Historisch Archief 1877-1940
18 Mei '13. No. 1873
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
Om en bij de Tentoonstelling
De vrouw 1813?1913"
(Slot)
De woelige dagen, -waarin na den val
van het stadhoudersschap en van de
grond,legging der Bataafsche Republiek onder
partijstrijd en twist een nieuwe Staat moest
worden opgebouwd, waren voor de uitgave
van een modeblad niet gunstig. Eerst in de
dagen van betrekkelijke rust en van een
begin van herleving van welvaart en orde
gedurende den eersten tijd van het konings
schap van Lodewijk Napoleon kreeg het
Kabinet van Mode en Smaak eenen opvolger.
In 1807 verscheen Elegantia, of Tijdschrift
van Mode, Luxe en Smaak voor Dames. Dit
maandblad was eene onderneming van den
energieken uitgever E. Maaskamp, bekend
door zijne fraaie uitgaven van eene Reis door
het Koninkrijk Holland en van Afbeeldingen
van Kleedingen, Zeden en Gewoonten, welke
werken ten behoeve, der talrijke thans in
Holland gevestigde Franschen het licht zagen
met Hollandschen en Franschen tekst. Maas
kamp spaarde bij zijne uitgaven moeite noch
kosten; zij werden, ook Elegantia, geïllu
streerd met gravures naar oorspronkelijke
teekeningen van de voornaamste artisten van
dien tijd Pieneman, Langeveld, Poortman,
Van Senus. De sierlijke empire-modes, in
Elegantia, afgebeeld, en waarnaar de poppen
voor de poppenkraam in de Historische
Afdeeling der Tentoonstelling De Vrouw
1813?1913" zijn aangekleed, vonden onder
voorgang van het koninklijk hof grage na
volging. Maar daarnaast bleef het
ouderwetsche type van kleeding zich toch hand
haven. Op de eerste plaat uit Maaskamp's
Kleedingen, Zeden en Gewoonten zien wij
afgebeeld eene moeder met hare dochter,
ter kerke gaande; de eerste, volgens bijge
voegde beschrijving, met het regenscherm
in een linnen bekleedsel, den bijbel met
gouden sloten, den waaier, waarmede zij
onder het gebed de oogen bedekken zal,
haar ronde neteldoeksche muts, genaamd
kornetje, omgeven met een op karkassen
gemonteerd zeer fijn en geplooid kantje,
waarover een zwarte gazen kap, onder de
kin vastgemaakt;" terwijl het van de dochter
heet: dat zij het palladium der Hollandsche
jufferlijke zedigheid heeft afgelegd, namelijk
het rijglijf, weleer zo heilig en geëerbiedigd,
dat er in huisgezinnen, waar de zeden nog
ongeschonden gebleven zijn, aan de dienst
maagden, zelfs bij den zwaarsten arbeid,
niet toegelaten werd hetzelve af te leggen.
Het kleine zwarte taffen manteltje heeft zijne
plaats voor een ruimen en eleganten omslag
doek moeten afstaan. De zijden of Oost-Indi
sche katoenen zak is door een wit kleed met
breede plooien vervangen. De muts, ja, is een
kornetjen gebleven; maar in plaats dat dezelve
behoorlijk om het hoofd zou sluiten, heeft
een aardig geplaatst kussentje derzelver
omvang verdriedubbeld om den omtrek des
MiiMiiiimiiiiimmiiiiiiiimitiiiiiiiii
IIMHIIIIIIIIIIIIIII iiimiiiimtmi
UI T DE NA TUUR
DXXV1II
Strandboekjes
Twee nieuwe Nederlandsche Strandboekjes
te gelijk zendt mij de redactie ter bespreking.
Alle beschaafde landen met een zeestrand
en dus met een vlottende bevolking van
badplaats-menschen, hadden allang hun Strand
boekjes. De Engelschen het eerst; vele
en mooie, dat spreekt; in Engeland is de
liefhebberij voor natuurkennis al heel oud;
ook Duitschland bezit' prachtige populaire
werkjes over het natuurleven aan het strand:
der Strandwanderer en das Strandbüchlein.
Ook de Belgen en Franschen hebben sedert
eenige jaren een boekje, waarmee nog jonge,
en niet meer jonge bddgasten, die pleizier
hebben in strandvonderij, hun schatten kunnen
benoemen; en waaruit zij eenige bijzonderhe
den gewaar kunnen worden van hun buit en
hun toevallige vondsten.
Dat wij tot nu toe voor ons
Noordzeestrand nog niets van dien aard bezaten en
dus in dit opzicht achteraankomen, is aan een
bijzondere omstandigheid te wijten. Al jaren
geleden hadden Thijsse en ik het plan op
gezet, om een Strandboekje te schrijven bij
onze serie, zooals wij al in ons boekje In het
Bosch" hebben gezegd. Maar wij wisten,
dat onze vriend en meewerker aan De Le
vende Natuur, Jaspers Jr., hetzelfde plan had
en wij gunden hem graag dit werk waarvoor
hij al jaren lang materiaal had verzameld.
Hij zou het in samenwerking met Dr. Heinsius
die toen in Amsterdam kwam wonen, afma
ken. Maar een geest en lichaam slopende
ziekte bekroop langzaam en zeker onzen
vriend; het werk aan het boekje vlotte niet
meer; Heinsius kreeg meer dan vroeger te doen
met de Nat. Hist. Vereeniging, en zoo sleepte
het Strandboekje en kwam maar niet.
Het was ook geen gemakkelijk werkje;
het strand is zoo'n rijk studieveld, en het
boekje mocht niet te groot en te duur worden.
Eindelijk bijna drie jaar na den dood van een
der schrijvers is het Nederlandsche Strand
boekje verschenen. Het is zooals Jaspers
het gewild heeft, eenvoudig en goedkoop
geworden, binnen het bereik van de meesten,
die des zomers naar het strand gaan, al is
het maar voor een dagje!
Het is verschenen als No. 3 van de
Biblioaangezichts kleiner en lieflijker te doen
voorkomen; terwijl eenige losse krullen,
onder het mutsenkantje glurende, het schone
hair, dat zich vooralsnog niet durft te laten
zien, op behendige wijze doen gissen." Niet
enkel in toilet trouwens wilden de jongeren
met hunnen tijd mede gaan: opmerkens
waardig is het zeker, dat onder het goed
verzorgde mengelwerk van Elegantia voor
komt eene bespreking van de vraag:
mogen vrouwen over politieke onderwerpen
spreken ?" en dat die vraag in beslist toe
stemmenden zin wordt beantwoord.
Niettegenstaande de groote moeite, die de
uitgever er zich voor gaf, had ook Elegantia
een kort bestaan. Het is mij niet gebleken,
dat er meer dan dien nen jaargang, die
van het jaar 1807, van is verschenen. In de
nadagen van het koninkrijk Holland, ge
durende de jaren onzer inlijving bij Frankrijk,
was de stemming te somber, te gedrukt, dan
dat eene dergelijke litteratuur hadde kunnen
bloeien. Ook in de eerste tijden na de her
winning onzer onafhankelijkheid in 1813,
toen de volksuitputting door tierceering,
continentaal stelsel en conscriptie nog lang
nawerkte, bleef de belangstelling in Mode,
Luxe en Vermaken" latent. Maar niet zoodra
was omstreeks 1820 eenige vastheid en
zekerheid, eenig herstel van welvaart ver
kregen, of daar verscheen bij G. J. A.
Beyerinck te Amsterdam Pénélopéof Maand
werk aan het Vrouwelijk Geslacht toegewijd,
door A. B. van Meerten?Schilperoort, eene
vrouw, die veel heeft bijgedragen tot de
vorming der jonge vrouwen van dien tijd,
zoo door hare bekende kostschool te Gouda,
als door hare talrijke opvoedkundige ge
schriften, waarvan vooral gelezen is haar
Magazijn voor Jonge Juffrouwen of aan
komende Jonge Meisjes, eene bewerking uit
het Fransch van de paedagogische
leesboekjes van Madame Le Prince de Beaumont.
De inhoud der acht deelen vanPene/opédie
van 1821?1835 in eene keurig verzorgde
uitgave met allerliefste titelgravure van C.
Kruseman het licht zagen, heeft mede
eene sterk sprekende moraliseerende, didac
tische strekking. Reisverhalen bleven ook
hier bij het mengelwerk geliefd en bizonder
belangrijk is in deel VIII het van elders niet
bekende Dagverhaal van eene reis naar de
Kaap de Goede Hoop in 1802 en 1803, door
Jonkvrouwe Augusta van Uytenhage de Mist,
die haren vader begeleidde, toen deze, nadat
bij den vrede van Amiens de Kaap de Goede
Hoop door Engeland aan de Bataafsche
Republiek was teruggegeven, door het Gou
vernement was belast met de opdracht den
nieuw benoemden Nederlandschen Gouver
neur, generaal Janssen in die functie te gaan
installeeren. Het Dagverhaal is vlot en leven
dig geschreven en ter vergelijking met
tegenwoordige toestanden uiterst belangrijk,
omdat Jonkvrouwe de Mist door de hooge
positie van haren vader in de gelegenheid
was veel te zien en die gelegenheid goed
heeft gebruikt; vooral op eenen moeilijken
tocht met ossenwagens, diep het binnenland
in. Bij voorkeur echter worden in het mengel
werk van Pénélopébehandeld onderwerpen
theek van De Levende Natuur, (onder Redactie
van Heimans, Heinsius en Thijsse); boekjes
die voor de abonné's tegen 60cts. verkrijgbaar
zijn, de winkelprijs is ?1.00. Dit boekje is even
wel slechts de helft van het eenvoudige
Strandboekje, de tweede helft volgt binnen
kort. Elk boekje van deze bibliotheek moet
namelijk zoo klein blijven, dat men het gemak
kelijk in den zak kan steken.
Later, als de gebruikers zoo'n beetje
letterwijs zijn geworden, volgt op het Strand
boekje een wetenschappelijk boek. Bij het
geen de lezers als liefhebbers interesseerde
voegt het nog, wat iemand kan begeeren, die
het naatje van de kous wil weten. Dit is
een beste manier van populariseeren en ge
heel in den didactischen geest van wijlen
Jaspers en ook stellig van Dr. Heinsius.
Het tweede pas verschenen boekje is van
een geheel ander slag. De schrijver L. Dors
man Czn. is een van de jongere natuur
vrienden uit de school, waarin ook Jaspers
zoo ijverig voorging. Dorsman behoorde tot
de getrouwen, die zelden ontbraken bij een
excursie, wanneer onder leiding van het be
stuur der Nat. Hist. Vereeniging een leer
zame tocht in de natuur werd ondernomen,
naar bosch of heide, strand of duin. En hij
is in de laatste jaren al menigkeer zelf als
leider meegeweest.
Het spreekt van-zelf, dat ik met een zeker
behagen ook zijn werk aankondig en aan
beveel. Te meer, omdat beide boekjes elkaar
merkwaardig aanvullen. Al zal er in beide
wel hier en daar iets staan, dat bijna geheel
overeenkomt; werkelijk, zonder dat de schrij
vers overleg hebben gepleegd, loopen de
beide boeken elkaar nergens voor de voeten.
Het eerstgenoemde Strandboekje is het
kleinste; het is het leesboekje voor begin
nende liefhebbers, die er nog niet zooveel slag
van hebben, iets al dadelijk in een hoofd
groep van het dieren- of plantenrijk thuis te
brengen; het is meer eenaansporingsboekdan
een studieboek, althans het begin, met de ge
moedelijke causerieën van Jaspers; toen ik er
zoo even weer een paar overlas, was het, of ik
hem hoorde; het is opentop Jaspers, en het
zou mij niet verwonderen, als vele
Amsterdamsche natuurvrienden, die hem een tien
jaar lang in Artis en elders van zijn ver
zamelingen, zijn liefhebberijen en zijn excur
sies hebben hooren vertellen, evengoed als
ik, de illusie, ja bijna de hallucinatie van
zijn stem en gebaren zullen krijgen. Jaspers
immers sprak precies zooals hij schreef,
en schreef zooals hij sprak: degelijk,
correct, vaak leuk, of meer dan dat, geestig
tot humoristisch.
Naast die allereenvoudigste opwekkin
gen en aanwijzingen heeft Heinsius zijn
tabellen gezet; hoe vereenvoudigd die
als: het verband tusschen den zin voor
huislijk leven en geestesbeschaving: de
vrouw in den zomer des levens; vraagstukken
als: is de werkkring des mans belangrijker
dan die der vrouw? Het geheel draagt dan ook
den stempel van te zijn bestemd voor vrouwen
en meisjes, terwijl de oudere modebladen
veeleer op een gemengd publiek van mannen
n vrouwen waren berekend. In verband
hiermede wordt aan naaldwerkpatronen, die in
het Kabinet voor Mode en Smaak en in
Elegantia slechts sporadisch voorkomen, in
Pénélopéde voornaamste plaats ingeruimd
en worden de eigenlijke modeberichten er
wel niet vergeten, maar toch naar den achter
grond gedrongen. Karakteristiek zijn bij die
handwerken de knipsels in papier, de
haarwerken, de sierlijke beursjes, de aardige
speldenkussens, de nette horologiebandjes,
de fijne mandjes, kleurig, fleurig werk, waarvan
wij misschien nog heel wat nagewerkt
zullen vinden in den antieken
handwerkwinkel in de Historische Afdeeling onzer
Tentoonstelling, welke winkel naar eene
aardige episode uit den bekenden roman
de Suzanna Bronkhorst den naam van deze
draagt.
Het laatste deel van Pénélopé, het achtste,
verscheen in 1835. De uitgave werd daarmede
gestaakt; vermoedelijk wel, omdat zij op
den duur te kostbaar was. Althans het
maandblad Het Toilet, dat een dozijn jaren
later, in 1848, bij W. H. van Heyningen te
Utrecht uitkwam, is van aanzienlijk minder
gehalte, zoowel wat de uitvoering als wat
den inhoud betreft. Mengelwerk ontbreekt
er geheel; ? de modebeschrijvingen zijn er
banaal, zonder eenig spoor van eigen
individueele opvatting; leelijke houtsneden ver
vangen er de gegraveerde en zorgvuldig
met de hand gekleurde teekeningen van de
vroegere uitgaven en de naaldwerkpatronen
geven slechts modellen voor stijlloos brei
en haakwerk, voor peuterig, kriebelig wit
borduursel in de plaats van het pittige,
kleurige werk uit de Pénélopé. De weinig
tijds daarna verschenen Aglaja en de
Gracieuse mogen al iets beter van gehalte zijn
geweest, het verval, dat kunst en letteren
omstreeks het midden der 19de eeuw ge
kenmerkt heeft, is ook op dit gebied maar
al te duidelijk merkbaar.
JOHANNA W. A. NABER
Allerlei
Zijn stem.
Een geheel nieuw gebruik van de tele
phoon maakt de houder van een groeten
honden-kennel in Oost-Duitschland. Vlak bij
de nachthokken der honden is namelijk een
telephoontoestel met zeer sterke microphoon
aangebracht, en als 's nachts de honden soms
lastig zijn en te veel leven maken, behoeft
de baas niet door storm en regen naar buiten
te gaan om het oproerig volk der viervoeters
tot rust te brengen. Hij spreekt ze zeer
geStrandplevier
schijnen, en ook zijn, ge kunt er op rekenen,
dat ze correct zijn, tot in de kleinste kleinig
heden; ge loopt er niet mee vast. Wat Dr.
Heinsius in dat opzicht presteeren kan, heb
ik zelf ondervonden bij de om werking van onze
Flora van Nederland. Het is lang niet zoo
moeilijk een volledige determineerlijst te
geven, dan een populaire en vereenvoudigde,
die toch goed is. Voor het eerste bestaan
illustre voorbeelden, het tweede is het resul
taat van een ongelooflijk hoofdbreken; daar
kan ik van meepraten. Dus, hoe klein en ge
makkelijk die lijstjes met plant- of diernamen,
welke op elk hoofdstuk volgen, er uit zien,
er zit een stuk werk in vanbelang; en deze
tabellen juist hebben het uitblijven van het
boekje veroorzaakt, nog langer dan al door
de omstandigheden was voorgeschreven.
In het Strandboekje van De Levende Natuur
is alles onder gebracht, wat men alzooaan
het strand kan vinden, al is het niet eens
een plant of dier; een goed populariseerder
moet soms den moed hebben, te onderstellen
dat zijn lezers van het onderwerp absoluut
niets weten; maar tevens moet ook het
moeilijke en zeldzame onder de oogen ge
bracht worden ; iemand die voor het eerst
aan het strand gaat zoeken, kan toevallig,
en dit gebeurt nog al eens, de mooiste en
raarste vondsten doen. Ook de lagere dieren
en planten hebben Dr. Heinsius en jaspers
even goed bedacht als de hoogere, de vogels
en visschen b.v. Eigenlijk veel beter, daar
deze elders in populaire boeken en boekjes,
in flora's en fauna's zijn op te zoeken, en ook
al meer bij de strandbewoners bekend zijn.
In dit eerste Strandboekje wordt nog al
leen op de zeewieren en de lagere dieren de
aandacht gevestigd.
Onze jongere vriend Dorsman daarentegen
heeft in zijn Langs Strand en Dijken," een
groot deel van zijn ruimte toegewezen aan
de hoogere dieren; een kleine honderd blad
zijden aan de zoogdieren, vogels en visschen,
een kleine vijftig aan de hoogere duin- en
Doomansduimen op oesterschelp
Schar
Zeepaddenstoel
LIBERTY's
JAPONNCN
1 ??
W.
V-'u r
JAPOM VAN B6DRUKTC
RANl 51LK (DUNNC
STeRKC FOULARD Z1JDC)
M?T SAT1JNCN >1 fV'
KRAAG S ceiMTUUR 1<J7
STALCN FRAMCO
MCTZ&CO
AMSTeRDAM
-sGRAVeNHAGe
eenice veRTecenwooRDioeRS IN MCDCRLAND
IIIINIIIIIIIIIIMIIMMIIMltlllllllttllllllllMllllllnlIMItllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllnlIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIUIMMIIIMnlIllllnlIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIIMI
streng toe door de telephoon, zij herkennen
their master's voice" en weldra zijn vrede
en rust teruggekeerd. In de meeste gevallen
behoeft hij alleen maar het belletje te laten
rinkelen... en de geheele viervoetige repu
bliek, die weet wat er volgen zal, kruipt
druipstaartend in een hoekje.
* * *
Strijken.
'sLandswijze,'slands eer, maar in sommige
landen heeft men dikwijls wel heel zonder
linge wijzen".
Een reiziger die logeerde in een klein
hotel in Carïro, raakte daar bij toeval ver
zeild in een vertrek, waar men zich wijdde
aan het strijken en stijven der fijne wasch
van de gasten, en men deed dit... niet met
de handen maar met de voeten. De gloeiende
strijkijzers, zeer zware bouten, stonden op
den vloer en werden door een paar inlanders
met de bloote voeten bewerkt. Bovenop elk
ijzer was een houten plaat aangebracht met
een band van leer, die over den voet sloot.
De boorden en overhemdjes waren zeer fraai
gestreken en geglansd en ten slotte moest
misschien ieder met z'n voeten strijken....
Wie weet?
ALLEQRA
iiminmiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiniiiiiimiiimimmiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiitiiimi
3f.llf.3f. i J J
\. Schaal van den Kleinen Zeeappel. 2. Gewone Zeester. 3. Wervel van
een zoogdier (Bruinvisch). 4. Wervel van een visch (Kabeljauw).
5. Zwaardscheede. de schelp van een weekdier. 6. Eieren van een slak,
de Wulk. 7. Rugschelp van den Inktvisch, een weekdier. 8. Slak" uit
vuur (dus niet van dierlijken aard). 9. Roggen-ei. 10. Stuk derrie met
boorgaten van Boormossels. 11. Een dergelijk stuk mei de dieren erin.
12. Koker van het Goudkammetje, een worm. 13. Koker van den
Schelpkokerworm. 14. Zeepokken (schaaldieren).
; Ti/elplaat uit liet Strandboekje van Heinsius en Jaspers
strandplanten. Zijn terrein is dus eigenlijk
veel ruimer, en dit juist maakt, dat beide
boeken elkaar zoo mooi aanvullen en dat
niemand, die beide aanschaft, het eene als
overbodig zal laten liggen.
Ja, er is zelfs nog plaats van een boekje,
dat geen determineer-flora of fauna geeft,
alleen boeiende leesstof voor kinderen en
jonge menschen; het moet veel wetenswaar
digheden uit de natuur leeren kennen, maar
vooral ook de oogen openen voor het mach
tige en schoone geheel, dat strand en zee
en wolken samen geven; en dan liefst met
gekleurde platen.
Ook om den aard der illustraties van de
beide boeken, die waarlijk in een gevoelde
behoefte voorzien, is een kenmerkend verschil.
Beide bevatten uitsluitend penteekeningen.
Heinsius heeft de zijne met het oog op het
klein formaat, compact gemaakt; hij heeft op
n plaat en op n bladzijde zooveel
bijeengeschoven en ineengeschoven, als de eisch
van duidelijkheid toeliet. Dorsman, die over
meer plaats beschikte, (de tekst zonder de
registers is 250 blz.) kon zijn plaatjes
eigen werk of overgeteekend en voor het
meerendeel zeer goed, meer verspreid
houden; het werk heeft daardoor een aan
genaam en royaal uiterlijk. In het smakelijk
bandje, door AndréVlaanderen ontworpen
en geteekend, ziet het er aanlokkelijk genoeg
uit, de prijs ? 2.10 is al heel laag voor
zoo'n flink boek, met zijn twee honderd
kleine en groote penteekeningen van plan
ten en dieren.
E. HEIMANS
*