Historisch Archief 1877-1940
1879
Zondag 29 Juni
A°. 1913
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L, WIESSING
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, f r. p. post/ 1.65
Voor Indlë per jaar, bfl vooruitbetaling , mail ,
10.Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ..... 0.12*
UITGEVERS; VAN HOLKEMA ft WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels /1.25, elke regel meer . .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel
Reclames, pe^regel
?0.25
.030
.0.40
INHOUD
Blz. 1: Red.:
Verkiezings-consequentie.Kroniek: De Wil Gods in de verkiezingen.
'Frans Coenen over De Stad aan het Veer
van G. F. Haspels. 2: Feuilleton door
Leonid Andrejev. Hessel Jongsma:
Kinderboeken. Ingez. van mevr.
Schaapv. d. Pek. 5: N. Mansfeldt-de W. H.:
Vrouwenkiesrechtcongres te Budapest.
Allegra. E. Heimans: Bloemenleven.
7: Portretten der bij de herstemming geko
zen Kamerleden. 8: Het Philippijnsch
parlement. Prof. dr. W. J. Kühler over de
Geschiedenis der Ned. Herv. Kerk in de
18e en 19e eeuw, van prof. dr. L. Knap
pert. Puzzle. Charivari. Fin.
Kroniek door v. d. M. //: Schaak
spel door Rud. Loman. Damspel door
J. de Haas. Teekening van Joh.
Braakensiek: Kuyper-Sansculotte.
Bijvoegsel van Johan Braakensiek:
Heemskerk-Alva's laatste rit.
«H1IIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIHIIlmmlllMIIIIIIMtmllllHIIMMIMIIIIIMIh.il ''III
AN VERRE EN VAN NAB!
DE LAATSTE KANS
De uitslag der verkiezingen lijkt ons
niet in de eerste plaats waarvoor men hem
zou kunnen houden: een overwinning
der sociaal-democratie. Bij den stormloop
op het Rechtsche bewind zijn wel acht
tien socialistische eenheden op de tin
nen gekomen en hebben er hun vlag
geplant, maar de stuwkracht die hen zoo
hoog gebracht heeft was geen
sociaaldemocratische, geen revolutionaire, geen
staatsgevaarlijke".
Uit het hoofdartikel van Het Volk van
Donderdag jl. kan men het zelfs wel lezen.
Daar staat, dat de stormloop tegen de
Clericale Regeering haar. ontstaan uit
sluitend dankt aan niets ergers dan de
behoefte om het kiesrecht algemeen te
doen zijn en aan niets gevaarlijkers dan
den eisch om, ongehinderd door reactio
nair bestuur, een hervormingspolitiek te
zien tot stand komen, die wat om 't lijf
heeft.
Die behoefte, die eisch zijn levend
geworden in de volksgroepen, welke
thans de concentratie-mannen en sociaal
democraten naar de Kamer hebben afge
vaardigd. Het is volkomen juist, dat het de
sociaal-democratie geweest is, die de
eisenen het eerst formuleerde, waarop
zoowel Bos, als Borgesius en de Beaufort
gekozen werden, en die door rustelooze
propaganda aan de liberale fracties de
noodzakelijkheid heeft bijgebracht deze
eischen tot de hunne te maken, het
is volkomen juist, maar van socialisme"
hebben dieeischen niets. Nog meer: Hadde
ons Nederlandsen Liberalisme in de laatste
tientallen jaren den ruimen blik gehad
van zijn eerste periode (den ruimen blik
van die periode hebben is iets anders dan
het program ervan handhaven!), had het
met eigen kracht de hervormingspartij
willen wezen, waartoe het nu, gelukkig
nog op tijd, door de arbeiderspartij wordt
opgewekt en opheven, zonder twijfel zou
dat Liberalisme een eisch als algemeen
kiesrecht (in zooveel landen sinds lang
aanvaard!), een eisch als staatspensioen
(zoo kordaat gegeven door liberalen in
Engeland!) op eigen initiatief hebben
doorgevoerd en thans vele van de socialis
tische zetels voor zich hebben bezet.
Dat is nu anders gebeurd, en daarom ook
anders geloopen. Hier geschiedde de
hervormingsbelofte onder directen aan
drang van Troelstra en de zijnen. Ieder
verstandig man zal glimlachen, als hij in
de N. R. Ct. leest (26 Juni Avondbl),
dat de sociaal-democratie zooveel zetels
won, omdat zij steeds belooft zonder
zelf iets te doen... alsof de menigte z
klein van begrip was en zódom op
haar politieke belangen ! De kiezersmassa
gevoelt natuurlijk uitstekend vanwaar het
parool uitging en wie de stuwkracht
vormden van de haar sympathieke be
weging der linkerzijde! Dat de winst
voornamelijk gevallen is in den schoot
der leiding" is dat niet k het geval,
o! N. R. Ct., in alle affaires, in alle onder
nemingen, in alle naamlooze vennoot
schappen, die de Rotterdamsche roem zijn?
Het is dus naar ons inzien duidelijk,
dat van een liberaal program, waarop
vrijwel de gansche linkerzijde den eed
deed, de uitvoering verwacht wordt door
het kiezersvolk: de uitvoering... in samen
werking van concentratie en
sociaaldemocratie. Hier lette men wel op:
Hier is geen ontkomen aan. Kinderachtig
en gevaarlijk kinderachtig, die, dit vór
de verkiezingen wetend, thans zou trach
ten het te ontgaan!
Wij spraken vorige week van aar
zeling bij sommige geboren conser
vatieven in het overwinnende liberale
kamp. Het wordt met die lieden zelfs
al erger dan wij vermoed hadden. Pu
blicisten, die meenen van dezen tijd te
zijn als zij in oudliberale boeken veel
studeeren, maken in het Hbl. pro
paganda voor zakenkabinet of gema
tigde" regeering...! Zulke artikelen zijn
niet geheel in ernst te nemen, voorzoover
zij onbekendheid bewijzen met de ge
zindheden in de kerkelijke Coalitie, en
voorzoover hun politieke moraliteit wat
al te ver blijft beneden de eischen, aan
eenigszins plechtige beloften verbonden.
Deze mannen vergaten, dat de linkerzijde
gekozen is op een program van actie
in vooruitstrevender} zin en dat een groot
deel van deze linkerzijde zelfs gekozen
is op een uitspraak van urgentie (vraagt
het o.a. den vrij-liberalen Ter Spul, de
Beaufort, Drion, van IJzendoorn, Walrave
Boissevain en van Vollenhoven...) Dat
vergaten zij; maar zij vergeten nog
iets. Zij vergeten, dat het Liberalisme
niet voor eene eeuwigheid gekozen werd,
doch thans een laatste kansje hebbend
om in breede lagen sympathie te herwin
nen, onherroepelijk verloren is nog
vór de vier regeeringsjaren verstreken,
als het die kans niet dadelijk aangrijpt!
Kom, hoe groot kan de verblinding
toch wezen van het angstig hart! Tot
het stemmen van socialisten hebben j.l.
Woensdag de vrijzinnigen het gebracht,
maar niet scheen het over de gansche
linje te gaan of eerst moest de N. Ct.
gewagen van hazenharten", die die
daad niet aandurfden?Hazenharten",
voegen wij toe, indien het Liberalisme,
dat de sprong deed, dat de sprong
haalde, maar dat maar even, met de
hakken erover kwam, nu niet de con
sequentie zou aandurven, die het van te
voren aanvaard heeft, en plechtig met
zijn woord bezegeld! De ontwaking uit
die kleine angsten zou wel eens zeer
pijnlijk kunnen blijken! De Coalitie
houdt fest zusammen" en wacht wat
ge doet, mijne Heeren, wacht mér nog
wat ge laten zult! De kiezers, die het
Liberalisme de overwinning gaven op
grond van liberale" beloften, welke het
ingevolge de eischen van Troelstra ge
daan heeft, wachten ook. Geeft de her
vormingen! Betaalt toch in uw eigen
belang de quitantie!
Velen van de liberalen, die aarzelen,
zijn zakenmannen : zij zijn gesteld over
ondernemingen, soms oude en nog
bloeiende. Het moet hun bekend wezen,
hoe men oude ondernemingen levens
krachtig houdt. Niet alleen door zuinige
en niets hernieuwende exploitatie: Een
goed zakenman ziet het oogenblik, waarop
ingrijpende veranderingen moeten worden
gemaakt, veranderingen, die soms de
winst van een heel jaar opslokken. Hij
ziet de noodzakelijkheid, grijpt in en
verjongt zijne affaire. Mijne Heeren,
zakenlieden, thans politici: weest breed
van blik en coulant in de uitvoering!
De achttien hebben intusschen gespro
ken. In Het Volk staat wat wij verwacht
hebben: Steun wordt beloofd aan een
ministerie van actie, dat het eigen urgentie
program wil uitvoeren. Steun wordt ge
weigerd aan ieder Zakenkabinet. Wij ach
ten het uitstekend, dat dit besluit zoo
vlug afkwam. Wij hopen, dat de
sociaaldemocraten zonder pardon zullen blij
ken in de doorvoering van het door
links aanvaarde program. In de wijze,
waarop een vrij-liberaar, wiens mond
het woord urgentie weigerde te spreken,
toch nog zijdelings gesteund werd
(Alkmaar) in plaats van desnoods openlijk
tegengewerkt, las men wel een neiging
tot eene welwillendheid, die aan den
ernst van 't oogenblik niet geheel even
redig scheen,... maar uit de houding
der socialisten in 't algemeen is zulk
een gebrek aan doortastendheid zeker
tot op dit oogenblik niet op te maken.
Als zij ook eens faalden! Het is te
hopen, dat zij ageeren met dubbele
kracht! Hun vór alles sociaal-hervor
mend karakter van arbeiderspartij geeft
hun alle vrijheid op een onvoldoende
uitvoering van het concentratie-program
te antwoorden, dat zij desnoods aan Rechts
het bewind zullen overlaten.
Op een gelukkige vermenging bij [hen
van lenigheid en forschheid komt het
thans voor een goed deel aan.
Wij meenen dus, dat krachtige uitvoe
ring van de programpunten der Concen
tratie voorop moet gaan. Door 't alge
meen kiesrecht en de gewekte sympathie
versterkt in de Kamer gekomen, kan later
de Linkerzijde aan 't onderwijs de aan
dacht wijden, die voor bevestiging van
haar macht , d.w.z. voor een politiek,
die verder ziet dan vier jaren, noodzake
lijk, zal zijn en vruchtbaar zal worden.
Eerst den aanhang vergrooten door
kiesrechtuitbreiding en staatspensioen, en
dan, door verspreiding van steeds beter
en uitgebreider onderwijs, in de clericale
gewesten en kleine steden de overmacht
breken, die het maatschappelijk leven in
heel Nederland omlaag hield.
* * *
KRONIEK
HEILIGSCHENNIS
De Standaard" publiceert als schandelijk
en de Maasbode" steunt haar
antirevolutionaire zuster, het volgende strooibiljet, dat
door de vrijzinnigheid" (wij zouden liever
zeggen: door een vrijzinnige) in het district
Amersfoort werd verspreid:
Voor of tegen God! Vox populi, Vox
Dei! Dr. Schaepman.
Aan alle rechtsche kiezers.
De verkiezingen op 17 Juli 1.1., waarbij
ontegenzeggelijk uwerzijds alle strijd
krachten in het geweer zijn geroepen,
waarbij H.H. geestelijken hunnen invloed
tot het uiterste hebhv. doen gelden,
waarvoor de onschuldige kinderharten
tot gebed werden aangezet, hebben een
uitslag gebracht, waaruit duidelijk blijkt,
zóduidelijk, dat ieder geloovige het
voelen en zien kan, dat de Heere niet
langer gediend is van de samenwerking
der in godsdienstige opvatting lijnrecht
tegenover elkander staande partijen, en
de door hen gevoerde politiek.
Indien het anders ware, dan zou Gods
onmisbare zegen, die toch zoo herhaal
delijk voor den goeden afloop der ver
kiezing, en het behoud van dit ministerie,
werd afgesmeekt, ook aan dit werk niet
zijn onthouden.
Welnu, waar God's wil zóduidelijk
is geopenbaard, waar de te volgen
richting zóklaar is aangewezen, past
het ons, nietige menschenkinderen, niet,
oppositie te voeren tegen Zijn wijs
besluit.
Sedert wanneer is het onmogelijke,
mogelijk geworden?
Sedert wanneer hinken wij op twee
gedachten, en murmureeren wij tegen
den wil Gods?
Laten wij ons gemoed, onze ziel, die
in Zijn Alziend oog door tal van zon
den besmet is, door v e r z e t t e ge n
Zijnen, ons
duidelijkgeopenbaarden Wil, niet nog zwaarder
belasten.
Het is zeker, bij deze verkiezingen,
en bijgevolg ook bij de komende her
stemmingen, dat het Zijn wensch is, de
coalitie-regeering te vernietigen niet
alleen, doch boven dat, de linkerzijde
op den troon te helpen.
Daarom kiezers, luister naar dien
Wensch, verleen gewillig, en bovenal
gelaten, gehoor aan die Stem, tracht
niet te treden in de ordonnantiën Gods,
maar in alle beproevingen Gods, maar
blijf in alle beproevingen Hem en Zijne
geboden getrouw.
Onthoud u daarom, op den candidaat
der rechterzijde uwe stem uitte brengen,
doch bevorder daarentegen, in dit district
de verkiezing van
Mr. W. H. DE BEAUFORT,
door als n man op hem te stemmen.
Een overtuigd kiezer.
De heeren van Standaard" en Maasbode"
schijnen het bovenstaande heiligschennis te
vinden. Welnu, wij zijn zelf er niet zoover
van af hun meening te deelen, tenminste
kunnen wij het verstaan, dat een eenvoudig
geloovig hart zich aan zulk gesol met den
Wil Gods" ergert. Maar... mogen Stan
daard" en Maasbode" en gansch de Rechter
zijde zich ergeren, die zelf den Wil Gods"
op de roulette der politieke verkiezingen
gelegd hebben, en die gelukkig zijn als die
Wil Gods naar rechts rolt in hun laadje en
tot hunne winste"... doch die nu klagen
wijl in hun pharizeeïsche en mallootige taal
van driehonderd jaar geleden hun voort
durende persiflage van het Christendom op
haar beurt werd gepersifleerd!
Wie de tariefwet tot eene ordinantie Gods,
tot een deel der Heilige Orde," tot een deel
van den geopenbaarden Wil Gods" verklaard
heeft, mist het recht te klagen, want oogst
wat hij gezaaid heeft.
Wij zullen niet licht vergeten, want is er
werkelijk iets gekkers denkbaar, [dat [inj't
Gooi van clericalen kant geloopen is met
groote borden : Voor of tegen God !
De schrijver van het fijn" en venijnig
stukje, hierboven afgedrukt, geeft minder
aanstoot dunkt ons, dan de uitvinder van
zoo een verkiezingsspreuk.
De Stad aan het Veer, door G. F. HASPELS,
P. N. van Kampen & Zoon. Amsterdam,
1912.
De Stad aan het Veer", al prijkt ook
haar beeltenis aantrekkelijk op 's boeks om
slag, heeft toch maar zijdelings" met de
historie te maken. Zij doet voornamelijk
dienst als symbool van zekeren geestesstaat,
waarin rust en vastheid, ingetogenheid, tra
ditie en kalme vroomheid de meest duidelijke
kenmerken zijn. Zoo is de Stad als een
verzamelterm voor een gedeelte van het
geen uit deze brieven spreekt.
Want dit is litteratuur in brieven...
dewelke niet ontkomt aan de bezwaren van
het soort: dat de brieven te litterair zijn,
teveel van n soort geest en zelfs geestig
heid, en, vooral in den aanvang, vol van te
opzettelijke mededeelingen. Het helpt niet
altijd de verschillende adressen en
onderteekeningen der epistels te zien, men ziet
toch vaak maar n pen, die van den auteur.
Laat ons billijk zijn: wij zien twee pennen
van den nen auteur. Een gemoedelijke,
blij-moedige, levenstevredene, wie het bij
haar geloof aan humor noch fijne onder
scheiding ontbreekt. En een meer scherp
geestige, critische, sceptische, wereldsche,
met een tintje van zwaarmoedigheid en
glimlachend verborgen leed.
Met de eerste heeft de schrijver Marie
van Overdinghe, het Thoolsche heiligje"
geschapen, met de tweede dat vreemde
moderne meisje, Henriette Tullingh van
haar naam ...
Doch ik wil eerst de geschiedenis ver
halen, het brokje leven in deze brieven
besloten kortelijk mededeelen.
De afstammelingen van een drietal Thool
sche families, eens de aristocratie dier plaats,
zijn door 's levens wind in verschillende
Hollandsche richtingen verstoven... indien
men zoo iets van deftige lieden mag zeg
gen. Zij kennen elkaar echter nog allen en
houden meest ook nog wel relatie ... zoo
dat het geen verwondering behoeft te baren,
als de terugkomst van een in Indië rijk
geworden naneef" bij de verschillende
familietakken nogal opzien .. . baart. Er is
in Den Haag een ietwat sceptisch aange
legde dame, die het aardig zou vinden, indien
de nabob trouwde met een nog onge
huwde telg uit het geslacht der Overdinghe's,
dewelke in het stedeke Tholen resideerende
is. Dies overtuigt zij deze telg van een
noodzakelijke overkomst naar de hofstad, ter
zake van zekere Thoolsche tramconcessie,
door den Indischman op 't getouw gezet en
door de bedoelde dame, om
conservatief.pittoreske redenen, fel bestreden. Inderdaad
gelukt het beminlijk opzet. De nog jonge
man en de niet meer geheel jonge dame
maken eikaars kennis ten huize der Haagsche
registratie-inspecteursvrouw en ... hij vraagt
haar, en zij accepteert hem. Aan de
vrouwelijke zijde is men echter niet zonder
bezwaren over het feit dat de Henri" een
onHollandsch-voortvarend Indischman en
zonder geloof is,\ terwijl de Marie" haar
ongehuwd stille leventje zonder drukte of
wensch in Tholen sleet, als een bleeke
bloem in een serre. Ook heeft Henri" daar
in Indie blijkbaar een verleden gehad, dat
hij niet openbaren wil...
Geheel deze zachtzinnige en weldenkende
toeleg wordt nu echter verbroken en te
niet gedaan door een Henriette, die listig
manoeuvreerende, de Marie uit den weg
schuift, om zelve den Henri te bemachtigen.
Henriette is de dochter der welmeenend
complotteerende Haagsche en reeds verloofd
met een zeer beschaafden substituut-griffier.
Ziehier het portret dezer gevaarlijke en
Napoleontisch doortastende, dezer slang in
duivegedaante.
Henriette is mooi", een prachtig onschul
dig, rond gezichtje, met o zulke frissche
lippen en een gratie, een gratie! Maar in
haar grijze oogen kan het wonderbaar spo
ken. Soms hangen daar donkere nevels over
een afgrond van wanhoop; dan sidderen
daarin vreugden, die ik zelfs niet weet te
benaderen; en een enkele maal ook staan
ze star van napoleontische wilskracht. Door
zichtig is zij me nooit, en ik geloof dat ze
het moeilijk met zich zelf heeft."
Voor een eenvoudig levende, zachtvrome
Thoolsche dame is dit portret allicht iets
te litterair, maar de bedoeling, om uiterlijk
te teekenen wat innerlijlc en geestelijk is,
blijkt ons later zeer duidelijk.
Dit onschuldig jong meisje nu ageert als
een coquette uit de hooge en hoogste school,
om den man te krijgen, dien zij wil... dat
is: willen moet. Zij zorgt voor een geschil
met haar verloofde, dat tot een breuk
voert, licht argeloos de stemmige en fijn
gevoelige Thoolsche dame over Henri's
Indisch verleden in, wat ook tyj dier ver
loving tot een breuk voert an heeft zoo
den weg bereid voor hetgeen^eij van den
aanvang wist dat komen zou, dat reeds ge
komen was: Henri's neiging tot haar, hem
zelven eerst nog onbewust. Zoo eindigt dan
de aardige comedie in een soort catastrophe,
die ontzetting en verontwaardiging brengt
over alle drie families en pok .voor de be
trokkenen zelf zeer mogelijk enkel verdriet
en ellende beduiden zal. Want het is de
vraag of Henri toch niet beter gepaard ware
geweest met de bezadigde, zacht
zelfbeheerschte Marie, dan met dit...
gewetenlooze" jonge meisje, dat zichzelf niet weet
en blindelings doet naar haren aard.
Wat een boek merkwaardig maakt, is
eigenlijk altijd de aanvoeling van het leven
die er uit blijkt. Hier worden vooral twee
uitersten opgesteld, twee staten van geest,
die, naar hun aard, verscheiden terugwerken
op hetgeen hen aan komt doen.
De eene is die Thoolsche, gebonden
in traditie van provinciale afzondering, in
rustig, door twijfel onbesmet geloof en
christelijke goede werken. De andere is de
Haagsche, aan de traditie ontwortelde,
religielooze, modern-sceptische, die geen enkele
vastheid heeft dan de leege van beschaafden
vorm en stand. En daartusschen vertoont
zich dan nog, als een variëteit van de tweede
sfeer, de Indischman, wiens businesslike
voortvarendheid en levensvolle energie ten
slotte even leeg en onvast blijken, als het
aankomt op de diepere dingen des levens,
zoodat hij van zichzelven zegt: zulke speel
ballen van het leven rollen er wel door
en als ze bij ongeluk den boel omvergooien,
ligt dat in hun aard. Ze hebben geen stuur,
de stakkerts."
Deze groepeering overziende, zou men
meenen, dat de schrijver zijn verhaal duidelijk
stuurde naar den religieusen kant. Want de
godsdienstloozen bederven de familiale har
monie en de godsdienstigen verdragen dit
ten slotte met superbe lankmoedigheid. De
eersten ontredderen anderer, maar ook eigen
leven, en de laatsten nemen hun dat niet
eens kwalijk, blijken zelfs begaan met zulke
onverantwoordelijke moedwilligheid.
Doch, mij dunkt, deze indruk, al moge hij
de eerste zijn, blijft niet, omdat hij zich
verdiept. Zoo eenvoudig heeft de heer Haspels
het leven niet gezien, peinzen wij, als het
boek met een onopgelost accoord geëindigd is.
De onberekenbaarheid van 's werelds be
loop, schijnt dit te willen zeggen, maar ook
de raadselige ondoelmatigheid, het verbijste
rend grillige, door niemand voorzien en tot
niemands geluk. De vroomheid van Marie
van Overdinghe moge er in berusten, haar
levensvastheid zelfs versterken, het is niet
temin waar, dat hier misschien, waarschijn
lijk, vijf menschen ongelukkig werden door
den blinden wil van eene ... die zelve niet
wist wat zij wilde.
Het karakter van dit jonge meisje te
hebten doorzien en in beeld neergezet, lijkt
mij wel de grootste verdienste van dit, bij
gedeelten, zeer fijne boek. Want boven allen
persoonlijken voorkeur, heeft hier de auteur
het leven van heden begrepen in een zijner
vreemdste, meest beangstigende verschijnin
gen : de moderne vrouw.
Ziehier ten slotte, na haar uiterlijke, haar
innerlijke karakteristiek in een dagboek
fragment, waar zij naar de kern van haar
wezen tast:
En nu is het gekomen, en ik weet niet
of ik niet moest wenschen, dat het wegge
bleven was.
Nu zie ik, dat de klacht van mijn leven
is geweest: plus d'imprévu! en nu vrees
ik dat die worden kan: hélas, l'imprévu!
Tot nog toe, zoolang ik me kan herin
neren, de wensch, die de kracht, de warmte
van een gebed had, toch eens uit het gewone
te geraken, toch daar te komen, waar het
leven leven zou zijn. En nu is het leven
leven geworden, en nu voel ik onder de
zaligheid den angst, dat dit leven nog zoo
afschuwelijk kan worden, dat ik daaruit zou
kunnen terug verKngen naar dat oude
gewone, toen alles nog vast stond. Afschu
welijk kan worden" want op dit oogen
blik is het iligheid, volle zaligheid".
Is hier m tenminste een begin van zelf
begrip, dat onzen indruk uit de handelingen
van dit meisje aanvult? Sceptisch indivi
dualisme, onduldbare verveling, die tot eiken
prijs de gewoonheid van het leven willen
breken en waarover de geesten van
traditioneele moraal en godsdienst geen macht meer
hebben. Levenszwakheid en verfijning, voor
niets zoo bang als voor armoede; leegte en
onvastheid van geest, die zich onvoorwaar
delijk aan elke spontane neiging vastklampen
als aan een redder uit de wanhoop van
het ijle niets, ten slotte volledige zelftwijfel
en zwakheid, uit nood tot wil en daad wor
dend ... ziedaar eenige van de vele fac
toren, die dit wonderlijke zijn tezamenstellen,
dat voor het grootste deel uit negativiteit
schijnt opgebouwd.
Dit begrepen en verbeeld te hebben, zal
ten dage des Litterairen Oordeels den heer
Haspels ten gunste worden aangerekend en
zijn boek misschien een plaats verleenen in
de rij der waarachtige tijdsverschijnsels.
FRANS COENEN
*
*