De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 27 juli pagina 8

27 juli 1913 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 27 Juli '13, No. 1883 Berlioz Een der hoofdfiguranten is Lesueur, over wien de muziekgeschiedenissen slecht op de hoogte zijn, doch over wien Boschot zijne bladzijden kan bevolken met inedita. Een zon derlinge geest, die alles ontdekt en niets in praktijk brengt, veel gecomponeerd heeft en wiens theoretische manuscripten den omvang hebben van tachtig volumes Madame Bovary ! Oude theologant, levenslang dilettanteerend in mystiek, een wonder in zijn rationalistischen tijd ; zijne muziek, overladen met speculatieve archaïsmen, waarmee hij graag pronkte. Zijn laatste werk, dat culmineerde in dit genre, was La Mort d' Adam" speelde 't niet vór den Zondvloed ! het laatste dat zijn tijdgenooten verbaasde en boeide. Eerst kapelmeester der Notre Dame, waar hij onder den dienst religieuse tragedieën liet zingen, die 's morgens begonnen, bij de vespers hervat werden en soms eenige dagen duurden, nieuwigheid welke uitliep op een schan daal, (hoewel Marie Antoinette kwam luis teren) en hem voor den eersten maal ruïneerde. Later dirigent van de muzikale feesten der revolutie, waar een geheel volk hymnen zingt aan l' Etre Suprême ; vervolgens leider in de Chapelle des Tuileries van Napoleon, Lodewijk XVH1 en Karel X, de teksten zijner muziek wijzigend naar de wisselende phijpsophische of politieke stroomingen. Hij schrijft op -een passage van Gluck bijna hetzelfde commentaar als Berlioz dertig jaar later, determineert de programma-muziek der 19e eeuw, scheldt even fel tegen de contrapuntiek als zijn leerling, ontdekt het idee fixe" gelijk Berlioz het zal gebruiken in de Symphonie Fantastique, noteert nog te midden van onaf zienbare en vruchtelooze studies over de Grieksche muziek, waarvan hij nimmer een noot zag, enkele ideeën, welke op de verdere ontwikkeling onzer kunst hun occultistischen invloed zullen uitoefenen vanaf de tombe der manuscripten. Zijn theologismen stonden vlak naast Wagners metaphysisch commentaar op Beethoven, toont Boschot aan, (maar, Lesueur hadeentheologischeppleidingtotverontschuldiging, wordt sarcastisch opgemerkt) zijn per spectieven trouwens reiken verder dan Berlioz, die door Lesueurs theorieën nieuwe rythmen vond, de oude tonaliteiten en populaire melodieën leerde gebruiken als nieuw effect, zijn tallooze vermoedens gaan verder dan Wagner Vincent d'Indy preludeert in de voorrede van zijn Cours de composition musicale" op dezelfde wijze en denzelfden toon als de devote mystagoog Lesueur in zijn Conseils aux jeunes cpmpositeurs" en waar Gustave Doret door inlassching van den Stabat Mater (Les sept Paroles du Christ) de visie tracht op te roepen van den Calvarie berg, doet hij niets anders dan wat Lesueur honderd jaar vroeger deed. Maar Lesueur bleef het romantieke type van een maniak ondanks zijn geniale eigenschappen. Zoo kon hij in een Kerstmis-Oratorium een gezang der eerste Christenen" aanwenden, dat door een historicus herkend werd als Elzasserwals (!) en niettemin met de klaarste termen de ' expressieve tendenzen der muziek en haar pantominisch karakter ontvouwen voor den beminden leerling, die zal worden une sorte de Lesueur mieux réussi." Is het nog de invloed van Lesueur, dat Boschot de personnages van zijn roman leidmotievische epitheta geeft: pourquoi certains héros ne seraient-ils pas venussur la scène précédés par un même jeu de sonorités ? (doceert Berlioz' leermeester) . . . of imiteert hij den ouden Homerus, of Wagner? Boschot bereikt er het vlugge en juiste optreden mee zijner acteerende imintiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii .......... mi ...... i ......... u ....... m NSCHAPPEliJKE WR1A LXXXVl De regenboogbeker Eer ik dit toestel beschrijf en de uiterst fraaie resultaten, die ermee te bereiken zijn, moet ik eenige natuurkundige ver schijnselen uitleggen met behulp van een allereenvoudigste proef. Gaat, voorzien van twee straatsteenen, staan op een der Amsterdamsche bruggen; wacht een oogenblik af dat het grachtwater niet al te heftig in beroering is, geen schuiten in de buurt zijn en gooi beide steenen in het water op een flinken afstand van elkaar. Dadelijk ontstaat om elke getroffen plek een ringvormige golf, die zich hoe langer hoe verder uitbreidt, gevolgd door een tweede, een derde, enz. Deze golfbeweging is in fig. l door een lijntje aangegeven (in verticale doorsnede, m.a.w. alsof het oog van den waarnemer in 't wateroppervlak was.) De hooge punten t zijn de golfbergen, de lage punten d de Fig. l. GOLFBEWEGING, t: golf berg; d: golf dal; de afstand tusschen twee opeenvolgende t's is een golflengte menschen of een lachend epigram. Soms is het vermoeiend, dikwijls maakt het effect (dit hangt af van de mindere of meerdere belangrijkheid der episode) immer te lezen van la dramatique Madame Berlioz (de moeder van den componist) la si littéraire Nanci, la tendre Adèle (zijn zusters) Ie sémillant J. J. (Jules Janin de schitterende feuilletonist derDébats) Ie bon Theo (Gautier), over de dochters die Lesueur uit te huwelijken heeft; of als er sprake is van den vergeten opera-componist Kreutzer: O Génie! je succombe, je meurs... * de aanhef van een kinderachtigen brief, dien de jonge Berlioz den maestro zond; het onophoudelijkeFeux et tonnerres! de populaire uitroep van den romanticus, en andere, ontelbare. Het bewijst misschien dat Boschot de Wagneriaansche crisis" nog niet geheel heeft doorgemaakt. Men leest van alles in deze boeken, welke ieder ongeveer 700 bladzijden hebben en goed gedrukt zijn, behalve nieuwe feiten zeer vele curiositeiten om het milieu te teekenen. Hoeveel de kroning kostte van Karel X, die eiken morgen naar de mis ging en de kapel verliet, voorafgegaan door tamboer en piccolo, die een vijfkwarts marsch speelden, reminiscentie aan de middel eeuwen; dat een violist der opera de mys tieke" Urhan, die later in plaats van Paganini den alt-solo zou creeëren van Berlioz' Harold, iederen avond de dansende tutus den rug toekeert, de te kort gerokte Balletteuses tegen wie de surintendant des beaux arts Sosthène de la Rochefoucauld eene actie begon en legendair geworden is; men leest er over la Bataille d'Hernani en Boschot kan zelfs een nieuw document citeeren van Hugo; hoe Berlioz schrijft aan zijne vrien den, dat Harriet Smithson, die aan de jonge Parüsche romantici Shakespeare releveerde en (zij passeerde in 1829 te Amsterdam en ik weet niet of ze er speelde) nog maagd was (?tout ce qu'il y a de plus vierge") toen hij haar huwde! Over den beaten triomf van Rossini, wien vijf nobele dames eene reusachtige suikeren lier komen aanbieden in zijn hotel; over den hof-musicus van Napoleon III, die Berlioz liet handenwringen en voor geene andere muziek toegankelijk was dan die van Offenbach en zijn nar Vivier, hoornvirtuops, mimiker, violist, clown; over het echtscheidingsproces van Camille Moke, Berlioz' Adel, ter wille van wie hij zich heeft willen zelfmoorden, die zich nu laat mishandelen door een anderen onstuimigen romanticus en na zulken liefdesnacht door haar echtgenoot, den pianofabrikant Pleyel, wordt buitengesloten. Deze bio grafie is rijk en interessant als een roman van Balzac! (Slot volgt) MATTHIJS VERMEULEN * * * Van de Kribbe tot het Kruis" Duizend tegen n dat hij, die in min malsche en min zoetelijk vleiende woorden van dezen film oordeelvellingen waagt te geven, door een nijdige menschheid of wordt beschouwd als geniepig spotter en schimper, f als verfoeilijke lasteraar en bekladder van een hoog-heilige zaak. Want het in ontzag lijke scharen toestroomend publiek, gelokt door ophemeling van bioscoop-onderneming zelve en van een door-de-bank veil persje, wil in haar opgedrongen waardeering, te meer waar het als hier iets religieus' raakt, niet gekwetst zijn. Is er dan onder de Carré-bezoekers tot nu toe haast geen enkel fijngevoelig individu geweest, die zich over zulke smakeloosheid als hier den volke wordt opgedischt, geïrri teerd voelt? Of is de kunstzinnigheid der Fig. 2 INTERFERENTIE VAN TWEE GOLFSTELSELS De golfbergen, uitgaande van de punten A en B zijn geteekend. De kruisjes geven de plaatsen aan waar een dubbel hooge golf berg ontstaat; de nulletjes de plaatsen vaar een golf berg van het eene stelsel ver nietigd wordt door een golf dal van het andere stelsel golfdalen, regelmatig afwisselend; de afstand tusschen twee t's (of twee d's, wat natuurlijk hetzelfde is) heet de golflengte. Zoodra de twee golfstelsels, die wij in het grachtwater gemaakt hebben, elkaar bereiken zouden we eerst een vernieling der mooie regelmaat verwachten, maar dat gebeurt niet! De stelsels loopen zoo door elkaar heen/dat zij allebei nog goed te volgen zijn, maar toch oefenen zij op elkaar invloed uit; het water oppervlak vertoont een zoogenaamde inter ferentiefiguur. Wanneer n.l. een waterdeeltje door het ne golfstelsel juist op den top van een golfberg is en door het andere stel sel ook op zoo'n top, dan zal de opwaartsche verplaatsing dubbel groot zijn, dus er ont staat een dubbel hooge golfberg. Als een waterdeeltje juist in een golfdal ligt van beide stelsels zal het dus ook in een dubbeldiep golfdal liggen. Wanneer echter een waterdeeltje volgens het eene stelsel juist op een golfbergtop ligt en volgens het andere stelsel juist in een golfdalbodem dan zal de eene opwaartsche beweging de andere neerwaartsche vernietigen en het resultaat is, dat het waterdeeltje zich niet beweegt (tenminste als de beide bewegingen even sterk zijn, wat ik hier voor het gemak ver onderstel.) In fig. 2 is deze interferentie nog even aangegeven. A en B zijn de twee plaatsen, waar de steenen neergekomen zijn, en om beide punten heen zijn de bijbehoorende golfstelsels geteekend. Voor de duidelijkheid heb ik door de cirkels alleen de golfbergen aangegeven; de golfdalen liggen dan natuurlijk halverwege tusschen twee dergelijke cirkels. Waar twee cirkels van verschillende stelsels elkaar snijden komt dus een golfberg van het stelsel A bij een golfberg van B, dus een dubbelhooge berg; enkele dezer punten heb ik aangegeven door kruisjes. Waar een golfberg van A een golfdal van B bereikt (of omgekeerd een dal van A een berg van B) zal de beweging vernietigd worden; bij een paar van dergelijke punten'heb ik nul letjes gezet. Allen hebben wij wel eens zeepbellen geblazen; eerst krijgen wij een doorzichtige ongekleurde bel; als wij echter verder blazen wordt de bel niet alleen grooter en grooter, maar boven dien treden hoe langer hoe fraaier kleuren op, naarmate de zeepbel een dunner wand krijgt, en eindelijk barst. Deze kleuren zijn pok een gevolg der inter ferentie, die hierboven voor watergolven beschreven is. Lichtstralen zijn n.l. te beschou wen als bestaande uit dergelijke golfjes als de watergolven maar nu van aetherdeeltjes. Zij hebben evenzoo weer golfbergen en dalen als hierboven beschreven zijn; hun golflengte is echter zeer klein, Hollanders, ook van de massa der Hollanders, zoo in-kleintjes, dat dezen zich verlustigen in de meest grove grofheden ? Want wat te zeggen van een Christusfiguur, die, biddend, doet denken aan een man van de straat, die op een pruim genoeglijkjes zit te knabbelen? Zeg niet, dat dit fantasie is; want ieder die een visite brengt aan 't gebouw bij den Amstel kan controleeren! Alleen zou ik niemand willen opwekken daartoe, tenzij hij het gevaar wil loopen zijn verbeelding beleedigd te zien. En indien een blad als De Maasbode" al spreekt, dat het werk als geheel een bioscopisch meesterstuk" mag worden genoemd, en De Tijd" in haar verheerlijking sommige tafereelen prijst om den uitmuntenden smaak en zin voor fijne plastiek", terwijl andere bladen mede aanbrengers zijn van wierook, wij blijven voor die waardeeringen wel wat koud, en ofschoon het min-christelijk is iets slechts te denken van onze naasten, kunnen wij toch niet de vermoedens, dat de pers voor eenige zilverlingen de Waarheid verraadt, ongeboren in ons doen sterven. Wij zijn het volkomen met den programma zin eens, dat in den dienst van wetenschap en kunst de bioscoop aan tienduizenden ten zegen kan zijn, maar tevens merken wij op, dat hier in Carréeen schrikkelijk instru ment" wordt gehanteerd ;q en als ge iets waardigs verwacht, omdat de lectuur van het Christus-verhaal bij u iets groot-poëtisch wekte, krijgt ge een leelijken slag in uw gezicht. Want een geheel vermag de voorstelling niet te geven; wanhopig gebroken raakt de stemming, omdat vór elk bewegend beeld, dat een episode, voorval of toestand van Jezus' leven vertolkt, met groote letters een tekst aan de schare wordt vertoond, die uit bijbelbelangstelling door't schellinkje geheel, door de andere rangen gedeeltelijk wordt meegebromd, gemompeld en door bereid willige commentators uitgelegd. En ter streeling van uw illusies loopt heel den avond een kaalhoofdige kellner rond, die duizendmaal pardon" roept en gilt: Bier, thee, koffie, limonade! Bier, heeren ? Bier? Bier?" Onderwijl spreekt Jezus de kruiswoorden ... Wel een bewijs, dat kroeg en kerk, indien wij 't niet wisten uit ervaring en een bekend liedje, heel geestig kunnen worden gecombineerd! Het streven naar een mooi doel is op zich zelf beschouwd iets, dat dient te worden aangemoedigd en de twee-en-veertig lieden, die naar Palestina optrokken om daar het historische gebeuren zoo wel mogelijk te benaderen, zouden geruimen tijd onze rijke dankbaarheid hebben te accepteeren, indien zij wezenlijk kunstenaars waren geweest, die in volledige overgave hun kunnen als een schoonheid en kostbare schat aan de menschheid schonken. Maar nu te oordeelen naar hun hinderlijk theatraal beweeg van lijf en leden onbevoegde tooneelspelers, wien het waarschijnlijk enkellijk was te doen om het lieve broodje (wat is te begrijpen!), inspiratieloos er op los werkten" en als aantrekkelijke schrikbarendheid met oogen rolden, is de kunst aan alle handelingen vreemd gebleven. En indien wij van de uitvoering het waardeerbare wilden noteeren, dan zou onze kleine lof zich bescheiden uitstrekken" over de geslaagde landschapbeelden; de reusachtige woestijn bijvoor beeld en de eeuwenheugende pyramiden." Telkens als de menschelijke actie echter in 't spel komt, wordt het opzettelijke en de banaliteit tot ergernis zótastbaar, dat men zich gaat afvragen: Is er dan niemand onder de honderden, die van het leelijke durft gewagen?" Fig. 3. SCHEMA VAN EEN ZEEPSOPVLIES, in doorsnede zóklein, dat zij beneden ons voorstellings vermogen blijft en slechts een deel van een duizendste millimeter is. Het geheele interferentieverhaal kan echter zonder verder redeneeren op deze lichtgolven toegepast worden. Maar voor beweging moeten wij lichtindruk in de plaats zetten. Waar twee golfbergen, van twee lichtbronnen uitgaande, elkaar bereiken ontstaat een dubbel hooge golfberg dus een sterker lichtindruk in ons oog. Als een golfberg van de eene licht straal een golfdal van de andere lichtstraal treft, zullen de twee bewegingen elkaar ver nietigen en in plaats van een lichtindruk ziet ons oog niets. Wij hebben hier dus te doen met het merkwaardige geval dat licht -f- licht duisternis!! Wij zijn nog niet waar wij wezen willen, want bij deze feiten moet nog iets gevoegd worden wat ik al meerdere malen besproken heb n.l. dat wit licht eigenlijk bestaat uit een samenstel van een groot aantal gekleurde stralen, die de kleuren van den regenboog vormen. Het is gebleken dat de kleur afhangt van de golflengte van -de lichtstraal. De langste golflengte heeft rood licht, de klein ste: violet licht, en daartusschen zijn alle overgangen van rood naar oranje, geel, groen, blauw, enz. Nu komen wij op de zeepbel terug. Deze bestaat eigenlijk uit een zeer dunne laag vloeistof (zeepsop) tusschen binnenlucht" en buitenlucht". In fig. 3 is zoo'n zeepbel of vloeistofplaat geteekend in doorsnee. De uiteinden, waar zij vast zit, zijn dikker dan het middengedeelte. Indien nu een lichtstraal op de zeepbel valt zal hij als tegen den spiegel teruggekaatst worden, volgens de zelfde regel die ook een billardbal volgt. Nu zal echter een lichtstraal niet geheel teruggekaatst worden, maar een deel van de straal zal ook in het zeepsop doordringen en teruggekaatst worden tegen het ondervlak vlies > vlies Fig. 4. TERUGKAATSING VAN LICHT STRALEN tegen bovenwand (b) en onderwand (o) van een zeepsopvlies. Verklaring: zie bijgaand artikel. Bij een gewone" bioscoop-voorstelling, waarvoor de gewone" reclame wordt ge maakt, durft men nog fluiten; nu (hoorde men als 't volk zelf de overdreven mimiek voelde heel even bij wijlen een onderdrukt gelach. Want frank-uit dorst men niet scha teren, omdat er half en half een kerk-atmosfeer werd gesuggereerd! En in de kerk moet je ernstig zijn, zelfs al spreekt de prediker door zijn neus! De Lelie-bioscoop had ge zorgd voor een plechtig' orgel... De kaallioofdige kellner repeteerde gillend het woord: Bier!" Kort gesproken: de exploitanten van den film Van de Kribbe tot het Kruis" hebben zich schandelijk geblameerd. Want inste van ontroerd te hebben op eerlijke wijze, schijnt er door de ondernemers gespeculeerd te zijn ten koste van den naam Jezus. En de aurgers, die gaarne wat vromigheid genieten, offeren vol genoegen hun kwartjes, teneinde een religieusen ... uitgaans-avond te hebben. Zij winzucht niet in 't spel en was het streven der Lelie-bioscoop er alleen op ge richt de menschen te verteederen of hun een schouwspel te toonen van de Groote Figuur, dan beklagen wij haar en hebben geen respect voor haar smaak en ontwikkeling. Wel wordt de techniek geprezen, maar wij komen niet om vernuftige uiterlijkheid, en een popularisatie van 'Christus' leven als bij Carrézal er bij de min-ontwikkelden door den brutalen bluf inslaan, maar een zuivervoelend mensch ergeren. RINKE TOLMAN * * * Ze zeggen het zelf Ziehier de leden der anti-revolutionaire partij in de Tweede Kamer. ScHeurer Rttgers Van VL,iet BrummelkamP BEumer MontéVer Loren OOsterbaan Van der MOlen Van der Voort van Zijp Van de VKlde Duymaer vaN Twist (Vaderlander) 1 * * Charivari Ons geheugenstreepje Zelfs Darwin laat het toe aan de eenheid der oorspronkelijke levensvor men te tornen, omdat ze zijn ontwikke lingsleer toch niet den weg dwarslegt." (Querido in het Hbl.) Hoe zijn door Gods vaderliefde al deze schitterende kleuren, al die heerlijke geuren in zulk een weelde en rijkdom voor de menschenkinderen uitge strooid." (Stand.) Langen tijd heeft het speelwerk van den Westertoren stilgestaan om er verbetering aan te brengen." (Hbl.) Eenmaal werd met een mes naar een agent gestoken, wiens pet van het hoofd rolde doch overigens ongedeerd bleef." (N. C t.) * Tante Betje aan het woord De beschermende handelspolitiek is bij ons minder populair dan ooit te voren, en zoude het taktisch dwaasheid zijn ze opnieuw op den voorgrond te plaat sen." (Hbl.) Wij meenden goed te doen het oude hoofd te laten vervallen in de hoop het van den zeepbelwand. In fig. 4 heb ik een deel van de zeepbel uit fig. 3 veel vergroot geteekend. AB is een invallende lichtstraal, die voor een deel tegen het bovenvlaköder bel teruggekaatst wordt volgens B C; een ander deel der straal echter dringt door tot D en kaatst tegen het ondervlak o terug als de straal D E. Stel nu dat, zooals in dezelfde figuur (rechts) te zien is, de lichtstraal loodrecht invalt, dan zullen beide terugge kaatste straaldeelen samenvallen, dus niet in de figuur van elkaar te onderscheiden zijn, maar iedereen zal inzien, dat het eene straaldeel, dat tegen de ondervlakte o is teruggekaatst, tweemaal de dikte GH van den zeepbelwand meer moet afgelegd hebben dan het andere straaldeel. Stel nu dat de zeepbelwand zoo dik is, dat het straaldeel HF een halve golflengte achter blijft bij het straaldeel GF, dan zal telkens een golfdal van het straaldeel samenvallen met een golfberg van het straaldeel H F, m. a. w. de beide straaldeelen zullen elkaar geheel vernietigen, zoodat er geen licht meer te zien is! Daar ten slotte de golflengten der verschillend gekleurde stralen verschil lend zijn, zal men wel inzien, dat een zeep beldikte, die deze uitdooving voor rood licht veroorzaakt, voor de andere kleuren deze uitdooving niet zal geven; een dunner wand die wel violet licht uitdooft, zal zoo rood licht e. a. niet vernietigen. Misschien zal men na deze eenigermate vluchtige beschouwingen wel begrijpen hoe een zeepbel aan zijn fraaie kleuren komt. Een te dikke wand vertoont het niet (om hier niet te bespreken redenen) maar een dunne zeepbel wel; wordt op een plek b.v. rood licht uitgedoofd, dan zal van wit licht, dat op de zeepbel viel, alleen wit min rood overblijven wat voor ons oog groen is. Waar blauw uitdooft blijft wit min blauw gelijk geel over, enz. enz. Elke diktewisseling geeft ook weer kleurwisseling. Zoo komen wij weer op den regenboog beker, die in fig. 5 is afgebeeld. Deze beker is een koperen trommel, die in zeer snelle draaiing kan gebracht worden. Het is gemak kelijk genoeg om over deze trommel een zeepsopvlies uit te spannen. Zoodra de trommel in draaiing gebracht wordt, wordt dit vlies dunner, doordat de middelpunt vliedende kracht (en ook nog andere oor zaken!) de vloeistof weghaalt naarde kanten van den trommel; dit dunner worden hangt ook af van den grooter of kleiner afstand vanaf het midden van het vlies. Zoodoende bezit het vlies ringen van steeds afnemende dikte en de regenboogkleuren, die een ge wone zeepbel door elkaar heen vertoont, zullen hier dus in ringen om elkaar heen zich vertoonen, zooals fig. 5 aangeeft, waar het toestel in werking gephotografeerd is. De kleurenvolgorde is (als het dikste deel van het vlies slechts een vijftigste m.m. dik is): bleekgroen, roze, blauwgroen, zalmkleur, heldergroen, rood, geelig en dan hel der appelgroen, blauw, purper, rood, geel, nieuwe beter zal voldoen." (Mbl. strijd tegen Tub.) * Het Bloemendaalsch Weekblad geeft onder het hoofd Voor onze dames" wekelijks praktische wenken. Wij stellen ons voor er van tijd tot tijd eenige van over te nemen, met zoo noodig enkele aanvullende opmerkingen. Gebroken glazen voorwerpen worden weer heel gemaakt, door een strooperige massa van houtlijm te vermengen met gebluschte poederkalk." Mocht dit niet helpen, dan trachte men de stukken aan elkaar te bevestigen. Petroleumreuk verwijdert men, door de handen te wasschen met bier." Indien de petroleumreuk niet in de handen zit, dient deze bewerking eenige dagen achter een volgehouden te worden; na een weekje zal de lucht verdwenen zijn. Onder dezelfde rubriek vinden wij: Melk wordt niet zuur door er een weinig dubbelkoolzure natron bij te doen." Wie er dus zijn hart op gezet had, zal wat anders moeten bedenken: dubbelkool zure natron helpt niet. * De practische Knipkunst. Een schat voor Dames en Dochters. Uitgave van D. Bolle, Rotterdam." Wij hebben het boekje eens doorgebla derd, en het komt ons voor, dat het een schat is ook voor een derde categorie: de kleindochters. * Kostschool van den eersten rang. Door uitstekende plaatsing in den han del, de nijverheid of andere werkzaam heid en door het tot dusver altijd-slagen voor vijftien examens is het succes ver zekerd." (Adv. N. R. C t.) De leeraar, gewoonlijk belast met het stel len der advertenties voor het etablissement, is met vacantie. * Kan een onzer lezers ons een artikel over den politieken toestand toezenden, waar boven niet staat Wat nu ?" * * * Inhoud van Tijdschriften De Vlaamsche Gids, No. 4: Louis Franck, De Middenstand. Hugo van Walden, Van twee die dienden. Pr. Leflot, Regendag op het land. Regendag in de stad. Julius Verbruggen, Keats. C. De Jans, De Eenheid der Natuur. Maurits Sabbe, Nederl. Letteren. De Nieuwe Tijd, No. 7: R. Luxemburg, Het Belgische Experiment, vertaald door D. J. Wijnkoop. E. Kupers. Wettelijke be scherming van huisarbeiders, I. Sam. Goudsmit, Het Offer. Dr. W. v. Ravesteijn, Intern. Verhoudingen. Jos. Loopuit, De Juni-verkiezingen. Het Alternatief. A. B. Soep, De Belgische staking van 1913. De Samenwerking, Juli 1913: Daan van der Zee, Het Christen-Socialisme. Dr. A. J. Resink, De beteekenis der verkiezingen. Daan van der Zee, Luiende -Klokken. Dr. A. J. Resinkj Theosophische dompers. H. J. Rijsewijk, De staat en het socialisme, (slot). A. van der Tempel, Theorie en. Praktijk der Anti-Revolutionaire partij. * * Fig. 5. REGENBOOGBEKER. De gekleurde ringen van het sneldraaiend vlies zijn zichtbaar witachtig, staalblauw, purper, bruin, stroogeel, wit, zwart. Elke kleur behoort bij een bepaalde vlies-dikte; als het vlies zwart wordt is de vliesdikte slechts een tachtigduizendste m.m. Door het toestel plotseling stop te zetten, snel den anderen kant uit te laten draaien en deze manoeuvres eenige malen te herhalen, kan men een nog dieper zwarte kleur bereiken, die een vliesdikte van een honderdzestigduizendste millimeter aangeeft. Nu is opmerkelijk dat de kleinste deeltjes, die men met een ultra-microscoop nog zien kan slechts iets kleiner zijn dan deze maat. Alleen maar door zijn vlakteuitgebreidheid is het vlies dus zichtbaar, en het zeepsopvlies nadert al heel aardig tot een meetkundig vlak, dat alleen maar lengte en breedte maar geen dikte heeft. Het be kende verhaal uit het twee-dimensionale platland" zou zich hier kunnen afspelen! Men is zelfs in de buurt der moleculen gekomen, want als de vliesdikte zoo sterk afgenomen is, vinden vermoedelijk niet meer dan een vijfhonderdtal moleculen nog plaats op een rij tusschen de twee zeepsop-opper vlakken ! Het doel van het instrument is niet alleen het verkrijgen van prachtige kleureffecten. Het hoofddoel ervan is wetenschappelijk onderzoek der oppervlakte-spanning van vliezen, vliesdikte, e.d. P. VAN OLST in een artikel over het langs telegraphischen weg overbrengen van photographiën, heb ik 22 Juni 1.1. ten onrechte opgegeven dat vol gens de methode van prof. Korn het over brengen van een portret 12 uren vordert. De heer J. W. Giltay, wien wij voor zijn vriendelijke zending danken, en die Kornsche seleencellen maakt, schrijft dat een tijd van slechts 12 minuten voldoende is. * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl