Historisch Archief 1877-1940
22 Juni 'ia No. 1878
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
WOUWENRUBRIEK
?iimHiiiiiuinii
liiHiiniiiiiiiiitiiiimittiiilliilimimuimmnninilii
Internationale Betooging voor
Vrouwenkiesrecht te Weenen
Wer den Dichter will verstenen,
,Musz im Dichter's Lande genen."
Deze les heb ik dezer dagen op mij zelve
toegepast. Het verwonderde velen onzer, dat
er in dat groote Oostenrijk nog altijd geen
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht bestond,
doch wanneer men het voorrecht heeft eenige
dagen onder geestverwanten te vertoeven,
dan leert men begrijpen.
Men is hier nog diep onder den indruk van
den Balkan-oorlog en koestert nog altijd vrees,
dat deze opnieuw zal uitbreken en Oostenrijk
er dan in betrokken zal worden. Dit heeft in
de'laatste tijden natuurlijk de geheele politiek
beheérscht en ook het V. K. meer op den
achtergrond gedrongen.
Nog altijd wordt in Oostenrijk den vrouwen
het vereenigingsrecht ontzegd. Het
ontwerpwet, dat haar deze vrijheid brengen zou en
waarvan een officieel erkende Ver. voor V. K.
het eerste uitvloeisel zou zijn, werd (zoo
zeggen de mannen) ook door den oorlog
opgehouden. Maar de vrouwen hier hebben
de ondervinding van hare zusteren in andere
landen en betwijfelen of dit wel de eenige
oorzaak is.
Dan bestaat er in Oostenrijk een moeilijk
probleem, namelijk dat der nationaliteiten.
. De bevolking is een samenvoeging van
zooveel uiteenloopende rassen, zooals Ger
manen, Polen, Szechen, Ruthenen, Slowaken
enz., dat het volgens onze geestverwanten
onmogelijk is, deze in n verbond te ver
eenigen.
Nu gaat de Wereldbond voor V. K. wel
van het principe uit, dat wij leden slechts
vrouwen zijn, die gezamenlijk strijden den
Kampf ums Recht", en waarbij elke natio
naliteit wordt opgelost in dien Bond, maar
d*^ Oostenrijkers houden vol, dat dit in hun
land tot de onmogelijkheden behoort, daar
de rassen te scherp tegenover elkaar staan
en wij, buitenstaanders, kunnen dat moeilijk
beoordeelen.
Een derde factor, die het ernstig werken
der vrouwen tegenhoudt is het... Wiener
Blut!"
Een klein staaltje van luchtige opvattingen
konden wij ervaren.
Op een Musikalische Wiener Jause"
(tusscherimaaltijd) die ons door de Redactie
der Wiener Mode" werd aangeboden in
den mooien Kursalon in het Stadspark,
kregen wij o. a. een Weener Dameskwartet
te hooren, dat de Valses Nobtes" van Schubert
ten beste gaf, voor vrouwenstemmen be
werkt door Dr. Eusebius Mandyczewski,
waarbij Dr. Josef Winter een tekst had ge
leverd.
Ik schrijf u hier |als Muster" No. 9 af,
getiteld Das Nest:
Wie schön, wenn man die Wohnung
Sich einrichten tut.
Man sammelt manche Kenntnisse
O, das ist gut!
Es hobeln und es pochen
Die Handwerkerleut!
's Sjnd fleiszige darunter,
A Die meisteh haben Zeit.
' Man kramt und wahlt ein Muster,
Sucht Teppiche und Luster
Hat jedes seinen Gusto
Und eigenen Stil
Herr Freier, Biedermeier,
Das hat men jetzt gern;
Ist fürchterlich teuer,
Aber hochmodern.
iiiiiiiiitiifittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiimiHiimiMimiiiiiiiiiiiiiiMiiiii
UI T DE NA TUUR
DXXXIII. Krekels
Als er ooit een devies of kernspreuk toe
passelijk is geweest, dan is het ongetwijfeld
die van onze diergaarde: Natura ArtisMagistra;
maar even waar is het, dat Artis zelf voor
menigeen een uitmuntende leermeesteres is
fsworden, een ware Magistra Naturae.
igenlijk kan niemand er binnenkomen zon
der iets te leeren, ook wie er met geen ander
doel heen gaat dan een uurtje verpoozing
of een rustige wandeling in den mooien tuin,
steekt er altijd willens of onwillens wat op.
Zoo heb ik daar vanmiddag voor het eerst
van mijn leven een veldkfekel zien krieken,
of eigenlijk verscheidene tegelijk.
Wel te verstaan zien krieken en niet alleen
hooren. Nu weet ik wel, dat je ze ook wel
zelf in een vïvarium of een glazenkastje kunt
zetten, om hun bewegingen bij het musiceeren
te bespieden. Maar doe dat eens, als je in
een stad woont; uren ver van den eersten de
beste veldkrekel verwijderd, en je kostwinning
je haast geen tijd gunt voor een wandeling,
laat staan om aan insecten-biologie te doen.
Daarom is het zoo goed, dat er bij ons in
de stad een Artis is, waar men de moeite en
de kosten en de zorgen draagt, en
duizenden laat profiteeren op de
eenvoudigste en geriefelijkste ma
nier. Er is maar n jammer bij;
ieder, die in zoo iets belangstelt,
moest dat en nog zoo veel meer
kunnen bekijken: het is nog te
duur voor velen, althans voor de
volwassenen. De kinderen hebben
al vast toegang voor een kleinig
heid.
Terwijl ik bij het groote
openlucht-mierennest stond, in het
nieuwe heideboschje bij het Insec
tarium, waar honingbijen komen
drinken in een miniatuur
forellenbeekje, hoorde ik onverwachts
krekelgeluid. Eerst dacht ik aan
een huiskrekel uit de warme slan
genzaal of uit het apenhuis, naast
het forellen-beekje; een huiskrekel
schept ook wel eens een enkelen
keer een luchtje. Maar het geluid
was anders en scheen uit het
Insectarium te komen.
Nu is er geen geluid, waarvan
de plaats van oorsprong en zelfs
de juiste richting zoo lastig te
bepalen is, als van krekelzang in
de open lucht; je moet geheel en
al op de toenemende of afnemende
sterkte afgaan, om te weten of ge
den zanger nadert, of u er van
verwijdert. Soms gelukte het mij,
door beurtelings het rechter en
het linker oor te sluiten, de goede
Men prees de muziek en zang als
echtWienerisch!!
Later, door het Stadspark terugkeerend,
kwamen wij voorbij het Schubert-Denkmal
en schaamde ik mij een beetje. Daar kwam
mij een ander gedichtje in de gedachte, dat
luidt:
Auf Schubert's Marmorhaupt, dem
lockigbreiten,
Halt eine Amsel Rast und flötet leise,
Wie Geistergrusz ertönt die süsze Weise,
Als kame zie aus blauen Himmelsweiten.
Sie merken nichts, wie sie voruberschreiten,
Befangen ganz in engen Alltagskreise
Mir aber ist, als wenn aus ew'gen Eise
Erstartte Blumen wohlig zich bef reiten!
Als wenn die Lieder, die du ungesungen,
Unsterblicher, ins frühe Grab getragen,
Nun lebend würden in vertrauten Tonen
Dasalte Wien.von deinem geist durchdrungen,
Steigt wie ein Marehen aus vergess'nen
Tagen,
Die kalte, graue Gegenwart zu höhnen.
SOPHIE VON KHUENBERG.
Doch eere den vrouwen, die ondanks deze
luchthartigheid harer landgenooten in het
algemeen, het ernstige werk dórzetten en
die meer luchthartige zusteren overtuigen van
de noodzakelijkheid van het vrouwenkies
recht.
Reeds lang vooruit had men de bezoekers
van het congres van den Wereldbond voor
V. K., dat van 15?20 Juni te Budapest zal
plaats hebben, uitgenoodigd, op weg daar
heen Weenen te bezoeken, om daar groote
demonstraties te houden ten gunste van
het V. K.
800 Vreemdelingen hadden aan dat ver
zoek gevolg gegeven eahebben alleen reeds
door hunne tegenwoordigheid medegeholpen
om de idee ingang te doen vinden; want
het gaat hier zpoals overal: men wil naar
landgenooten niet hooren, doch wanneer
vreemdelingen komen om hetzelfde thema
te behandelen, vinden zij wel gehoor!
Op 10 Juni had er een vergadering plaats,
die niet openbaar was, maar waarbij ik toch
de eer genoot, tegenwoordig te mogen zijn.
Onder presidium van dr. Constantin Noske
(die 12 jaar lid van het Parlement is geweest)
waren een aantal mannen bijeengekomen,
die reeds eenige maanden geleden zich ver
bonden hadden, om een Mannenbond voor
V. K. te stichten.
Door den secretaris van den Internationalen
Mannenbond voor V. K., den heerMansfeldt,
uit Holland, werden eenige besprekingen
gehouden en, als uitvloeisel daarvan, ver
scheen een oproep in alle couranten, welke
in warme bewoordingen de mannen tot
deelname aanspoorde.
Het gevolg daarvan was,'dat op de open
bare vergadering van 12 Juni dr. Noske de
verblijdende mededeeling kon doen, dat de
aanmelding zógroot was geweest, dat
thans de Mannenbond zich officieel kwam
voorstellen. Aangezien verscheidene leden
van Gemeenteraad en Parlement zich daar
onder bevonden, was het zeer begrijpelijk
dat er bij deze mededeeling een jubelend
applaus losbrak.
Voor den Uden Juni was een geheel pro
gramma opgemaakt en kon men in ver
schillende groepen de bezienswaardigheden
bezoeken, waarvoor men minder de gewone
fight-seeing op het oog had gehad, doch
meer de sociale instellingen.
Ik sloot mij aan bij de groep, die eerst
een bezoek bracht aan de kraamvrouwen
kliniek, die door de moederschapsverzekering
in het leven is geroepeji. Elke aanstaande
moeder, zonder onderscheid van geloof, ge
huwd of ongehuwd, kan daar hulp vinden.
Vol trots vertoonden de directrice en de
doctoren ons deze model-inrichting en
IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlhlIHIIIIMIIIIIIIMIHIIMIMIIIIIHIIIIIIIHIIII
richting te bepalen. Ook dezen keer, het
kwam bepaald uit het Insectarium.
Bij het openen van de deur had ik al
zekerheid; het was of ik op de
Amersfoprtsche heide kwam, zoo kriekte het mij te
gemoet. In een van de glazenkasten zaten
ze te zingen, een heele zwarte bende van
die heidekriekertjes, pas geïnstalleerd. Wat
een troep bij elkaar. Veel mannetjes en wei
nig wijfjes, bijna alle van onze inlandsche
veldkrekelsoort; n paar als blinde passagiers
uit Java overgekomen krekeitjes was er
tusschen gezet. Ze zijn op het eerste gezicht
haast niet van de onze te onderscheiden,
hun dikke dijen zijn aan de buitenkant rood
en dat kleurtje vertoont de onze daar niet
zoo sterk.
Die zijn over het heele lijf effen
zwartbruin; ze hebben als eenige versiering een
licht-geel vlekje aan den wortel van de
vleugels, en nog niet eens alle kunnen daar
mee pronken. Mooie of lieve beestjes zal
dan ook niemand ze noemen, denk ik;
daartoe zijn de koppen veel te groot en te
zwart, de lijven te zwaar, de pooten te
krachtig; ze hebben, als men ze sterk ver
groot ziet, eerder iets demonisch; en vooral
komt dit uit, wanneer ge ze in volle actie
ziet, als ze snel heen en weer draven, voor
Twee mannetjes veldkrekels
(Jagend)
Ontwerp voor nieuwe hoofddeksels ter bescherming tegen de vrijpostigheid der mannen als de tegenwoordige
hoedespelden niet meer voldoende worden geacht
maakten ons attent op de gunstige statis
tieken, wat het sterftecijfer betreft en de
zelfvoeding.
Daarna bezochten wij een tehuis voor
alleenstaande werkende vrouwen Heimhof"
genaamd. Deze model-inrichting, geen
philantropische, doch een maatschappij op
aandeelen, bedruipt geheel zichzelf, niettegen
staande de inwoonsters voor den luttelen
prijs van 90 kronen (45 Gld.) per maand,
geheel verzorgd zijn.
Op het oogenblik wonen er 80 jonge
vrouwen en staan er zooveel op de nomi
natie, dat men, zoo spoedig er voor genoeg
zaam kapitaal was ingeteekend, een tweede
tehuis zou bouwen. Dit was nu eens een
schoon voorbeeld, wat coöperatie vermag;
verzorging, gezelligheid, geluk brengen in
menig eenzaam vrouwenleven.
's Avonds was een feestelijke bijeenkomst
in de prachtige zalen van het Industriehaus,
waar de voorzitster van het Kiesrecht-comit
(dat is de bescheiden naam, die de vrouwen
hier nog maar durven gebruiken) mevrouw
Ernestine von Fürth, de 1200 aanwezigen
welkom heette.
Na haar werd nog het woord gevoerd
door Mrs Fawcett, de bejaarde voorzitster
van de grootste Ver. voor V.K. in Enge
land, om de Oostenrijkers te verzekeren,
dat zij een suffrag/sr, dus geen suffragette
was, maar tot veler voldoening er bij voe
gende, dat men de zelfopoffering en doods
verachting der militante vrouwen, toch niet
zoo mocht geringschatten.
Mevrouw Marianne Hainisch, nog kort
geleden een welkome gast op het congres
van den Int. Vrouwenraad in den Haag,
evenals de populaire dominéAnna Shaw,
gaven in korte, kernachtige toespraken nog
even het bewijs, hoe jeugdig deze 70 jarige,
in den strijd gestaalde vrouwen, zich voelen.
Donderdag 12 Juni groote rijtoer door
Weenen tot aan Schönbrunn,waar het prachtig
park van het keizerlijk slot werd bezocht.
Deze 100 auto's en rijtuigen, versierd met
V.K.vlaggetjes, waren op zich zelf al weer
propaganda en trokken zeer de aandacht van
het publiek.
Daarna bezichtiging van het parlement,
terwijl een officieele deputatie der
Oostenrijksche vrouwen door verschillende leden
der Tweede Kamer ontvangen werd, aan
wie zij hare belangen voordroegen. De
of achteruit en elkaar nijdig aansnauwen bij
het passeeren; dat doen ze; tenminste zoo
lijkt het.
Dat passeeren zal wel zelden anders ge
beuren dan bij zoo'n gedwongen krekel
meeting als nu in Artis dagelijks en ik hoop
permanent belegd wordt. Want van huis uit
is de veldkrekel een hater van gezelschap;
een ontmoeting beteekent een gevecht. Komt
een mannetjes-krekel te dicht in de buurt
van een bewoond huis, dat stuift de eigenaar
uit zijn hol te voorschijn en indien de
indringer niet snel wijkt, moet hij overwinnen
of sterven; in het laatste geval wordt hij
door zijn tegenstander opgegeten; zoo staat
het in alle boeken.
Daarvan echter is in Artis niets te be
speuren; ze zouden het ook te druk hebben;
er is daar voor de beestjes een uitmuntende
gelegenheid om hun boozen aard te leeren
bedwingen en meer sociale neigingen op te
doen. Wel happen ze zoo nu en dan naar
elkaar, de wijfjes evengoed als de man
netjes, en er ligt hier en daar ook wel een
poot; maar of dat een restant is, dan wel
een toevallige amputatie, is moeielijk uit te
maken. Een echt duel heb ik nog niet gezien.
Op Java vervangen ze, zooals bekend is, de
stieren- en hanengevechten.
Wat ik wel heb gezien, dat was een ge
regeld duo van twee mannetjes; zestonden
aan weerszijden van een wijfje te musiceeren.
Of het een wedstrijd was, zoo streken zij
er oplos; de muziek-vleugels half opgericht,
en duidelijk was het waar te nemen hoe de
eene vleugel, en wel de rechter, over de
andere streek; of eigenlijk de linker onder
de rechter. Het was vermakelijk te zien hoe
die twee medeminnaars zich uitsloofden om
de aandacht van het wijfje te trekken; zij
zelf scheen er niet ongevoelig voor, en haar
kopje in vergelijking met den reuzenkop
van de mannetjes heeft ze inderdaad een
tamelijk kopje draaide van links naar rechts
of ze besluiteloos was aan wie zij de palm
der overwinning zou schenken; maar zij
bleef entre ces deux zoo lang balanceeren
dat ik naar een ander krekeitje ging kijken,
dat nog geen volslagen vleugels had, een
larve dus.
Al is het verschil tusschen larf en vol
komen insect in de krekelfamilie evenals bij i
de sprinkhanen en bij de heele orde der '
orthoptera of rechtvleugelen lang niet zoo j
groot als tusschen rups en vlinder, tusschen \
engerling en meikever of tusschen made en
vlieg, er is toch eenige gedaanteverwisseling;
en aan de stompjes van vleugels zijn de
larven heel goed te onderscheiden. j
Ook kunt ge dadelijk de wijfjes er uit
halen; die dragen een lange priem aan het
midden van het achterlijfseind. Dat is de
legboor voor de eierafzetting: de mannetjes
hebben daar alleen twee duidelijke spitse
uitsteeksels; de wijfjes, met de legboor
iiinniiDiiHuitDiiniiiiiiiiitiiinnHiiinniiKiituiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiniiutiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiniii
vrouwelijke 'parlements- en gemeenteraads
leden uit de Scandinavische landen, die in
een aparte loge hadden plaats genomen,
ontvingen daar al spoedig een bezoek harer
Oostenrijksche, manlijke collega's.
's Avonds openbare vergadering in de
groote zaal der muziekvereeniging, waar
duizenden en duizenden bijeen waren.
Ook daar werd weer door verschillende
vórvrouwen het woord gevoerd, waarvan
dominéShaw weer de gevierde heldin was.
De rij werd gesloten door de heeren
Mansfeldt en Noske, die doe! en streven der
mannenbonden uiteen zetten.
Daar verscheiden Oostenrijksche mannen
mij verzekerden, dat geen onwil, doch alleen
onbekendheid met het V.k.-vraagstuk het
groote beletsel was, zullen deze twee
Junidagen hopelijk velen de oogen hebben ge
opend en de vrouwen spoedig in de rechten
der mannen doen deelen, die reeds sinds
1906 het algemeen kiesrecht beziten.
N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS
* * *
Allerlei
Linksch
Een belangstellend lezer schrijft mij, naar
aanleiding van een stukje in het nummer
van twee weken geleden :
Geachte Allegro,
Vergist u zich niet? Ik ken namelijk
iemand in mijn naaste omgeving die
linkschhandig is en toch een zeer goede
spreker tevens. Die linksch-heid dateert
reeds van vór 30 jaar, en heeft dien
heer niet belet op de H. B. S. de hoogste
cijfers te halen en de beste examens af
te leggen in fransch, duitsch en engelsch.
Zijn grootste vermaak bestaat nog altijd
in 't lezen van zoowel fransche als
duitsche klassieken en buitenlandsche
tijdschriften.
Mijzelf gaan meestal bewegingen met
de linkerhand vlugger af dan met de
rechter. Een goede spreker ben ik niet,
maar toch gelukkig geen slechte taal
kundige. Et je m'en flatte. Nu wilde ik
u vragen : Behooren bovenstaande ge
vallen tot de uitzonderingen ? Betreft
uw oordeel alleen de schoone sekse?
mee, drie; ook zijn de wijfjes iets dikker
van lijf.
Een muziekinstrument hebben de wijfjes
niet: hun vleugels zijn zonder dwarse
aderen; op die van de mannetjes is veel meer
teekening,de bovenkant van de dwarse aderen,
ook de?muziekader" valt heel duidelijk in het
oog; de rest van de voorvleugels is tegen
den buitenkant van het lijf over de zijden
heengeslagen; ook is er op de vleugels der
mannetjes een rondachtig veld dicht bij de
punt; onderscheidingsteekenen dus genoeg.
Wel kunnen de wijfjes hooren. Zij hebben
hun ooren aan den scheen van de voorpooten
evenals de mannetjes; die kunnen zichzelf
dus ook hooren, en een afstand op het ge
luid af schatten ook. Dit blijkt al uit de
haast, waarmee de ongezellige baas uit zijn
hol komt draven, wanneer een andere,
blijkens de intensiteit van zijn gezang, te
dicht in de buurt is gekomen, en dus van
zijn eigen territorium op dat van een buur
man is overgegaan.
Dit heb ik wel eens waargenomen. Als
ge in de aanstaande vacantie veel tijd en
geduld hebt, moet ge met een kijker, een
triëder is er het best voor,|zoo'n kriekenden
krekel voor een enkelen keer begluren. Dat
gelukt wel; in Juli als de dagen lang zijn,
komen de krekels al lang voor donker te
voorschijn.
In dezen tijd van het jaar kunt ge ze nog
veel vroeger en ook 's morgens zien en
hooren. Toch heb ik ze nooit zoo ver kunnen
benaderen, dat ik de vleugelbeweging te
zien kreeg. En het flirten met een buur
meisje had ik nog niet waargenomen. Dat
moet een leuke vrijerij zijn; man en vrouw
bewonen, als de huwelijksband eindelijk ge
sloten is, elk een eigen huis, veel dichter bij
elkaar dan de naaste mannelijke woning ligt.
Het wijfje legt een menigte eieren, eenige
honderden, in het achtergedeelte van haar
gang, en daarna is haar taak afgeloopen.
Zij sterft in het najaar, evenals het mannetje.
Volwassen dieren zult ge in het vroege
voorjaar nooit aantreffen; de larven van
het vorig jaar hebben in Maart nog geen
volkomen vleugels; toch graven ze al een
gang en trachten al te krieken vór de
vleugels nog volgroeid zijn ; eerst einde Mei
of Juni zijn alle krekels volleerde muzikanten
geworden, eerst dan is hun instrument vol
maakt. De strijk-ader met zijn harde tandjes
is present en brengt beide vleugels in trilling
door het strijken over de stijve aderen; het
gaat dus op de manier alsof men met een
zaag over een stalen snaar ging strijken.
Hun scherp gehoor doet hun naderende
vijanden, een vogel of hagedis, spoedig
aankondigen, en hun neiging om zooveel
mogelijk in de onmiddellijke nabijheid van
het holletje te blijven, maakt het hun meestal
mogelijk zich snel te dekken; anders zou
een dier, dat op zoo'n grooten afstand
Of riekt uw bericht even naar Si non
e vero ... ?
Uw belangstellende lezer
N.
Ik kan den heer N. niet beter antwoorden
dan met een citaat. Multatuli n.l. heeft eens
in eene idee gezegd: Niets is geheel waar,
ook dit niet!" ... En... ik sluit mij gaarne
geheel bij de woorden van den voorgaanden
spreker aan.
* * *
Kleine oorzaak
Te Sandlack in Chesshire ontspoorde dezer
dagen een locomotief met tender op een
wissel. Door dit ongeval werd de geheele
spoorwegdienst gedurende eenige uren stop
gezet... En... 't was zulk een bizonder
kleine oorzaak, die dit alles bewerkte. Een
egel, die wellicht het groene land verlaten
had, om een wandelingetje te maken op
den ijzeren weg, was tusschen dezen wissel
gekomen, toen hij werd over gehaald,
Daardoor sloten de ijzers niet voldoende
tegen elkander, en de machine ontspoorde.
't Arme egeltje had geen zachten dood in
dezen klem, maar stervend deed 't een loco
motief omver tuimelen, wat het levend nooit
gekund had. Ten slotte dus toch een glorie
rijke dood.
* * *
Lucifers
Een Duitsch scheikundige deelt ons mede,
dat het lichaam van een mensch genoeg
zuivere phosphor bevat, om er 5000doosjes
lucifers mee te maken ... Steek daar.
intusschen je lamp maar eens mee op. Wanneer
je 't doosje met echte zweedsche aan iemand
geleend hebt, die 't bij ongeluk" in z'n zak
heeft gestoken.
* * *
Poesje
Katten worden zelden ouder dan 14 jaar.
Een lezeresje schrijft mij echter dat haar
poesje nu al 21 is... Indien dit niet
een fout is in de registers van den burger
lijke stand in 't Kattenland, is dit een buiten
gewone veteraan van 't poezengeslacht. Ik
denk ook wel, dat dit oudje zoo stram zal
zijn, en zoo onverschillig voor 't wereldsche,
dat de ratten en muizen met het puntje van
haar staart kunnen spelen, zonder dat zij er
naar omkijkt.
ALLESRA
\ Rechter dekvleugel van een krekel met de
dwarse muziek-ader. 2 Dezelfde van onder.
3 De strijk-ader vergroot
nog zoo sterk van zich doet hooren als de
krekel, al gauw gesnapt zijn,
Eén vijand evenwel hebben zij, die bijna
onhoorbaar nadert en letterlijk uit de lucht
komt vallen; dat is een groote graafwesp,
die echter bij ons niet veel voorkomt; wat
zuidelijker in Europa, waar ook de veldkrekels
veel talrijker zijn, zooveel te meer.
Deze wesp grijpt een krekel beet, knauwt
hem en verlamt hem door steken met den
angel in de zenuwknoopen; dan neemt ze
hem tusschen de lange pooten in de vlucht
mee naar het wespenholletje. Dit heeft de
wesp al van te voren gedolven; de krekel
wordt levend in het graf gestopt, om als
voedsel te doen voor de toekomstige kin
deren van de graafwesp. Gelukkig is de
prooi totaal gevoelloos ; dit is tenminste zeer
waarschijnlijk.
Het vergaat de krekels dus precies zoo
als de vliegen of spinnen, die door een graaf
wesp worden geparalyseerd of gedood, en
waarover ik het al eens in ons weekblad
gehad heb.
Ook die graafwespen moeten wij in Artis
nog eens aan het werk zien. Ze hebben er
ook wel pillendraaiers in actie; daarvan zal
ik van de week nog het een en ander te
zien trachten te krijgen; als het gelukt,
hoort ge er in een volgend opstel wel van.
E. HEIMANS
* * *