De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 10 augustus pagina 8

10 augustus 1913 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 10 Aug. '13. Noi Foto Last W. STEELINK f graveur en etser, een der oudste leden van Arti et Amiciliae" llllltlllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIHIIHIIIIIIimitll Krivolak (Herinnering uit Turkije) Verbeeld u rechts en links eene eindelooze dorre vlakte, in het verschiet tafelland van gelen zandsteen. Een spoorlijn in het midden, tot zoover gij die met het oog kunt volgen. Achter u de velden, voor u een zandige weg, iets opwaarts loopend rechts, een kerkhof met platte breede opstaande steenen, die elk in een h'guurvorn»uitloopen. Som mige van die platte steenen, die eene halve manshoogte hebben, liggen omver, de meeste staan schuin, er is geen afbakening der graven, maar op een heuveltje brandt nacht en dag een rood licht in een klein lantaarntje, en het lichtje is net zichtbaar van nabij. Het hangt boven het graf van een waarzegger, wiens gebeente zoo bewaakt wordt, omdat de hyena's het anders zouden weghalen, zooals reeds met de meeste andere lijken gebeurd is, waardoor in den grond groote zwarte gaten zijn ontstaan, die de plaats nog griezeliger en verlatener doen voorkomen. Rechts en even er voor begint het dorp Krivolak. Van uitzicht een verbrand dorp. Ik schrijf, zooals ik het twee jaar geleden zag, en het 21 jaar gekend heb, en alhoewel het kleine gehucht niet verbrand was, zou men het niet anders kunnen beschrijven, om den eersten indruk weer te geven, dien men er van ontvangt als men uit den trein stapt. Bruine daken, sommige open liggend, schuren zonder dak, muren die alleen staan, en dan achter vuilnis of puinhoopen, en van menschen, die de plaats bewonen, weinig te zien. Het station is tamelijk groot, in grijzen steen gebouwd met rood dak, zooals men zich een voorstad-station kan denken. Rechts van het huis een overdekte uitbouw, waar goederen, zakken graan, opium, en andere producten op den trein wachten: de hamal" of goederentrein die een paar maal daags voorbij komt, want Krivolak is een kruispunt, en er wordt veel handel gedreven. Druiven worden naar Servië getransporteerd, en een groot gedeelte van den wijn wordt naar Frankrijk verzonden. Bulgaren en Turken zitten of liggen op hun zakken en met het grootste geduld wordt er op de treinen gewacht, die de eenige beweging in stand houden. Hier en daar liggen ezels en muilezels rond, en trachten zich van hunne zware zadels door trappen en heen en weer rollen te ontdoen. Paarden staan in den stal van den herberg, achter het station. De kan", herberg, geeft gelegenheid voor berging van menschen zoowel als van beesten en doet denken aan het oudhollandsche logement, op welks uit hangbord te lezen stond: Hier logeert men te voet en te paard". Men kan er op den vloer slapen, misschien op een matras. Achter het station is een straatweg en direct daarachter eene reeks huisjes, die aan de Fransche Spoorwegmaatschappij behooren. Links is eene soort kazerne waar Turksche soldaten schreeuwen, zingen of slapen, en vervolgens de uit een paar kamers bestaande huisjes waar de werklui van den spoorweg wonen, de baanwachter met vrouw en familie en een of ander agent of graanhandelaar die daar zaken te doen heeft. Nog meer rechts staat een groot gebouw van de Spoorwegmaatschappij, in hetwelk granen en andere producten geborgen wor den en waar een paar Grieken huizen. Deze menschen, benevens een paar Joodsche handelaars en een Oostenrijkrche drankverkooper, zijn meer dan 40 jaren de repre sentanten der civilisatie geweest en het leven dat daar geleid wordt is haast niet te beschrijven. De stationschef, vroeger gewoonlijk een Griek of Duitscher, en de baanmeester, die Oostenrijker, Duitscher of Czech was, en die na eenige jaren van het eene station naar het andere verplaatst worden, hadden het gezag in handen, en vermochten veel voor de rechten, het gemak en ongemak van degenen, die met hen of liever de maat schappij iets te doen hadden. Tweemaal per dag komt de passagierstrein voorbij. In Krivolak stapt haast niemand uit. Een enkele keer een Bey", Turksch landheer, of een paar Turksche vrouwen, die van heinde en ver den dèdé" komen raadplegen. Deze man was vroeger steenhouwer en leefde van een klein dagloon. Hoe hij langzamer hand op de gedachte gekomen is, om van het bijgeloof der menschen gebruikte maken, zal hij beter weten te vertellen dan een ander. Zeker is het dat op een goeden dag de mare door het land ging dat bij Drino aan huis wonderbare verschijnselen werden waargenomen. Groote steenen vielen door zijn dak, zonder dat iemand wist waar zij vandaan kwamen, koperen vaten vlogen van den muur. De man zelf werd zwaar ziek, en na een paar dagen kon men zijn lijk zien liggen in zijn hut. Gewoonlijk is er in zulk een geval erg veel gehuil en geschreeuw, van nieuwsgieri gen en buren, maar bij deze gelegenheid was er geen gehuil, doch werd eene eer biedige stilte bewaard. De vrouw van den verstorvene had namelijk tegen alle ge woonte in het huis dicht gesloten, en in plaats direct, zooals het behoort, begraven te worden, bleef de doode liggen, en eenige dagen mocht of dorst niemand hem aanraken. Op een goeden middag zat hij weer levend aan den weg steenen te hakken. Nu werd hij ondervraagd, en hij wilde te kennen geven, dat hij geen Turksch of Bulgaarsch meer sprak, alhoewel hij dit verstond. Hij sprak nu eene gebroken taal, en verhaalde dat hij dood was geweest, en nu ouder was dan de bergen en aan allen kon vertellen wat er zou gebeuren. Aan een paar dieven, die hij als dusdanig kende, vertelde hij bru taal weg, wat zij vroeger gedaan hadden, giste terecht, waaraan zij bezig waren, want in eene kleine plaats is dit niet moeilijk te weten voor wie er werk van wil maken. Hij had zijn spionnen overal, betaalde ze, of maakte de menschen bevreesd, en zette zich neer als waarzegger. Daar hij goed ingelicht was, ging de zaak uitstekend. Wan neer iets niet volgens voorspelling uitkwam, wist hij er als bekwaam waarzegger een draai van waarschijnlijkheid aan te geven. Genoeg, hij werd zoo spoedig beroemd, dat men hem tot in Constantinopel leerde kennen, en dat hij, na 4 of 5 jaar praktijk, zijne dochter aan een rijken Turk uithuwde, een prachtige bruiloft voor haar betaalde, waar stiervech ters bij te pas kwamen, en hij in een goed gebouwd huis zijne dagen sleet met het goedgeloovige schoone geslacht aan zich voorbij te laten gaan. De angstige Turkinnen kwamen hem alle mogelijke dingen vragen, vooral had hij aan vele dames de geboorte van een mannelijken telg te voorspellen. De Turk zegt : Een man zonder zoon is als een hond zonder staart", en hij kan eene andere of meer vrouwen nemen, als de zijne hem geen mannelijken erfgenaam schenkt. Achter den brutalen bedrieger stak de menschenkenner, en deze waarzegger be hoorde tot het ras wat men vooral tusschen Salonika en Uscub veel aantreft : Turken, die van origine Bulgaren waren, maarMoslems zijn geworden door dwang. In menig Turksch huis vindt men nog als reliquie, als overblijfsel van het vroegere voorouder lijke geloof, het kruis tegen den muur han gen. Het is een gevaarlijk ras, en moeilijk om mee om te gaan als men ze niet goed kent, en ze niet aan de goede zijde aanpakt. Zij zijn zeer fanatiek, en alhoewel zij zelven nog de breede kaak en het breede jukbeen van den Bulgaar hebben, houden zij zich voor een hooger staand slag menschen. In de meeste dorpen en gehuchten leven zij vermengd met de Bulgaren. In sommige plaatsen, waar zij de overhand hebben, zijn zij verdeeld in wijken, die gemakkelijk te herkennen zijn, daar de Turken gewoonlijk ingesloten woningen hebben, voorhoven van hooge muren omgeven. Nadat wij door het dorp waren gereden waar half naakte kinderen en blaffende hon den ons begroetten, kwamen wij langs een breeden landweg tusschen vruchtbare velden door aan den rivier de Vardar. Krivolak behoort aan het district Tikvesch in de provincie (wilajet) Kossora en de rivier scheidt het van het district Istip, hetwelk onder Salonika behoort. Een brug over de 50 meter breede rivier brengt ons over de grens, en een Turksche soldaat bewoont het wachthuisje aan de Istip-zijde en moet zorg dragen dat er geen verboden waar ingesmokkeld wordt. Tabak is verboden, en als hij die te pakken krijgt, rookt hij die zelf op, liever dan dat het 't land in zou gaan. Vardar-Schiftlik is eene farm met een klein dorp. Hier zoowel als in Krivolak, gaan de bewoners eiken Dondermorgen vór zonsopgang naar Negotin eene kleine stad op l uur afstand van Krivolak, IV? uur van Schiftlik. Hier wordt de markt gehouden voor alle omliggende dorpen, ja zelfs uit Rojdan, twaalf uur te voet of te paard van Negotino en van Krusherskomende Walachen hun schapen op den markt brengen en de kaas en wol verkoopen. De troepen die van Istip komen, moeten, in zoover zij niet met den trein vervoerd kunnen worden, langs den 8 uur langen weg van Istip naar Krivolak door Vardar-Schiftlik trekken. In den eersten oorlog tegen de Turken achtervolgden de Serviërs het Turksche leger, hetwelk de brug over den Vardar vernietigde. Deze brug, die in 16C9 hersteld was, had twee jaar te voren 2CCO gekost en was door zware overstroomingen vernield. Nadat gedurende over de 20 jaar een houten brug over den Vardar had gelegen en eene ontel bare menigte ongelukken met beesten en nu en dan menschen gebeurd was, zonder dat er verandering in kwam, werd eindelijk een nieuwe brug gebouwd, die nu ten tweede male vernield werr', HADKINSON * * * Prinses Zoetekauw Een sprookje door CORNELIS VETH (schrijver van Prikkel-Idyllen") Er waren eens een koning en een koningin, die een beeldschoon dochtertje hadden, dat Eveline heette. Nu wilde echter het ongeluk, dat het prinsesje n groot gebrek had; zij was zeer snoepzuchtig. Zoo kwam het dat men Eveline, toen zij acht jaar geworden was, nooit bij haar eigen naam noemde, doch dat elkeen sprak van Prinses Zoetekauw ! Dit veroorzaakte H.H. M.M. veel verdriet. Op een avond nadat Eveline naar bed gegaan was, bespraken haar ouders juist de noodzakelijkheid, haar van hare fout te ge nezen, toen er gescheld werd en Antje de meid vlak daarop een kaart binnenbracht van den volgenden inhoud : ADELGONDE, FEE. Directrice van het Herstellingsoord Excelsior". Beveelt zich beleefd aan voor het verbeteren van kinderen met onvolmaakt karakter. BILLIJKE CONDITIES. OOK AAN HUIS TE ONTBIEDEN. GEZONDE, BOSCHRIJKE STREEK. PRIMA REFERENTIËN BIJ DE DEFTIGSTE FAMILIES. STRIKTE GEHEIMHOUDING VERZEKERD. Prospectus wordt desgewenscht gratis toegezojiden. De ouders van Eveline zagen elkaar ver baasd aan. Toe»zei de koning: Laat de juffrouw binnenkomen, Antje." De Fee trad binnen, nam den haar beleefd aangeboden stoel en glimlachte vriendelijk. Mag ik u vragen, Fee," zeide Eveline's vader, waaraan ik de eer van uw bezoek te danken heb ?" Zooals u wel zult vermoeden, meneer de koning," begon de Fee, heeft de helaas algemeen bekende snpepzucht van uw overi gens aardig dochtertje mijn schreden hier heen geleid." H.H. M.M. zuchtten diep. Ik geloof namelijk" vervolgde de Fee op beurend, het prinsesje te kunnen genezen." H.H. M.M. zagen elkaar hoopvol aan. De Fee stond op en zwaaide de tooverparapluie, welke zij steeds bij zich droeg. In een oogenblik was de kamer vol eigen aardige wezens. Elfen, kabouters, hulp feeën, enz. Dit is mijn personeel", zeide Adelgonde. Het staat mij met ijver en plichtsbetrachting bij in mijn somtijds moeielijke taak. Onze kabouters hebben u, zooals u zien zult, een der laarzen meegebracht van den Reus, die niet zelf kon binnenkomen wegens zijn reusachtigheid". Vervolgens stelde de Fee de aanwezigen n voor n aan H.H. M.M. voor. Nadat de hulpfeeën: de dames zuster Silentia, zuster Attentia, zuster Patientia en zuster Olympia hare neiging hadden gemaakt en minzaam door het vorstelijk echtpaar waren toege sproken, kwam de beurt aan de kabouters: de heeren, Jokniet, Morsniet, Snoepniet, Pulkniet, Kijfniet, Zeurniet en Gilniet. H.H. M.M. onderhielden zich daarop een tijdlang met elk der aanwezigen afzonderlijk en lieten zich hunne denkbeelden uiteen zetten. In het bijzonder interesseerde H. M. de Koningin zich voor het praktisch werk door zuster Olympia verricht. Hare Majesteit liet deze hulpfee haar nieuwste systeem verklaren, dat op een combinatie van nuttige handwerken en lichamelijke opvoeding berust, en gaf door de vragen, die het Haar be haagde te stellen, blijk van Haar belang stelling en kennis van zaken. Onderwijl leende Haar gemaal een gewillig oor aan de belangwekkende theorieën van den heer Jokniet over de jacht, een onderwerp dat den vorst buitengemeen interesseerde. Mijn personeel', vervolgde de Fee, het woord weder opnemend, bestaat uit prima werkkrachten. Ik heb de eer in het bijzonder de aandacht van Uwe Majesteiten te vestigen op onzen heer Snoepniet, sedert vele jaren bij mij werkzaam, aan wiens zorgen ik gaarne de behandeling van Hare Hoogheid wenschte te zien toevertrouwd." Eveline's ouders maakten nader kennis met dezen bekwamen en welwillenden kabouter. Besloten werd, dat Eveline een tijdlang ver pleegd zou worden in het herstellingsoord Excelsior" en aan de zorg van den paedagoog Snoepniet zou worden toevertrouwd. Den volgenden dag vertrok zij, alleen vergezeld van de particuliere hoffotografe der koningin. Haar afscheid van het konink lijk echtpaar was kort maar roerend. De reis was zeer voorspoedig. De ontvangst was allerhartelijkst. De jongste verpleegde, 2Vs jaar oud, in behandeling voor duimzuigen, bood der hooge gast een ruiker aan. Het woud Excelsior wemelde van berispelijke kinderen, daarheen gezonden, om verpleegd te worden tot den waarlijk billijken prijs van ?!.?per dag, per persoon, met volledig pension (buiten de wasch). Meer kinderen uit n gezin gereduceerd tarief (wij citeeren den prospectus). De kinderen waren in ploegen verdeeld, en werkten acht uur per dag onder toezicht van de kabouters. De arbeid van iedere ploeg was er op berekend, de kinderen, die er toe behoorden, van hun bepaalde ondeugd te genezen. Had een kind meer dan n ondeugd, dan werkte het afwisselend in verschillende ploegen en dan duurde de kuur natuurlijk langer. Prinses Zoetekauw werkte, met nog vijf andere kinderen, onder toezicht van den wel meenenden, doch gestrengen afdeelingschef Snoepniet. De arbeid bestond in het proeven van taartjes, gebak, bonbons, koekjes enz. In den beginne lachte deze bezigheid ons prinsesje niet weinig toe, zooals men denken kan. Weldra werd dit echter anders. Het proeven moest namelijk zeer schielijk geschieden, leder kind moest een taartje of koekje een oogenblik proeven, en er een stukje afbijten, waarop het aan wie volgde werd overgereikt, enzoovoort, de rij langs. Met de linkerhand werd doorge geven, met de rechter schreef men zijn oordeel op. De voorraad werd niet ververscht, vór dat elk taartje op was. Ander voedsel kreeg deze afdeeling niet. Men mocht zich niet verwijderen. De taak van Snoepniet, die acht moest geven dat elk kind werkelijk proefde en slikte, en dat opgeschoten werd, was alles behalve licht! Voortdurend klonk zijn stem: Doorgeven daar ! Opschieten daar! Slikken daar! Wie volgt! Blijven zitten daar!" Is het wonder dat Eveline en haar kornuitjes weldra een innigen afkeer gingen koesteren tegen alle snoeperij? Des Zondags werd niet gewerkt. De kin deren verzamelden zich op een heuvel tot het hooren van eenige lezingen en voor drachten. Het programma van de matinee was vol afwisseling. De inleidster, Tante Adelgonde zette, in een welsprekend plei dooi, het doel van Excelsior uiteen. De fee begon met erop te wijzen dat Excelsior" streefde naar hooger. Evenwel moeten wij niet slechts naar buiten maar ook naar binnen omhoog streven. (Applaus!) Excelsior heeft nog een vruchtbaar arbeids veld voor den boeg! Wij willen dezen dag vieren als een mijlpaal, die den stoot geeft tot nog grooter inspanning en waarop wij krachtig moeten voortbouwen. Het tot nogtoe bereikte mag ons tot blijdschap stem men, dit moet ons daarom nog geen reden zijn op onze lauweren te rusten, (gelach) doch integendeel een spoorslag om de handen inén en met frisschen moed aan den ploeg te slaan! (Daverend applaus!) De spreekster wees verder op de noodzake lijkheid van propaganda en gaf vervolgens het woord aan de ijverige secretaresse de hulpfee Patientia, die het jaarverslag uitbracht. De volgende spreker was de heer Jokniet, die de toehoorders tot tranen wist te roeren, terwijl hij op zijn overtuigende wijze alle jokkernij aanviel en daarop mededeelingen deed omtrent een bezoek door hem, in op dracht van Excelsior, gebracht aan den Ooievaar. Spreker werd door den voorkomenden patriarch met de grootste welwillendheid ontvangen. Het gesprek kwam, na eenige inleidende beleefdheden, natuurlijk spoedig op het vraagstuk der moeilijke kindervragen. De Ooievaar was overtuigd namens zijne geest- en bloedverwanten te spreken, wan neer hij ten stelligste ontkende, dat zijn fractie nu of ooit eenige medewerking bij de geboorte der menschenkinderen zou hebben verleend! Hij brandmerkte dit gerucht als een bloot verzinsel, hij wilde niet zeggen een unfaire verdachtmaking van een deel der pers. Sommige groepen, meende de vriendelijke gastheer, trachten uit beden kelijke zucht om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven zijn fractie aan sprakelijk te stellen voor de tegenwoordige crisis. Op de vraag van spreker wat zijn opinie was aangaande eerlijke antwoorden op kin dervragen, achtte de Ooievaar het een drin gende plicht zich met de meeste omzichtig heid te uiten, zoolang het program van zijn groep nog niet definitief was vastgesteld. Slechts geloofde hij verantwoord te zijn, wanneer hij als zijn vaste overtuiging te kennen gaf dat de tijd thans nog niet rijp was voor de oplossing van het verwante probleem: wie er het eerst was, de kip of het ei. Een brochure van zijn vleugel over dit onderwerp is overigens ter perse. Terugkomende op de eerste vraag, verze kerde de ooievaar nog eens ten stelligste, dat voor deze geruchten elke grond ontbrak. Er bestaat volkomen overeenstemming in den boezem mijner groep, verzekerde hij. Ware het mogelijk de geboorte van kikkers te bevorderen, hij en zijne vrienden zouden gewis niet werkeloos blijven. Nog vestigde hij er onze aandacht op, dat geen enkel ooievaar de bevoegdheid bezit tot het verleenen van medische hulp, en geen enkele ooiemoer diploma voor vroedvrouw. Nadat dit onderhoud tot des heeren Jokniets bevrediging geëindigd was, wenschte deze zich nog naar een niet minder bevoegde persoonlijkheid te begeven, om diens oor deel te vernemen over een andere hardnekkige legende, volgens welke deze zelf, zekere St. Nicolaas, nog altijd op den 5en Decem ber (den avond vór zijn geboortedag) ge schenken en straffen zou uitdeelen om op verouderd-paedagogische wijze het gedrag van het kind te beïnvloeden. Deze poging mocht evenwel niet met het zelfde succes worden bekroond. Noch het adresboek van Spanje, noch de ijverige nasporingen der politie konden het verblijf van den z.g. Sint aan het licht brengen. Hoogst waarschijnlijk heeft men in dit ge val met een oplichter te doen, die misbruik maakt van den goeden naam des lang over leden bisschops, om het kinderpubliek be loften en concessies af te persen. Men zij gewaarschuwd ! Niet minder bijval oogstte de heer Morsniet met zijn vurige bestrijding der morsgewoonte. De heer Snoepniet, die op aanschouwelijke wijze een bedorven maag schilderde, vond eveneens een uitbundig onthaal. Met groote belangstelling volgden de aanwezigen de voordracht van den heer Pulkniet, over het neuspeuteren, met lichtbeelden. De zon had hierbij hare belangelooze medewerking ver leend door zoolang te verdwijnen. Niet minder toonde het publiek zich ingenomen met de belangwekkende rede van den heer Kijfniet, die het kijven op zijn bekende krachtige wijze bestreed. De heer Zeurniet zeide over het zeuren kort te zullen zijn en voegde, in een bondig betoog van slechts enkele uren, de daad bij het woord. De heer Zeurniet koos tot thema een vers, dat, naar zijn meening zeer ten onrechte in bepaalde kringen van kinderen en opvoeders een zekere mate van populariteit genoot. Spreker begon met de voorlezing van dit vers, een noodzakelijke inleiding waarmee hij het geduld der vergadering tot zijn spijt een weinig op de proef zou moeten stellen : Dit is de sleutel van den Bibelbontschen berg Op dien Bibelbontschen berg Wonen Bibelbontsche menschen En die Bibelbontsche menschen Hebben Bibelbontsche kinderen En die Bibelbontsche kinderen Eten Bibelbontsche pap Met een Bibelbontschen lepel Uit een Bibelbontsche nap. Spreker wilde zijne bedenkingen tegen dit vers neerleggen in een reeks vragen : 1. Schijnt het niet vreemd dat men een sleutel noodig zou hebben inplaats van b.v. een alpenstok om een berg te bestijgen? 2. Acht gij de herhaling van dat woord Bibelbontsch in eiken regel, bij menschen, kinderen, pap, lepel en nap, niet overbodig? 3. Houdt gij met mij het woord Bibel bontsch niet voor een klankwoord zonder aardrijkskundige beteekenis, en de gansene omslachtige mededeeling derhalve voor waar deloos en nonsensikaal ? 4. Is in dit vers, waarin toch van zekere pap wordt gewag gemaakt niet een be^angrijke leerstof verwaarloosd, daar niet ver meld wordt, uit welke bestanddeelen dit voedsel bestaat ? Spreker beantwoordde al deze vragen be vestigend, en achtte, resumeerende, dit vers: a. onzinnig, b. vol herhalingen, dus zeurig, c. onwetenschappelijk, d. ongeschikt, conclusies welke hij in een heldere detailcritiek nader toelichtte. Het viel te betreuren, dat de beschaafde causerie van den heer Gilniet, over het gillen, op de perstribune niet al te best verstaanbaar was. Na de pauze zongen de hulpfeeën eenige paedagogische liederen. Het mooist werd gevonden ongetwijfeld wegens de op wekkende melodie en de sympathieke strek king het: Excelsior-lied, waarvan het refrein door alle aanwezigen werd medegezongen. Wijze: Sequah-lied. Heb je slechte zeden, Ben je zenuwziek, Boem! Richt tot ons je schreden Hier genees je kwiek! Boem! (tot de fee) Tante Adelgonde Lieve beste Fee Zij zijn vol van zonden Red ze s. v. p.! Foto Huisen J. F. GEBHARD JR> f Redact. Binnenland Nieuws v. d. Dag; schrijver van het met goud bekroonde werk : Nic. Witsen, burgemeester van Amsterdam, enz. Refrein: Kom tot ons, kom tot ons Boem, boem, boem ! Zie naar ons, zie naar ons Boem, boem, boem ! Hoor naar ons, hoor naar ons Boem, boem, boem ! Streef met ons, streef met ons Boem, boem, boem! (tot de kabouters) Jokniet, Morsniet, Snoepniet Help haar in haar taak, Boem! Pulk-, Kijf-, Zeur- en Gilniet Steun de goede zaak, Boem! (tot de kinderen) Kind je moet maar leeren In Excelsior En wij garandeeren Dat je beter wor! Refrein: Kom, enz. Ja, vandaag of morgen Ben je al hersteld, Boem! Dank zij onze zorgen En dat schijntje geld, Boem ! , Help ons aan klandisie Maak 't adres bekend! Dan is de provisie l Vs %. Refrein: Kom, enz. Aan het applaus scheen geen einde te zullen komen ! De Fee Adelgonde dankte hierop de aan wezigen voor de trouwe opkomst en besloot met een opwekking tot allen om ieder in zijn kring het goede doel te bevorderen. Geen wonder dat onze Eveline in deze omgeving spoedig genas. Drie weken later kon zij als hersteld worden ontslagen. Tot groote vreugde harer ouders verloor zij den bijnaam van Prinses Zoetekauw. *f 't? *jr Charivari S>etttsct)ranb, J>eu(sc§foni) 6cr Naarde meening van ondergeteekende wordt zoodoende de gelegenheid geopend in meerdere gevallen aan onwettige samenleving een einde te maken." (Mem. v. Antw.) Het Huis der Welfen mag zich oogenblikkelijk in de algemeene belangstelling verheugen." (Tel.) Den 13den October werd hij met voorbedacht vermoord." (U. D.) De Keizer hield zich te Kiel voer de de Kieler week op." (H. D.) * G. Busken Huet beschrijft in de Groene het leven van Cd. Busken Huet op Sorgh-Vliet: In den vroegen morgen werd iederen dag naar Haarlem gereden ; teruggekomen voor het middagmaal, werd gewoonlijk, na een korte verpoozing, aan wat lectuur of causerie gewijd, wederom de tocht naar Haarlem ondernomen." Dit was ongetwijfeld in den tijd, toen de familie in min of meer benarde omstandig heden verkeerde. Want begrijpen wij boven staande passage wél, dan schoot het middag maal er gewoonlijk bij in. * worden te worden te worden worden te worden te worden worden te worden te worden worden te worden te worden Wij offreeren dit partijtje aan den Redacteur van De Beukelaar, die er gebrek aan schijnt te hebben. Als het op is, kan hij nog meer krijgen: Voorts kon uit dien uitslag de con clusie getrokken, dat nu een vrijzinnig kabinet moest optreden, toch behoeft met dezen uitslag maar in zooverre gerekend, dat het coalitie-bewind niet kan aan blijven. Doch nimmer kan de gevolg trekking gemaakt, dat het bijzonderlijk uit vrijzinnigen moet bestaan. Veeleer kan gesteld, dat uit de sterkste partijen verschillende mannen zitting moeten nemen." * Het wordt den menschen, vooral hen die geen honden bezitten, op de gemeente ponten te Amsterdam niet gemakkelijk gemaakt. Het volgende is op alle ponten aangeplakt : MEN IS .VERPLICHT HONDEN VAST TE HOUDEN. * De wonderen der techniek GEDRUKT OP PAPIER VAN PANNEKOEK. * Tante Betje (onder anderen naam) stuurde ons heden een knipsel, met deze opmerking: Misschien is dit iets voor uwe rubriek, en zal het mij aangenaam zijn te zien, dat ik als abonné, en getrouwe lezer daarvan, iets heb mogen bijdragen." * Hubert Wolf's caroussel Nobesse, voor het eerst te 's-Gravenhage. Salon de réunion pour t'ari.stocratipn et Ia bonne bourgeoise." (Adv.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl