De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 18 mei pagina 3

18 mei 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

18 Mei 'ia No. 1873 D E A M S f E R D A JVfM E R, W E E KB L A D VOOR NEDERLAND BOUWT TE HUHSPEET. Mooie boMchriJke toi niinn. - Spoor, Tram, Elektrisch licht, Telephoon. Inlichtü«*nM.ü,DEVELUWE",Nunspeet. GRANDS VlNS DK CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionm.ires, Sauter & Polis, Maastricht. DELAIMÏ BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. ???fd-A*e»t Ne4erl»n4i J. LEONARD LAH6, Stadhouderskade, iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii huis terugkeren. Hoor nu, vrouw Kouvarina, dat zijn alles leugens. Ze hebben onze mannen belasterd en ze hebben het zelfs in de krant gezet. Maar de minister heeft gezegd dat het alles laster was. Vrouwen, luistert nu naar mij, want ik ben de oudste: stuurt je kinderen naar school, laat ze leren; dan zal er ook eens een van ons minister worden en ons verdedigen. M'n kind, zeg niet dat we niet treuren mogen; dat hebben de Spartaanse vrouwen ook gedaan. Maar nu wil ik niet langer klaagliederen horen, want de heilige dagen [het Kerstfeest] komen, maar ik geef liever een raad: mannen, gaat naar Jannina, om onze kinderen te helpen om de Turken te overwinnen." Kunnen de diplonaten in ernst geloven, dat zij aan kinderen van zulke moeders landen zullen onthouden die tegen honderd Grieken enkele Turken tellen? L e i d e n, 2 Mei 1913 D. C. HESSELINQ * * * Iets over baden in den ouden tijd Nu langzamerhand het groote nut van baden wordt ingezien en in vele plaatsen van ons land badinrichtingen worden geopend, waarvan ook de minder bedeelde, hetzij kosteloos of tegen een zeer geringen prijs, kan gebruik maken, zal menigeen gaan denken: wij gaan toch vooruit, al is het langzaam. Maar "toch waren onze voorvaderen heel wat verder op dat gebied. Reeds in de middeleeuwen werd het baden als zeer bevordelijk voor de gezondheid erkend. Een christelijke vermaning" te Mainz in 1513 in 't licht verschenen, beveelt het baden aan om gezond te blijven, zich te reinigen en vroolijk van gemoed te zijn; als Gode welgevallig en nuttig voor den arbeidenden mensen". De gewoonte, die bijna iedereen in Duitschland in de ,15e eeuw volgde, van minstens tweemaal in de maand een bad te nemen, bewijst reeds hoe het groote volksbelang werd ingezien. Voor eenige penningen kon men-toen reeds een bad nemen. Lu beek had in het laatst der dertiende eeuw in elke straat een badkamer. In het laatst der vijftiende eeuw waren er in Ulm 11, in Neurenberg 12, in Frankfort a/M. 15, in Weenen 29 badkamers, leder handwerksgezel nam Zaterdags een bad, en kreeg daarvoor vroeger vrijaf dan op gewone werkdagen. Hij kreeg daarvoor, evenals de leerjongen, een badgeld", dat met ons tegenwoordig drinkgeld zou kunnen verge leken worden. Zijn lichaam rein houden, doet de ziel goed" zegt de bovenvermelde christelijke vermaning, en daarom beijverde men zich ook de weldaad van een bad voor de onbemlddelden en armen bereikbaar te maken. Te Frankfurt a/M. deelde de burgemeester in het begin der vijftiende eeuw eiken Zaterdag zoogenaamde Badpenningen" uit, die de itiiiHiinniiW'iiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiuiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiHiii een deftig snuit, en rammel eens netjes met de hand in je zak, altijd een paar riksjes los, dat klinkt. Chauffeur, even naar de Hoogstraat." Tikt aan z n pet: Bestig meneer, welk nummer?" Dat weet ik niet, 'k zal wel kloppen." Ik er in. Wat leg je daar echt in de kussens, lang uit over de bank, kranig. Neen, dat staat niet, netjes zitten. Nou kan ik net zooveel apennootjes koopen, als ik wil. Klop! klop! Zeg Chauffeur, 'k mot er uit." Hij denkt, geloof ik, dat ik gek ben. Hier er uit ?" la zeker hier, 't is de winkel, daar ik altijd apennootjes koop." Zeg baas, geef me eens voor een rijks daalder. Wabblief, zoo'n groote zak heb ik niet. Wil ik 't ook laten thuisbrengen." Thuis brengen? Bij me vader? hij zou me zien aankomen, en onwillekeurig voel ik naar m'n ooren. Nee baas, dat gaat niet, geef dan maar wat minder, den rijksdaalder kan je toch krijgen. Hij kijkt ook al of ik gek ben. Nou gauw wat, de auto wacht. De auto... ? Het grauwe mannetje buigt nederig: 'k Zal u trek helpen, meneer." En van den haast scheurt hij twee zakken in; eindelijk schudt hij een oude koffiezak vol, tot groote verbazing en verontwaardiging van mijn chauffeur, die voor het raam staat te kijken. Zie zoo, zet maar in de auto; of heb jij trek, chauffeur?" Nu twijfelt de chauffeur niet meer. Niet, nou dan heb ik wat beters voor je." Ik grijp in me zakken, en vind een por tefeuille. Allemendig, wat een geld. Bankjes van alle soorten. Hier chaffeur, voor een fooi," en ik werp hem een bankje van ? 40.?toe. Hij denkt nu nóg zekerder met een gek te doen te hebben. Maar met een goedgeefschen gek, ie;,twooMHUY5"ei AMSTERDAM. Z$®ARM HEM VIJZELSTRAAT-HEERENGRACHT.- ROGGESTRAAT. COMBINATIE f 25OO. SALON-HUISKAMERr SLAAPKAMER-LOGEERKAMER m VIER VOOR DIT DOEL SPECIAAL INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD, lllllllllllllllllllllflIlllllllltllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItllltllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllll armen voor niet kregen om van de openbare badinrichtingen gebruik te maken. Weldadige menschen vermaakten in hun testament legaten, die besteed werden om jaarlijks op hun sterfdag aan armen kosteloos een bad te laten geven. Dergelijke legaten heetten, overeenkomstig met de zielmissen, Zielebaden", waaraan in den regel ook nog een goed maal verbonden was. Deze zielebaden waren in de vijftiende eeuw zeer geliefd. Bij velen was de bepaling, dat de armen jaarlijks viermaal, of zelfs maandelijks, ook wel wekelijks, recht op een bad hadden. Te Neurenberg was in het jaar 1516 het aantal zielebad-stichtingen zógroot, dat de raad besloot voortaan zulke testamentaire beschikkingen voor de stad niet meer aan te nemen. De Rabburger schoolverordening van 1480 schreef voor, dat arme schoolkinderen eiken Woensdag naar het bad gebracht moesten worden. Behalve de openbare badkamers had echter bijna elke woning van een tamelijk welgesteld handwerkman zijn huisbadkamertje", ten gebruike van het gezin. In 1849 telde men driehonderdachtenzestig zulke badkamers, waarvan de inrichting en Jiet gebruik den arbeiders ook werd aanbevolen, omdat in de andere badinrichtingen niet zelden onbehoorlijkheden voorvielen. Natuur lijk waren er, zooals men vroeger dwaze voorschriften vaststelde voor dergelijke open bare instellingen, ook bepalingen voor het nemen van baden. Eenige waren als volgt: Voor het instappen is het een voorwaarde het lichaam te zuiveren, want met een vol en verstopt lijf in het bad te zitten is nadeelig, omdat het baden nog meer stopt. Vooral moet men ook iets gebruiken tot versterking van de maag, de lever en het hoofd, en vooral moeten de lichaamsdeelen, waarvoor het baden schadelijk is, inzonder heid in de gevoelige streek van de lever en de nieren, met rozenbalsem en andere zalven ingewreven worden. Men moet met een bloot lichaam in het bad zitten, alleen het hoofd moet bedekt zijn, met een dubbele kap of met een sluier omhuld, of ook wel met een hoofdzak be schermd, om des te beter voor de baddampen beveiligd te zijn en er niet door bezwaard of benauwd te worden." Die hoofdzakken bevatten: rozenblaadjes, viooltjes, zeebloemen, kamille, corrianderzaad en een weinig kamfer. Men mag ook een pap van rozebladen, met rozenwater, nachtschadewater, zeebloemenwater of iets dergelijks, goed natgemaakt, op het hoofd leggen, of men wrijve het voorhoofd en de slapen met zoete amandelolie, of met blauwe vioololie, of met populeumzalf in. Men moet wel acht geven niet met een plomp of wild in het bad te gaan zitten, maar het lichaam er zachtjes laten inzakken, om een huivering of rilling te voorkomen, waardoor de huid samentrekt de poriën verstopt worden. llllllllMllltlllUltlllllllllHUIIIIIIIIII dus bukt hij haastig naar het papiertje, dat hij van verbazing niet aangepakt heeft, en buigt alleronderdanigst; of neen, onderdanig is geen chaffeur. Hij maakt deftig een soort militair saluut, en bestijgt de machine. Vooruit! Wat een lol zoo in een auto; apennootjes zooveel je wilt. Kijk eens, daar staat Bram van tante Leen. Stoppen! Bram kom mee, dan kan je snoepen zooveel je wilt. Vooruit alweer! Zeg jochie, nou gaan we samen eens lekker poffertjes eten! We stappen uit en die inrichting binnen. Baas, twee bordjes, maar wat gauw; we hebben haast!" Ik leg een rijksdaalder neer. De bedienden gooien de deur voor me open, al buigend, maar met ingehouden lachen, en ik hoor ze, zoodra we in een kamertje zitten, zeggen: Wat een stel! Allen gluren door de ruitjes. Ik zie dat de chaffeur met zijn hand naar het voorhoofd wijst. Kan me wat schelen! Ik klop op me borst: Daar zitten ze! Smakelijk eten. Zeg, baas, nog twee, of breng er maar meteen vier." Weer een rijksdaalder. Als koningen stap pen we den winkel weer door langs de verwonderde mannen, de wafelbakker laat het ijzer uit z'n hand vallen. Nou Bram, jij naar huis! Neem dit voor tante Leen mee, en dit voor Oome, en dat voor grootva. Maar niet verliezen." En ik stop hem drie briefjes van ?25.?in z'n knuist. Vasthouden hoor!" Chauffeur vooruit." Maar wacht even: kijk die bleeke oude baas daar; 'k wed dattie in geen tien dagen warme soep geproefd heeft; zeg papa, doe je hier eens van te goed; en nu: vooruit! De oude man staat beurtelings mij aan te staren en het gouden tientje in zijn hand. Ik val in de kussens neer. Zie zoo, dat paar is gepoetst; nou dat De armen en handen moet men zooveel mogelijk in het water houden en ze niet uitslaan, alleen bij het bestaan van lever- of longontsteking mag men de armen bloot laten. In het bad mag men volstrekt niet slapen; men moet ook niet lezen en nadenken, en geen spijs of drank gebruiken, maar zich met vroolijk gesprek, met zingen of schertsen den tijd korten." Aanvankelijk bleef men een uur in het bad zitten; vervolgens dagelijks een uur langer, en na verloop van de eerste week baadde men zeven uren op een dag, over de voor- en namiddaguren verdeeld. Langer dan zeven uren zitten werd niet raadzaam geacht. Op dit hoogste punt bleef men 10?14 dagen, en dan verminderde de badtijd weder. Alleen wanneer de baduitslag", aan welks verschijning veel gehecht werd, zich vertoonde, werd de badtijd nog verlengd, ja, soms gebeurde het wel, dat men den nacht in het bad doorbracht. Anders is echter het baden 's nachts en het slapen in het bad zeer nadeelig" luidde het voorschrift. Daarentegen werd er altijd des voor- en namiddags gebaad en op het bad volgde geregeld een uitwasemingsproces in het bed. Zeer juist is het slot van he,t badreglement: Het bewijs, dat men genoeg gebaad heeft, is, dat men zich beter gevoelt dan vór het baden, in krachten gewonnen heeft en van de kwaal, waarvoor men genezing kwam zoeken, verlost is, kortom, dat men frisch en gezond is." Dan volgt er een spijslijst van de gerechten die tijdens de badkuur geoorloofd waren en gegeten werden. Daaruit blijkt dat men zich voor de vermoeienissen van de geneeskuur aan tafel ruimschoots schadeloos stelde, want de spijzen, die wij vermeld vinden, zouden een chef de cuisine alle eer aan doen. Van gevogelte werd bijvoorbeeld opgedischt: kuikens en jonge hoenders, kapoenen, korhoenders, jonge duiven, wpudduiven, tortelduiven, lijsters, snippen, vinken, enz. Daar entegen waren watervogels,als ganzen,eenden, pelikanen, alsook oude duiven, verboden. H. C. Ingezonden Ambulances en Ridderorden Men schrijft ons van goedingelichte zijde: In Het Dagblad voor Zuid-Holland en 's-Gravenhage" stond dezer dagen te lezen, dat het wegblijven van Prins Hendrik van den feestavond der Nederlandsche ambulance zijn oorzaak vond in eene weigering door de Regeering om eenige door Prins Hendrik voor ambulance-leiders gevraagde ridder orden toe te staan. De Prins zou voornemens zijn geweest de huldiging van de terugge keerde leden der ambulances te leiden en onder den indruk van de weigering der Regeering van het feest zijn weggebleven. Dit is alles iitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilillimlliHliiliiiiillliliiiiiiiMiliiiiiiiiilMlliiiimillii van z'n zoontje op dezelfde kamer. Vooruit alweer. Nou, de chauffeur voort. Harder! roep ik. Daar gaan we. Juist rijdt daar de auto van die trotsche baron van Heemvaart voor ons; die moeten we vooruit halen, de weg is breed en stil. Chauffeur, inhalen! Allemachies, wat een vaart! Vooruit, vooruit! Ja wel, maar bijna tegen een tram aan. We stoppen zóoverhaast, dat de auto over z'n kop heen buitelt, de chauffeur er uit, ik er uit, al de apennootjes over de straat. Chauffeur, hoeveel kost dat ding?" ?25.000?" Alsjeblieft, hier is het, con tant." 't Heele ding leit in mekaar, 't Is zónde van de apennootjes. Intusschen, daar komt de Baron aanrijden. Ho! ho! stoppen! De chauffeur van den Baron ziet een auto liggen, stopt. Zeg chauffeur! ik moet er in!" Kan niet, is van den Baron." 't Doet er niet toe, ik koop de auto." Ja maar, ik ben in dienst van de Baron." Hindert niet; ik neem je in mijn dienst; drie duizend gulden per jaar en vrij koffie." Top!... Ja maar de Baron wil er niet uit." Ik koop hem ook, en gooi hem er uit. Hoeveel is hij waard ?" Nou voor mijn part, nou ik toch in uw dienst ben, niet veel; maar ze zeggen op de beurs drie ton." Ik geef vier". De Baron wil niet verkocht worden." Wel laat hem voor mijn part er in zit ten; hij hindert me niet. Ik ga bij jou voorin. Vooruit chauffeur! Nou niet te hard." Kijk die arme stakker sjouwen met die zak met lorren. Stoppen!" Ouwe vent, kom jij maar in de auto. Waar moet je heen? naar de markt, goed. Binnen is plaats". De Baron wil niet rijden met bedelaars, zeitie. Ik ga naar den ouden stakker, duw Antogarage RENAULT Hallstraat 85?87, Den Haag. Stalling- en Reparatie-Inrichting voor Automobielen Telefoon 2348 Haag: LUZERN. Hotel MONTANA. Het eenigste Hotel eersten rang, verhoogd gelegen. Rustig, stofvrij. Door een particuliere lift met den promenadeweg aan het meer verbonden. LIJZKRN HOTEL WILDENMANN. Het geheele jaar geopend. 5 minuten van het station en stoombootlandingsplaatsen, van onds gerenommeerd burgerlijk familiehotel, nieuw vergroot en modern ingericht. Kamers met Bad en Toilet. Uitstekende kenken. Pension vanaf 8 franc. Bij voorkeur door Hollanders bezocht. Bijzonder* condities voor Families en Yereenigingen. Prospectus bij den eigenaar F. FURLER. IIIIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIII juist. Het bovengenoemde dagblad zegt ech ter ook: De heer en mevrouw Lehmann, die een geheele ambulance hadden bekostigd, zouden begiftigd worden respectievelijk met de ridderkruizen van Nederlandsche Leeuw en Oranje Nassau." Dit laatste nu is niet juist. Het is waar, dat Prins Hendrik den heer Lehmann wenschte te decoreeren. Het wordt echter al te zeer een gewoonte om ieder succes van den heer Lehmann, den bekenden doyen van het Corps Consulaire te Amsterdam, toe te schrijven aan door dezen heer uitgegeven groote sommen gelds. Het beste bewijs echter, dat om andere dan financieele redenen de Prins den heer Lehmann wenschte te decoreeren, ligt in het feit, dat de heer Lehmann (waarschijnlijk expres?) geen cent heeft bijgedragen aan zijn ambulance. Als hij, omdat hij altijd vanzelf een centrum wordt, aanleiding heeft gegeven, dat men van zijn" ambulance sprekend, algemeen het zoo heeft opgevat, of hij de financieele lasten van de ambulance droeg, dan is dat onbewust en zeker tegen zijn zin geschied. Een rijke Hagenaar en andere Nederlandsche weldadigen hebben het geld bijeengebracht. De schrijver van bovenstaande regelen kan zeer goed op de hoogte zijn. Het wel eenigszins verrassende nieuwtje zal geen tegenspraak ontmoeten. Deze geschiedenis met de ridderorden dunkt ons echter alweer een bewijs hoe slecht ingelicht de raads lieden zijn van ons vorstelijk huis. Het is een stelletje heeren, dat geen krant schijnt te lezen, geen kennis draagt hoegenaamd van het leven der Natie. Hoe zou anders de malle historie met die decoratie van den heer Lehmann, als dank van zijn" ambu lance, mogelijk zijn geweest?! RED. * * * Het Tarief Mijn oog valt op uw hoofdartikel van 4 dezer: HET TARIEF VAN DE BAAN door A. G. A. Elias Schovel. Hoe kan men meenen, dat dit gevaar verdwenen is? Min. Kolkman heeft in de Kamer verklaard, dat hij met zijn ontwerp staan of vallen zal. Mr. Kooien wees op de alg. vergadering der katholieke kiesvereenigingen dit ontwerp aan als een der belangrijkste, na de verkiezingen te behan delen, en vond geen tegenspraak. Mr. van Best verdedigde het 5 dezer te Amsterdam en mr. Van Wijnbergen verklaarde 6 dezer te Leiden, dat de wet er zeer zeker komt, als rechts maar in de meerderheid blijft. En waar zou de rechterzijde het noodige geld anders vandaan halen?? Het is waar, dat vele rechtschen zwijgen over de zaak. Men voelt zich blijkbaar zwak en vreest voor nadeel bij de verkiezingen, hem een pak effekkies in zijn handen, en stel hem aan den Baron voor. Meneer de Baron, daar is een kapitalist. Als u eens te kort komt, kan u bij hem leenen. En als zijn gezelschap u niet bevalt, de vuile straat is open voor u." De Baron trekt een vies gezicht, en de panden van zijn jas naar zich toe. En voort gaan we weer. Maar jawel, nu komt er een auto aan met een paar agenten erin. Er zijn klachten bij de politie gekomen over te hard rijden, men vermoedt met een gek te doen te hebben. Met n woord: ze willen me vangen. Dat nooit; daarvoor heb ik me geld niet. Vooruit, chauffeur!" Wij vooruit, de politie er achteraan. Nou rijdt die zelf te hard. Ja daar zijn ze politie voor. 't Wordt nu, rijje niet, dan heb je niet. We komen in de buurt van het hotel. Chauffeur'1, zeg ik, de volgende straat is me hotel, daar stoppen!" Nou, we stoppen. Chauffeur, ik moet je je ontslag geven", ik grabbel bijeen wat ik aan los geld in me zakken voel. De pels en hoed en alles gooi ik in de auto bij den Baron; de bedelaar heeft zich met z'n kapi taal al uit de voeten gemaakt, zoodra de auto stil hield. t Vooruit chauffeur, zachtjes aan! Juist heb ik den tijd om als schoenpoetser in de deur van het hotel te gaan staan, als ik de politie-auto om den hoek zie schieten: ze halen den baron in, arresteeren hem en brengen hem in alle statie op. Nou 'k moet zeggen, 'k heb plezier van me geld gehad. Ziezoo, het tweede paar laarzen is ook klaar. Ze glimpen als spiegels. Klopklop! Meneer uw laarzen!" Sakkerloot, een duppie fooi. VOORJAAR. MAANDAG Wat hfbben we gisteren een plezier gehad! St. MORITZ-DORF ENGADIN Hotel LA MARGNA. Prachtig, nieuw gebouwd Hotel Ie R. met alle Comfort ingericht. Heerlijk mooi gelegen, met uitzicht op het Meer en Gebergte. Tegenover het Station. KAMERS VAN AF Fr. 4.-. Met aanbeveling van het Internationaal Verkeersbureau, Amsterdam. ; Bruno Muller, Kleederzn&lfer, Bokln 6a, Amsterdam TELEFOON 8614, bericht de ontvangst der NIEUWSTE STOFFEN voor het naderend seizoen. ABONNEMENTEN Tanaf ?180.-. Geopend van 8?6 uur. als het tarief op den voorgrond treedt. Ik acht het buitenmate gevaarlijk ons daardoor in slaap te laten wiegen en zou allen tegen standers der tariefwet willen toeroepen: WAAKT, DE TARIEFWET is GEENSZINS VAN DE BAAN. M. C. M. DE GROOT * * * Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de REDACTIE en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. * * Zoo vroeg al in de duinen, Jan van de buurvrouw en ik met onze okkerinaas. Wat klonk dat mooi buiten. Jee, 't is toch jammer, dat je niet kan doen wat je wil op de wereld. Anders, dan zou ik als 't 's nachts eens heel mooi weer was, als de maan helder scheen, naar de duinen willen gaan met de okkerinaas! Als dan alles doodstil was, en de duinen zoo licht van de maan, dan languit gaan leggen en blazen. Jö! wat zou dat klinken! En zeker zouden er dan wel een paar konijnen nieuwsgierigachter een struik komen zitten luisteren, en dan most er zoo'n oude nachtegaal pp een tak komen zitten en goed keurend knikken. Jongens, dat hebben jelui netjes gedaan hoor! Maar nou mot je mijn zoontje eens hooren; kom eens hier jij (tegen een van zijn jonge nachtegalen); nou niet verlegen zijn, die jongens zijn ook muzi kanten, die doene niks. Vooruit dus maar. En daar begintis. Nee maar dat is eerst mooi. 't Rolt als water, of 't klinkt als een fluit, en dan weer zoo'n lange ernstige toon, net offer tranen in z'n keel kommen. Hè, daar zou je nou wel uren naar kunnen leg gen luisteren. En dan met die prachtige maan! Dan vergeet je heelemaal, dat er vuile schoenen zijn in de wereld. Zoo maar een heelen nacht blijven liggen! Ja alsdat nu eens kon; maar me moeder zou me zien ankomen. Jongen, wat wou jij gaan doen, waarom kom je uit je bed?" Moeder ik wou naar de duinen... Of ze me gauw bij een lurf zou nemen, en handig in me nest leggen, meer handig, dan zacht. Zoo baasje, ga jij maar gauw slapen, dan ben je morgen bijtijds wakker; zulke gek heden moet je maar eens uithalen, als je de 100.000 getrokken heb!" Nou die zal ik wel niet trekken, want we spelen thuis heelemaal niet in de loterij. 'k Mot zeggen, als je dan weer warm in je nest leg, want 't is 's nachts nog koud, dan is 't wel weer lekker; maar jammer is 't toch, dat je niet kan doen, wat je wil.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl