De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 3 augustus pagina 3

3 augustus 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

3 Aug. '13. No. 1884 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee maanden versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GABANTIE-SOKKEN van Uwen leverancier. Fil d'Ecosse Fl. 4.25 en FL 5.40 Merino 6.00 per half dozijn. Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht. I. T, EERSTE SEDERL JABRIEK VAN ASBESTCEfflTPLATEN Marti n H".HARTXNITPLATEN zgn: brand-, trek- en krimpvrfl. Vraag-t prfjzen en momsters. ADRES: Ornqiiuweg 113, Amsterdam. Ongelukken Aansprakelijkheid OCEAN OUDE TURFMARKT 16 - AMSTERDAM Ziekten Automobiel iiiitllliililiiiMiiiiiiiiiMiiimiiimiiiiii Een Bossuet, de dingen ten volle ziende, zou begrepen hebben dat Chateaubriand de zielen bedierf met het onwezenlijke, dat hij hun niet het behagen gaf in God maar de afkeer van 't leven en 't verlangen naar het Niet: de laatste zin, waarmee Berlioz: op zestigjarigen leeftijd de Mémoires zal ein digen, hij mag haar ontleenen aan Shakespeare, maar de Engelsche verzen zullen slechts het gevoel uitdrukken dat Chateau briand overdroeg op den jongen Berlioz, den toekomstigen romanticus het gevoel dat de magiër der hopeloosheid griffelde, entte op zijn jonge ziel: Mensch, gij zijt niets dan een ijle droom, een smartelijke droom, gij bestaat enkel door het ongeluk, gij zijt slechts iets door de droefheid uwer ziel, door de eeuwige melancholie uwer gedachte." Zoo krijgt Berlioz zijne eerste muzikale impressies bij zijne eerste communie; later leest hij Byron knarsetandend in een biechtstoel van den Sint Pieter te Rome, doch dat is maar een diletantisme (naast andere) vergeleken met den kreet van wan hoop als hij alles verloren meent: God is dom in zijne gruwelijke onverschilligheid. Doch vanaf zijn zeventiende jaar zal hij nog slechts retrospectief leven, alsof hij een prehistorisch bestaan vervulde. Hij zal slechts bemijrneren wat voorbij is, betreuren wat was, tot even voor zijn dood wanneer hij voor 't laatst Hamlet gaat zien, die hem zijne Ophelia openbaarde (Harriet Smithson) om smartelijk en fanatiek zijne passies, zijne illusies te herleven, dezelfde passies die hij herleeft in zijne liefdes-symphonieën, het voorbije wordt zijn idee fixe, iedere gedachte aan de toekomst eene nachtmerrie, want de toekomst is voor hem'de dood, de dood de ondoorgrondelijke oplossing in het universeele Niets. In 't begin gaat alles goed. Hij fanatiseert eene school van latere bewonderaars, die echter, helaas, altijd dezelfde zullen blijven hoewel de geheele Parijsche pers op zijne hand is. Hij componeert de Fantastique, verovert den Prijs van Rome (met veel moeite want alles is conservatief aan een conser vatorium) verveelt en vermaakt zich in Italië, schrijft Harold, het Requiem, wordt criticus aan den Journal des Débats en de gunsteling van het gouvernement van Louis Philippe. Welk een felle natuur als hij muziek hoort! Mijne levenskrachten schijnen aanvankelijk. verdubbeld, ik onderga een verrukkelijk genoegen, waaraan het verstand geen deel heeft; de gewoonte der analyse komt daarna derloos was, en hen wel eens 'n kwaje maand had doorgeholpen, al moesten ze alles schoon tot 't laatste halfje altijd terugbe talen. .. Klein vrouwtje durfde nu heelemaal niet meer opkijken; 't was alsof zij dan 't kamertje rondom behangen zou zien met Gerrit's verzoekschriften aan tante Piëta, haar eigen sullige bedelbrieven en tante's resolute, koel zakelijke toezeggings-schrifturen... Zij hoorde tante snuffelig de neus ophalen, wist dat tante er nu heel onvergenoegd, om niet te zeggen, dreigend uitzag. Daarom schraapte zij alles bijeen wat ze aan moed en zelfbeheersching verzamelen kon en zei: Truida zou als 't moest, ook nog wel in de zaak kunnen blijven, ze is twaalf geworden en ze is al wat handig... ze kan slagropm kloppen als de beste..." Als ik jou was zou ik ze allemaal thuis laten en 'n bewaarschooltje van je koekbakkerij maken," lachte tante nu luidruchtig die plezier had in haar eigen grappigheid. Toen opeens begon klein vrouwtje te snikken en zei gelaten : Och... dan blijven we ook maar allemaal thuis... dan zie ik er maar ineens... heelemaal van af..." Ze waren nu buiten. Al 'n heele dag. Gerrit stond boven op 't omhekte uitbouwseltje dat 't balcon heette, en 't platje was, boven de bescheiden lighal die door de pensionhoudster de open serre" werd genoemd; daar overzag hij links en rechts de laan waaraan het pension lag en die door geen kip, gezwegen van 'n wandelaar, be treden werd. Onder hem, in de open serre" zat zij, klein dik vrouwtje met 'n zwarte, glimmend satijnen blouse, dotjes gitten op boezem en mouwen, zware hoofdpijn en heel dikke enkels, en keek droomerig naar buiten. En ondanks de hoofdpijn en de benau wenis van de gala-blouse met de al te hooge boord waarvan de opstaande baleintjes beursene plekjes bij haar nekklieren priem den, was er 'n vredige, gelukkige uitde bewondering vanzelf wekken ; de emotie brengt spoedig eene eigenaardige gejaagd heid teweeg in mijn bloedsomloop, mijn ade ren kloppen hevig, de tranen, die gewoonlijk 't einde van het paroxisme aankondigen dui den dikwijls maar een beginstadium aan, dat nog verre overtroffen moet worden. In dat geval krijg ik spierkrampen, een beving in al mijn leden, een gedeeltelijke verlamming der gezichts en gehoorzenuwen. ik zie niets mee, ik hoor nauwlijks..." Lesueur schreef ongeveer hetzelfde en Stendhal in zijn Vie de Rossini": Te Brescia maakte ik kennis met een Italiaan, die misschien de gevoeligste van allen was voor muziek. Hij was zeer zacht en zeer wellevend ; maar wanneer hij zich op een concert bevond en de muziek hem beviel dan deed hij zijn schoenen uit zonder het te bemerken. Kwam men bij een sublieme pas sage dan liet hij nooit na zijn schoenen achteruit te gooien en op de hoofden der toeschouwers". Een felle natuur, Berlioz. Hij huwt Ophelia, is eenigen tijd gelukkig te Montmartre en krijgt een zoon die op zijn vader lijkt. Maar Benvenuto valt, zijne concerten geeft hij met 10, 8 of 3 francs winst. Harriet verveelt zich langzamerhand, wordt jaloersch, zwaarlijvig, de oude tragedienne gaat zich bedrinken en de virtuoze der Shakespeareaansche doodstrijden speelt haar echtge noot gloeiende scènes, als hij 's nachts terugkomt van een of andere opera, op racomique, waarover hij den volgenden morgen de martelende kronieken moet schrijven. Een lang hoofdstuk wijst de biograaf aan een génie sans public", het zijn immer successen sans lendemain", terwijl de excrementieele kunst' der Offenbachs, Meyerbeers etc. etc., waarin de violisten op Charivariussen" musiceeren, zegeviert in Parijs en gansch Europa. Hij wordt verliefd op een tweede vrouw, die overal zingen wil en weinig stem heeft; zijne Ophelia krijgt beroerten, wordt lam en hij moet twee huishoudens onder houden, want Marie Recio, eene half-Spaansche, brengt een schoonmoeder mee. Hij ontvlucht heimelijk naar Duitschland, met Marie die hem sart, hij ontloopt haar maar zij haalt hem in, zet den romantieken leeuw gevangen en wordt meester over zijne ge heele correspondentie, dicteert hem post scriptums ! Hoe raadselachtig is deze liefdes historie a la Carmen en hoe weinig verklaart Boschot haar! al te weinig! Want wat boeide Berlioz zoo onverbiddelijk in deze middel matige zangeres, die un dieu en pauvre drukking op haar tobbersgezichtje, omdat 't nu toch, tóch gelukt was,... omdat ze nu buiten was, en weg van de stad en de straat en de buren en de koekbakkerij... O, o, alles was toch nog zoo best, zoo boven verwachting gedraaid! De vier oudsten in de zaak, Truida, die al zoo handig was, met de twee allerjongsten met haar mee, daar had je om zoo te zeggen nu geen omkijken naar, en Sientje met tante naar den Haag... die zou tante de heele week bij d'r houden, dat ging best, kleine Sien was al tien jaar, en tante zou d'r Zondag zelf terugbrengen, dan hadden ze allemaal met mekaar nog 'n prettig dagje, en dan was de koek op !... gek toch dat je twintig jaar naar iets kon verlangen, dat in zeven dagen al weer voorbij zou zijn... Ze keek den weg over; eerst 'n smal pad waar veel onkruid stond, dan 'n grasrandje met kale plekken, dan 'n breede laan, rul begrint, dan weer 'n grasrandje van onregel matige groeikracht, dan weer 'n smal pad waar behalve veel onkruid, ook nog modder stond, dan, driehoog prikkeldraad met kippen gaas, en daarachter bosch, eikenstruiken en halfwas dunne dennetjes, laag nog van kruin en armelijk door te dicht op elkaar gegroeidheid, tezamen hét bosch waaraan, volgens den pensiongids", pension Ruimzicht" liefelijk gelegen was. 't Is hier lief zitten, vindt u niet ?" zei de pensionhoudster met 'n genoegelijken blik naar haar twee gasten, n op 't balcon, n in de open serre"; in deze miserabele zomer waar ieder stadsmensen z'n onnoozele spaarcentjes voor die onafhankelijkheidsfeesten zat op te potten, moest je je handen dichtknijpen als je nog een paar logeermenschen bemachtigen kon, al was 't dan maar voor een week, en wat positie aanging niet veel soeps! Ze lachte minzaam in de richting van de satijnen blouse, keek toen meteen naar bo ven Hém moest ze met goed fatsoen naar beneden zien te krijgen,... hij had daar even 't panorama mogen bekijken, maar nou was 't welletjes; zulke menschen moeGRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessionnaires, Sauter & Polis,Maastricht. ?UUT BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Jfederbuttt J. LEONARD LAND, AM8TEBDAJL diable veranderde, gelijk Wagner schrijft aan Liszt en zijn vriend vraagt of Ie bon Dieu wel goed gedaan heeft met de vrouw een zoo belangrijk aandeel te geven in de schep pingen der kunstenaars. Allengs begint .het doods-idee hem te besluipen. Spontini, wien hij een onbe grensde vereering toedroeg, sterft, en plot seling voelt hij zich alleen op eene wereld waar de muziek een gegiechel werd. Dan begint de eerste campagne om een zetel in de Academie, welke hij pas na vele verne derende .nederlagen zal bemachtigen. Wan hopig gaat hij concerten geven in Engeland, waar Wagner zich eveneens bevindt. Zij begrijpen elkaar niet: Berlioz me fait pitié" zegt de een, als hij hem Romeo" ziet dirigeeren, Wagner me fait danser sur la corde laitre", zegt de ander, als hij een Mozartsymphonie van hem hoort en Marie Recio is er immer op tijd bij om iedere verstand houding, iedere vriendschappelijkheid te ver hinderen. Parijs is voor hem een stinkend moeras, altijd en overal comische opera's, een wereld vergiftigd met vergiftigers, geen zalen voor hem, geen uitvoerders. En wat een serie dooden! Chopin sterft, Heine sterft, Brizeux, een dichter van wien hij verzen op muziek zette, sterft. Parijs is voor mij een kerkhof, de plaveien grafsteenen. Overal vind ik herinneringen aan vrienden of vijan den, die niet meer zijn. Daar ontmoette ik Balzac voor 't laatst, hier wandelde ik met Paganini, ginds begeleidde ik de hertogin d'Abrantès, eene goede, dwaze vrouw, zie daar 't huis waar mevr. de Girardin woonde, een geestige dame, die mij vooreen domoor hield, ginds het trottoir waar ik afscheid nam van Adolphe Nourrit (beroemd zanger die zich doodde in waanzin) den avond voor zijn vertrek naar Napels, dat treurige huis is van de arme Rachel. Allen zijn dood. Hoeveel dooden! Waarom zijn wij nog niet dood! Zoo klemmen de zieken zich aan hun stokpaardje en altijd komt de zwarte monomanie weerom!" (Slot volgt) MATTHIJS VERMEULEN * * * Inhoud van Tijdschriften Tijdschrift voor Wijsbegeerte, Juli '13: Mr. J. J. Boasson, Het Rechtsbewustzijn. E. A. von Schmit, Het karakter van den wil en de grondslag der zedelijkheid. A. C. Josephus Jitta, Kristallisatie. Hedendaagsche Wijsbegeerte. Boekbespreking. iiiimiimiiiiiHMiiii Minimi l ten niet denken dat ze voor d'r n-vijftig per dag, 'n heele villa ter bewoning krijgen... Als u daar klaar bent met 't bellevue," informeerde ze veelbeteekenend, dan kan ik de balcondeuren weer komen sluiten... 't is maar van wege de tocht ziet u"... U zult zeker wel veel vogels hebben," vroeg 't vrouwtje met droomerig gekijk naar de dennenkruintjes. Och, wat kippen, daar heb je altijd dub bel en dwars je nut van, vooral met zoo'n huis voj menschen," pochte de Ruimzichteigenares die momenteel behalve de pasaangekomenen nog een onderwijzer, die voor 'n acte-examen gezakt was, in de kost had. Nee, nee, ik bedoel wilde vogels,... boschvogels... van die... die, hoe zal ik 't zeg gen, ... lijsters en vinkies"... legde 't vrouwtje wat moeilijk uit, even met de oogleden knippend vanwege de hoofdpijn en de slaap die haar in de ongewone, zware buitenlucht arglistiglijk bekroop, die zou ik zoo graag, zoo in 't wild hooren zingen" voegde ze erbij, met 'n klaar voor oogen hebben van de leeuwerikken-kooi met 'tgraszoodje boven buurman's pothuis, en 't puttertje dat bij haar schoonmoeder negen jaar lang moei zaam z'n water in 'n zwaargeroeste vingerhoed en z'n eten in 'n roodgeverfd rolwagentje ophaalde... Nou! daar kan u plezier van hebben," zei de pensionhoudster, 't zit hier vol nachtegalen ! gewoon vel!" ... Nachte-galen ?" viel 't vrouwtje in. Allemachtig... nach-te-gaale ?" vroeg hij van over de balcon-rand. Een duivelsche spijt beknaagde der juffrouw ziel, dat zij voor deze, klaarblijkelijk zoo buitensporig gewaardeerde attractie niet 'n paar kwartjes pensionprijs mér berekend had. Gut... bent u daar zoo op gesteld," zei ze effen, toen, met 'n grootsch gebaar naar 't prikkeldraad en 't kippengaas, 't zit daar vol... dat moet u van avond eens hooren en van nacht..." Klein dik vrouwtje's oogen volgden de baan die de zwaaiende pensionhoudstersarm in 't firmament had beschreven,.., bleven toen IMRNKM Nieuw comfortabel Hotel; 80 bedden, groot res taurant, voortreffeigke keuken, heldere Munchener en Pilsener bieren, lift, electr. licht. Baden. Centr. verw. Omnibus en garage. Kamers van fr. 2.50?fr. 5. GEBRS. SCHINDLER. *1 'tWOONHüYS"flF 9^1 ef ?* V W VX \*/\ II l W l *J lfl$»e AMSTERDAM, me ARM HEM VIJZELSTRAAT-HEEREMGRACHT.- ROGGESTRAAT.! COMBINATIE f25OO. 5ALOM-HUISKAMERSLAAPKAMER-LOGEERKAMER IM VIER VOOR DIT DOEL SPECIAAL INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD. Ons Tijdschrift, afl. 7: Dr. J. F. Beerens, De grondslag der Roomsen-Katholiek mo raal. Dr. J. v. d. Valk, Het karakter van Judas Iskarioth. Terugblik door ***. Varium. Tentoonstelling de Vrouw 1813?1913" door Johanna Breevoort. * ? * Nieuwe Uitgaven Prof. THEOBALD ZIEGLER, De Geestelijke en Sociale Stroomingen der 19e eeuw, ver taald door LEO POLAK, 2e deel, geïllustreerd. Wereldbibl. No. 235?238,424 pag. Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. Vondels Spelen. Ingeleid en toegelicht door C. R. DE KLERK en L. SIMONS, deel II, 3, SALMONEUS, JEFTHA, SAMSON. Nederl. Bibl. 239?241. Amsterdam, Mij. v. Goede en Goedk. Lectuur. FRED. VAN EEDEN. In Kenterend Getij, 171 pag. Amsterdam, W. Versluys. FRED. VAN EEDEN, Nieuwe Nederlandsche dichtkunst. Rede uitgesproken te Gent in het Congresgebouw der Weereldtentoonstelling op 5 Juni 1913, 40 pag., ?0.40. Amsterdam, W. Versluys. De Vrouw, de Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk, afl. III. Amsterdam, Uitg. Mij. Elsevier." A. R. DE JONG, Maar n Uitweg. Een woord ten gunste van het Christen-Socialisme, 45 pag. Prijs ?0.10. Schiedam, Drukkerij de Toekomst." E. HEIMANS, Geologie-boekje, 184 pag. (Bibl. v. d. Levende Natuur). Amsterdam, W. Versluys. Dr. H. W. HEINSIUS en j. JASPERS JR., Hef Strandboekje, Ie deel, 2e stuk, 156 pag. (Bibl. v. d. Levende Natuur). Amsterdam, W. Versluys. Mej. J. C. VAN LANSCHOT HUBRECHT, Waarom is een wettelijke regeling van op leiding en examens voor verplegenden van staatswege dringend noodig? No. l der uit gaven v. d. Ver. tot verkrijging van een wettelijke regeling van opleiding en examens voor ziekenverplegers en verpleegsters. * * * Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE lilliiiiimmmiiii peinzend rusten op de dennetjes, de eiken struiken, de bewolkte druil-hemel, 'n paal met 'n bord waarop vermeld stond dat 't streng verboden was op die plek vuilnis neer te werpen, en de niet te onderschatten heuvel van bemodderde slierten behangselpapier, vloerzeilreepen, sardines- en cacao-blikken, scherven van 'n vuurvaste schotel, 'n pet, 'n gonje-zak en 'n pantoffel, die daar vreed zaam tegen aan leunden. Allemachtig... nachtegalen !" herhaalde hij, ver over het balcon hangend, wil ik u eens wat zeggen juffrouw ? Jaren geleden was er bij ons in Amsterdam een, in 't Vondelpark; de halve stad liep uit om 'm te hooren, en de politie hield er de wacht bij dat ze 't beest niks zouden doen!"... Klein dik vrouwtje rekte haar hals uit de nijping der boordbaleintjes en bemachtigde 'n glimp van haar man's hoofd en romp, 't onderste boven; goeierd toch, die Gerrit van d'r... Wat was-ie in z'n sas, en wat hadden ze 't nou toch goed!... zoo stil, en geen buren, en geen winkel en geen bak kerij. .. och got, och got, wat hadden ze 't goed!... en die nachtegalen... zoo maar vlak bij je... je behoefde er geen been voor te verzetten. Nu, afijn, ik ga maar weer eens aan m'n werk," zei de juffrouw, en uit vale nijd dat ze niet meer finantieel voordeel uit die nachtegalen had weten te putten, lanceerde ze 't kleine giftigheidje naar boven, dat ze nu dadelijk direct de balcondeuren kwam sluiten, want dat je beneden verging van de tocht." Dien avond plasregende het. Ze zaten in de kleine kamer waar 't be dompt rook naar petroleum-lamp, en etenmet-uien van 's middags. De regen bepetschte 't platje er boven. Klein dik vrouwtje deed even de raamdeuren open, snoof de prikkelende noten-lucht op, van natte grond,paddestoelen en bladaarde. Ze zullen niet komen," zei ze kleinmoedig en tuurde luisterend in de richting van 't kippengaas en de paal van de verboden vuilnis. Bruno Muller, Kleedermaker, ROK1N 6a, AMSTERDAM TELEFOON 3514, altijd, de 3TIECWSTE STOFFEN voorradig. ABONNEMENTEN vanaf ?140. 1ste klasse afwerking. GEOPEND van 8?6 uur. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELU WE",Nunspeet. van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de REDACTIE en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. Verwacht u nog bezoek?" informeerde minzaam de pensionhoudster die 't locale krantje van twee dagen her bracht en in ruil daarvoor 'n knus praatje met 'n kopje thee en 'n koekje begnuifde. Och, ik had zoo gehoopt op de nachte galen," biechte 't vrouwtje. Tja... dat zal je nu altijd zien," ant woordde diepzinnig de juffrouw, wij buitenmenschen geven er zoo veel niet om... en dan zingen ze de godsganschelijke nacht,... en komt er om zoo te zeggen voor over,... en dan houden ze formeel d'r lui bek".. . Tja"... zei Gerrit eveneens, diepzinniger nog dan de juffrouw omdat hij er niets meer wist bij te voegen. Toen zwegen ze alle drie; maar de juf frouw die de hoop op 't knusse kopje thee met 'n koekje voor rekening van haar menschen" maar niet zoo grif opgaf, be gon weer: In ieder geval moet u de moed niet laten zakken,... morgen komt er weer een dag zeg ik maar"... Ja, dat is wel waar," gaf 't vrouwje aar zelend toe. Gerrit geeuwde; mal toch, dacht-ie, dat je zoo, die drukte om je heen mist... hij rekte zich uit, achterover dat de stoel kraakte, keek op z'n horloge,... negen uur... nou gingen ze thuis de winkel sluiten... Gerrit geeuwde behagelijk nog eens. 't Vrouwtje kwam bedrukt weer zitten; als je twintig jaar verlangd hebt naar iets dat in zeven dagen alweer voorbij is, dan kost 't je moeite om een van die dagen te zien wegglippen... De juffrouw voelde haar kans op 't knusse kopje thee enz. annuleeren; draalde nog 'ir oogenblik, zei nog eens vaag tja", draaide de pit van de petroleumlamp wat op, veegde haar hand aan haar heup af en ging. Dien ganschen nacht bleef de regen 't platje bepetschen en daar noch Gerrit noch 't vrouw tje aan dat scherpe, fel rikketikkende, zenuwtergende kletteren gewoon waren, deden ze geen van beiden nagenoeg een oog dicht. (Slot Volgt)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl