De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 29 juni pagina 1

29 juni 1913 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1879 Zondag 29 Juni A°. 1913 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L, WIESSING Abonnement per 3 maanden ? 1.50, f r. p. post/ 1.65 Voor Indlë per jaar, bfl vooruitbetaling , mail , 10.Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ..... 0.12* UITGEVERS; VAN HOLKEMA ft WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1?5 regels /1.25, elke regel meer . . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel Reclames, pe^regel ?0.25 .030 .0.40 INHOUD Blz. 1: Red.: Verkiezings-consequentie.Kroniek: De Wil Gods in de verkiezingen. 'Frans Coenen over De Stad aan het Veer van G. F. Haspels. 2: Feuilleton door Leonid Andrejev. Hessel Jongsma: Kinderboeken. Ingez. van mevr. Schaapv. d. Pek. 5: N. Mansfeldt-de W. H.: Vrouwenkiesrechtcongres te Budapest. Allegra. E. Heimans: Bloemenleven. 7: Portretten der bij de herstemming geko zen Kamerleden. 8: Het Philippijnsch parlement. Prof. dr. W. J. Kühler over de Geschiedenis der Ned. Herv. Kerk in de 18e en 19e eeuw, van prof. dr. L. Knap pert. Puzzle. Charivari. Fin. Kroniek door v. d. M. //: Schaak spel door Rud. Loman. Damspel door J. de Haas. Teekening van Joh. Braakensiek: Kuyper-Sansculotte. Bijvoegsel van Johan Braakensiek: Heemskerk-Alva's laatste rit. «H1IIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIHIIlmmlllMIIIIIIMtmllllHIIMMIMIIIIIMIh.il ''III AN VERRE EN VAN NAB! DE LAATSTE KANS De uitslag der verkiezingen lijkt ons niet in de eerste plaats waarvoor men hem zou kunnen houden: een overwinning der sociaal-democratie. Bij den stormloop op het Rechtsche bewind zijn wel acht tien socialistische eenheden op de tin nen gekomen en hebben er hun vlag geplant, maar de stuwkracht die hen zoo hoog gebracht heeft was geen sociaaldemocratische, geen revolutionaire, geen staatsgevaarlijke". Uit het hoofdartikel van Het Volk van Donderdag jl. kan men het zelfs wel lezen. Daar staat, dat de stormloop tegen de Clericale Regeering haar. ontstaan uit sluitend dankt aan niets ergers dan de behoefte om het kiesrecht algemeen te doen zijn en aan niets gevaarlijkers dan den eisch om, ongehinderd door reactio nair bestuur, een hervormingspolitiek te zien tot stand komen, die wat om 't lijf heeft. Die behoefte, die eisch zijn levend geworden in de volksgroepen, welke thans de concentratie-mannen en sociaal democraten naar de Kamer hebben afge vaardigd. Het is volkomen juist, dat het de sociaal-democratie geweest is, die de eisenen het eerst formuleerde, waarop zoowel Bos, als Borgesius en de Beaufort gekozen werden, en die door rustelooze propaganda aan de liberale fracties de noodzakelijkheid heeft bijgebracht deze eischen tot de hunne te maken, het is volkomen juist, maar van socialisme" hebben dieeischen niets. Nog meer: Hadde ons Nederlandsen Liberalisme in de laatste tientallen jaren den ruimen blik gehad van zijn eerste periode (den ruimen blik van die periode hebben is iets anders dan het program ervan handhaven!), had het met eigen kracht de hervormingspartij willen wezen, waartoe het nu, gelukkig nog op tijd, door de arbeiderspartij wordt opgewekt en opheven, zonder twijfel zou dat Liberalisme een eisch als algemeen kiesrecht (in zooveel landen sinds lang aanvaard!), een eisch als staatspensioen (zoo kordaat gegeven door liberalen in Engeland!) op eigen initiatief hebben doorgevoerd en thans vele van de socialis tische zetels voor zich hebben bezet. Dat is nu anders gebeurd, en daarom ook anders geloopen. Hier geschiedde de hervormingsbelofte onder directen aan drang van Troelstra en de zijnen. Ieder verstandig man zal glimlachen, als hij in de N. R. Ct. leest (26 Juni Avondbl), dat de sociaal-democratie zooveel zetels won, omdat zij steeds belooft zonder zelf iets te doen... alsof de menigte z klein van begrip was en zódom op haar politieke belangen ! De kiezersmassa gevoelt natuurlijk uitstekend vanwaar het parool uitging en wie de stuwkracht vormden van de haar sympathieke be weging der linkerzijde! Dat de winst voornamelijk gevallen is in den schoot der leiding" is dat niet k het geval, o! N. R. Ct., in alle affaires, in alle onder nemingen, in alle naamlooze vennoot schappen, die de Rotterdamsche roem zijn? Het is dus naar ons inzien duidelijk, dat van een liberaal program, waarop vrijwel de gansche linkerzijde den eed deed, de uitvoering verwacht wordt door het kiezersvolk: de uitvoering... in samen werking van concentratie en sociaaldemocratie. Hier lette men wel op: Hier is geen ontkomen aan. Kinderachtig en gevaarlijk kinderachtig, die, dit vór de verkiezingen wetend, thans zou trach ten het te ontgaan! Wij spraken vorige week van aar zeling bij sommige geboren conser vatieven in het overwinnende liberale kamp. Het wordt met die lieden zelfs al erger dan wij vermoed hadden. Pu blicisten, die meenen van dezen tijd te zijn als zij in oudliberale boeken veel studeeren, maken in het Hbl. pro paganda voor zakenkabinet of gema tigde" regeering...! Zulke artikelen zijn niet geheel in ernst te nemen, voorzoover zij onbekendheid bewijzen met de ge zindheden in de kerkelijke Coalitie, en voorzoover hun politieke moraliteit wat al te ver blijft beneden de eischen, aan eenigszins plechtige beloften verbonden. Deze mannen vergaten, dat de linkerzijde gekozen is op een program van actie in vooruitstrevender} zin en dat een groot deel van deze linkerzijde zelfs gekozen is op een uitspraak van urgentie (vraagt het o.a. den vrij-liberalen Ter Spul, de Beaufort, Drion, van IJzendoorn, Walrave Boissevain en van Vollenhoven...) Dat vergaten zij; maar zij vergeten nog iets. Zij vergeten, dat het Liberalisme niet voor eene eeuwigheid gekozen werd, doch thans een laatste kansje hebbend om in breede lagen sympathie te herwin nen, onherroepelijk verloren is nog vór de vier regeeringsjaren verstreken, als het die kans niet dadelijk aangrijpt! Kom, hoe groot kan de verblinding toch wezen van het angstig hart! Tot het stemmen van socialisten hebben j.l. Woensdag de vrijzinnigen het gebracht, maar niet scheen het over de gansche linje te gaan of eerst moest de N. Ct. gewagen van hazenharten", die die daad niet aandurfden?Hazenharten", voegen wij toe, indien het Liberalisme, dat de sprong deed, dat de sprong haalde, maar dat maar even, met de hakken erover kwam, nu niet de con sequentie zou aandurven, die het van te voren aanvaard heeft, en plechtig met zijn woord bezegeld! De ontwaking uit die kleine angsten zou wel eens zeer pijnlijk kunnen blijken! De Coalitie houdt fest zusammen" en wacht wat ge doet, mijne Heeren, wacht mér nog wat ge laten zult! De kiezers, die het Liberalisme de overwinning gaven op grond van liberale" beloften, welke het ingevolge de eischen van Troelstra ge daan heeft, wachten ook. Geeft de her vormingen! Betaalt toch in uw eigen belang de quitantie! Velen van de liberalen, die aarzelen, zijn zakenmannen : zij zijn gesteld over ondernemingen, soms oude en nog bloeiende. Het moet hun bekend wezen, hoe men oude ondernemingen levens krachtig houdt. Niet alleen door zuinige en niets hernieuwende exploitatie: Een goed zakenman ziet het oogenblik, waarop ingrijpende veranderingen moeten worden gemaakt, veranderingen, die soms de winst van een heel jaar opslokken. Hij ziet de noodzakelijkheid, grijpt in en verjongt zijne affaire. Mijne Heeren, zakenlieden, thans politici: weest breed van blik en coulant in de uitvoering! De achttien hebben intusschen gespro ken. In Het Volk staat wat wij verwacht hebben: Steun wordt beloofd aan een ministerie van actie, dat het eigen urgentie program wil uitvoeren. Steun wordt ge weigerd aan ieder Zakenkabinet. Wij ach ten het uitstekend, dat dit besluit zoo vlug afkwam. Wij hopen, dat de sociaaldemocraten zonder pardon zullen blij ken in de doorvoering van het door links aanvaarde program. In de wijze, waarop een vrij-liberaar, wiens mond het woord urgentie weigerde te spreken, toch nog zijdelings gesteund werd (Alkmaar) in plaats van desnoods openlijk tegengewerkt, las men wel een neiging tot eene welwillendheid, die aan den ernst van 't oogenblik niet geheel even redig scheen,... maar uit de houding der socialisten in 't algemeen is zulk een gebrek aan doortastendheid zeker tot op dit oogenblik niet op te maken. Als zij ook eens faalden! Het is te hopen, dat zij ageeren met dubbele kracht! Hun vór alles sociaal-hervor mend karakter van arbeiderspartij geeft hun alle vrijheid op een onvoldoende uitvoering van het concentratie-program te antwoorden, dat zij desnoods aan Rechts het bewind zullen overlaten. Op een gelukkige vermenging bij [hen van lenigheid en forschheid komt het thans voor een goed deel aan. Wij meenen dus, dat krachtige uitvoe ring van de programpunten der Concen tratie voorop moet gaan. Door 't alge meen kiesrecht en de gewekte sympathie versterkt in de Kamer gekomen, kan later de Linkerzijde aan 't onderwijs de aan dacht wijden, die voor bevestiging van haar macht , d.w.z. voor een politiek, die verder ziet dan vier jaren, noodzake lijk, zal zijn en vruchtbaar zal worden. Eerst den aanhang vergrooten door kiesrechtuitbreiding en staatspensioen, en dan, door verspreiding van steeds beter en uitgebreider onderwijs, in de clericale gewesten en kleine steden de overmacht breken, die het maatschappelijk leven in heel Nederland omlaag hield. * * * KRONIEK HEILIGSCHENNIS De Standaard" publiceert als schandelijk en de Maasbode" steunt haar antirevolutionaire zuster, het volgende strooibiljet, dat door de vrijzinnigheid" (wij zouden liever zeggen: door een vrijzinnige) in het district Amersfoort werd verspreid: Voor of tegen God! Vox populi, Vox Dei! Dr. Schaepman. Aan alle rechtsche kiezers. De verkiezingen op 17 Juli 1.1., waarbij ontegenzeggelijk uwerzijds alle strijd krachten in het geweer zijn geroepen, waarbij H.H. geestelijken hunnen invloed tot het uiterste hebhv. doen gelden, waarvoor de onschuldige kinderharten tot gebed werden aangezet, hebben een uitslag gebracht, waaruit duidelijk blijkt, zóduidelijk, dat ieder geloovige het voelen en zien kan, dat de Heere niet langer gediend is van de samenwerking der in godsdienstige opvatting lijnrecht tegenover elkander staande partijen, en de door hen gevoerde politiek. Indien het anders ware, dan zou Gods onmisbare zegen, die toch zoo herhaal delijk voor den goeden afloop der ver kiezing, en het behoud van dit ministerie, werd afgesmeekt, ook aan dit werk niet zijn onthouden. Welnu, waar God's wil zóduidelijk is geopenbaard, waar de te volgen richting zóklaar is aangewezen, past het ons, nietige menschenkinderen, niet, oppositie te voeren tegen Zijn wijs besluit. Sedert wanneer is het onmogelijke, mogelijk geworden? Sedert wanneer hinken wij op twee gedachten, en murmureeren wij tegen den wil Gods? Laten wij ons gemoed, onze ziel, die in Zijn Alziend oog door tal van zon den besmet is, door v e r z e t t e ge n Zijnen, ons duidelijkgeopenbaarden Wil, niet nog zwaarder belasten. Het is zeker, bij deze verkiezingen, en bijgevolg ook bij de komende her stemmingen, dat het Zijn wensch is, de coalitie-regeering te vernietigen niet alleen, doch boven dat, de linkerzijde op den troon te helpen. Daarom kiezers, luister naar dien Wensch, verleen gewillig, en bovenal gelaten, gehoor aan die Stem, tracht niet te treden in de ordonnantiën Gods, maar in alle beproevingen Gods, maar blijf in alle beproevingen Hem en Zijne geboden getrouw. Onthoud u daarom, op den candidaat der rechterzijde uwe stem uitte brengen, doch bevorder daarentegen, in dit district de verkiezing van Mr. W. H. DE BEAUFORT, door als n man op hem te stemmen. Een overtuigd kiezer. De heeren van Standaard" en Maasbode" schijnen het bovenstaande heiligschennis te vinden. Welnu, wij zijn zelf er niet zoover van af hun meening te deelen, tenminste kunnen wij het verstaan, dat een eenvoudig geloovig hart zich aan zulk gesol met den Wil Gods" ergert. Maar... mogen Stan daard" en Maasbode" en gansch de Rechter zijde zich ergeren, die zelf den Wil Gods" op de roulette der politieke verkiezingen gelegd hebben, en die gelukkig zijn als die Wil Gods naar rechts rolt in hun laadje en tot hunne winste"... doch die nu klagen wijl in hun pharizeeïsche en mallootige taal van driehonderd jaar geleden hun voort durende persiflage van het Christendom op haar beurt werd gepersifleerd! Wie de tariefwet tot eene ordinantie Gods, tot een deel der Heilige Orde," tot een deel van den geopenbaarden Wil Gods" verklaard heeft, mist het recht te klagen, want oogst wat hij gezaaid heeft. Wij zullen niet licht vergeten, want is er werkelijk iets gekkers denkbaar, [dat [inj't Gooi van clericalen kant geloopen is met groote borden : Voor of tegen God ! De schrijver van het fijn" en venijnig stukje, hierboven afgedrukt, geeft minder aanstoot dunkt ons, dan de uitvinder van zoo een verkiezingsspreuk. De Stad aan het Veer, door G. F. HASPELS, P. N. van Kampen & Zoon. Amsterdam, 1912. De Stad aan het Veer", al prijkt ook haar beeltenis aantrekkelijk op 's boeks om slag, heeft toch maar zijdelings" met de historie te maken. Zij doet voornamelijk dienst als symbool van zekeren geestesstaat, waarin rust en vastheid, ingetogenheid, tra ditie en kalme vroomheid de meest duidelijke kenmerken zijn. Zoo is de Stad als een verzamelterm voor een gedeelte van het geen uit deze brieven spreekt. Want dit is litteratuur in brieven... dewelke niet ontkomt aan de bezwaren van het soort: dat de brieven te litterair zijn, teveel van n soort geest en zelfs geestig heid, en, vooral in den aanvang, vol van te opzettelijke mededeelingen. Het helpt niet altijd de verschillende adressen en onderteekeningen der epistels te zien, men ziet toch vaak maar n pen, die van den auteur. Laat ons billijk zijn: wij zien twee pennen van den nen auteur. Een gemoedelijke, blij-moedige, levenstevredene, wie het bij haar geloof aan humor noch fijne onder scheiding ontbreekt. En een meer scherp geestige, critische, sceptische, wereldsche, met een tintje van zwaarmoedigheid en glimlachend verborgen leed. Met de eerste heeft de schrijver Marie van Overdinghe, het Thoolsche heiligje" geschapen, met de tweede dat vreemde moderne meisje, Henriette Tullingh van haar naam ... Doch ik wil eerst de geschiedenis ver halen, het brokje leven in deze brieven besloten kortelijk mededeelen. De afstammelingen van een drietal Thool sche families, eens de aristocratie dier plaats, zijn door 's levens wind in verschillende Hollandsche richtingen verstoven... indien men zoo iets van deftige lieden mag zeg gen. Zij kennen elkaar echter nog allen en houden meest ook nog wel relatie ... zoo dat het geen verwondering behoeft te baren, als de terugkomst van een in Indië rijk geworden naneef" bij de verschillende familietakken nogal opzien .. . baart. Er is in Den Haag een ietwat sceptisch aange legde dame, die het aardig zou vinden, indien de nabob trouwde met een nog onge huwde telg uit het geslacht der Overdinghe's, dewelke in het stedeke Tholen resideerende is. Dies overtuigt zij deze telg van een noodzakelijke overkomst naar de hofstad, ter zake van zekere Thoolsche tramconcessie, door den Indischman op 't getouw gezet en door de bedoelde dame, om conservatief.pittoreske redenen, fel bestreden. Inderdaad gelukt het beminlijk opzet. De nog jonge man en de niet meer geheel jonge dame maken eikaars kennis ten huize der Haagsche registratie-inspecteursvrouw en ... hij vraagt haar, en zij accepteert hem. Aan de vrouwelijke zijde is men echter niet zonder bezwaren over het feit dat de Henri" een onHollandsch-voortvarend Indischman en zonder geloof is,\ terwijl de Marie" haar ongehuwd stille leventje zonder drukte of wensch in Tholen sleet, als een bleeke bloem in een serre. Ook heeft Henri" daar in Indie blijkbaar een verleden gehad, dat hij niet openbaren wil... Geheel deze zachtzinnige en weldenkende toeleg wordt nu echter verbroken en te niet gedaan door een Henriette, die listig manoeuvreerende, de Marie uit den weg schuift, om zelve den Henri te bemachtigen. Henriette is de dochter der welmeenend complotteerende Haagsche en reeds verloofd met een zeer beschaafden substituut-griffier. Ziehier het portret dezer gevaarlijke en Napoleontisch doortastende, dezer slang in duivegedaante. Henriette is mooi", een prachtig onschul dig, rond gezichtje, met o zulke frissche lippen en een gratie, een gratie! Maar in haar grijze oogen kan het wonderbaar spo ken. Soms hangen daar donkere nevels over een afgrond van wanhoop; dan sidderen daarin vreugden, die ik zelfs niet weet te benaderen; en een enkele maal ook staan ze star van napoleontische wilskracht. Door zichtig is zij me nooit, en ik geloof dat ze het moeilijk met zich zelf heeft." Voor een eenvoudig levende, zachtvrome Thoolsche dame is dit portret allicht iets te litterair, maar de bedoeling, om uiterlijk te teekenen wat innerlijlc en geestelijk is, blijkt ons later zeer duidelijk. Dit onschuldig jong meisje nu ageert als een coquette uit de hooge en hoogste school, om den man te krijgen, dien zij wil... dat is: willen moet. Zij zorgt voor een geschil met haar verloofde, dat tot een breuk voert, licht argeloos de stemmige en fijn gevoelige Thoolsche dame over Henri's Indisch verleden in, wat ook tyj dier ver loving tot een breuk voert an heeft zoo den weg bereid voor hetgeen^eij van den aanvang wist dat komen zou, dat reeds ge komen was: Henri's neiging tot haar, hem zelven eerst nog onbewust. Zoo eindigt dan de aardige comedie in een soort catastrophe, die ontzetting en verontwaardiging brengt over alle drie families en pok .voor de be trokkenen zelf zeer mogelijk enkel verdriet en ellende beduiden zal. Want het is de vraag of Henri toch niet beter gepaard ware geweest met de bezadigde, zacht zelfbeheerschte Marie, dan met dit... gewetenlooze" jonge meisje, dat zichzelf niet weet en blindelings doet naar haren aard. Wat een boek merkwaardig maakt, is eigenlijk altijd de aanvoeling van het leven die er uit blijkt. Hier worden vooral twee uitersten opgesteld, twee staten van geest, die, naar hun aard, verscheiden terugwerken op hetgeen hen aan komt doen. De eene is die Thoolsche, gebonden in traditie van provinciale afzondering, in rustig, door twijfel onbesmet geloof en christelijke goede werken. De andere is de Haagsche, aan de traditie ontwortelde, religielooze, modern-sceptische, die geen enkele vastheid heeft dan de leege van beschaafden vorm en stand. En daartusschen vertoont zich dan nog, als een variëteit van de tweede sfeer, de Indischman, wiens businesslike voortvarendheid en levensvolle energie ten slotte even leeg en onvast blijken, als het aankomt op de diepere dingen des levens, zoodat hij van zichzelven zegt: zulke speel ballen van het leven rollen er wel door en als ze bij ongeluk den boel omvergooien, ligt dat in hun aard. Ze hebben geen stuur, de stakkerts." Deze groepeering overziende, zou men meenen, dat de schrijver zijn verhaal duidelijk stuurde naar den religieusen kant. Want de godsdienstloozen bederven de familiale har monie en de godsdienstigen verdragen dit ten slotte met superbe lankmoedigheid. De eersten ontredderen anderer, maar ook eigen leven, en de laatsten nemen hun dat niet eens kwalijk, blijken zelfs begaan met zulke onverantwoordelijke moedwilligheid. Doch, mij dunkt, deze indruk, al moge hij de eerste zijn, blijft niet, omdat hij zich verdiept. Zoo eenvoudig heeft de heer Haspels het leven niet gezien, peinzen wij, als het boek met een onopgelost accoord geëindigd is. De onberekenbaarheid van 's werelds be loop, schijnt dit te willen zeggen, maar ook de raadselige ondoelmatigheid, het verbijste rend grillige, door niemand voorzien en tot niemands geluk. De vroomheid van Marie van Overdinghe moge er in berusten, haar levensvastheid zelfs versterken, het is niet temin waar, dat hier misschien, waarschijn lijk, vijf menschen ongelukkig werden door den blinden wil van eene ... die zelve niet wist wat zij wilde. Het karakter van dit jonge meisje te hebten doorzien en in beeld neergezet, lijkt mij wel de grootste verdienste van dit, bij gedeelten, zeer fijne boek. Want boven allen persoonlijken voorkeur, heeft hier de auteur het leven van heden begrepen in een zijner vreemdste, meest beangstigende verschijnin gen : de moderne vrouw. Ziehier ten slotte, na haar uiterlijke, haar innerlijke karakteristiek in een dagboek fragment, waar zij naar de kern van haar wezen tast: En nu is het gekomen, en ik weet niet of ik niet moest wenschen, dat het wegge bleven was. Nu zie ik, dat de klacht van mijn leven is geweest: plus d'imprévu! en nu vrees ik dat die worden kan: hélas, l'imprévu! Tot nog toe, zoolang ik me kan herin neren, de wensch, die de kracht, de warmte van een gebed had, toch eens uit het gewone te geraken, toch daar te komen, waar het leven leven zou zijn. En nu is het leven leven geworden, en nu voel ik onder de zaligheid den angst, dat dit leven nog zoo afschuwelijk kan worden, dat ik daaruit zou kunnen terug verKngen naar dat oude gewone, toen alles nog vast stond. Afschu welijk kan worden" want op dit oogen blik is het iligheid, volle zaligheid". Is hier m tenminste een begin van zelf begrip, dat onzen indruk uit de handelingen van dit meisje aanvult? Sceptisch indivi dualisme, onduldbare verveling, die tot eiken prijs de gewoonheid van het leven willen breken en waarover de geesten van traditioneele moraal en godsdienst geen macht meer hebben. Levenszwakheid en verfijning, voor niets zoo bang als voor armoede; leegte en onvastheid van geest, die zich onvoorwaar delijk aan elke spontane neiging vastklampen als aan een redder uit de wanhoop van het ijle niets, ten slotte volledige zelftwijfel en zwakheid, uit nood tot wil en daad wor dend ... ziedaar eenige van de vele fac toren, die dit wonderlijke zijn tezamenstellen, dat voor het grootste deel uit negativiteit schijnt opgebouwd. Dit begrepen en verbeeld te hebben, zal ten dage des Litterairen Oordeels den heer Haspels ten gunste worden aangerekend en zijn boek misschien een plaats verleenen in de rij der waarachtige tijdsverschijnsels. FRANS COENEN * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl