De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 10 augustus pagina 3

10 augustus 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

10 Aug. '13. No. 1885 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee maanden versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GARANTIE-SOKKEN van Uwen leverancier. Fil d'Ecosse Fl. 4.25 en Fl. 5.40 6.00 _._ Per Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht. IMRNfM Nieuw comfortabel Hotel; 80 bedden, groot res taurant, voortreffelijke keuken, heldere Munchener en Pilsener bieren, lift, electr. licht. Baden. Centr. verw. Omnibus en garage. Kamers van fr. 2.50?fr 5. GEBRS. SCHINDLER. WOLSEIiEY-GARS. Het bekende Engelaohe merk. Q-eiie©! geriaisoh loos. IDireot le-verToaaj?. Inlichtingen en prijsopgave verstrekt de vertegenwoor diger yoor Zuid-Bolland: P. OVERGAAUW, Balistraat 85-87, 's-Gravenhaqe. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie hoschriike t*m»inen. Spoor, Tram, Electrigoh licht, Telephoon. Inlichtingen M.jj DE VELUWE",Nnnspeet. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Concessiojinaires, , Sautw & Polis, Maastricht. 19'tWOONHUY5"ei DELADNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. J. LEONARD LANG, AH8TERDA AMSTERDAM. m$ ARM HEM VIJZELSTRAAT-HEERENGRACHT.- ROGGESTRAAT.. COMBINATIE f25OO. SALON-HUISKAMEFV SLAAPKAMER-LOGEERKAMER ? IM VIER VOOR DIT DOEL SPECIAAL INGERICHTE KAMERS TENTOONGESTELD. Allereereten nng. Te midden van eigen groot oud park, HET AU«U»TA VICTOKIA BAD, Geneesheer-Directeur Dr. Med. G. HüLSEMANN, meest moderne comfort. 40 privébadkamers met directe is met het Hotel verbonden ten dienste der gasten, die niet verplicht ziin een kuur te ondergaan. toevoer van het warme bronwater uit de hoofdbron. Een uit 18 afdeeliogen bestaande, volledig ingerichte pshysicalisch-orthopaedische kuurinrichting Warm en koud watef In alle kamers Auto-Garage. ter speciale behandeling van spier- en gewrichtsziekten, zenuwziekten, verlammingen, enz. i In het hotel afzonderlijke eetzaal voor JICHT-DIEET. Prospect, gratis. Int. Yerkeersbur. Raadhuisstraat 16, Amsterdam. daar aan 't daglicht komen; wie gelooft dat in de oplaaiende vlammen der volksopstanden zooials deze zich in de laatste jaren van revolutie .toonden, de geheele inhoud van het Russische volksleven zich openbaart, die kent het land en zijn volk niet. De politieke vrijheid is voor het Russische volk het brood, zonder hetwelk het verhongert en ten gronde gaat. Doch achter het ideaal der politieke en economische bevrijding, leeft in de Russen een verlangen en zoeken naar een hoogere belichaming van het leven, naar een vervolmaking van den mensen, of, zoo als het daar veel meer genoemd wordt, der menschheid, zonder welk streven hun het leven waardeloos en onnut toeschijnt. Dit verlangen en zoeken leeft in alle lagen der Russische bevolking en gaat ver terug tot een tijd, waarin van een bewuste vrijheids beweging bij de massa nog geen sprake was. Slechts hij die dit gevoelselement, deze religieuze neiging der volksziel kent, kan voor zich zelf he't volkomen opgaan in een idee en de opofferingsgezindheid van de massa zoowel als van den enkeling in Rusland, verklaren. Wat is de waarheid ? Wat geeft het leven zijn hoogere, menschelijke beteekenis ? vraagt daar zelfs de boer, die nauwelijks lezen of schrijven kan. De boer, die; zich bewusteloos drinkt, steeds hongert en die toch in scharen van tienduizenden naar Canada trekt; of zich den honger- of verbrandingsdood wijdt, wanneer het geld een nieuwe waarheid, een nieuw geloof, dat hij in donker tastend vond; zooals hij daarvoor de eene marteling na de andere ondergaat, zoo zijn er ontelbare menschen in alle standen van Rusland steeds bereid, om van alle comfort, van stoffelijke voordeelen en van een rustig bestaan afstand te doen, als het hun levensideaal geldt. Het bezielde innerlijke leven, dat deel van den mensch, dat, boven het alledaagsche uit, naar iets anders streeft, hetzij in hemelsche, hetzij in aardsche toekomst gelegen, heeft voor den Rus de meeste waarde. IIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII hoog in d'r hand en 'n vage gedachte in haar pijnlijk hoofd, dat de koude vloer lek ker voelde aan haar gezwollen voeten. Geef 'ns wat om te gooien," beval Qerrit met 'n begeerige greep van z'n hand al naar achteren. Ze keek hulpeloos rond;.. daar was 'n blikken zeepbakje, 'n houten voetenbank, 'n blikken lucifersstandaard, 'n steenen schotel met schuurzand, 'n borstel en 'n tuit van 'n gieter... Ongeduldig knepen Gerrit's vingers achter z'n rug open en dicht; ze stak er de zeepbak tusschen... Bijna geruischloos kwam 't ding beneden, ergens op 't gras terecht. Nog wat," beval Qerrit kortaf. Toen gaf ze de gietertuit. In uiterste stilte bereikte 't ding den grond. Tuü... tuuü... tilioè... tirit... tirrit... tirrr"... schalmeiden onverstoord de nach tegalen. Verdomme... verdomme," vloekte Qerrit, heb je nog wat?" 't Vrouwtje zei niets, gaf achtereenvolgens nog, de borstel, de lucifersstandaard, 't voe tenbankje, de steenen schotel... Die petschte in vele scherven... Tuuütuuütuuüpiewiet, piewiet... trrrr... gorgelde 't tartend terug... Nog wat... vooruit, toe nou," beval Gerrit woest, met open en dicht klappende grijpvingers in de richting van zijn vrouw. D'r is niets meer" zei ze, schichtig rond kijkend naar de nog aanwezige badkachel, geijser en linnenpers.. . Kwaadaardig draaide hij zich om, keek ook, greep toen de blaker uit haar hand en flangde 't ding mét de walmende, sissende kaars, in 'n nijdige zwaai naar buiten... Toen schoten ook z'n klemmende teenen van den zinken bad-rand, smakte hij-zelf met veel gedreun op den bodem van de kantelende kuip... Tuü... tuuü... tuuü... tilioè. lioè... oè... trrir" ... fleemde 't buiten, in de al schemerende tuin, met smeltend gevlei... Ze strompelden zwijgend, achter elkaar, naar hun slaapkamer terug... Jees wat 'n bende," zei dien vierden mor gen, de pensionhoudster toen ze op haar ochtendwandeling naar 't duivenhok, achter eenvolgens de zeepbak, 't nu gekraakte voe tenbankje, de verstrooide lucifers n de bijbehoorende standaard, de blaker, de bor stel, de kaars n de scherven van den stee nen schotel kwistiglijk verspreid zag. Ze keek naar boven waar de onderwijzer, tuk op afleiding, uit zijn raam hing. Die innerlijke wereld verliest voor hem zijn hoogere waarde niet; k niet als hij zich eiken dag voor zijn dagelijksch brood afjakkert, of in overvloed levend, alle neigingen den vrijen teugel kan laten. Dat er daar, niettegenstaande deze grond eigenschap der Russische volksziel, vele ver dorven, grove en ruwe elementen zijn, weet men, doch dat verandert aan dien eigenlijken grondtoon niets. Nimmer vertoonde zich een volk, waarvan wij de zeer nauw omschreven karaktereigenschap op grond van algemeene waarnemingen bespraken, als een eenheid. De maatstaf voor ons oordeel is het on veranderlijke in de wisselende vloed van het volksleven; het volkstype, dat bij het veel vuldige verschil van klasse- en beroepsschakeeringen, als 't ware steeds voor het grijpen ligt. Slechts uit deze zielsneiging van het eigenlijke Russische wezen, konden dichterTitanen als een Tolstoïen een Dostojewski, met hun bijna bovenmenschelijken eisch aan de wereld en hun medemenschen, opbloeien. En alleen uit dezelfde volkspsychologie is een Gorki te verklaren. De grootheid van hun kunstenaarsgave, de tijd waarin ieder van hen leefde, bepaalde hun verschillende geaardheid. Doch dit heb ben zij alle drie gemeen: het zoeken naar waarheid, naar de hoogere beteekenis van ons leven. Als ware zieners laten zij zich niet door den uiterlijken schijn der dingen misleiden; zij gaan tot op den grond en vragen vol diepe, hartstochtelijke verontwaardiging: welke waarde heeft een wereld, die vol leugen, onrechtvaardigheid en grofheidis? En ieder van hen roept, als een profeet, om een meer menschelijk en waarachtig bestaan. Tolstoïen Dostojewski gelooven, dat in de veredeling van het individu de verlossing der menschheid ligt en zij eischen van den enkeling, goedheid, edelmoedigheid en lijd zaamheid. Gorki, als zoon van een nieuwen tijd, llmlIIIIIMMIIMIMIIIIIIIMMIIHIIlnilllllMMIIIIMmlIIIIIIMIIIIIIIMIIHIIIIIII Heb je ooit zulke menschen gezien? eerst vliegen ze je haast aan, van plezier dat er nachtegalen zijn, en dan smijten ze zoowat je heele inboedel de ramen uit, om dat de... de pietlutten niet slapen kunne!" Hebben ze dat gezegd ?" vroeg hij, mee levend 't geval. Ja, daar straks!... hij is uit met de kin deren... nog kwaad toe! vroeg of ik de beeste niet vangen kon!... ik werd toch zoo nijdig hè!... ik zei... welzeker, ik zal 't doen hoor, om te believen!... met 'n mossche-knippie!"... De juffvrouw bukte zich, legde iets wat ze al dien tijd in haar arm had gehouden, op 'n dubbelgevouwen vaat doek, in 't gras, begon toen de projectielen bijeen te rapen. De onderwijzer lachte, bleef toekijken, vroeg toen geïntrigeerd wat er toch op die lap lag... Dat?" ze wees er naar met de zooeven gevonden gietertuit, drie dooie duiven, jonkies, ze hebben mekaar doodgevochten, of de ouders, weet ik veel,... afijn, 't is 'n fokkerij van niks,... wat heb je nou aan zulke lorren!". .. 't Schitterde boosaardig in des onder wijzers oogen ... hij hing nog 'n eindje verder 't raam uit... weet u wat u doen moet? maak die diertjes nou gewoon klaar, mooi bruin in de jus, op zoo'n gebakken broodje, dat kent u wel hè? nou, en dan geeft u ze hun te eten voor gebraden nachte galen". .. De juffrouw keek zorgelijk naar de ongure, wollige vleeschdeddeltjes op de vaatdoek. 't Kan best! waarachtig!" overtuigde hij, je zult zien, ze smullen er nog aan"... Nou, 't vleesch is best, daar zal ik niks van zeggen," zei de juffrouw, toeschietelijk bij 't vooruitzicht van 'n gratis gerecht voor haar steedsche gasten; ze hurkte bij de vaatdoek, keerde de dun-bepluimde gelige, vette lijfjes om en om, gebraden duiven zijn 'n heel fijn eten"... Nou! en... gebraden nachtegalen zijn 'n... 'n koningsmaal!" verklaarde van uit zijn raam, de gezakte onderwijzer. De juffrouw was overtuigd, ging met de vaatdoek, de drie dooie jonkies, en 'n schoot vol huisraad, naar binnen. Dien vierden dag was 't vrouwtje tot koffietijd op bed blijven liggen; ze had 'n kletsnatte handdoek om 't hoofd en dacht, dacht al maar aan 't koekbakkerijtje in de dagen dat ze k altijd zoo'n doek om had, en letters draaide van deeg-worsten. En 's middags zat ze weer met Gerrit in de open serre, omdat ze geen kans zag zich weet, dat dit niet voldoende is; dat, integen deel, de enkeling aan de grofheid van ons maatschappelijk stelsel ten gronde gaat en dat juist de meer fijn besnaarde mensch het meest lijdt onder den druk van het geheel. Gorki zoekt de waarheid op nieuwe banen. Niet de onderwerping, niet de lijdzaamheid brengt dte menschheid verlossing, alleen de kracht. Hij verheerlijkt de kracht, die zich niet buigt, die zich opheft, die het waagt langs eigen wegen te gaan, niettegenstaande den machtigen druk van buiten. Zijn eerste helden waren vrije vagebonden, die bij den dag levend, de maatschappij met al haar enge en leugenachtige voorschriften trotseerden. Deze uitgestootenen, die op den weg en in asylen hun leven doorbrengen, zijn hem koningen, omdat zij den moed hebben zichzelf te zijn, omdat zij niet liegen, niet huichelen, en om vrij te blijven, graag alle voordeelen van het leven opgeven, welke langs den rechten weg niet te bereiken zijn. Als Russen in den besten en echten zin van het woord, zijn voor Gorki zoowel als voor Tolstoïen Dostojewski de in nerlijk waarachtige, de innerlijke vrije men schen steeds de besten; ook al bevinden zij zich in de onderste lagen der samen leving. Alleen de bodem waarop Gorki zijn vrijen mensch zoekt, is een andere dan die zijner twee groote voorgangers. De vrijheid is Gorki tot religie geworden. En als een ruischende fanfare, die ten strijde roept voor de vrijheid, klinkt zijn wondervol lied van het volk. , Die groote vereering voor de onbuigzame kracht, heeft Gorki in de rijen van het strij dend proletariaat doen plaats nemen. Hij is sociaal-democraat, niet alleen omdat hij een revolutionaire natuur is. Er zijn in Rusland partijen, zooals de sociaal-revolutionaire, die aan zuiveren drang naar revolutionaire actie vél sterker voldoen. Doch de doelbewuste, openlijke, voorwaarts roepende strijd der arbeidersmassa, ligt Gorki's innerlijk diep imiiiiiiiiimim te bewegen, en Gerrit zich druk maakte over een brief van Jan waarin hij schreef dat de juffrouw uit 't Sarphati-park die al vijf maal veertig gebakjes had gehad en nog niemendal betaald, nou weer veertig roomsoezen moest hebben; en hoe of-ie daar nou mee aan moest"... En met de laatste post kwam 'n brief kaart met betaald antwoord van Jan, met de mededeeling dat de juffrouw van de vijf maal veertig taartjes nu ook nog 'n rhumtaart van 'n rijksdaalder had besteld. Deze incidenten verbrokkelden de stilvredige avondstemming. Gerrit's geest martelde zich pijnlijk tusschen het entweder-oder" van 'n klant te verliezen, of na de 5 X 40 taartjes, nog 40 roomsoezen n 'n rhumtaart van 'n rijkspop te poffen. 't Kleine vrouwtje leefde, intenser dan ooit, dien avond 't leven in 't koekbakkerijtje mee... De nachtegalen zongen niet. Dien vijfden dag wandelde 't vrouwtje mét de kinderen een vol half uur langs 't prikkeldraad en 't kippengaas om den ingang naar 't bosch te vinden. Totdat ze aan een gesloten hek kwamen waar drie borden aan een boom gespijkerd den voorbijganger verkondigden: 1. Geslo ten voor het publiek. 2. Verboden toegang en 3. Geen vrije wandeling... Een vol half uur sukkelden ze langs 't prikkeldraad en 't kippengaas weer terug, omdat ze bang waren om langs 'n anderen weg te verdwalen. Gerrit die de betaalde antwoord-briefkaart van onder tot boven met instructies omtrent | de juffrouw van de 5 X 40 taartjes enz. had vol gekriebeld, stuurde bij nader inzien, nog 'n allerlaatst, al de vorige instructies te niet doend bevel, en telegrafeerde: Alles leveren." En 's middags aten ze eieren met sla, en gebraden nachtegalen. Ze waren kostelijk gebraden, goud-bruin op 'n dito croüton ; de juffrouw die vroeger kokkin was geweest, wist van wanten. Gerrit kloof. Truida kloof. Lientje en Gerritje kloven. D'r zit toch niet veel aan zoo'n beest," zei Qerrit, met groote vette vingers om 'n heel tenger beene-botje ... Klein dik vrouwtje knikte wezenloos ... staarde zenuwachtig op den jus-schotel met de goudbruine eilandjes die de croütons waren;... daar hadden ze gelegen, de nachtegalen! Och got, och got, en die hadder; ze opgegeten! Zij niet... ze zou er religieus voelen nader. Hij predikt geen blind geweld en vernietiging, maar kracht. Weest sterk opdat gij de vrijheid verovert, omdat slechts in vrijheid de waarheid ligt", dat is zijn geloofsbekentenis. De soc.-democraten, die hij schildert, zijn niet alleen revolutio nairen, maar ook menschen van edeler over tuiging, fijner voelen en hoogere daadkracht dan de anderen. Zij zijn voor hem de dragers eener verinnerlijkte onbuigzame kracht, die doorwerken moet en den verrotten bodem der tegenwoordige burgerlijke maatschappij van zijn verwording zuiveren. De huidige maatschappij en zijn hoofd vertegenwoordiger, den goeden middenstan der, wekt bij Gorki minder haat dan wel moreele afkeer. Zoo zijt gij, roept hij hun toe, zwak, laf, traag in denken, physiek en moreel verworden. Gij leeft nooit werkelijk, zelfs onder geen enkele levensomstandigheid. Gij worstelt er u slechts door, vol angst voor den dag van morgen, zonder verantwoordelijkheid voor den ernst des levens. Barbaren" noemt hij hen in een drama van dezen naam. Barbaren zijn voor hem de menschen, die geen andere dan hun kleine, persoonlijke, alledaagsche belangetjes ken nen, voor wie het leven niets is dan een reeks van bonte, nietige uiterlijkheden. En de be vrijders van dit barbarisme zijn voor hem diegenen, die het leven zijn innerlijke, edele en hoogere waarde zullen hergeven; de strijders voor vrijheid; de krachtigen, die den ver roesten wagen der tegenwoordige maat schappij uit zijn baan zullen stooten. Gorki wil de economische bevrijding van het geheele volk. In de maatschappelijke voordeelen zooals onze cultuurvormen ze tot dusverre met zich brachten, ziet hij slechts een sterken teruggang van de be teekenis van den mensch. De Amerikaansche beurskoning en millionair, voor wien het leven niets is als een ononderbroken zwelgen in genot, stoot hem physiek af, kwetst zijn moreel en aesthetisch gevoel. iiiiiMimiMiiii iiiiiiiiiMiMiiiimiiiiiiiimiimuimMiiiiiiminiiiMiMiimii geen stuk van door hebben kunnen krijgen ... maar Gerrit en de kinderen ... En ze bebeet haar lippen omdat ze 't had kunnen uitsnikken ... omdat 't wel grafzerken leken ... die drie rechte stukjes brood... statig naast mekaar, op 'n rij... grafjes van die engelen van nachtegalen die ze nou gehoord had... voor 't eerst van d'r leven gehoord, en die ze nooit meer vergeten zou, nooit, nooit, nooit meer... Toen Gerrit en Truida, en Lien, en Gerritje een knibbelspel van afgekloven, flinter-dunne beentjes op hun hord hadden, verdeelde Gerrit nog de croütons ; ieder kreeg 'n heéle, Lien en Gerritje samen cn, omdat zij toch niet wou ... En den zesden dag kwam tante, die pas den zevenden dag verwacht werd. Maar Zondags reizen, dat deed ze niet graag, 't stond niet, vooral als je in Den Haag woont; ze was erg voor de Zondagsrust... 't Hof gaf daar 't voorbeeld, en nietwaar .. . dan kan je alevel al niet anders. Tante Piëta voelde zich. Gerritje en.Lientje keken wantrouwend naar kleine Sien, die pruime-mondjes zette en al maar, door tante, Siena" werd genoemd, en zich airs gaf. Ik ben met tante op Scheveningen ge weest ... bij de muziek," zei t kind. Gerritje en Lientje reageerden niet. En ik heb 'n tulle dasje gekregen... voor de kouvve zeelucht... en handschoentjes..." Bij Truida, Lientje en Gerritje ontkiemde 'n miniem jaloersheidje. En ik heb lekker gedronken... grenadien...." Wat zeid ze?" vroeg Truida, heb je dronken grenadiers gezien ? ... daar heb je ook veel an ... phff..." Jelui zijn lekker jaloersch," smaalde Siena. Dat zou wat! Wij hebbe gebraaje nachtegaale gegeten, lekker!" blufte Lientje, nie-waar Truida ?" Gebraden nachtegalen ?" zei tante die, in gesprek met 't vrouwtje, toch dat eène, wonderbaarlijke opving. Ja," zei Gerrit onschuldig-gemoedelijk. We hebben van de juffrouw gebraden nachtegalen gehad." Tante versteende. Gebraden nachtegalen eten! Allemachtig! Menschen die om zoo te zeggen van haar afhankelijk waren Menschen waarvan ze bedelbrieven .... beeédel-brieven bij hoopen had liggen Nach-te-ga-len eten ... Dat hoorde ze nou 'ns net!... Thuis, kommer en zorg, en buiten... de groote lui uithangen! Zij, tante Picta was l En de kleine geldjager met zijn enghartig egoïsme en versteende levensregelen, met zijn huichelarij en zielestompheid, is hemeen afschrikwekkend voorbeeld van menschelijke bekrompenheid. Gorki spuwde op Amerika," verklaarde eens een Russisch kritikus, niettegenstaande de staatkundige inrichting der Noord-Amerikaansche staten voor Gorki het ideaal beteekent van een staatsregeling, waarnaar hg zelf streeft. Het ontbreekt naar zijn meening daar aan innerlijk gehalte; hij mist er het warm gelooven in dien hoogeren levenszin, die de tragiek en de schoonheid van het Russische leven vormen. Zoo is Gorki slechts op Russischen bodem geheel te begrijpen. Hij is niet de dichter van zoete geluiden, wijl zijne ooren vol zijn van de droeve klanken der werkelijk heid. Hij is niet de rustige beschrijver van groote en kleine gebeurtenissen, wijl zijn hartstochtelijke predikersnatuur hem een rustig aanschouwen onmogelijk maakt. Hem is de ontwikkeling zijner grootsche kunste naarsgave geen doel, doch slechts middel om op te komen, voor dat wat hij zijn waarheid noemt. * 9 * Tentoonstellingen en Veilingen TE DOMBURG zijn gedurende de maanden Juli en Augustus tentoongesteld schilderijen van G. Bergs m a, L. van Dam van Isselt, M. Elout-Drabbe, Ch. Fernhout-Toorop, J. Frater, F. Hart Nibbrig, Jacob van Heemskerk, Jan Heyse, E. van Manen, Dirk N ij land, L. S c h e l f h o u t, W. J. Sch tz, W.B.TholenJanToorop, R.Wichers Wierdsma, J. W. M. Wi n s en M. Zwart. immimiiiimiiii umiimmiiiiiiiimiiMtiiiHiiiiiiMiiliiiiiiiiiimiiii weduwe, en kinderloos, en welgesteld, en woonde in Den Haag en had nog nooit... nog nooit van d'r leven ... gebraden nach tegalen gegeten!... Zoo'n fijne schotel krijgen jelui zeker op je eène gulden vijftig pensiongeld toe !" zei ze sarcastisch, 't booze hoofd hoog, met 'n lange rechte nek op 't struische lijf. De kinderen keken, fel, nieuwsgierig; Gerrit prikkelbaar nog van wege de juffrouw met die 5 X 40 taartjes enz., vloekte erop, en zei, dat 't verdomd waar was" ... En 't vrouwtje huilde stilletjes voor zich heen, nog zenuwachtig over die nachtegalen die gebraden waren ... en opgekloven ... en die nou nog reden werden tot ruzie... ruzie met tante Piëta die haar maken en breken kon... Maandags was ze weer in d'r koekbak kerijtje. De buren schuinsrechts hielden groote schoonmaak, er hingen karpetten en kleedjes, mét dekens over de verandah. Ze keek er naar, onverschillig. Ook verdroeg ze, moedeloos, de weezoete geuren die door de vloer puffelden, de geuren vanwege 't kersengelei koken van Gerrit... Want wat haar al die twintig jaren op de been had gehouden, dat was ze kwijt, voor goed, en voor altijd kwijt... 't verlangen naar iets hoogs, iets heerlijks, iets ... iets wonderbaars ... haar hartewensch... Sullig begon ze roomhorens te vullen, die van zes centen 'n tikkie voller dan die van vier... Nee... te verwachten had ze nou niets meer... dat was voorbij... en 'n goeie herinnering om op te teren ook niet... Nee... ze was nou wel alles kwijt... Ik ben de doos van de rhumtaart terug wezen halen ... met de quittantie over alles... Maar de juffrouw is weg. Ze zei-en d'r onder, dat ze gisteren afscheidsfuif had gehouwen," berichtte Henkie die net terugkwam. Zoo," zei 't vrouwtje, apathisch. In 't winkeltje was gedruisch van stemmen, 't komen en gaan van klanten, 't rinkelen van de schel bij 't weer opengaan der deur. Toen kletterde wat..., was er geluid van vallende dingen. Blijf maar," 'riep Mina... ik. ?.. ik liet bij ongeluk... de krakelingen uit de stolp vallen..." Zoo" zei weer 't vrouwtje, apathisch. Toen kwam er gescharrel met stoffer en blik... was Mina in't winkeltje aan't ruimen...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl