De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 17 augustus pagina 10

17 augustus 1913 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Aug. '13. No. dan de vorige maal, of ee»gunstige stemming brak door, die niet verstoord werd door het bericht van de zooveel lagere goudprodnette over Juli. Dit slechte effect was reeds tijdens. de staking gedisconteerd. In 't algemeen mag men wel zeggen, dat Parijs zich veel meer nfet de mijnen, evenals, 'wij het reeds van Peruvians vermeldden,. inliet dan Engeland zelf. Het dure geld ra Dm'tschland verhinderde niet dat ook daar doorgaans een vaste stemr' ming heerschte, vooral voor electriciteit Mij> en bergwerken. Een staat van hel koersverloop van ver schillende soorten vara internationale fondsera den laatsten tijd mogsn volgen. Ik koos hiervoor Londen de internationale markt bij uitnemendheid uit en geefdekoersew zooals zij de laatste 4 maanden tel&ens bij cfen dmaandsch rescontre waren. Mei. Juni. Jffitit Aug, Amalg. 77% 65 Vs 65 74>/9 Atchison 10254 97 97%* lOOÜ* Erie 29 K 23 25'A 30* Ready 82* 79 80 82* Union I53M 144'X* 148 * 157V« Steels 62 53.** 53 X 65 K Brazilië'69 81U 77* 75 79 6 % Bulgaren 102^ 1'02 100* 100V -Fransche rente 83 83' 83 X* 86 3 % Duitschland 75 73>if 73 74 5 * Japan 99% 97 97T4 100K Peru pref. 53 % 48 48* 50 Rio Tinto 79* 72* 7{% 4 % Rusland 90% 88% 88* 90 Geunif. Turken 86 84K 83 85 Ex dividend. Ad interim, DE B. Een gouden jubilaresse Op 5 Juli 1863 werd het Crédit Lyonnais met een kapitaal van 20 millioen francs opgericht Oprichter was Henri Germain, die zich verzekerd had van de medewerking van eenige voorname leiders op 't gebied vare handel en nijverheid uit Lyon en Genève. De stichter heeft groote voldoening gehad zijn werk; gedurende 42 jaren heeft hij als voorzitter van den raad van bestuur aaahet hoofd der instelling gestaan, die hij heaft doen groeien en bloeien, tot de dood hei in 1905 haar ontnam. Op 5 Juli 1913, den dag van haar 50-jarig bestaan, had de inwijding plaats van het grootsche gebouw, waarvan de oprichting noodig was geworden door de gestadige uit breiding van het arbeidsveld der instelling, het voornaamste krediet-instituut van Frank rijk en een der grootste ter wereld. Zij heeft zich daarmede een harer waardig monument gesticht. Het Crédit Lyonnais ging 25 April 1872 in een naamlooze vennootschap over; het maatschappelijk kapitaal werd tot 50 millioen francs verhoogd, verdeeld in 100.000 aan deelen van 500 francs. Hiervan verkregen de aandeelhouders der oorspronkelijke instelling 80.000 aandeelen voor den inbreng, terwijl de resteerende 20.000 aandeelen h pari werden geëmitteerd waarop evenals op de andere aandeelen, slechts 50 pCt. werd gestort, zoodat op dit tijdstip het geformeerd kapitaal feitelijk slechts 25 millioen francs bedroeg. Een nieuwe kapitaalsuitbréiding tot 75 millioen francs vond 16 April 1875 plaats, gevolgd door een verdere verhooging tot 100 millioen francs op 5 April 1879 en tot 200 millioen francs in 1881, uit welke be trekkelijk snel op elkander gevolgde kapitaals vermeerdering duidelijk blijkt, dat in zeer korten tijd het arbeidsveld der instelling een belangrijke uitbreiding had ondergaan. ? In nauwelijks 10 jaren tijds is dus het kapitaal verviervoudigd geworden. Het aantal aandeelen, waarop 50 pCt. gestort, was nu 400.000, doch op voorstel van Germain, die betoogde van hoeveel belang het speciaal voor een krediet"tnstelling is dat de aandeelen zijn vol gestort, werd tot volstorting besloten en ,wel in 5 halfjaarlijksche termijnen van 50 francs, zoodat op 26 September 1896 het 'geheele kapitaal van 200 millioen francs was gefourneerd, terwijl op dat tijdstip de reserve reeds tot 60 millioen francs was gestegen. Bij besluit der algemeene vergadering van -aandeelhouders op 17 Maart 1900 werd deze op 70 millioen francs gebracht en in dat zelfde jaar het kapitaal tot 250 millioen francs verhoogd door de uitgifte van 100.000 aandeelen, die voor de toenmalige aandeel houders tot den prijs van 925 francs, d.i. 185 pCt., werden beschikbaar gesteld. Tot 1872 was de werkkring van het Crédit Lyonnais voornamelijk tot Lyon en omstre ken beperkt gebleven. Daarna onderging de filiale te Parijs, die tot dusver een onder geschikte rol had vervuld, een groote ver andering, waardoor het haar mogelijk werd in het vervolg een voorname en later een overwegende plaats in te nemen en ten slotte de zetel te worden van de centrale leiding, ofschoon Lyon de zetel van de on derneming bleef. Op initiatief van den kundigen en door tastenden stichter, werd Crédit Lyonnais vervolgens niet alleen een emissie-huis, maar de aanzienlijke deposito- en wissel bank, zooals men het thans kent, d.i. een der voornaamste krediet-instellingen der wereld. Feitelijk kunnen, wat hare beteekenis be treft, daarmede slechts worden vergeleken Lloyds Bank, de London City and Midland Bank, alsmede de Londen City and Westminster Bank in Engeland en de Deutsche Bank in Duitschland. Bij Crédit Lyonnais is het bedrag van de door clientèle en derden ter beschikking gestelde middelen van 1895 tot 1912 van 844 millioen tot 2130 millioen francs geste gen, en voegt men daarbij het maat schappelijk kapitaal en de reserve dan stijgt het totaal, waarover de instelling op 31 December 1912 kon beschikken, tot 2550 millioen francs. De snelle toename van hare middelen, de uitbreiding van het aantal harer agentschap pen en filialen, de kracht van hare financieele positie en verschillende andere omstandig heden hebben een buitengewoon gunstige ontwikkeling van de omzetten der onderne ming ten gevolge gehad. Door de verscheidenheid en veelvuldigheid van de door de instelling uitgevoerde trans acties, beschikt zij over talrijke bronnen van winst. .Het resultaat daarvan blijkt uit on derstaande cijfers, de netto-winst sedert 1900 vermeldend, zoomede uit de uitgekeerde divüJ«ndejK,£n bet daarvoor benoodigd bedrag. Het verschil tusschen dit laatste en de netto-winst heeft het mogelijk gemaakt de reserve dermate te versterken, dat deze thans niet minder dan 68 pCt. van het maat schappelijk kapitaal vertegenwoordigt: jaar netto-winst div. waarvoor benoodigd alles in frames 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 25.348.000 27.503.000 28.121.000 28.624.000 32.207.000 28.505.000 34.507.000 34.110.000 33.889.000 37.615.000 38.213.000 36.308.000 40.232.000 35 20 27 V9 30J/2 50 50 55 55 55 60 60 60 65 25 25 25 25 25 25 27 Vs 27 Va millioen 30 30 30 Eigenaardig is de regelmaat in de door Crédit Lyonnais gemaakte winsten. Dit is een ge volg van de omstandigheid, dat de instelling over twee hoofdbronnen van winst beschikt, waarvan de veranderlijke opbrengsten tegen elkander opwegen. In tijden van spanning op de geldmarkt, in verband met een econo mische crisis of politieke verwikkelingen, is de vraag naar effecten minder groot, waar tegenover echter dan de wisselaffaire en de andere bank-transactie's in verband met een hoogeren rente-voet grootere winsten af werpen. Het tegenovergestelde vindt bij ruime geldmarkt plaats en zoo is in den loop der jaren het Crédit Lyonnais een instelling geworden waarmede, wat hare financieele positie betreft, geen andere in Frankrijk kan worden vergeleken. Aan een correspondentie uit Parijs aan de Berl. B. C. zijn bovenvermelde interessante bijzonderheden ontleend. 188 '13 v. D. S. iimniiiiMiim iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiilliiiiriMiiniiiiiiiiiiiuuuiu Oplossing Puzzle ABRACADABRA De opgave luidde: Abracadabra is een in de Middeleeuwen gevormd woord, aan hetwelk hel bijgeloof uit die dagen mystieke beteekenis en zelfs geneeskracht toeschreef, wanneer het op de juiste wijze uitgesproken of geschreven werd. Volgens de aanwijzing van den arts O. Serenus Sammonicus moet dat woord geschreven worden op deze wijze: Abracadabra Abracadabr Abracadab Abracada A b r a c a d A b ra ca A b rac A b ra Abr Ab A Hoe dikwijls kan men dit tooverwoord Abracadabra bij een A beginnende lezen, als men zoowel in horizontale richting als ook rechts naar boven in schuine richting mag voortgaan? In velerlei gedaante zijn de oplossingen binnengekomen, de meeste vergezeld van keurig-uitgevoerde detailteekeningen en dik wijls lange beschrijvingen, die, zooals ik reeds eerder voorspelde, een belangrijk deel van mijn nachtrust roofden. Het zijn voor namelijk de wiskundige gemoederen geweest, die door dit vraagstuk beroerd werden, en zij vonden gewoonlijk den kortsten en directen weg. Een der oplossers echter, onder het motto En desespereert niet", heeft zich de moeite gegeven ons op een lange rol ruitjes papier, verpakt in een keurig-gebloemde doos, het aantal keeren, dat het woord gelezen kan worden, zorgvuldiglijk uit te teekenen (!), doch hij bracht het niet verder dan tot een goede negenhonderd keeren. Dat komt van de securiteit! Enkelen zonden meer dan n oplossing, maar die allen berusten eenigszins op het zelfde beginsel, zijn er eigenlijk variaties van, en worden het best uitgedrukt in de formule: 2'°= 1024 keer. In onderstaande uiteenzetting wordt op geleidelijke wijze het bestaansrecht van deze formule aangetoond: ABRACADABRA ABRACADABR ABRACADAB ABRACADA A B R A C A D A B R A C A A B R A C 4 A B R A 3 A _B R ^ /V D 'l ~A~ Wanneer we van deze figuur door de lijnen l, 2, 3 en 4 enz. toppen afsnijden, krijgen wij telkens figuren die gelijkvormig zijn met 't geheel. Passen wij daarop de vraag toe dan is empirisch af te leiden, dat in top l (l letter: A) l maal aan de vraag voldaan kan worden, in top 2 (3 letters AAB) 2 maal aan de vraag voldaan kan worden, A B R\ in top 3 (6 letters A B l 4 maal A ' aan de vraag voldaan kan worden, in top 4 (10 letters) 8 maal aan de vraag voldaan kan worden. In l heeft men l rij het aant. opl. is l 2 2 rijen 2 = 2' 3 3 4 = 22 4 4 8=2' 5 5 ,16 = 2' Er wordt dus een meetk. reeks gevormd, waarvan de Ie term = l is en de reden 2. Uit het lijstje volgt, dat de exponent van de macht, waartoe 2 moet worden ver heven, l minder is dan het aantal rijen der figuur. Voor de 11 rijen letters, waarin door mij het vraagstuk is opgegeven, kan uit ana logie dus besloten worden, dat het aantal malen dat men het woord Abracadabra vormen kan, moet zijn 2io?1024. De nde term uit bovengenoemde reeks wordt n.l. l X 2"-' bij n = 11 dus l X 2"> = 1024. Doch men kan ook op andere, eveneens duidelijke en vrij korte, wijze tot de oplos- J sing geraken. Hiervan het volgende voor beeld; Wanneer men telkens rechts begint en men plaatst bij elke letter een cijfer, aan gevende het aantal malen, dat men het woord kan lezen van die letter af en in nog niet voorgekomen combinaties, krijgt men het volgende schema: 00000000001 1111111111 987654321 36 28 21 15 10 6 3 l 84 56 35 20 10 4 l 126 70 35 15 5 l 126 56 21 6 l 84 28 7 l 36 8 l 9 l l Dit schema is op zeer eenvoudige wijze te maken, wanneer men bedenkt, dat bij zekere letter aangekomen, het aantal com binaties, dat gij, van die letter uitgaande, kunt maken, wordt aangegeven door de som van de getallen, die zich in het rechtsche deel van den regel boven die letter bevinden. B.v. van de c in den 4en regel uitgaande vindt ge 't aantal combinaties 4 + 3 + 2+1 = \Q, welk cijfer in het schema op de plaats van die c staat. Bij eenig nadenken blijkt dan, dat het schema op de volgende wijze is te maken: Men schrijft gemakkelijk den bovensten regel op en ziet tevens, dat het laatste cijfer van eiken regel / moet zijn. Om nu het voor laatste cijfer van den tweeden regel te vinden telt men bij het laatste cijfer van den eersten regel het tusschen deze twee cijfers staande cijfer (in dit geval een 0) er bij op. En zoo gaat men voort. Om den 7den regel te vinden heeft men dus eerst l en dan l +5 = 6, 6+ 15 = 21,21 +35 = 56 en 56 + 70 = 126. Om nu de som van alle getallen te vinden kan men weer gebruik maken van de wijze, waarop het schema is ontstaan, zoodat de som der getallen in b.v. den 4den regel wordt gegeven door de som van het eerste cijfer in dien regel en het eerste cijfer in den volgenden regel. Daar de eerste cijfers eene opklimmende en afdalende reeks vormen wordt de som 2(1+ 10 + 45 + 120+210) + 252 = 1024, hetgeen de gevraagde uitkomst is. Er zijn nog meer, en sommige heel inge nieuze oplossingen. Eén oplosser verblijdde ons zelfs met een viertal variaties, maar wij meenen met de plaatsing van de twee te mogen volstaan, die wij hierboven afdrukten. Niet alle inzenders waren even gelukkig. Een bereikte het geweldige aantal van 17303 keeren en kwam tot dat resultaat in pi.m. 5 minuten, maar bekeerde zich met de laatste post tot 1024, terwijl 2 anderen met 176 keer volstonden en zelfs n met 55 maal. Twee oplossers (H. S. te Deventer en J. de V. te Amsterdam) kwamen door een klein foutje in de berekening, volgens de 2e methode, tot 1025 en 1028 keer. Ook waren er enkelen, die van ns het antwoord vroegen en heel nuchter beweerden: een groot aantal keeren." Goede oplossingen onvingen wij van: H. B. v. B.-v. M., te Dordrecht; M. Ph. Broekhuysen, te 's-Gravenhage; v. d. B., te BI.; D., te Keppel; C. L. Dr., te Schin op Geul; dr. K., te Egmond; K., te Stratum; v. P., te Rotterdam; S. Pal, Koog aan de Zaan; Pas van ter Gouda (twee oplossingen), te Gouda; H. Smit Addens, te Rotterdam; J. Spaan, te Wemeldinge; Dirk Struik, te Rotterdam; F. Visbeen Jr., te Zaandam; Tj. Vellinga (vier oplossingen), te Amster dam; Hilda Wilkens, te Naarden; G. Wit, te Amsterdam. Volgende week een nieuwe opgave, minder rekenkundig van aard! M. J. p. a. Red. Amst. Wbl. v. Ned. Keizersgr. 333 * * * Multatuli te Brussel De stad Brussel heeft in den loop der eeuwen herhaaldelijk gastvrijheid verleent aan beroemde mannen, die hetzij vrij willig of gedwongen hun vaderland tijdelijk hadden verlaten. Het waren echter niet alleen de calvinisten, die door de herroeping van het Edict van Nantes in 1685 uit hun land werden gedreven, of wel de republikeinen, waartoe Victor Hugo behoorde die na de Coup d'Etat van 1851 zich genoodzaakt zagen in Brussel eene schuilplaats te zoeken; tal van letter kundigen en filosofen hebben zich uit eigen beweging korten of langen tijd in de belgische hoofdstad opgehouden. Toch hield hunne komst meestentijds nauw verband met de politieke gebeurtenissen van den dag; slechts enkele onder hen, met name Alexandre Dumas père, Lord Byron en Multatuli, gaven om redenen van persoonlijk belang aan een verblijf in den vreemde de voorkeur. Zelfs Voltaire, alhoewel geenszins uit zijn land verbannen", kan niet worden gerekend tot de bezoekers, welke uit eigen wil in Brussel hebben vertoefd. Zijn veelvuldige bezoeken waren slechts het middel, om aan de hand der gerechtigheid te ontkomen. Evenmin was het bezoek van Charles Baudelaire ge heel vrijwillig. Redenen van denzelfden aard deden de dichter van de Fleurs du Mal" er toe besluiten zich naar Brussel te begeven. De Belgen zijn echter weinig trotsch hem in hun midden te hebben gehad. Alles in België mishaagde namelijk Baude laire. De zeden en gewoonten der bevolking, den bouw der huizen, zoowel als het voedsel, heeft hij in scherpe, grove woorden gecritiseerd. Hij stelde zich zelfs voor een speciaal boek over België te schrijven, waarin hij aan zijn afkeer van het land, dat hem gast vrijheid verleende, vrijelijk uiting geven zou. Hij arbeidde er gedurende drie jaren aan, doch de verlamming, die in 1867 een einde aan zijn leven maakte, belette hem zijn werk te voltooien. Alexandre Dumaj père vergezelde in 1851 Victor Hugo, Emile Deschanel, Edgar Quinet, Charras, e.a., alle slachtoffers van de Coup d'Etat, naar Brussel. Teneinde zijn overhaast vertrek uit Parijs te motiveeren, deed Dumas zich in den aanvang voor als politieke banneling en veinsde zijne verontwaardiging over de ongehoorde daad van Lodewijk Napoleon. In werkelijkheid echter was zijne ijdelheid gekrenkt door de mislukking van het z.g. Théatre Historique" te Parijs, waarvan hij de oprichter was. Hij achtte het daarom raadzamer Frankrijk voor eenigen tijd te verlaten, temeer daar zijne financieën een verblijf in de ville lumière" niet langer toelieten. Dat de Brusselaars gaarne de gelegenheid aangrijpen om de nagedachtenis te huldigen van een beroemden schrijver, welke in hun midden heeft vertoefd, bewijst de gedenk steen, die in het huis is aangebracht, waar Lord Byron in 1816 twee dagen heeft ver blijf gehouden. Toen Byron zich in 1815 had laten scheiden van zijne jonge vrouw Lady. Anna Milbank, met wie hij een jaar te voren in het huwelijk was getreden, en hij waarschijnlijk door deze gebeurtenis terneergedrukt in den waan verkeerde, dat zijn landgenooten zijne talenten misken den, keerde hij Engeland den rug toe. Op zijne doorreis naar Zwitserland hield hij zich twee dagen te Brussel op en overnachtte in het huis aan de Rue Ducale, hetwelk heden door den bekenden belgischen ge leerde Edmond Picard wordt bewoond. Vol gens het inschrift op den gedenksteen, op initiatief van den heer Picard vervaardigd, heeft Byron de twee strpphen van den der den zang van zijn Childe Harold," welke betrekking hebben op den slag bij Waterloo, te Brussel gedicht. Naar aanleiding van de eenvoudige hulde, welke de Brusselaars hebben bewezen aan de nagedachtenis van dezen buitenlandschen dichter, die slechts twee dagen !in hun mid den heeft vertoefd, uitten reeds vele hollanders hunne verwondering over het feit, dat geen enkele gedenkplaat aan het lang durig verblijf van Multatuli in de belgische hoofdstad herinnert. De eenige bron, waar uit .men de schaarsche gegevens omtrent Multatuli's Leben und Trieben" te Brussel heeft geput, is... de bundel brieven door hem zelf geschreven. Daarbuiten heerscht het diepste stilzwijgen. Trouwens, Multatuli is weinig bekend in België. Alleen een deel van de vlaamsche bevolking leest zijne werken; het franschsprekende gedeelte heeft hoogstens den naam onthouden, welke tijdens de vlaamsche les op school is voorgezegd. De strekking van Multatuli's werken komt dan ook zeer wei nig overeen met den doctrinairen geest, welke in de tegenwoordige belgische regee ring is gevaren en het zou waarlijk geen verwondering baren, indien in de toekomst Multatuli s geschriften als staatsgevaarlijk" van het leerplan werden geschrapt! Toch heeft men eene poging aangewend om iets meer bepaalds te weten te komen omtrent het huis, waar Douwes Dekker zich in 1857 vestigde. En het is den heer H. Van Kalken, eereleeraar der Brusselsche normaalscholen, gelukt, dienaangaande eenige be langrijke bizonderheden te vernemen. Het hotel Au Prince Beige," waar Douwes Dekker destijds verblijf hield, (Brieven; Bundel I. Ontstaan van den Havelaar) stond namelijk op de plaats, welke tegenwoordig door de NOS. 78 65 80 van de Rue de la Montagne wordt ingenomen. In den zomer van 1907, toen het juist vijftig jaar was geleden, dat Douwes Dekker tijdelijk te Brussel wonen kwam, vatte de heer Van Kalken het plan op, in den gevel van dit huis een marmeren plaatje met eenfge herinneringswoorden aan den grooten Nederlandschen schrijver te doen plaatsen en nadat hij zich van de toestemming van het Brusselsch gemeentebestuur had verzekerd, richtte hij in de couranten eenen oproep tot het Nederlandsche volk, om tot de verwezelijking van zijn denkbeeld mede te werken. De geestdrift, waarmede het plan werd ontvangen was buitengemeen groot. Uit alle deelen des lands stroomden de giften toe ; vooral de kleine lieden" offerden braaf hunne kwartjes en halve guldens. Onderwijzers en ambtenaren uit de meest afgelegen dorpen iu Holland zonden hunne bijdragen en het duurde niet lang of de noodige som gelds was bijeen. Merkwaardig was echter, dat de letterkundige wereld zich van sympathiebewijzen had onthouden. Reeds waren alle maatregelen getroffen en was de gedenkplaat besteld, toen de eigenaar van het huis in de Rue de la Montagne, een bloemist) die eerst zijne goedkeuring aan het plan had gehecht, zijn woord terugnam en weigerdeeventueel den steen te laten plaatsen. Men trachtte hem tot inkeer te brengen, doch het mocht niet baten. Men vermoedt dat de goede man, die blijkbaar nooit den naam Douwes Dekker-Multatuli had gehoord, bij een geestelijke van de St. Gudulekerk, schuin tegenover zijn bloemenwinkel gele gen nadere inlichtingen over den Nederlandschen schrijver heeft ingewonnen, welke de weigering tengevolge hadden. Hij ver klaarde namelijk, dat een herinneringsplaat aan Multatuli, zijne zaak, die zich in de bizondere belangstelling der Brusselsche aristocratie mocht verheugen, belangrijk zou schaden. Deze veelzeggende mededeeling, waarin eenige zuiver-menschelijks karaktereigen schappen zijn saamgevat, behoefde geen commentaar. Er bleef den heer Van Kalken niets anders over dan het geld aan de goedgeefsche schenkers terug te zenden. Na dien noodlottigen dag heeft men nim mer meer pogingen aangewend om den eerzamen bloemist te overreden. Het zou daarom niet kwaad zijn het heden nog eens te be proeven ; de intellectueele stroomingen der laatste jaren hebben wellicht zijn verdorden geest een weinig opgefrischt. Alhoewel het hotel Au Prince Beige" heden niet meer bestaat, de bocht tus schen de Rue de la Montagne en de Rue d'Arenberg is aanmerkelijk verbreed is het zeer waarschijnlijk, dat de Distillerie d'Arenberg", welke als verdwaald, schijnt tusschen de forsche gebouwen van de Rue de la Montagne, nog wijst op de aanwezig heid van het vermaarde logement. De Prince Beige" werd destijds gehouden door een zekere Delathuy. Multatuli heeft nimmer den naam van dien braven kastelein genoemd, doch men weet uit zijne brieven, dat deze hem gedurende zeven maanden van het noodige voorzag en hem meermalen kleine bedragen heeft voorgeschoten. De beide keeren dat Douwes Dekker te Brussel vertoefde, heeft hij bij Delathuy gewoond. In het najaar van 1857, vór dat hij zich naar Cassel begaf, bracht hij twee maanden te Brussel door. Hij schreeft toen zijn Brief aan den Gouverneur-Generaal in ruste", waarin hij verzocht weer op eervolle wijze in Ned. Ind. dienst te mogen intreden, doch ? eraan toevoegde: Maar, Excellentie, anders dienen dan ik diende te Lebak, kan ik niet." Dat hij zich de sympathie van Delathuy, van diens vrouw en van de geheele buurt had verworven, blijkt uit zijnen brief, dien hij na zijne terugkomst op 4 September 1859 naar Holland schreef: Ik ben te Antwerpen goed gescheiden en hier ben ik gister met een hoerah ont vangen. Ik zag dat alles er van ontdaan was en merkte inderdaad eene soort van harte lijkheid, die in 't komieke liep. Het huis was op stelten en het moest dadelijk meegedeeld worden aan de vrouw aan den overkant. die een groentewinkel heeft. Ook de waschman moest het weten (N.B. die man had mij zoo vaak gecrediteerd) en ik hoorde van iedereen, hoe men altijd over mij ge sproken had... Kortom, 't was of er een familielid terug keerde." Het is inderdaad te betreuren, dat de kleinzieligheid van n onnoozelen man, de oorzaak is geweest, 'dat zich in Brussel geen enkel teeken of inschrift bevindt, het welk aan Multatuli's verblijf herinnert.Want het zou de talrijke hollanders, die jaarlijks de Belgische hoofdstad bezoeken, zeer zeker belang inboezemen de plek te betreden, al is zij in den loop der tijden veel veran derd waar de schrijver van den Max Havelaar zijn eersten letterkundigen arbeid is begonnen. Brussel LEOPOLD ALETRINO Schoonheid en vrouwenbeweging Er ligt in de uitspraak dergenen, die beweren, dat een deelnemen der vrouw aan 't openbare leven noodzakelijkerwijze met zich brengt een verleelijking van haar ge slacht, niet enkel iets onbillijks maar ook iets bepaald onzuivers; hoewel alleszins deze uitspraak is te verschoonen (en voor een gedeelte misschien waar is) wordt zij echter dikwijls weersproken door de feiten zelve. De emancipatie der vrouw heeft wijzigin gen bewerkstelligd in haar denk-en gevoels leven en dikwijls zal dientengevolge niet alleen het innerlijk, maar ook het uiterlijk der vrouw in verband daarmede een belang rijke verandering hebben ondergaan. En aangezien deze verandering als een afwij king wordt beschouwd van het doorsne type der vrouw, zoo die eenige eeuwen heeft bestaan (en dus licht onwijzigbaar geacht kon worden!) is het volkomen ver klaarbaar, dat men van leelijkheid" is begonnen te spreken: men was nog niet vertrouwd met het type der geëmancipeerde vrouw en wijl zij een grootere activiteit betoonde dan tot nu toe was waargenomen en het zoetelijke, passieve ophief, was het heel geen wonder, dat tegen de nieuwe vrouw een storm ging opsteken van con servatieve mannen, die niet konden of wil den waarnemen, dat bij haar een ommekeer (een evolutie of revolutie) zich had voor gedaan. Maar bij deze heimelijke of open lijke vijandschap waren talrijke factoren in t spel, die, gelijk het bij iedere afwijking in deze wereld gaat, de vrouw bij voorbaat de aversie van talrijke mannen verzekerden. Niet weinigen zullen hun verzet zijn begonnen uit vrees voor eigen machtsgevaar en be knabbeling van hun heerlijk heerschersprestige, terwijl anderen uit den zoeten gewoonteslaap gewekt, hun mond met wat onbeteekenende woorden als onvrouwefijkheid", enz. luid roerden. Natuurlijk viel de nieuwe vrouw, als enkelinge staande tegenover de duizenden van eiken dag op, en contrasteerende met de meesten, moest haar een mate van im populariteit ten deel vallen, die handiglijk werd beweerd haar oorsprong te vinden in leelijkheid. Maar men vergat het anders-zijn, de afwijking, te beschouwen uit een objectief standpunt en oordeelde niet eerlijk, omdat de subjectieve kijk zulks in den weg stond. En ook hield men in 't geringst geen reke ning er mee, dat het schoonheidsinzicht met wijzigende maatschappelijke toestanden ge lijken tred houdt. De bewering, die tot het tegenovergestelde zou vervallen, dat de emancipatie gén leelijke" typen heeft voortgebracht, is even min houdbaar, maar men vergete niet, dat de leelijke" geëmancipeerde vrouw met minder cultuur en minder emancipatie waar schijnlijk evenzeer leelijk'' zou zijn, en bovendien is 't aantal leelijke'' of niet mooie" vrouwen geringer dan dat der schoone." En wie wil beweren, dat vrouwen in achterafhoeken van ons land en elders (b.v. boeretypen in Overijsel en Gelderland) schoon zijn te noemen ? Is n houding en kleeding en uitdrukking van gezicht niet dikwijls van een kwetsende plompheid, smakeloosheid en aartsdomheid ? En deze wezens zijn niet door 't minste zuchtje van den wind der emancipatie beroerd, laat staan, dat zij weten van zijn bestaan. Er openbaart zich bij de vrouwen, die geestelijk hooger zijn gestegen, een streven om juist, wijl zij fijn-gevoeliger werden, het uiterlijke met het innerlijke in overeen stemming te brengen, zoodat men tegen woordig op vergaderingen, politieke con gressen, meetings zeer smaakvolle toiletten te aanschouwen krijgt. Eveneens is moeilijk vol te houden, dat de tooneelspeelsters, die zich ook al evengoed mengen in vereenigingsleven, slechts worden vertegenwoordigd door monsterachtige, afschuwelijke typen; de werkelijkheid spreekt het vierkant tegen, en wij zijn het volkomen eens met Jean Finst, wanneer hij zegt (ik citeer de Duitsche vertaling van Das hohe Lied der Frau"): Das neue Weib versteht es, die Grenze seines Lebens ganz wesentlich zu erweitern... Schon jetzt kunnen wir sehen, dasz die Frauen viel langer jung bleiben, wenn sie die Hindernisse, die sie von einem Leben der Tat trennen, zu besiegen verstehen." De onderdrukking gedurende vele eeuwen heeft juist bewerkt, dat de vrouw niet zich kon geven in al haar volheid en rijkheid. De emancipatie is het middel om de nieuwe schoonheid te wekken en schitterender te doen stralen. Geef de vrouw de vrijheid, opdat het sluimerende schoone in haar zich ontplooie; geef de vrouw gelegenheid een Leben der Tat" te leiden. De mannen, die met drukke gebaren geschimpt hebben op de actieve vrouw, welke hun schoonheids gevoel in-'t gedrang hielp," zullen hèBrjëh'te zwijgen, en hun inzichten te corrigeeren. Het is zoo gemakkelijk wat te smalen op een afwijking en haar te ridiculiseeren, die zoeken naar een geestelijken levensstijl. Het vinden hiervan zal den menschen de nieuwe schoonheid der vrouw brengen, trots veler mannen bekrompenheid en verzet. R. T. * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl