De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 13 juli pagina 11

13 juli 1913 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

13 Juli '13. - No. 1881 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Vlucht van zwarte adelaars" (Simplicissimus) De Lunch op het Loo DE BOMBE, MIJNHEER. WAT ?! DOEN JULLIE HIER DAAR OOK AL AAN ? ! Daar de... menschlsteeds meer| opgaat in sport, Komt een vogel gevlogen, Zet zich neer op mijn voet? Heeft een brief in zijn snavel Van mijn Keizer een groet ? Hoe men de aandacht kan trekken (Punch) (Raadgeving aan Strebers) zal een volgende generatie er zóuitzien. (Kikeriki) Door een nog onmogelijker en onwaardiger dans uit te vinden, dan die tegenwoordig gedanst worden. imiiiimiiiimiiii Schaakspel MIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIill 23e Jaargang 13 Juli 1913 Redacteur: RUD. J. LOMAN 36 Heathstreet, Hampstead, London N. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. UIT DE SCHAAKWERELD De uitslag van 't Oostenrijksche Nationaal tornooi te Budapest was als volgt: I. Rud. Spielmann (8*4 uit 11), II. Dr. Saviely Tartakower (7(/2), I». Leo Fleischmann (7), IV. en V. Balla en Marco, VI. en VII. Breyeren Dr. Brody. Geen prijzen Dr. Vidmar Réti, Asztalos, Barasz en Sterk. .Spielmann's tornooi-record van 1914 is niet minder schitterend dan dat van 1913. Hij heeft een reeks van clatanta overwin ningen weder met 2 eerste prijzen verrijkt (Weenen en Budapest). Spielmann's triomfen der laatste jaren-worden wel is waar door die van Rubinstein overtroffen, maar zij beginnen deze toch aardig nabij te komen en zijn record is steeds stijgende. Spielmann is de minst eenzijdige der hedendaagsche tornooispelers; hij beweegt zich met even veel gemak in een peuterachtig positiespel als in 't meest brutale gambiet, waar 't op een pion of desnoods een officier! meer of minder niet aankomt. Ook op 't gebied van 't match en simultaanspel behoort hij tot de eersten. In 1911 versloeg hij Mieses met 5 tegen 1. Na deze verpletterende neder laag schreef Mieses: Spielmann speelde steeds brillant, beter dan Rubinstein en Marshall in hun matchen tegen mij, en ik moest steeds al mijn krachten inzetten om zijn stormloopen te keeren. Gedurende de geheele serie beging hij geen enkelen flater of bepaald zwakken zet." Een getuigenis, dat den overwonnenen tot evenveel eer strekt als den overwinnaar. Dat Vidmar in een tweede-rangstornooi als dat te Budapest onderaan uitkwam, zal stellig algemeen bevreemding wekken. Be halve Spielmann had hij zoo te zeggen niemand in dit tornooi te duchten. Zijn slechte score te Petersburg 1909 (7 uit 18) steekt zelfs gunstig af bij dit fiasco. Zijn reputatie als een der sterkste en geniaalste spelers der wereld is echter te goed ge vestigd dan dat deze nederlaag hem zou kunnen schaden. Uit 't zooeven verschenen Juninummer van ons bondstijdschrift zien wij, dat Speijeren Schelf hout ook dit jaar weder aan't congres der British Federation hopen deel te nemen. Daar 't congres dit jaar in een der mooiste gedeelten van Engeland wordt gehouden, te midden van 't prachtigste berglandschap, kunnen wij al onzen sterken spelers dit uitstapje aanbevelen. Van een hartelijk wel kom kunnen zij zeker zijn. Cheltenham is 3 uur per sneltrein van Londen, retour ? 10.20. Men melde zich zoo spoedig mogelijk aan bij L. P. Rees Esq., St. Aubyns, Redhill, Surrey, England. De wedstrijd vangt Maandag 11 Augustus aan en duurt circa 12 dagen. Van een match Davidson?Oskam komt niets. Mr. Oskam acht 't voorstel om de ? 100 vooruit te deponeeren iets wat algemeen gebruikelijk is een beleediging! Commentaar is overboodig, de uitdaging was klaarblijkelijk niet ernstig bedoeld. American bluff en niets anders. De volgende 13 spelers zijn door't bondsbestuur toegelaten tot den wedstrijd te Scheveningen: Aa'ron Niemzowitsch (Riga), Alex Aljechin (Moskou), David Janowski (Parijs), Jacques Mieses (Leipzig), F. D. Yates (Leeds), Fritz Englund (Stockholm), Rud. J. Loman (London), A. Speijer (Amster dam), dr. J. F. S. Esser (Amsterdam), dr. A. G. Olland (Utrecht), jhr. A. E. v. Foreest (Utrecht), J. W. te Kolsté('s Hage). De heeren Schelfhout en Geus spelen een match om te beslissen wie van hen toegelaten wordt. In aanmerking genomen de enorme kracht van 't buitenlandsche contingent, is 't zeer te betreuren dat 3 onzer sterkste Hollandsche spelers (Leussen, Davidson en Baudet) niet op de lijst der deelnemers voorkomen. Men had den heer Davidson in ieder geval in de gelegenheid moeten stellen in een match tegenover andere candidaten zijn superioriteit te bewijzen. Een speler, die van 7 tornooipartijen met Thomas 4 wint en l remise maakt, heeft geen verdere aanbevelingen van noode. De heer Davidson heeft alle reden tot klagen over de achterafzetting, die hem ieder jaar in Holland te beurt valt. De match om 't Kampioenschap van Neder land neemt a.s. Vrijdag te 6.30 in 't caf d'Ysbreeker, Weesperzijde, Amsterdam een aanvang. De redacteur heeft den titel te verdedigen tegen dr. J. F. S. Esser. Hier volgen twee partijen van 't tornooi te Budapest. FRANSCHE PARTIJ Wit Zwart Georg Marco Richard Réti 1. e4, e6 2. d4, d5 3. Pc3, de4: 4. Pe4:, Pd7 5. Pf3, Pf6 6. Rd3!, Re7 7. c3, Pe4: 8. Re4:, Pf6 9. Rd3, 0?0 10. Pe5, c5 11. Re3, Dc7 12. f4, Td8 13. Df3 (dc5:, Rc5:14.Rc5:, Dc5: 15. Rh7:f, Kh7: 16. Dd8:, Rd7 en wint), Rd7 14. 0?0 (dreigt f5), Tac8 15. f5, cd4: 16. Rd6 17. Tacl, Rc6 18. Pc6:, bc6: 19. fe6:, Rh2:t 20. Khl, fe6: 21. Dh3, Rd6 22. De6:f (sterker was Rc4!), Kh8 23. Rg5, Ph5, 24. Dh3, g6 25. Rd8:, Td8: 26. Tf3, Dg7? (Te8 was de zet) 27. Tc6:, Pf4 28. Td6:! zwart geeft op. Deze partij doet den jovialen Wiener Dick und Groossmeister alle eer aan. FRANSCHE PARTIJ Wit Zwart Dr. Brody R. Spielmann 1. d4, e6 2. e4, d5 3. ed5:, ed5: 4. Pf3, Rd6 5. Rd3, Rg4 6. Pc3, Pge7 7. h3, Rh5 8. Pb5, Pc6 9. c3, f5 10. Rd2, a6 11. Pd6:f, Dd6: 12. Re2, 0?0?0 13. Dc2, De6 14. Re3, h6 15. 0?0?0, g5 16. Tdel, f4 17. Rd2, Df6 18. Pe5, Re2: 19. Te2:, Pe5: 20. Te5:, Pg6 21. T5el, Ph4 22. g3, Pf3 23. Te2, fg3: 24. fg3:, h5 25. Dd3, g4 26. Rf4, h4 27. hg4:, hg3: 28. Df3, Thl:f 29. Dhl:, Df4f 30. Kc2, Dg4: 31. Dg2, Th8 32. Dfl, Kb8 33. Kb3, Ka7 34. Tg2, Th2 35. Dgl, Tg2: 36. Dg2:, c6 37. c4, de4:f 38. Kc4:, Dh4 39. Kb3, Dh2 40. Df3, g2 wit geeft op. Damspel IIIIHIIfMII IIIIIMMIMIIMIIIIIIIIMUHtllllllmill IIIIIIIHIM* 10e Jaargang 13 Juli 1913 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 15'2, Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. DE STRIJD OM HET MEESTERSCHAP Voor dat wij de resultaten en de spelers bespreken ga een woord over den wedstrijd zelve vooraf. De opzet is, dat de Nederlandsche Dambond ingevolge reglement ieder jaar een wedstrijd uitschrijft voor hoofdklassespelers en voor spelers die met deze op een lijn kunnen gesteld worden. Wie den Meestertitel" behaalt, mag dan uitkomen in wedstrijden om het Nationale- en Wereldkampioenschap. Door deze uitmuntende regeling is de Meester titel" het ideaal, waarnaar de dammers streven en de oorzaak, dat ieder jaar een keur van dammers zich opmaakt, om elkaar dien eere titel te betwisten en daar slechts n van hen dien titel kan behalen, wordt er een felle strijd gestreden. Zoo was het ook in dezen kamp en op enkele uitzonderingen na, namen de beste hoofdklassers deel. De regeling van den wedstrijd was uit muntend, hetgeen bijna vanzelf spreekt, daar de leiding in handen was van bekenden op dit gebied, n.l. in die der heeren I. Mijeren H. J. v. d. Broek. Dat van de 22 deelnemers zich 8 aan den strijd onttrokken, lag niet aan de leiding, doch aan verschillende om standigheden. De Nederlandsche Dambond handhaaft streng, en zeer terecht, het amateurisme. In wedstrijden is er nooit finantieel voordeel te behalen. Het gaat uitsluitend om een medaille. Om deelneming uit de provincies mogelijk te maken moeten de reiskosten zelfs ponds-pondsgewijze gedragen worden. Hierdoor werd het mogelijk voor spelers uit Hengelo, Utrecht, Heer Hugowaard en Rotterdam zonder groote onkosten mee te spelen. Het nadeel van dit systeem is, dat spelers, die absoluut geen kans hebben en toch in de kosten moeten bijdragen, zich nog al gauw geneigd voelen, zich aan den wedstrijd te onttrekken. Wij keuren dit ten sterkste af. Het is unsportmanlike" en kan den uitslag onzuiver maken. Het is bovendien niet te verdedigen, daar iedere deelnemer vooraf de voorwaarden kent. De vraag is gewettigd of de N. D. B. door het vormen van een wedstrijdfonds, het stellen van een cautie en zoo noodig het uitsluiten voor 2 jaren van iederen wedstrijd het genoemde euvel niet tot een minimum beperken kan. De uitdrukking unsportmanlike" geldt niet voor de heeren Mijer en Soudijn. De eerste had slechts een partij gespeeld, waarna hij zich, door een sterfgeval in zijn familie terug moest trekken, terwijl de heer Soudijn zonder eenigen kans op succes als een echte sport man, tot den vo*brlaatsten dag doorspeelde, en zich toen door een ernstige ongesteldheid moest terugtrekken. Thans de wedstrijd zelf. Uit onderstaanden uitslag blijkt dat de heer I. J. de Jong den meestertitel behaalde en wij voegen er onmiddellijk bij, ten volle verdient. Niet altijd is in een rondtornooi, de eerstaankomende de sterkste, doch in dezen wedstrijd is beslist de sterkste als meester uit den strijd gekomen. De heer de Jong, die 7 jaren lid van het V. A. D. is, heeft in deze club zijn damopvoeding ge noten. Hij begon in de laagste klasse en heeft het door veel studie tot die hooge plaats gebracht. Wij, die nogal nauwkeurig de vorderingen van genoemden heer gade sloegen, mogen zonder voorbehoud constateeren, dat de nieuwe meester wat aanleg betreft, geen buitengewone talenten voor het damspel heeft. Natuurlijk is hij wel ver boven het middelmatige, doch niet een bijzondere kracht. De Jong toont ons, wat door studie te bereiken valt, want gestudeerd heeft hij als weinigen. Niets verscheen op damgebied of hij nam er nota van. Dagen lang kan hij zich bezighouden met de studie, die hem intresseert. Het ontleden van spelstudies tot het uiterste is zijn voorliefde. Wij kunnen ons nog heel goed herinneren, dat de heer de Jong zich met een eindspel uit een partij Weiss?Ottina 14 dagen bezig hield om in het diepst van dien stand door te dringen. Daarbij had hij de gewoonte wanneer hij met sterke spelers in aanraking kwam, altijd vragen te stellen, over deze of geene variant; uitgaand van het denkbeeld: al vragende wordt men wijs. Zijn speeltrant heeft iets origineels, hecht niet aan een be paalde figuur en accepteert eiken stand. Da |ong speelt met veel durf. Van onregel matige openingen, die hij bij voorkeur speelt, weet hij veel. Het sterkst is hij in het middenspel, dit gedeelte beheerscht hij vol komen. De kleinste fout van zijn partner weet hij uit te buiten en wordt dezen nood lottig. Dit vasthouden aan eens verkregen voordeel is een kenmerkende eigenschap van zijn spel. Het sterkst is de Jong in den aanval. Dan wordt het een vernietigen van zijn tegenstander,dien hij niet op adem laat komen. Gelijk de meeste sterke spelers analyseert hij veel in de partij, wat de dammers analytisch spel noemen. Hij ziet dan ook wel diep, doch nog niet diep genoeg, om onder de meesters uit te blinken. In het eindspel heeft hij alle finessen nog niet onder de knie, doch met een dam is hij zeer gevaarlijk. Dit geduchte wapen weet hij uitstekend te hanteeren, al weet hij nog niet precies wanneer hij met den dam passief moet optreden. Met veel Hollandsche dammers heeft hij de eigenschap gemeen van aanvallen op des tegenstanders langen vleugel. Dit heeft hij o.i. overgenomen van Weiss die ook daarin heel sterk is. Zooals gezegd, heeft Mr. de jong alles door studie, hierdoor is alles, wat hij weet, bezonken, en o.i. wint de wetenschap het van het genie. De Jong is een echte wedstrijdspeler. Hij is kalm en heeft veel ausdauer". Uit het bovenstaande blijkt dat de N. D. B. een meester van goede kwaliteit rijker is geworden. Met een enkel voorbeeld uit den meester wedstrijd willen wij onzen lezers een voor beeld geven van de Jong's spelkwaliteit. Het voorbeeld is uit een partij, gespeeld tusschen de heeren I. J. de Jong met (wit) en J. Verdoner met zwart. De laatste zet van zwart is 13-18, een zwakke zet, die echter sterk wordt, indien niet onmiddellijk het juiste antwoord volgt. Zwart dreigt met 9-13 en 4-9 aan te vullen IIHIIIIItmlIIIIIIMIMMIflIIIMIMIMMIMIMIIIMIII ZWART "i* WIT en zoodoende een sterken stand in te nemen. Slechts n zet verijdelt dit plan en brengt zwart in het nadeel. De Jong speelde den juisten zet en wel 40-34. Deze zet speelt men dan pas, als men zich volledig reken schap geeft, van de beteekenis van dezen zet. Met zoo een enkelen zet komt vaak de kwaliteit van een speler aan den dag. Na 40-34 moet zwart uitruilen met 14-20 om niet een stuk te verliezen. Bijv.: W.j 34-29 27-22 28-23 42:11 30:10 'Z."~8-13 23:34 18:27 19: 37" 6:17 15-20 W._39|30_25 :14 30-25J5-20 ~ZrT7Ï5 9:20 20-24 en wit wint een schijf. Op 6-11, wit 42-37 dreigend 27-22, 34-29, 28-23 enz. Ook op 9-13 volgt 42-37 met dezelfde dreiging. Op W. 34-29 27-22 28-23 42:13_30:10 Z. 2-7 23:3418:2719:379:18 4-9" en wint 2 schijven. Zwart, die de gevaren van den zet 40-34 niet inzag, speelde 21-26 en verloor toen als volgt een schijf: W. 34-29 27-22 32:21 28-23 33:31 30:10 Z. 23 : 34 18: 27 16 : 27 19 : 28 26 : 37 15-20 W. 42:31 25:14 39:30 49-44 Z. 4:15 9:20 20-25 25:34 en wit heeft een schijf gewonnen. Een echt meesterstukje, dat getuigenis aflegt van de Jong's kunnen. In de volgende rubriek zullen wij de andere spelers bespreken. EINDUITSLAG VAN DEN WEDSTRIJD I. J. de Jong, 19 punten, 1ste prijs, benevens den titel van meester"; I. Presberg,- 18 punten, 2de prijs; A. K. W. Damme, M. Haye, I. Roozelaar en M. ten Brink, 16 punten. De vier laatstgenoemden moeten om den 3den en 4den prijs kampen. E. de Beer, 13 p.; J. Verdoner, 13 p.; G. Woudenberg, 12 p.; P. Beers, 11 p.; Lophtenberg, De Goey, De Vries, 10 p.; Soudijn, 2 p. Te behalen waren 26 punten. CORRESPONDENTIE De notatie heeft ook onder onze lezers veel belangstelling gewekt. Over eenige weken zullen wij de ingekomen antwoorden van bekende schakers en dammers publiceeren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl