De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 18 mei pagina 6

18 mei 1913 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 18 Mei '13. No. 1873 RICHARD WAONER Naar de buste in marmer van Alberto Melani Richard Wagner (1813-1913) ? Wanneer op 22 Mei de Wagner- Ver eeniging te Amsterdam den honderdsten geboortedag van den grooten meester der dramatische kunst zal herdenken, door de opvoering van een zijner meest be kende werken, doch in een hier nog geheel onbekenden vorm, n.l. Tannnauser, volgens de tweede (Parijsche) bewerking, zullen de toehoorders met dankbaarheid vervuld zijn voor deze vereeniging, die sedert dertig jaar on vermoeid gearbeid heeft om het Oesammtkanstwerk van Wagner nader tot het publiek te brengen. Zij deed dit door in alle !" ~ opzichten ver zorgde opvoerin gen, met tie bes te beschikbare krachten, waarbij geen enkel d tail verwaarloosd werd en waarbij tevens een streng en voornaam stijlgevoel den hoorder iot het juiste begrip en genot dezer kunst moest brengen. Dit hoog stre ven heeft ten ge volge gehad, dat de belangstelling voor die opvoe ringen steeds onverflauwd is ge bleven, en hoogst interessant is het zeker, nu met de bewerking van Tannhauser, die te Parijs in 1861 zulk een storm heeft verwekt, kennis te kunnen maken. Het is ondoenlijk in een zoo kort be stek als voor dit opstel beschikbaar kan zijn, het geheele beeld van Wagner te schetsen als dramaticus, musicus, dichter, filosoof, ja als theosoof, doch ik wil trach ten in het kort weer te geven welke beteekenis de dramatische kunst van den meester voor ons nog heeft. Wanneer wij een blik slaan op de periode, die met Tannhauser als het ware afsluit, dan treffen ons reeds de pogingen om zich los te maken van de oude opera met haar onnatuur en beperkende vormen en een streven om het libretto op te RICHARD WAGNER in 1882 Met loodenstift uitgevoerde teekening door Renoir, naar zijn olieverfschets, gemaakt te Venetië, 15 Januari 1882 RICHARD WAONER, door Gill (Uit de clipse van 18 April 1869) heffen tot de gelijkwaardige der muziek. Na. Rienzi krijgen de vrouwengestalten in Wagner's drama's reeds het karakter van draagsters eener idee, volgen het dich terlijk hoofdmotief dat men in al de latere dramatische werken van Wagner terug vindt, n.l. medelijden en verlossing door eene alles opofferende liefde." Voor het eerst greep hij in Der /liegende Hollander naar de sage, daartoe geïnspireerd door het volksgedicht. Die volkstoon weer klinkt ook in latere werken, vooral in Die Meistersinger von Niirnberg, waarin niet de sage, maar het Duitsche volks leven der middeleeuwen tot kleurig leven is gebracht. Niet blind voor de groote kracht, die van de oudere opera was uitge gaan, maar be ducht voor haar nzijdigen in vloed, gevoelde Wagner dat de Duitsche opera eene hervorming behoef de en bleef zijn geest ruste loos naar die middelen zoeken. Door de drama tische melodie, zooals die reeds in Tannhauser voorkomt, kwam hij tot zijn stijl van het muziek drama en daarom is dit werk even als Lohengrin zoo belangwek kend voor de kennis van Wag ner's kunst, om dat hij daarin de padvinder was voor zijn muziek drama. In Lohen grin vervalt voor het eerst het ver schil tusschen den lyrischen en declamatorischen zang. Daarin wordt reeds een muzikale handeling gegeven. Ook in Tannhauser hebben de finale der tweede acte, het verhaal van Tannhauser en de daarop volgende finale in de derde acte reeds een stijl, die naar het muziek drama wijst. Van alle karakters, die hij tot nu toe had geschapen, boezemde Elsa in Lohen grin hem het meeste belang in. Haar karakter bracht hij in verband met den geest van het volk, het onbewust nood wendige en onwillekeurige dat hij in zijn kunst en in het leven wilde invoeren. RICHARD WAONER (Uit Vanity Fair van 19 Mei 1877) Mevrouw COSIMA WAONER Elsa das Weib nat mich zum vollstandigen Revolutionar gemacht," schreef hij. Dat was het leidmotief voor zijn ge schriften "Die Kunst und die Revolution en Das Kunstwerk der Zukunft, waarin hij pleitte voor eene vereeniging van alle kunsten zooals men die in het Grieksche drama vindt. Daardoor vervielen de gren zen van iedere kunst en kon het Oesammtkunstwerk ontstaan. Hoe hij dat kunstwerk wilde, heeft hij uitvoerig toe gelicht in Oper und Drama en Eine Mitteilung an meine Freunde en betoogd hoe de verhouding van de muziek tot het dramatisch gedicht moet zijn, hoe men zijn kunstwerk hebbe te beschou wen en wat hem tot zijn hervormingen heeft gebracht. Noch het gedicht, noch de muziek mogen op zich zelf een vol komen geheel zijn, zij hebben elkaar noodig en de componist moet in zijne muziek datgene uitdrukken, wat het gedicht niet zegt, doch slechts vaag laat gevoelen. Dat klinkend zwijgen" uit zich in de unendliche Melodie", de steeds voortgaande melodische strooming in het orkest. Daartegen moet de zanger met een sprekend zingen, dat waar het gedicht dat verlangt tot een melodisch gezang kan stijgen en door gebaren en bewegingen de schildering en stemming in het orkest ondersteunen; het gezang is" zooals Wagner zegt het bootje dat de golven van het symphonisch orkest doorklieft en door die golven gedragen wordt." Het toepassen van leidmotieven in het orkest, rhythmische voor ruwe en natuurmenschen, melodische voor hoogerstaande, van plastische natuurmotieven, die zich langzamerhand ontwikkelen tot dra gers der hartstochttendenzen van de breedvertakte handeling en het vermen gen dier thema's waar de handeling of de zielestemming dit verlangt, heeft Wagner zich voor de handelende perso nen niet gedacht als symbool, maar als wezen. Hoe hij die denkbeelden in daden heeft omgezet, daarvan getuigen al zijn grootsche muziekdrama's en daarin komt ook tot de hoogste ontwikkeling wat reeds in Tannhauser en Lohengrin zoo ver rassend aan het licht treedt: zijn macht en rijkdom van orkestrale kleur, uitdruk king en stemming. In de tweede bewerking van Tann hauser (ongeveer 13 jaar na de eerste ontstaan) komen veranderingen voor, die wijzen op den groei van Wagner's kunst. Hoeveel stelde hij zich van de Pa rijsche opvoeringen voor. Aan Liszt schreef hij uit Parijs: Noch nie ist mir das Material zu einer ausgezeichneten Aufführung so voll und unbedingt zu Ge bote gestellt worden, als diesmal in Paris zur Aufführung des Tannhauser an der grossen Oper; und ich kann nicht anders wünschen, als dass je ein deutscher Fürst für meine neuen Werke mir ein Gleiches erweisen möchte, als was mir hier erwiesen wird." Daartoe had Napoleon III krachtig medegewerkt, doch door de bekende intriges mislukten de opvoeringen. Sprekend blijkt hieruit echter weer hoeveel de Fransche regeerders voor de toonkunst deden. Berlioz, hoewel door het publiek niet genoeg gewaardeerd, ondervond van de Regeering steeds belang stelling. Bij officieele feesten dacht men voor het opdragen van compositiën altijd het eerst aan hem, omdat men gevoelde dat hij de eerste componist van Frankrijk was. Doch bij het feest van de Duitsche eenheid, in 1871, werd aan Wagner's wensch om als componist daarbij mede te werken, niet door de Regeering voldaan. De invloed van Wagner op de latere componisten is ontzaglijk groot geweest. Voor de moderne instrumentale kunst heeft, behalve Berlioz, Wagner den groot sten invloed uitgeoefend en bijna niemand heeft zich van zijn stijl kunnen losmaken. Wagner is veel nagevolgd, doch nooit geëvenaard, noch minder overtroffen. Het is dan ook niet te verwonderen dat in Frankrijk, waar de muzikale compo sitiekunst een stijgende lijn openbaart, reeds herhaaldelijk het wachtwoord weer klonk : Los van Wagner. Dat heeft tot nu toe met het meeste succes Debussy in zijn meesterwerk Pelléas et Mélisande gedaan, doch de invloed van dit streven kan eerst later blijken. Thans hebben wij echter het voorrecht den meester te herdenken en te eeren die den nieuwen kunstvorm, door hem geschapen, tot een grootsch hoogtepunt heeft opgevoerd en wiens werken nu SIEGFRIED WAGNER de zoon van Richard en Cosima nog~pnverzwakt en met al de frischheid der jeugd tot ons spreken. Moge in de toekomst allerwege de piëteit en het De moeder van RICHARD WAONER juiste stijlbegrip voor zijn kunst worden geëerbiedigd. S. VAN MlLLIQEN IIIHIIIMIIIIHIIMIIMIII (De Tentoonstelling zelve is uitgesteld) Een affiche van Walter van Diedenhoven Hij, die vol goeden moed was, dat de algemeene commissie voor Plan 1913 haar bijzondere aandacht zou hebben gecentrali seerd op een goede verzorging van het recla mebiljet, het affiche, het middel om bij het noodzakelijk geachte vreugdebetoon van dit jaar, door zijn te gelijk zakelijke als kunst vaardige samenstelling, als inleidend bewijs te dienen van Nederland's opgang in nati onale kracht en nationaal bewustzijn, is wat men noemt, van een koude kermis tehuis gekomen. Een gruwelijke hoeveelheid leelijks ver kondigt in stad en lande, dat het met de Hollandsche reclame-kunst jammerlijk ge steld is. Maar dit is een zeer onware voorstelling. Men heeft zoo ongeveer alles, buiten de kunstenaars en vooral buiten de betrokken kunst-organisaties om, gedaan en het is een bedenkelijk gebrek aan natio naliteitszin, dat men de verdienstelijke inlandsche affiche-teekenaars dien smaad van te zijn impotent op sierkunst-gebied, heeft aangedaan. De veelgeroemde en dit jaar zwaar te befeesten Nederlandsche onafhankelijkheids-zin schijnt al zulke onrustbarende afmetingen te hebben aangenomen, dat men ook tegenover de kunst zijn onbegrensde vrijheid nog eens extra wilde demonstreeren. Er is hier reeds vroeger gewezen op het vele, dat er inden steeds zwellenden stroom van aanplakbiljetten te laken viel,doch daarom is het temeer een genoegen de aandacht eens te mogen vestigen op de gelukkige greep die de heer Walter van Diedenhoven deed, toen hij voor de tentoonstelling van Huis en Tuin" het hiernevens afgebeeld affiche ontwierp en op steen bracht. Duidelijk de aandacht te vestigen op een bepaalde zaak of een zeker begrip en dit zakelijke tot een kunstvol harmonisch geheel van vorm en kleur en lijn op te bouwen; mij dunkt dat van Diedenhoven hier al wonderwel in geslaagd is. Zuiver is de verdeeling van het vlak over wogen; de bloemige kleur spreekt voor zich zelve. Het begrip, dat tuinaanleg in nood wendig evenwicht moet staan tot grondvlak en lijnenspel van het huis, is behoorlijk tot klaarheid gekomen. Met fijnen zin schijnt hier gezegd, dat de menschenwoning de verbin dingsschakel kan zijn tusschen intellect en natuur. Door de plaatsing en afmeting der letter is de klemtoon gelegd op datgene waarom het gaat, over Huis en Tuin", terwijl uit hetzelfde begrip voortvloeit, dat de plaats, waar de tentoonstelling zal ge houden worden Amsterdam" eveneens in kloeke letters de aandacht vraagt. En wat dit biljet van de enkele noemenswaardige, die er verschenen zijn, bijzonder onderj scheidt, is de zorgzame keuze van den letter vorm. Goed van constructie en gevoelig in het woordverband neergeschreven is zoowel de letter afzonderlijk, als het gansche schrift in zijne verhouding tot het versierde vlak. De bedachte letter sluit harmonisch aan bij de ganschen stijl van het geheel en is toch weer niet verworden tot een of ander gewrongen fantasie-type, waarop sommige affiche-teekenaars in hunne ontkenning van de waarde en belangrijke houding van het schrift, ons plegen te vergasten. De door Van Diedenhoven gebezigde letter is er een met karakter, een letter die zich in hoofdvorm aansluit bij het type, waar men zich in ons land het meest mee ver trouwd acht. Dit laatste, deze ernstige overweging van het letterschrift, is bij het vele prijzens waardige, dat het affiche kenmerkt, lang niet de minst waardeerbare eigenschap. Overigens is dit reclame-biljet doorfilterd van die zekere rijkheid, van dat blijhartige en weelderige, volkomen passend in het kaderdiertentoonstelling van Huis en Tuin", welke ons wellicht zal laten zien, dat uit de samenhuwing van bloemhof en woonhuis kan geboren worden een kleurig festijn, waarvan het werk van den heer Van Diedenhoven de kunstzinnige aankondiging is. J. G. VELDHEER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl