Historisch Archief 1877-1940
8 Juni '13. No. 1876
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
HtuiiimimiiiifiHHiitii
imilMIMUlllllllIIIHIIIIIM IIIIIIIIII1IIIIIII
Vrouwelijke componisten in 1813
Eenige rectificatie behoeven de
mededeelingen van den heer J. D. C. van Dokkum
over eene componiste uit 1813, Anna Gertrude
van den : Bergh, die aan den speurzin van
de historische commissie der Tentoonstel
ling de Vrouw 1813?1913 ontgaan zou zijn.
Dit verwijt is ten eenenmale ongegrond, daar
deze componiste wel degelijk ontdekt is door
de dames der historische commissie, afd.
muziek. (Haar naam is trouwens niet van
den Bergh, maar Bergh.)
Zeer terecht heeft de heer Van Dokkum
zich geërgerd aan de onjuiste mededeeling
van de muziekcommissie der Tentoonstelling
de Vrouw 1813?1913, dat er in 1813 geen
vrouwelijke componisten bestonden. Het is
den heer Van Dokkum niet kwalijk te nemen,
dat hij, evenals de dames der muziekcom
missie, niet even de moeite heeft genomen
van de resultaten van het onderzoek in zake
muziek dór de historische commissie van de
Tentoonstelling kennis te nemen. In de
aardig ingerichte hoek, waar de muziek
commissie van de afdeeling Kunst, Weten
schap, Spel en Sport, hare gegevens in beeld
heeft gebracht, kunnen belangstellenden in
de vitrine een programma van een concert
van Felix Meritis vinden, waarop vermeld
staat, dat mej. Broes eene sonate, door haar
zelf gecomponeerd, zal spelen.
Dit is echter niet de eenige componiste:
mèj. Roelofs gaf lentezangen en eene sonate,
Sophie Westenholz, sonate a 4 maihs, en
Johannes Constantia Cleve schreef zelve
guitaarbegeleiding bij enkele harer verzen .*)
De muzjekcommissie 1913 heeft dus ongelijk
met in deji catalogus der Tentoonstelling
rondweg te beweren: pas in de laatste 30
jaren heeft zich bij nze vrouwen
scheppingsdrang op muziekaal gebied getoond en ont
wikkeld." Wel heeft die commissie gelijk,
dat er geen composities teruggevonden zijn
om een concert .1813 mogelijk te maken.
De Historische Commissie drukt zich dan
ook voorzichtiger uit in den catalogus met
de woorden: Het weinige door vrouwen
toentertijd gecomponeerd schijnt wel ver
nietigd te zijn."
De dames, die de muziek der vrouw 1813
met ijver hebben onderzocht, hebben zich
bepaald tot vrouwen, die in 1813 volwassen
waren, en toen reeds iets presteerden. Tot
deze vrouwen hoort de in 1794 geborene
Gertrude Bergh niet, want zij heeft vooral
tusschen 1820 en 1840 in den Haag veel
naam gemaakt. Dit neemt niet weg, dat zoo
het mogelijk mocht blijken, de composities te
Koningsbergen bewaard in copie of origineel
te krijgen, de uitvoering dier stukken op de
Tentoonstelling wellicht belangwekkend zou
zijn. Wellicht want ook van Gertrude
Bergh is juist het onbelangrijkste harer
composities bewaard.
Er is nog eene andere componiste, die ook
eenigszins buiten het tijdvak der historische
commissie ligt, n.l. de in 1805 gestorvene
madame de Charrière (de bekende Belle
van Zuylen).
Zij heeft zich tusschen 1790 en 1800 vooral
toegelegd op het componeeren van opera's;
ze 'schreef sonates, Six menuets pour deux
violonsj-"alto-et basse" (te Amsterdam ver
schenen), en een bundel Airs et romances
avec accompagnement de clavecin."
Van deze talrijke werken worden in het
historische museum te Neuchatel eenige
sonaten bewaard en de bibliotheek van
Ne.uchatel bezit de eerste acte van de opera
Zadig in handschrift.
Van hare composities getuigt een kenner
harer muzikale nalatenschap, haar biograaf
Philippe Godet: c'est de la musique tres
claire, en effet terriblement claire, et qu'une
certaine légance d'allure n'empêche pas
d'êtte enfantine."
Voor hare opera's' kon zij het niet stellen
zonder de technische hulp van den musicus
Zingarelli.
Gebrek aan technische opleiding, dat is
m. i. ook de reden van de zeer vrouwelijke
componisten vór 100 jaar, een gebrek dat
k op het gebied van de beeldende kunsten
*) In 1800 geboren, gaf ze in 1811 haar
eerste bundel verzen uit.
IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIUIIMIMIlmiHIIIIIIIIlmlIIIII
UI T DE NA TUUR
DXXXI
Pinksteravond aan den Boven-Wesef
Niet gaarne zou ik den indruk bij mijn
lezers achterlaten, dat het daarginds aan den
Weser bij Höxter een erg natte boel is. Ik
wil juist mijn best doen er enkelen heen te
lokken, die verlangend zijn naar een mooi,
rustig -en nog niet afgestroopt plekje in het
buitenland, niet zoo heel ver van huis. Wel
i's er daarboven geen weelde te vinden, wel
ontbreken er gas- en waterleiding, wat inder
daad een gevoelig gebrek is daarom zeg
ik het er ook dadelijk bij maar wie zich
behelpen kan en wil, wie voor een poos
weinig andere behoeften voelt dan het natuur
genot, die zal zich er goed voelen en er
heerlijke herinneringen van meebrengen.
. En nu heb ik hier niet alleen het oog op
jongelui, die voor hun genoegen aan natuur
studie doen; ook zij die
het meer van den totaal
indruk dan van de détails
moeten hebben, zullen
hun verwachtingen, die
gerust hoog mogen zijn, .-".<
bevredigd vinden.
Wie evenwel van alle
markten thuis is, oog voor
landschapsschoon heeft,
een schilderachtige groep
van forsche eiken, beuken
of berken dadelijk op
merkt, in verrukking kan
komen ook voor een schit
terend gekleurden sierlijk
gevormden vlinder, al zijn
het oude bekenden en
gewone verschijningen,
maar tevens een kleur
van blijdschap krijgt bij
het ontdekken van wat
nieuws, al heeft 't geen
uiterlijk schoon, bij wie
dus de bekoring der na
tuur van buiten en van
binnen komt, die vindt
hier eerst recht zijn ga
ding. Dat hoop ik u al in
de beide vorige opstellen
te hebben aangetoond en
de vrouwen zoolang tot dilettantisme heeft
gedoemd.
Dr. J. VAN DEN BERGH VAN EYSINGA-ELIAS,
Lid der Historische Commissie van de
Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913.
Opleiding van
Landbouwhuishoudonderwijzeressen
Het woord is wat lang, maar wordt duidelijk
door de volgende toelichting.
Het blijkt namelijk meer en meer, dat er
onder de vrouwelijke landbevolking groote
neiging bestaat om deel te nemen aan cur
sussen in landbouwhuishoudonderwijs en
deze tak van landbouwonderwijs heeft onge
twijfeld in ons land een goede toekomst.
Er is echter een dringende behoefte aan
flinke vrouwelijke leerkrachten voor het huis
houdelijke -gedeelte, en meisjes, die roeping
gevoelen om zich aan dat onderwijs te
wijden, kunnen zich verzekerd houden een
aangenamen en nuttigen werkkring met be
hoorlijke bezoldiging te verkrijgen.
Ten einde daaraan te gemoet te komen,
heeft het Departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel -besloten dezen zomer over
te gaan tot de opening van een opleidings
school voor vrouwelijke leerkrachten bij het
landbouwhuishoudonderwijs. Deze school
zal gevestigd worden op een landelijke, aan
genaam gelegen plaats, n.l. op het terrein
van het landgoed de Rollecate", in de
nabijheid van het station Dedemsvaart.
Tot de school zullen voor de eerste maal
hoogstens een 10-tal leerlingen worden toe
gelaten ; deze zullen intern zijn en met de
directrice en een vaste leerares, benevens
benoodigd dienstpersoneel een huishouding
vormen, die op landelijke wijze zal worden
gedreven.
Bij het onderwijs zal vooral er naar ge
streefd worden de leerlingen geschikt te
maken tot het geven van practisch onderwijs
in de huishoudkundige vakken in den ruimsten
omvang aan cursussen voor de vrouwelijke
landbevolking. Daarnaast zullen de natuur
wetenschappen gedoceerd worden, voor zoo
ver dit noodig is om aan de huishoudkundige
vakken een goeden grondslag te geven,
terwijl verder onderwijs zal gegeven worden
in het voornaamste van land- en tuinbouw.
De cursus zal ongeveer l Va jaar duren. Bij
de toelating zal de voorkeur gegeven worden
aan candidaten, die van het platteland, liefst
uit den landbouwenden stand, afkomstig zijn,
en die in het bezit zijn van het diploma van
huishoudkundige (huishoudster) verkregen
aan een der Nederlandsche huishoudscholen.
De kosten aan de opleiding verbonden,
zullen zoo laag mogelijk gehouden worden;
de voeding en verpleging zullen gemeen
schappelijk bekostigd worden en voor huis
vesting en onderwijs zal een matig schoolgeld
worden geheven.
Zij, die in beginsel genegen zijn van deze
gelegenheid tot opleiding gebruik te maken,
kunnen nadere inlichtingen bekomen bij de
Directie van den Landbouw, Tournooiveld,
's-Gravenhage.
Dr. G. W. B.
Trouwfeest-Dierenkwelling
Vreemde samenvoeging van woorden zal
.men zeggen en toch voor een goed
opmerker verklaarbaar, als men het volgende
bedenkt.
De opzetteugel ziet men door stalhouders
slechts gebruiken bij trouwplechtigheden en
begrafenissen, anders zijn deze marteltuigen
niet in dienst.
Wordt door de lastgevers bevolen deze
kwelling op te leggen? Immers neen, want
een particulier is hiervan niet op de hoogte,
maar de stalhouder heeft nu eenmaal het
zonderling begrip dat bij groot toilet onmis
baar een opzetteugel behoort.
Hoe verderfelijk en schadelijk bovenge
noemd gebruik is, kan men in tal van bro
chures lezen en is den gebruikers ook wel
bekend, maar om met een ingeroeste gewoonte
te breken behoort meer.
Van. een officier is mij bekend, dat hij de
trouwkoetsen naar stal zond om den opzet
te doen afnemen en van een particulier, dat
nog in dit en misschien in een vierde
opnieuw te doen.
Natuurlijk, je moet het treffen, of, wat
hetzelfde beteekent, ge moet onmiddellijk
toetasten als de natuur iets aanbiedt. Dan
zal, in negen van de tien gevallen, de reis
een geslaagde zijn en weer even mooi of
mooier dan een vorige; mits ge maar niet
tweemaal naar dezelfde plaats gaat; dat
kan wel voor detailstudie zeer goed wezen,
voor indrukken van het geheel in den regel niet.
Wij nu troffen het al heel bijzonder. Op
den avond van den regendag scheurden de
wolken al; de wind keerdeen joeg de rook
pluim van een cementfabriek in het dal
onder ons, opeens den tegengestelden kant
op. Het werd lauw in de lucht; het
tikkelde en ritselde nog wel in de boomtoppen,
die wij met de hand konden aanraken ; maar
het wapperde en fladderde er niet meer in,
zooals het dien morgen en den geheelen
dag gedaan had.
>-srv-'-*;<??. "?
v>*\r7;> A,
,-.. l-A -«ir--"
'X tfïr
J""^R?;t^V
m*\.
.,,^.%v,
" f* "*' 'V'*'-1'??"'' ?'
Meikevers. (Uit Haacke en Kühnert Tierleben der Erde")
Illustration
Duitsche klok, door de inwoners van
Hameln aan de dochter van den
Duitschen Keizer bij haar huwelijk
aangeboden: bestaat uit allerlei voor
werpen, die voor den wijndrinker
geheiligd zijn
hij in Amsterdam bij een begrafenis wei
gerde in te stappen, voordat de verandering
had plaats gehad.
Aan ieder dus, die wat voelt voor het lot
der dieren en hun dienst niet noodelooswil
verzwaren, een beleefd verzoek. Volgt boven
aangehaalde voorbeelden en verbiedt in uw
dienst het gebruik van den opzetteugel, die
op sommige plaatsen reeds bij wet of ver
ordening verboden is.
Ook de oogkleppen raken gelukkig steeds
meer en meer in onbruik o.a. in Rusland,
Parijs, Berlijn, Hamburg, Dusseldorf, Konings
bergen, enz.
(DE DIEREN VRIEND)
De Vrouwen Jn Japan
De Japansche dichteres Aliko Yosano, die
kortgeleden Europa heeft bezocht, heeft,
gelijk de Japan Herald bericht, aan een
Amerikaanschen interviewer haar opinie over
de vrouwen van Japan meegedeeld. De Euro
peanen hebben, meent zij, meestal een ver
keerde voorstelling van de Japansche vrouw.
Vele vrouwen in Japan leggen er zich tegen
woordig op toe, zelf in hun onderhoud te
voorzien, en worden arts, schrijfster,
muziek-Ieerares, ambtenaar enz. Ook in andere
opzichten zijn de Japansche zeden naar
Europeesch voorbeeld gewijzigd. Nog voor
dertig jaar trouwden in Japan veel jonge
mannen van 17 jaar met 13-jarige meisjes.
Tegenwoordig moeten de jonge mannen
langer studeeren, en ook door de maat
schappelijke toestanden wordt het huwelijk
steeds verder uitgesteld. Thans trouwt een
man zelden vór zijn 25ste, eene vrouw
vór het achttiende jaar en het aantal van
hen, die in 't geheel niet trouwen neemt
van jaar tot jaar toe. Dat een huwelijk door
tusschenpersonen tot stand komt, gelijk vroe
ger het geval was, is thans eene uitzonde
ring; dit komt nog alleen voor bij families,
die aan de oude overleveringen vasthouden.
Tegenwoordig trouwt de Japansche vrouw
precies als de Europeesche, ja zelfs de Ja
pansche bruiloft komt met de Europeesche
overeen. Men laat in den Shintotempel het
huwelijk inzegenen, en het jonge paar be
geeft zich met familieleden en kennissen
naar een restaurant, waar feest gevierd
wordt. Slechts dit ne verschil is geble
ven: de Japansche trouwt niet tegen den
zin harer ouders.
WA.
Zooals het dikwijls gebeurt na een regen
dag, werd de lucht buitengewoon helder
en doorzichtig; alle stofdeeltjes waren naar
beneden gevoerd; de openingen tusschen
de wolken, die al lichte randen begonnen
te krijgen, schenen donkerblauwe kijkgaten
in een ontzaglijke verte, waar hier en daar
een lichtje flonkerde. Het was dag en nacht
bij beurten; als een lage wolk ons snel pas
seerde, werd het somber en de bloemen
verloren hun kleur, maar zoo gauw het ge
vaarte voorbij was, ging de hemel open en
hoog in de lucht dreven dan rooskleurige
schapen-wolkjes met zilveren biezen. Dan
waren opeens alle voorwerpen op den berg
opgefrischt, de bloemen kleurden helder geel
en wit en rood, de bladeren glinsterden en
blikkerden wit, de stoelen en tafels in het huis
scheen wel pas geschilderd en nat van verf.
Een paar wandelaars, nat als wij, hadden
hun loden en rugzakken in huis gehangen,
waar de kachel was aangelegd, en kwamen
bij ons buiten zitten; we keken uit op het
Zuid-Oosten. De dalende avondzon konden
wij niet zien; ook niet, daar rechts en links
van ons het bosch vooruitschoof, toch hadden
wij den weerglans er van op de wolken; en
in het dal gaven de wolken schaduw op
velden en huizen. Op de Weserbrug flik
kerde de natte kap van een wagen als een
kool vuur; in de rivier lagen de schepen
in de duisternis en hadden al lichtjes op,
rood, wit en groen. De torens van de stad
en de daken van hooge huizen begonnen
kleurig te worden en heel ver achter de
stad en de heuvels romdom, verrezen andere
bergen en daarachter, naar den Harz toe,
weer hoogere, vaag als starre gevels.
Toen werd het snel donker en kwamen de
sterren door.
Uit de struiken en boompjes, die uit de
helling-boschjes naar ons opklommen en die
met hun toptakken reikten tot het tafeltje
op het platform, waar wij zaten, kwamen
gonzende geluiden; die vulden de ruimte
tusschen de strophen van roodborstje en
zanglijster; ze zwollen aan, tot ze ons pas
seerden en verzwakten achter ons. In het
eerst wist ik niet wat het was, tot ik op
eens in gedachten werd weggevoerd naar
het vaderland en naar mijn vaderstad en ik
stond weer eventje als kind op de Donkere
Wal bij Bessemans-huusien, met een net
Allerlei
Stoofjes
De nieuwere wetenschap ruimt heel wat
curiositeiten uit oude dagen op, en zoo staan
dan zelfs de klassieke stovenzetsters in de
protestantsche kerken op de nominatie om
voor goed te worden ... afgeschaft, indien
er maar hier en daar een kerkeraad gevonden
wordt, modern genoeg, om de electriciteit
in het bedehuis toegang te verleenen: In
Neurenberg is thans een kerk, waar de stoven
electrisch verwarmd worden ... Nu niet meer
zooals vroeger het dampende kooltje, dat in
combinatie mef pepermunt en eau-de-cologne
(uit een kristallen flesch met gouden dop)
tot het bouquet van geuren der kerkruimte
behoorde... n druk thans op een knopje
en in de nikkelen voetwarmer, die den
groenaarden test verving, is de verwarming ont
stoken, en de stovenzetster is... electricienne
geworden.
* *'*
Criterium
Een Fransen blad stelde onlangs aan zijn
lezeressen de vraag, welke eigenschappen
zij het meest zouden apprecieeren in haar
toekomstige echtgenoten.
Er kwamen vele antwoorden in, min of
meer serieus en min of meer grappig.
n guitig bakvischje echter toonde zich
de grappigste en de slimste van allen, zij
schreef: Ik zou het bizonder apprecieeren
in mijn man indien hij een weerbarstig
boordknoopje kon los- of vastmaken zonder
te stampvoeten en te vloeken van ongeduld.
Maar, voegt zij er schamper bij, zooiets be
hoort misschien tot de vrome wenschen!"
Kinologie
Elk gedeelte van 't gelaat geeft voor den
scherpzinnigen opmerker, gelegenheid om
iets van 't karakter te raden. Zoo ook de kin.
De kin is zelfs zeer gewichtig voor de ge
moedsdiagnose, en* indien soms ein
schlanker Bursch" u hart en hand komt bieden,
let dan ook vooral op den vorm van zijn kin.
Een puntige kin is een teeken van kracht,
wijsheid en bescheidenheid.
Een ronde, mollige kin met onderkin wijst
op onverschilligheid en luiheid.
Een platte kin is het uithangteeken van
koude, harüe naturen; een korte kin wijst
op zwakte, gebrek aan wil en vreesachtigheid.
Een terug-staande kin duidt op domheid
en indien het terugwijken erg is, zelfs op
idiotisme.
Mij dunkt, ge kunt niet wijzer doen, dan
op een spitse kin te letten. Dat is, naar
't schijnt, de kin bij uitnemendheid.
* * *
Vrouwenbeweging
Een zonderlinge bijdrage over de vrou
wenbeweging van de 18de eeuw in Engeland,
levert dezer dagen de Engelsche Groene".
Het echt Britsch-romantische beroep van
Highwayman, (straatroover) dat in den tijd
van diligences en reiskoetsen the terror of
the road" was, werd in het midden der 18de
eeuw niet zelden ook door vrouwen uitge
oefend, soms als helpsters harer mannen,
soms geheel voor eigen risico.
Een beroemde achtiende eeuwsche
Highway-woman" was Moll Cutpurse, die aan
vankelijk in Londen het beroep van zakken
rolster uitoefende, spoedig echter de voorkeur
gaf aan de groote sport, en nadat zij zich
een fraai zwart rijpaard had aangeschaft, met
een grimmig pistool gewapend, op den grooten
weg op avontuur uitging, en menigen rijk
aard den wèl-gevulden bundel lichtte.
De politie slaagde er, wanneer zij gevan
gen genomen werd, nimmer in, haar identi
teit vast te stellen, want zij zorgde steeds
voor een uitmuntende vermomming, en voor
ontstentenis van getuigen. Zij stierf rustig
op haar bed op 74-jarigen leeftijd, zonder
ooit voor haar talrijke misdaden gestraft
te zijn.
Niet minder brutale staaatroofsters dan zij,
waren Moll Jones, die op haar dertigste jaar
den doodstraf onderging en Anne Holland,
die door haar tijdgenooten, om haar buiten
gewone stoutmoedigheid en wreedheid, ge
vreesd werd als de duivel in eigen persoon.
Ook zij werd te Tyburn opgehangen.
De jongste aller Highway-women was
in de eene en een doosje in de andere hand,
om die vliegende meikevers te vangen; dat
waren de echte, die je ook aan een draadje
kon laten vliegen; de uitgeschudde waren
lang zoo best niet, en die 's morgens op den
grond werden aangetroffen, deugden
heelemaal niet.
Het waren inderdaad meikevers, die langs
ons heen vlogen: als er een voor de lantaarn
langs schoot, zag je het doorzichtig bruin van
de stijf en stil wijd uitstaande dekschilden,
ook de vleugels als een grijs wolkje om het
donker lijf. Bij drie en vier tegelijk kwamen
ze op uit de diepte en vlogen over ons heen
op het bosch toe, waar ze in het duister
verdwenen. De meikevervlucht werd hoe
langer hoe sterker, elk oogenblik schoot er
eentje gonzend voorbij; dwars door de vlucht
heen fladderden de vleermuizen en gristen
met den bek wat ze krijgen konden; vingen ze
er een op met hun vleugels, die als een net
werkten, dan drukten ze de buit tegen de
borst, en de kaken knarsten, dat het duidelijk
te hooren was. Enkele groote en kleine nacht
vlinders en andere trage donkere torren
doken met de meikevers uit het dal op; ze
trokken naar den berg, naar de sappige
voorjaarsblaren en geurende nachtbloemen.
't Is toch vreemd, dat een mensch zoo'n
algemeen natuurverschijnsel als een
meikevervlucht zoo totaal vreemd kan worden, dat
hij het niet dadelijk herkent. Maar ik had het
inderdaad sedert mijn kinderjaren nooit weer
gezien; wel een enkelen meikever hier of
daar gevonden, ook wel zien vliegen, doch
een echte vlucht van honderden tegelijk, dat
niet; en toch kom ik nog al vaak buiten voor
een stadsmensen. In het polderland evenwel
zijn de meikevers zeldzaam; bovendien, in
den meikevertijd is het in den regel geen
vacantie; en ben je met een vroege Pinksteren
al eens buiten in een goede streek, dan is
het nog niet altijd een meikeverjaar. Kans
dus genoeg om meikevers jaren lang mis te
loopen, wat mij dan ook blijkbaar gebeurd
is, tot dit voorjaar toe.
Het was verlokkelijk daar aan den zoom
van het bergbosch, hoog boven de gaslantaarns
van de stad en de seinlichten op de rivier,
langs de spoorweg te blijven zitten tot in
den nacht, en met den kijker de locomotieven
en de verlichte waggons te volgen langs de
rivier, waar de trein naarHolzminden rakelings
Illustration
Nieuwe zomermantels en -japonnen,
gedragen bij de rennen te Longchamp
Joan Bracey, die, nadat zij een aantal brutale
diefstallen had gepleegd, evenals haar zuster
in de misdaad, te paard gezeten en met 't
pistool in de vuist, een Londenschen rechter
trachtte te berooven. Zij werd gevangen ge
nomen, herkend, en vór zij haar twintigste
jaar voleindigd had, was reeds het dood
vonnis over haar voltrokken. En de moraal
van dit alles, ligt ze niet in de slotregels
van dat Duitsche versje,dat van de vrouw zegt:
Die Gute ist besser als der Mann,
Die schlechte aber ist viel schlechter."
Linksc/i
Vroeger stond er voor de kindertjes straf
op, indien ze bij voorkeur voor allerlei
bezigheden hun linkerhand gebruikten, en
linksch" te zijn was in vele gevallen geen
aanbeveling. Thans is men dit vooroordeel
te boven, en men tracht zelfs de rechter en
de linkerhand gelijkelijk te ontwikkelen.
Toch schijnt de oude strijd tegen de
linkschen" niet geheel zonder reden gevoerd te
zijn, want bij hen is de linksche zijde der;
hersens het meest ontwikkeld en dit heeft
op hun geheele persoonlijkheid invloed.
Linksch-handigen" zijn o.a. doorgaans zeer
slechte sprekers en zelfs in 't algemeen ge
nomen : zeer slechte taalkundigen.
* * *
Sigarcttc
Ik zeg u, ik heb niets tegen het coquette
spel met een goud-getipte sigarette tusschen
roode lippen Ik vind het grappig en
sjiek ... Maar de koningin van Engeland is
een andere meening toegedaan. Zij gedoogt
geen rookende dames in haar omgeving.
Toen zij enkele jaren geleden, als prinses
van Wales nog, de gast was eener rijke
Amerikaansche, liet deze na het diner siga
retten presenteeren ... De vorstin bedankte,
zei geen woord, maar toen men begon te
rooken, (men vlijt zich daartoe meestal op een
gemakkelijke sofa of in een fauteuil), bleef zij
staan, en dwong aldus het geheele gezelschap
om te blijven staan ... De gastvrouw merkte
deze demonstratie weldra op, liet zich
inlichten over de oorzaak, die door het
gezelschap werd rondgefluisterd. Men doofde
de sigaretten uit, en weldra was de rust
hersteld, 't Voorval had intusschen zulk een
indruk gemaakt, dat men 't nimmermeer
waagde in 't bijzijn der vorstin te rooken.
ALLEORA
*
iiliiitimiilmHiiniiiiiiiiiiiHHrmmmi
langs pufte. Verleidelijk ook waren de
veel helderder lichten aan de hemel omhoog
die hoe langer hoe voller werd, tot het
een en al geflonkcr was ; maar de natte
wandeling zat ons in de beenen en schouders ;
en het zou den volgenden morgen vroeg dag
zijn, en lang dag blijven zoo wij hoopten.
Lang slapen op reis is verlies aan geld,
tijd en genot ; al is het niet voor dag en
dauw, wie niet vroeg opstaat mist in den regel
iets, meestal veel. Mijn venster stond op
het zuid-oosten, wijd open natuurlijk, zoodat
de zon er al tegen vieren in kon kijken,
tenminste al vast de zoldering zou beschijnen.
Wat ik tegen vijven zag binnenkomen
was niet de zon. Ik wreef mijn oogen uit ;
n oogenblik had ik een gevoel van te
leurstelling, dadelijk daarop van verbazing:
uit het fijn grijze licht van buiten kwam
regelrecht en doodkalm een heusch wolkje,
dun en lang, de kamer binnen zeilen. Heel
leuk, maar gedachtig aan vroegere
dreigementjes van rhumatiek, besloot ik toch
maar, verdere bezoeken van dat slag buiten
te sluiten.
Een kijk uit het venster? Neen, die was
er niet, er was alleen een homogene witte
wazige wereld ; het eind van het balkon voor
mijn kamer, drie meter breed, was niet eens
te zien. Maar het was warm, het scheen
mij toe dat in het Zuidoosten de nevel iets
rozigs had; mist was het niet, eerder een
dunne egale wolkenmassa; aan een meteo
rologisch voorspellen durfde ik mij niet wa
gen, als zijnde niet bekend met de plaatselijke
omstandigheden; maar het leek mij toe dat
het toch geen gewone mist- of regendag
zou worden.
En toen ik een uurtje later beneden kwam,
en den waard vroeg wat hij van het weer
dacht, lachte de man zoo vroolijk en vol
vertrouwen, dat ik geen oogenblik twijfelde
aan zijn woorden : de nevel hangt hoog, het
wordt prachtig Pinksterweer.
E. HEIMANS
* * *