke term. De
Amsterdamsche critiek is algemeen gebeten
op Dr. M. Romer, en ik ook, maar niet zoo
hardhoorig om niet te merken dat Romer
verre van mooi, Senius echter verfoeilijk
en barbaarsch zingt. Wat te denken van de
Duitsche critiek die dezen dempigen
gorgelaar prijst en aanbeveelt? Ik begrijp niet
dat Mengelberg, die weinig vriendelijkheden
ondervindt van de Duitsche pers, zulken
knoeier en creatuur in zijn ensemble duldt.
Het feest is gelukkig geëindigd op een
louter decoratief achtergrondje van
twintigste-eeuwsche muziek-beoefening. Met
veel takt zijn de regisseurs de kleingeestige
partijbelangen en twisten van ons leven
ontloopen en er werd geen enkel
Nederlandsch werk op de programma's geplaatst.
Dat een meester als Diepenbrock aan der
gelijke manoeuvre ten offer moest vallen
is wel wat pijnlijk.
29 April
MATTHIJS VERMEULEN
Oplossing Vraagstuk
Twee weken geleden vroegen wij de op
lossing van het volgende vraagstuk :
Wie, die nog altijd gelooft aan het axio
ma, dat de kortste .weg tusschen twee pun
ten de rechte- lijn is, duidt aan een mier,
welke zich bevindt op punt A., den weg aan,
dien zij volgen moet om, slechts veertig
meter afleggend, op punt B. te belanden ?
Het blok is van hout en de mier moet de
oppervlakte blijven bewandelen."
Vele duizenden heeft dit vraagstuk bezig
gehouden, maar, omdat het... puzzlig is,
slaagden slechts weinigen er in het op te
lossen. Een enkel inzender, de heer H. van
6M bM
< 6M X 6M X
Riezouw te Amsterdam, heeft de moeilijkheid,
op een taalkundig niet geheel verdedigbare,
maar toch wel aardige wijze omgaan.
Hij heeft ons geantwoord : De mier loopt
l meter omhoog, daarna 30 meter over het
heele blok heen, vervolgens 8 meter in de
richting van punt B., laat zich dan vallen
en klimt weer l meter omhoog tot aan ge
noemd punt B.; een val van 4 nieter is
voor een mier niet doodelijk". Misschien is
dit juist. Maar onjuist lijkt ons (alle eer
latende aan de vondst) dat een mier, langs
een weg vallend, dien weg niet zou afleg
gen". Van een zeilend schip, van een
vliegenier die zweeft, van een ster die valt
zegt men dat ze een weg afleggen".
.foe eenige geheel juiste oplossing is de/.e :
Men denke zich een oogenblik het blok hout
als een kartonnen doos, die open te klappen
is. De hieronder gegeven teekening duidt
12
30
12
50
12
246+12 + 6=24
1 +30 + 1 =2>Z
+ 32* = A B2
dan aan hoe de kortste weg tusschen A. en
B. werkelijk een rechte lijn blijft, maar niet
de rechte lijn, die in zijn grootste gedeelte
evenwijdig loopt met de langste zijden van
het blok, zooals men op 't eerste gezicht
zou meenen, doch de rechte lijn, die rechte
lijn is op het vlak gedachte blok, maar op
het werkelijke een slingergang maakt over
vijf vlakken : aldus veertig meter
omspanDichterlijk Bloc-note
DE PEN
Aan het Jufje,
gezegd: De Vrouw"
Al uw pennen moet ik haten,
Sinds de brei-pen rust voor goed:
Om uw middel woudt gij 't laten,
Nu bevecht ik ze op uw hoed!
Lacie, dat uw vinnigst pennen
Met geen pennen is te schennen :
In roman, vers en brochure
Moeten we ns gepen bezuren
En der pennen pen verduren.
DIAMANTSLIJPER
nend. Sommigen zonden ons in kurk, ande
ren zonden ons in karton heele doozen ter
uitduiding van hun vondst! Er is op ons
bureau materiaal voor een klein landhuis.
De geheel juiste oplossing vonden, in
alphabetische orde genoemd : a2 + b2 =:
cte Veenendaal, F. BI. te L., H. E. Boer te
Utrecht, Aug. C. C. Buysen te Rosendaal,
C. te 's Hertogenbosch, C. aanboord
Evertsen" den Helder (met de mededeeling, dat
inzender geen beginneling is in het w
gwijzen van mieren, aangezien hij ze reeds
in een Indisch hotel den kortsten weg wees
naar zijn buurmans kamer door zijn eigen
drempel met petroleum te besmeren".) B.
van Geef te Hilversum, Een Dronken Mier
te Bussum (met de mededeeling: dat een
mier alleen in dronken toestand den bedoel
den weg vindt), F. ElinkSterk te Zeist, (met
de mededeeling Op zoo iets eenvoudigs