De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 6 juli pagina 5

6 juli 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

6,Juli '13. Nq. 1880 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND WOUWENRUBRIEK i lliiiiilililiiiiniiiiiiiiii Zevende Congres van den Wereld bond voor Vrouwenkiesrecht te Budapest Het congres-bezoek is zóoverweldigend groot 2800 kaarten werden afgegeven, terwijl er natuurlijk nog vele officieele per sonen zijn die zonder zoo'n kaart de ver gaderingen bijwonen dat men na eenige dagen pas een overzicht krijgt van al de naties, die er vertegenwoordigd en alle bijzondere personen, die er aanwezig zijn. Het deed mijn Hollandsen hart goed Willem Kes onder de deelnemers op te merken. Behalve de demonstratie in Weenen heb ben er zeer geslaagde in Berlijn, Dresden en Praag plaats had. Geslaagd ook te Praag?... Daar was het meer een locale demonstratie geworden, waar een mannenkoor zijn heftigste Czechische liederen zong en waar mevrouw Kuneticka (het herkozen lid van den Land dag, wier benoeming nog maar steeds niet bekrachtigd is) haar politieke verontwaar diging in zoo'n langen speech tot uiting bracht, dat Reverend Shaw 's nachts om half twee pas aan het woord kwam, toen de vergadering aan het verloopen was! 't Feit, dat ons werd medegedeeld, beves tigt wel eenigzins, hetgeen wij zelf in Weenen vernamen, namelijk, dat het zoo moeielljk is om van die verschillende rassen in deze dubbelmonarchie wat samenwerking te verkrijgen. Maar op onze reis van Budapest naar Trencsénteplicz, een prachtig badplaatsje, waar ik nu mijne congres-indrukken zit te verwerken, ontmoette ik twee heeren uit Praag, beiden redacteur, die niet alleen in die~ kwaliteit, maar ook als warme voor standers van het V. K. het congres hadden bijgewoond. Zij gaven mij een geheel andere lezing van het geval. Ten eerste vertelden zij met trots, dat de burgemeester van Praag de buitenlanders officieel ontvangen had, wat in Berlijn, Dresden en Weenen niet het geval is geweest en dat het in Bohemen de MANNEN zijn, die mevrouw Kuneticka gekozen hebben, daar de vrouwen wel communaal, maar geen Landdag-kiesrecht hebben. Het is in dit bizonder geval dus wel te begrijpen, dat deze politica de gelegenheid heeft aange grepen, om eens in het openbaar haar ver ontwaardiging te uiten, nu er, door deze internationale bijeenkomst zooveel hoorders gelokt waren. Zij sprak in het Czechisch, juist omdat het een locaal geval betrof, en de buitenlanders kregen een fransche ver taling in handen. De Pragers waren zér tevreden over deze betooging en dat was toch voornamelijk de bedoeling. Het congres was ditmaal buitengewoon vermoeiend en verschillende factoren waren daarvan de oorzaak. Ten eerste de buitengewone hitte, welke het verklaarbaar maakte, dat... de Hongaren zoo gedecolleteerd op straat loopen. Ook de gentlemen, want wat ik in de verte steeds voqr een matroos aanzag, bleek dichterbij een tip top heer, met groote witte slappe boord. wijd uitgeslagen over de jaskraag hangend, Over het geheel had het vorig congres te Stockholm een ander cachet! Daar heerschte meer een bezonken rust, zooals wij dat van onze Scandinavische stamverwanten niet UIT DE NA TUUR DXXXV Heilige Pillekevers Het is nog vroeg in den morgen. De zon brandt al lekker op mijn rug, nu ik op een bank in Artis ga zitten, om te wachten op iemand, een lezer van de Groene, die mij verzocht had van de partij te zijn, als ik de pillekevers in het Insectarum zou gaan bestudeeren. Hij zal zich verslapen hebben of misschien mijn briefkaart niet bijtijds hebben ontvangen; ik mocht hem niet zien opdagen. Ik heb alleen 's morgens vroeg tijd voor zoo iets tijdroovends. Bovendien later op den dag en ook 's Zondagmorgens heb je er te veel bekijks en wordt je afge leid door de kennissen. Op dit oogenblik is er geen enkele bezoeker in het gebouw en ik ben ook niemand in den tuin tegenge komen. De zon kijkt schuin het Insectarium in, maar bereikt de volière" van de kevers niet. Toch zijn er al een paar arbeiders boven den grond; het is daar in het tropische" zijzaaltje van het Insectarium warm genoeg, nacht en dag. Dat moet wel om de wandelende bla deren en andere tropische insecten, die er onderdak hebben gevonden. Dit zijn wel niet de pilledraaiers, die ge woonlijk de Heilige Pillekevers worden genoemd, en die rondom de kusten van de Middellandsche zee in menigte voorkomen. anders verwacht hadden; maar bovendien werd het aantal bezoekers toen op 1200, thans op 3000 geschat. Verder het volks karakter. In alles zijn de Hongaren even luidruchtig, en vele congres-bezoekers ver klaarden dan ook, dat zij nog nooit zooveel geluid hadden gehoord als in Budapest n op straat n in huis! Den geheelen nacht duurde het voort; steeds reden er rijtuigen, auto's en trams. De accoustiek in de overigens zoo smaak volle zaal der Redoute, was allerslechtst, zoodat velen, die toch niets konden ver staan, gingen babbelen, wat mrs. Chapman Catt telkens noopte, den hamer te gebruiken. Bovendien waren er punten aan de orde, die geen algemeene instemming vonden, wat ook al weer onderling overleg der gedele geerden tengevolge had en de rustige rust der vergadering niet bevorderde. Zoo had Engeland bijv. voorgesteld een internationaal persbureau op te richten, dat in Londen zetelen zou. Alles hadden zij al kant en klaar, zelfs al correspondenten in Holland aangesteld, som migen niet eens lid der Ver. voor vr.k. vórdat het congres er nog sanctie aan had gegeven. Zij dachten zeker Britannia rules the waves" maar zij konden hier de golven van den tegenstand niet beheerschen, want de kleine landen bedankten er voor onder Engelsche voogdij te komen. De afstemming van dit punt der agenda gaf ontstemming bij de voorstellers. Verder was er een ander punt aan de orde, dat ook langdurige discussies heeft uitgelokt. Door het hoofdbestuur was reeds in Stock holm voorgesteld een hoofdkwartier op te richten. Nu kwam dit voorstel in stemming. Het Maandblad van den Wereldbond zou dan voortaan uitgegeven worden, daar waar dat Headquarter gevestigd wordt, en onder leiding komen van een comité. Martina Kramers, die van de oprichting af dit Maandblad geredigeerd heeft, vond hierin aanleiding zich terug te trekken, daar zij natuurlijk haar land niet verlaten wil, om daar te gaan Wonen, waar het headquarter komen zal, wat als eisch voor de redactrice gesteld werd. Velen betreurden dat heengaan zér, er werden woorden van groote waar deering uitgesproken, waaraan door applaus en opstaan van alle aanwezigen, kracht werd bijgezet. Het wordt nu aan het H. B. overgelaten een Redactrice te benoemen en de plaats van het hoofdkwartier te bepalen. Hoe het nu in de toekomst gaan zal, zullen wij moeten afwachten. Wjühopen alleen maar, dat het geheel nu niet te veel ver-Engelscht of ver-Amerikaanscht wordt. Toen bij een latere stemming, waarbij verandering der statuten aan de orde was, het punt kwam, hetwelk aan nationale vereenigingen met meer dan 10.000 leden een progressief aantal stemmen zou verleenen, vond dit, zooals zeer begrijpelijk is, grooten tegenstand, want daardoor zouden de kleine landen in verdrukking komen. Nu blijft het zooals het is, ieder land 12 stem men, alleen die landen, waar nog geen Vereeniging is, en nog alleen met een kiesrecht-comitégewerkt wordt, zooals Oosten rijk, Galicië en Rumeniè', hebben slechts 2 stemmen. Het voorstel, om aan vrouwen uit de Oostersche landen, waar de positie der vrouwen het vereenigingsleven voor haar zoo bemoeilijkt, haast onmogelijk maakt, het recht tot aansluiting te verleenen (Auxiliary to the Alliance) werd natuurlijk bij acclamatie aangenomen. Maat het verschil ligt, geloof ik, alleen in de kleur. Die in Artis zijn niet zwart, maar glanzig purperkleurig, ze gelijken, wat de kleur betreft, veel op de goud-violette loopkevers die bij ons voorkomen, en wat den vorm aangaat op onze grootste soorten mestkevers; maar ze zijn minstens dubbel zoo groot. Het jochie, dat aanveegt, heeft versche paardenmest op het zand gelegd, en de geur daarvan schijnt onmiddellijk onder het zand door te dringen; want er komen er nog een stuk of vier met de breede gehoornde koppen uit de openingen der gangen kijken. Eerst werd alleen olifanten-mest, ook mest van andere tropische dieren toegediend; want sommige soorten houden zich aan bepaalde stoffen; maar het is gebleken, dat de onver teerde restanten van andere planteneters ook gewillig wordt geaccepteerd, mits de con sistentie maar geschikt is, om de specie tot pillen te verwerken. De zwaargebouwde en sterk gepantserde dieren zetten zich ook meteen aan het werk. Ik heb eerst Fabre's vermaarde experimenten met den heiligen pillenkever nog eens over gelezen, en hoewel de kevers in Artis uit onze Oost komen en dus een heel eind ver van Provence geboren zijn, gaan zij bijna precies zoo te werk bij het maken van de voor hen niet onsmakelijke pillen, als Fabre's kevers uit de buurt van Avignon en Sérignan. De ruwe klomp wordt met de voorpooten bijeengescharreld tot een hoopje, dat een Te midden van het drukke congreswerk kwam een telegram uit Holland ons den voorloopigen uitslag der stemming melden, die natuurlijk met vreugde vernomen werd. Daar het congres van den Internationalen Mannenbond voor V. K. eveneens te Buda pest plaats had en er bovendien nog andere openbare vergaderingen gehouden werden, wist men dikwijls niet, waar heen te gaan, om toch maar het belangrijkste niet te missen. Ik meen echter goed te doen, nu nog eerst eenige belangrijke punten van het groote congres naar voren te brengen. Mrs. Despart, die bij haar komst op het podium stormachtig werd toegejuicht sprak over het werk harer Vereeniging the Freedom League," die ook, tot op zekere grens, militant is en beklaagde zich, dat zij geen aansluiting bij den Wereldbond kon verkrij gen en niet stemgerechtigd was. Hoewel het lot ons gunstig was geweest en Holland op de eerste rij zat, konden wij toch haar rede niet geheel volgen; maar het was roerend die oude vrouw te zien, met sterk gepassioneerde stem en heftig handgebaar, de rechten der vrouw beplei tend. Zij geleek een profetes! Na haar kwam de mooie Mrs. Cobden Sandersson, de presidente der Tax Resistance League," zich over hetzelfde feit be klagen. Zij vroeg geen gunst, want die gewerd haar nu zij thans spreken mocht, maar recht. Ook zij werd langdurig toegejuicht. Doch Mrs. Chapman Catt kwam als een wijze moeder wat kalmte in de opgewonden gemoederen brengen. Zij zeide: ik wilde, dat gij een van allen eens een poos in mijn plaats waart. Tot 's nachts wordt mijn deur belegerd door delegaties van Vereenigingen die aansluiting eisenen. En nu weer deze spreeksters! Waarom hebben wij dan toch onze statuten? Moeten deze niet opgevolgd worden? Elke volgende Vereeniging in een land, waarin reeds een aangesloten organi satie bestaat, moet minstens 3/»van het leden aantal hebben, die de eerst aangeslotene bezit." Nu is dit mag men Mrs. Catt tegemoet voeren voor Engeland haast iets onbereikbaars, daar the National Union" een kleine 50000 leden telt en de andere vereenigingen er bestaan nog wel een tiental andere het blijkbaar moeilijk tot 33000 brengen kunnen. Bovendien wees mrs. Chapman Catt er nog eens op, dat allen het werk der strijd sters in de Freedom League" en Tax Resistance League", waardeeren, maar dat er door alle eeuwen heen martelaressen voor de goede zaak waren geweest en dat er thans ook nog zoovelen zijn, wier naam men nooit verneemt. Door haar groote welsprekendheid wist de Presidente de symphatie weer te winnen en de oppositie tot zwijgen te brengen. Er was bij deze bespreking een background, die de beide vorige spreeksters zeker wat hartstochtelijker had gemaakt. Toen het bekend werd, dat de suffragette Davison gestorven was door haar daad bij de wed rennen, had men verzocht, dat in de kerk, waar domine Shaw zou spreken, voor haar gebeden zou worden; dit is geweigerd. Later is er in het gebouw der Pester Lloyd" door een kleine gr»ep'"een,/7Jemor/a/ voor haar gehouden. *? Daar de Wereldbond steeds in omvang toeneemt en er nu een groote uitgave voor de deur staat, doordat de voornaamste ge schriften vertaald en gedrukt moeten worden in de talen der Aziatische landen, willen wij de vrouwen daar bereiken, werd er een beiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiii paar maal zoo groot is als de kever zelf; een enkelen keer zag ik er een, die het rijk alleen had, anders te werk gaan; hij ging boven op den stapel zitten en draaide er met de poolen in rond; daarna beschreef het dier boven op de mest een keer of zes een cirkel met zijn achterlijfspunt, waarbij zijn kop het centrum uitmaakte; toen hij op zij ging, was een kring op de mest geteekend, een kanaaltje een gleufje, althans, dat zoo goed als cirkelrond was. Dit ring-kanaaltje werd verdiept, door er den kop als een schop in te zetten; en daar het materiaal uit het ringvormig gootje in het midden van den kring werd geworpen, ontstond een heuveltje; in den vorm van een halven bol ongeveer. Nu zette de kever er zijn kop onder en groef er onder door, zoodat het heele zaakje een eindje werd opge licht; er kwam een klompje uit, dat al eenigszins in het ruwe op een bol geleek en dat dan ook van den stapel af in het zand rolde. De kever schoof er nog wat mest bij op en draaide er een keer of wat omheen; de heele berg was al grooter dan hij zelf; nu scharrelde hij met de scheenen van de voor pooten nog meer mest naar zich toe en begon er met die platte spaden (het zijn pooten zonder voeten) op te kloppen en den ruwen bal om en om te gooien. Daarna gaven zij de pil over aan de achterpooten die er als een hoepel omheen sloegen, en beurtelings loslieten of vastpakten. Met de groote haken aan die pooten, sloeg hij er in en draaide dan, door den poot naar zich toe te halen en te krommen, den bal rond waardoor de pil telkens een andere rotatie-as kreeg en al aardig glad en rond werd. Het scheen wel of de middelpooten het werk overnamen, als de achterpooten moe werden. Eindelijk schijnt de pil groot genoeg te zijn en wordt alleen nog maar gewerkt aan de volmaking van den vorm; en dat moet gezegd worden: er valt weinig op aan te merken; menig kind krijgt in de sljödles met zijn handjes den kleibal niet zoo gauw en zoo mooi rond, als deze kever met zijn pootjes het met zijn mestbal klaarspeelt. Als het diertje zijn werk een paar maal op een afstand bekeken heeft, begint hij den bal weg te rollen; het verzamelen en fatsoeneeren gebeurt bij de voorraad-plaats; waar tal van medearbeiders werkzaam zijn, en ieder zooveel mogelijk wegpakt en zich zoo snel mogelijk met zijn schat, in dit geval zijn boterham, uit de voeten maakt, om die ergens op een rustig en veilig plekje in te graven en er van te gaan smullen. Dit kan in een terrarium, al is het er een van groot model zooals in Artis, natuurlijk niet ver gaan, en daardoor gebeurt er iets tragi-komisch; is de kever bij het glas ge komen, dan tracht hij er eerst met zijn rug doorheen te drukken: dat gaat niet; hij zwenkt zijwaarts af en doet zoo de ronde langs de wanden; zoo komt hij na een poosje weer op de plaats terug, waar hij geweest is en sjouwt verder. De stand, die de kever bij dit moeilijk transport aanneemt, is in Artis af wisselend : roep op de beurzen gedaan en spoedig was een duizend pond bijeen. Noorwegen deelde nog mede, dat nu daar te lande voor eenige weken het alge meen V. K. is ingevoerd, bij de laatste verkiezingen voor het Storthing 46 pCt. landbewoonsters en 80 pCt. stadbewoonsters haar stemplicht vervuld hebben, terwijl in de steden slechts 75 pCt. mannen stemden. De vraag, waar het volgend congres zou zijn, maakte weer heel wat tongen los. Frankrijk kwam met een invitatie voor 1917. San Francisco en Los Angelos beiden met een invitatie voor 1915, voor Los Angelos als welkome aanleiding prijzende de ten toonstelling te San Francisco en de ope ning van het Panamakanaal; maar aan gezien de Amerikaansche vrouwen haar zaak wel zonder internationale hulp klaar spelen, (Californië heeft bovendien het V. K. reeds) zal niettegenstaande ik vernam, dat zij dan een vrij schip" naar Europa zouden zenden, het volgende congres wel in Duitschland plaats hebben, daar niet alleen het H. B., maar iedereen overtuigd is, dat dat land eens een internationale duw hebben moet. Bij de periodieke H. B's. verkiezing, werd mrs. Chapman Catt bij acclamatie als presi dente herbenoemd en het aantal leden, van 7 op 11 gebracht. Thans hebben daarin zitting: mrs. Stanton Coit, Engeland; miss Christabel Mac-Millan, Schotland; mrs. Fawcett, Engeland; f roken Signe Bergmann, Zweden; f roken Furuhzelm, Finland ; fraulein Borika Schwimmer, Hon garije ; madame Schlumberger, Frankrijk; frau Marie Stritt, Duitschland; frau Lindemann, Duitschland, en mrs. Stanley Mac Cornich, Amerika. N. MANSFELDT-DE WITT HUBERTS * fe * Allerlei Kiekjes Een amateur-photograaf, die tevens voor treffelijk echtgenoot en huisvader is, zegt een middel gevonden te hebben, om zich in droeve dagen te troosten. Hij maakt moment-opnamen van oogenblikken van groot huiselijk geluk, die in later tijd zijn herinneringen zullen verleven digen, en dan wellicht een tegengift kunnen zijn tegen zwaarmoedigheid en zwaartillendheid. Op deze wijze," zegt hij, wend ik den arbeid met mijn camera aan, tot het nastre ven van een hoog zedelijk doel." Hij photografeert zijn vrouw als zij haar beau jour heeft; zijn kinderen, terwijl zij zich vermaken met hun liefste spel. Hij maakt een kiekje van een huiselijk feest op een zomerdag, stralend van zonneschijn, hij ver eeuwigt den glimlach op 't gelaat der moeder na de geboorte van haar eerste dochtertje... en zoo voort. We laten aan de phantaisie onzer lezeressen over zich alle idyllische oogenblikken te verbeelden, die deze w llevenskunstenaar zal kunnen opvangen op zijn gevoelige platen. Hij verklaart: De camera behoorde in geen enkel huishouden te ontbreken. Zij is een bron van levens moed en levenslust." * * * Haarwerk Een lezeres, die mijn korte mededeeling over Haarwerk" las, schrijft mij: Wij be zitten thans nog een paar van deze aritieke haarwerkjes uit het einde van de achttiende eeuw. Het zijn de portretten van mijn bet overgrootvader en bet-overgrootmoeder, vol op den kop of rechtop; op oneffen terrein, tusschen gras en steentjes door, gaat de kever geregeld op den kop staan, steunt met zijn korte voorpoot op den grond, en duwt er mee af, nu rechts, dan links. De omhoog gerichte achter- en middelpoot houden met de klauwtjes de bal vast; die klauwen haken er telkens in en rollen zoo den pil achteruit. Pas is mijn pilledraaier op weg naar de veiligheid of een ander komt bij hem en vat mee aan. Maar dat bevalt onzen draaier niet; de tweede staat rechtop, den kop om hoog, de voorpooten op den bal en duwt werkelijk in de goede richting mee. Maar de rechtmatige eigenaar keert zich even recht, klimt over den bal heen, zet zijn kop onder de borst van den ongenoodigde en schept" hem zoo netjes, dat een handig vechtersbaasje uit de Jordaan het hem niet zou kunnen verbeteren. De indringer ligt op zijn rug te spartelen, en op een drafje gaat intusschen de bezitter met zijn pil verder. Dat spelletje herhaalt zich telkens; tot groot vermaak van een paar jonge dames, die onderdehand zijn binnengekomen. Zij scha teren het uit. Father come here," roept de eene tot een heer in de groote zaal, look what a nice fight! Well done, boy! Well done!" roept de ander. Het is waarlijk kluchtig. En 't is net of de kevers het voor een grapje doen, dat pogen om een ander zijn pil af te gappen. Want het lukt geen enkelen keer, en elke aanvaller maakt de verplichte buiteling. Fabre, die dit honderden malen in de na tuur heeft nagegaan, vertelt, dat als de meehelper volhoudt, en bewijst oprecht mee te willen helpen, de eigenaar hem stil zijn gang laat gaan; samen sjouwen ze dan de pil naar een rustige plek. De eigenaar blijft steeds duwen en loopt op zijn kop; de andere trekt. Komen ze na veel tegenspoed gewoonlijk op de gewenschte, waarschijnlijk al van te voren uitgezochte plek, dan verlaat de eigenaar even zijn pil en graaft snel een ondiep kuiltje in het zand; de helper maakt soms van die gelegenheid gebruik; hij zet zich op zijn kop en gaat er met de pil vandoor. Krijgt de baas dit gauw genoeg in de gaten, dan zet die hem na, haalt hem in en het gevecht wordt hernieuwd; ernstig wordt het nooit. Gewoonlijk zet de dief, indien hij den eigenaar te gauw ziet terug komen, zich voor de pil neer, trekt hem alleentjes in de richting van de plek waar de smulpartij zal plaats hebben. De eigenaar is met die schijn-eerlijkhcid te vreden en samen gaan ze den kuil in, waar ook de bal wordt in getrokken ; het maal begint eerst nadat de opening bijna geheel is afgesloten. Uitteraard moet een spijsverteringsorgaan dat te gast gaat op stoffen, voor een ezel of paard onverteerbaar gebleken, bijna uit sluitend op cellulose dus, bijzonder op zoo'n lastige vertering ingericht zijn. Het is dan ook merkwaardig lang en voorzien van een extra maag voor het opweeken of oplossen van al te taaie vezelstoffen. De smulpartij van een enkelen pil kan eenige dagen duren, gens een familie-overlevering van hun eigen hoofdhaar gemaakt: het vrouwenportret van donker blond haar, het mannenportret van zwart. Ze zijn gevat in gouden omlijstingen, niet veel grooter dan een gulden en dus zeer fijn van bewerking. Niettemin zijn ze zeer cor rect van teekening en levendig van expressie. De kunstenares, die deze haarwerken maakte, was, volgens mijn vader, een oudtante van mij, die (ook alweer volgens de familie overlevering) bizonder in dezen kunstarbeid uitblonk. Het werk is overigens zoo fijn, dat men alleen indien men 't weet (en dan nog door een goed vergrootglas) zien kan, dat 't haarwerk is. Oppervlakkig bezien maken de portretjes den indruk van sepia-teekeningen. * * * Dieet Een Indisch geleerde heeft dezer dagen in Londen in een wetenschappelijke vereeniging een lezing gehouden, waarin hij zeer merkwaardige dingen vertelde over den in vloed van verschillende soorten van voedsel op de hersenen. Hij dulde, dat de verschillende kaste of standen in Indië, getrouw aan de eeuwenoude traditie, elk een geheel afzonderlijke wijze hebben van zich te voeden. De leden der priesterkaste zijn vegetariërs. De nuttiging van uitsluitend plantaardig voedsel houdt de ziel rein, en maakt den geest rijp voor 't overdenken van diepe waarheden. De kaste der krijgslieden echter is aange wezen op de nuttiging van vleesch, want vleesch schenkt kracht en moed, en de krijgsman behoeft niet de zachtheid en fijnheid van ziel te cultiveeren, welke de priester boven alles noodig heeft. Deze beide voornaamste standen hebben dus beiden een zorgvuldig omschreven dieet, en slechts aan de laagste kaste is het geoorloofd alles te eten ... wat de pot schaft." De Indische geleerde meent, dat in deze oeroude traditien een grondwaarheid ligt, die niet over het hoofd mag worden gezien. Het dieet, zegt hij, kan ontegenzeggelijk veel bijdragen tot de vorming van karakter en verstand, mits het maar over vele jaren met de grootste consequentie en zorgvul digheid worde toegepast. Misschien zullen dus ten slotte de koks en keukenmeiden de beste wereldhervormers blijken, en de victorie der verbetering van het menschdom zal uit gaan ... van de keuken, en op deze wijze zal het dus voor de intellegente vrouw der toekomt mogelijk zijn, in den letterlijken zin haar man op te voeden" in de richting, welke ze wenscht. * * Bruiden Wanneer in Siam een vrouw een leeftijd heeft bereikt, waarop ze waarschijnlijk geen huwelijk meer zal doen, wordt ze, wat de volksmond noemt, een koningsdochter", en Zijne Siameesche Majesteit beschikt dan over haar hand. De koning houdt dan een revue over de gestraften, welke zich in de staatsgevange nissen bevinden, kiest er n uit, en deelt dezen mede, dat hij de vrijheid kan erlangen, indien hij het meisje huwt. Dit voorstel wordt natuurlijk meestal aangenomen. Voor beide partijen wordt het intusschen hierdoor verzacht, dat, de Siamees meer vrouwen mag hebben. Hij is intusschen verplicht voor het onderhoud van allen te zorgen. Het is nochtans te begrijpen, dat de Siameesche meisjes er met al haar beschikbare talenten naar streven geen dochters des konings" te worden. ALLEGRA gedurende welken tijd onafgebroken gegeten wordt. De mestballen, welke de dieren voortrollen, dienen inderdaad uitsluitend tot voedsel. Vroeger was de meening, dat de wijfjes kever in zulk een bal ook haar ei aflegde en dat de larve er in het najaar als vol wassen tor uitkwam. Al vijf a zesduizend jaar is deze kever bekend. De oude Egyptenaren hadden hem immers gekozen als sym bool van den zonneloop en hem nagebootst in allerlei metalen en in schitterende mine ralen. Honderden keeren is het leven van dezen kever in huis en hof nagegaan.ookis het door entomologen van naam bestudeerden elk nam maar aan, dat het zoo ging met de voortplanting als altijd werd geschreven. Eerst weinig jaren geleden heeft Fabre, de beroemde Fransche veld-entomoloog, ont dekt, dat het heel anders toegaat en dat de kever nooit in een voeder-mestbal een ei legt. Hij had er zelf al twintig jaar naar ge zocht en premies beloofd aan schoolkinderen. Voor iedere pil met een ei of larve er in zou Fabre aan den vinder een franc betalen, maar er kwam nooit niemand met zoo'n pil, hoe de jongens ook gezocht hebben. Eindelijk, jaren later kwam een jonge schaapherder bij Fabre met een raar ding, dat hij uit een pilledraaiers-hol had gehaald, zooals de man zei. Het was een klein peertje, veel kleiner dan een pil van Scarabaeus sacer, niet grooter dan een walnoot en zoo hard als hout. Fabre twijfelde er aan of het iets met den heiligen pillekeverzou hebben uit te staan. Hij ging met den schaapherder mee. En jawel op de helling, onder pas gekapt hout, vond de entomoloog een tweede peertje in een holte, klaarblijkelijk door een pilledraaier gegraven; eindelijk vond hij er een, die door den kever werd vastgehouden. Nu was de zaak gezond. Bij onderzoek bleek, dat het smalle eind van het peertje een luchtkamer is en deze het ei bevat, dat zoo groot is als een tarwekorrel. Sedert is door Fabre de geheele ontwikkeling nagegaan. In het spits komt de larve uit het ei, en zijn instinct of zijn reukorgaan zegt hem, dat hij niet moet doorbreken aan de dunste kant maar naar het dikker gedeelte. Daar ligt de voorraad die zijn moeder voor hem klaar heeft gemaakt, niet van de ruwe mest van paarden of ezels die haar zelf tot voed sel heeft gediend; neen, van de fijnste soort schapenmest en zoo verwerkt, dat het bin nenste een lekker homogeen deegje is geworden. De buitenlaag van het peertje wordt ten slotte, al ligt het een decimeter dik met aard bedekt, in de heete zomerzon van ZuidFrankrijk zoo hard als een steen. De vol wassen larve, verpopt er in; maar eerst als de herfstregens komen en het hulsel week is geworden, kan de volwassen pilledraaier het verlaten en zich gaan oefenen in het handwerk, dat hem letterlijk en figuurlijk de kost verschaft. E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl