De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 17 augustus pagina 5

17 augustus 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l^Aug. '13. No. 1886 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENRUBR/EK UJHHIIIIIIinHHIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllllllllll In Memoriam Emily WildingDavison Onder dezen titel geeft de International Féminin, Organe beige d'informations femi nistes', in zijn jongste nummer de bewerking van een artikel afkomstig van Mrs. A. M. de Goey?Hampson, welk artikel ernstige overweging verdient bij zoo veler overhaast en zonder kennis van zaken bepordeelen en veroordeelen van het optreden van Emily Davison, die voor eenige weken bij de Derbywedrennen den dood heeft gevonden. Om wel te begrijpen, wat er toen eigenlijk is geschied, zoo lezen wij in den Interna tional Féminin, dient men zich allereerst goed in te denken, wat Derby Day", de dag der groote wedrennen, beteekent, niet alleen voor de uitgaande kringen in Engeland, maar voor het geheele Engelsche volk, van den koning tot den geringsten marskramer. Het Belgische blad verwijst zijne lezers daarvoor naar de copie der schilderij van Frith, voorstellende de Derbyrennen omtrent de helft der vorige eeuw en op het oogen blik geëxposeerd in het Musée Moderne te Brussel. Als men in die schilderij, heet het, de ouderwetsche costumes wegdenkt en in verbeelding door de hedendaagsche ver vangt, krijgt men eene voorstelling van de algemeene volksbelangstelling en van de menschenmassa, die zich, nu als toen, bij de omheining der lange renbaan verdringt. Op 4 Juni H., lezen wij dan verder, kon men in die dicht opéngedrongen menigte, vlak achter de omheining, opmerken eene jonge vrouw, die, onverschillig voor de wereldsche en materieele belangen, waarvan het haar omringende publiek vervuld was, na welbewuste verzaking van wat haar aan het leven hechten kon, stond te wachten op het juiste oogenblik om te volbrengen wat voor haar de groote daad haars levens was. Nog pas een paar weken te voren hadden Vijf vrouwen getracht, een verzoekschrift te overhandigen aan den koning bij diens galarit van het koninklijk paleis naar het Parle ment. Zij hadden haar doel niet kunnen bereiken. Eer het verzoekschrift kon worden toegereikt, waren zij gegrepen, veroordeeld tot gevangenisstraf. Thans wilde Emily Davison, want zij was het, die in kalme afwachting tegen de balustrade stond geleund, eene uiterste poging doen om het beroep der vrouwen op haren koning tot dezen te doen doordringen. Op het onverwachtst zag men haar de renbaan opsnellen, toeschieten op den ij lenden harddraver des konings, het dier stuiten in zijne vaart, grijpen naar den teu§el, en wat toen volgde, is thans wereldekend. In hetzelfde oogenblik, waarop de ongelukkige vrouw neerzonk onder de trap pelende paardenhoeven, werd in de menigte de banier met de leus Votes for Women omhoog geheven: Emily Davison had het beroep van Engelands vrouwen op haren vorst tot dezen doen doordringen, als het ware ten overstaan van het gansche Engel sche volk. Niet weinigen hebben dit optreden willen beschouwen als een 'baldadige, op effect berekende zelfmoord. Maar is die daad wel te beschouwen als een zelfmoord? vraagt mrs. de Goey?Hampson. Neen, meent zij, ten minste niet meer dan het sneven van ieder, die toesnelt, zonder bedenken, om iets, wat het dan zijn moge, te redden van wat het oog moge wezen; en bovendien Emily Davison had de waarschijnlijke uit komst van haar doen wel overwogen, als een krijgsman, die ten strijde trekt. De sympathiebetuigingen, toegestroomd van tal van geestelijken van de Engelsche Staats kerk, toonen overigens onwedersprekelijk aan, dat, ook naar de meening van dezen, Emily Davison na haren vrijwilligen dood was te eeren voor eene daad van hoogen moed. Dit klemt te meer, omdat de wette lijke voorschriften der Anglikaansche Kerk Mimmmiiiiiiiiiiiiiiiii UIT DE NATUUR DXLI Natuurkunde-les in de open lucht Het was dezelfde tuinman of parkwachter, dien wij bij het binnenkomen van het parkje op de helling al aan het werk hadden gezien. Overtuigen, nader overtuigen, wat was er aan het vogelnestje, dat hij ons beter kon laten zien? Als de heeren het willen, kan ik hun de gassen in de Dunsthöhle door experimenten aantoonen," zong de man ter verduidelijking, toen wij hem verbaasd aankeken. Nu eerst begrepen, wij dat we met een uitlegger te doen hadden, die ons voor een fooitje de grot wou laten zien. We waren zoo verdiept geweest in het vogelnestje, dat wij de twijfelachtige gasgrot heelemaal uit de ge dachten kwijt waren. In de grot gaan ? Graag natuurlijk. De man haalde een sleutel uit het rommelhok, en kwam terug met een zalmblikje vol water en een leege pijp. We daalden samen de trap af tot op den bodem van de kuil. Zou hij nu de plank wegbreken, dacht ik, en de steenen wegschuiven om ons in de grot te voeren. Maar het kwam heel anders uit. De wijde kuil bleek zelf de Höhle te zijn; door het gat in de plank stroomde uit den berg het gas in de kuil. Wij stonden er dus midden in. Het was een vreemd gezicht en gehoor daar onder in de kuil. De boomen ruischten in den morgenwind, de zon bescheen de bergen en het gezang van de vogels viel van boven op ons neer. De baas verzocht ons een paar minuten dood stil te staan, vooral de beenen niet te bewegen. Hij zelf ging iets hooger staan en klopte zeepsop in het blikje. Daarbij begon hij met zijn melo dieuze stem, in beschaafd en mooi klinkend Duitsch te vertellen van de Hondsgrot van Napels, de Doodengrot op Java en dat deze Dunsthöhle, behalve die dan in Napels, de eenige in Europa was, waar zich het doodelijk koolzuur als gas in zulke hoeveelheid verzamelt, dat het dieren en menschen die er in vallen, dooden kan. Het gas komt uit de diepte van de aarde, enz. enz. Als de heeren nu op den grond gingen liggen," zei hij, zou ik moeite hebben ze levend weer boven te krijgen. Buk u maar eens en proef de lucht, dat is niet gevaarlijk!" Wat wij gewillig deden; het koolzuurgas was duidelijk merkbaar, had een prikkelig bijgeurtje van zwaveligzuur, dat er waar schijnlijk mee gemengd was. De man begon ten opzichte van den zelfmoord niet minder streng veroordeelend zijn dan die der Roomsche Kerk; van grootere strengheid eerder, want overwegingen van geldelijken, politieken of diplomatieken aard mogen bij de Anglikaansche Kerk nimmer in rekening worden gebracht. En toen Emily Davison, na dagen lang te hebben liggen zieltogen, aan hare verwondingen was bezweken, is haar een plechtige uitvaart bereid met me dewerking der hooge geestelijkheid, die daaraan officieel heeft deelgenomen. Bij die uitvaart werd de stoet geopend door de leden, gaande vier aan vier, van niet minder dan elf groepen van verschil lende vrouwenvereenigingen. Het was een treffende aanblik, zoo wordt ons bericht, die lange rij van vrouwen en meisjes in het wit, in het zwart, in het paars, in het groen al naar de kleur der sectie, waartoe zij be hoorden, en allen met bloemen in de handen. Tusschen die elf groepen schreden geeste lijken in hun kerkelijk gewaad en speelden muziekkorpsen treurmarschen. Talrijk waren de banieren met bekende leuzen als: Fight on, and God will give victory!, Engelands aloude, beroemde wapenkreet, als Dulce et decorum est pro patria mori, etc. etc. Voor den lijkwagen uit gingen tal van auto's, be laden met bloemen en kransen, toegezonden uit alle deelen van het Vereenigde Konink rijk, uit alle oorden van Europa, telegrafisch besteld uit afgelegen werelddeelen. De lijkkoets zelf, gedekt met de kleuren paars, wit en groen van de Womens Social and Political Union, was omringd door eene eerewacht van Hungerstrikers, dat wil zeggen eene wacht van vrouwen en meisjes, die door weigering van voedsel hadden geprotesteerd tegen het haars inziens onrechtmatige der haar opgelegde straf, namelijk hechtenis met dwangarbeid wat de Engelsche wet uit drukkelijk verbiedt den mannen op te leggen wegens staatkundige vergrijpen en wat desnietemin geregeld pleegt te worden opgelegd voor staatkundige vergrijpen door vrouwen begaan, en die men had onderworpen aan eene gewelddadige kunstmatige voeding. Geene van haar ontbrak, tenzij dan dat zij op dat pas zich bevond in de gevangenis, op het ziekbed, of onder politie-toezicht. Hare ingevallen, bleeke gelaatstrekken, haar vermoeide, sleepende gang getuigden maar al te welsprekend van het wreede der be handeling, welke men haar had doen onder gaan. Achter de lijkkoets volgde op de rijtuigen der familieleden eene lange reeks van gepromoveerde vrouwen, allen in de Engelsche academische dracht van toga en baret, verschillend gekleurd naar de kleuren der verschillende universiteiten, een waarlijk schitterende en belangwekkende groep, ter wijl de eindelooze stoet, die een vol half uur behoefde om aan het oog van den toe schouwer voorbij te trekken, werd besloten door de leden derMannenvereenigingen voor Vrouwenkiesrecht. Deze indrukwekkende optocht is van Victoria-station, waar het lijk in ontvangst werd genomen, getrokken naar de kerk St. George, ter viering van een plechtige lijkdienst naar het ritueel der Engelsche Kerk, wat onmogelijk ware geweest naar de wetten der Engelsche Staatskerk, indien Emily Davison schuldig ware geacht aan zelfmoord. Daarna is men weder in optocht getrokken, een groot deel van Londen door, naar King's Cross-station om het lijk over te dragen aan de familie, die het heeft medegevoerd naar Schotland en bijgezet in het familiegraf. Emily Wilding Davison had hare acade mische studiën met eere volbracht; zij verwierf den titel van bachelor zoowel aan de universiteit te Londen als aan die te Oxford. Zij was in haren kring eene schrijf ster van naam en in den strijd voor Vrouwen kiesrecht heeft zij niet minder dan vijftienmaal gevangenisstraf verduurd. Als men dit alles bedenkt en ziet op het huldebetoon, waar mede zij is ten grave gebracht, dan gevoelt men diep, dat het althans den buitenlander, bellen te blazen, groote en mooie; ze geluk ten slag op slag; om jaloersch te worden. Het was buitengewoon mooi stil weer zum experimentiren."Hetgeen hij dan ook met zichtbaar welgevallen deed. De eene zeepbel na de andere steeg op, schitterend lichtgroen gekleurd; daalde dan, rood wordend, snel neer, tot op den meter hoogte ongeveer boven de bodem van de grot, en danste daar op en neer; elke bel stuitte blijkbaar op een elastischen bodem en werd prachtig indigo blauw. Dat was een verrassend gezicht, al is het experiment als schoolproef bekend en een voudig genoeg. Tien, twintig bellen vielen zoo op de onzichtbare koolzuurlaag, die ze terugkaatste, en meteen door rood heen donker blauw kleurde. Volkomen vlak bleek de bovenkant van de gaslaag, want alle bellen kaatsten op dezelfde hoogte terug en dansten daar op en neer, tot ze barstten. In die bolle spiegels weerkaatsten in miniatuur de boomen boven ons, de witte wolkjes aan den morgenhemel en de man,die daar kalm stond bellen te blazen; en die, om uit te rusten, zacht en lang zaam praatte van de vermoedelijke oorzaken der gasontwikkeling in de Pyrmonter Kessel, van aardbreuken, van oudere en jongere gesteente-lagen, die verschoven werden en waar zure wateren de koolzure kalk in de diepte oplosten. Het was een van de weinige keeren, dat ik een officieel verklaarder" van natuur verschijnselen of kunstwerken niet iets ver der weg wenschte dan waar hij was. Na de zeepbelproef kwam natuurlijk de doofproef. Niet met een kaarsje, zooals op school, maar met een heele stroowisch, een kwart korenschoof. Als een toovenaar stond daar die mooie oude man met zijn verstandig gezicht en heldere oogen, en hoog hield hij de vlam mende stroofakkel. Hij liet hem vijf zes maal dalen en dooven in de onzichtbare massa. Telkens op hetzelfde denkbeeldig niveau, geen centimeter hooger of lager, ondanks de beweging.ging de fakkel uit, en zagen we bij het dalen van het lange stroovuur, het vlamleven, doodend gas als het ware bij het vuur opkruipen, om het in te slikken. Derde bedrijf. Daar kwam toch de kaars voor den dag, een groote. Op schouderhoogte was tegen de wand van den grot een plankje aangebracht; daarop kwam de kaars te staan, in de luwte, zoodat ze kalm brandde. Nu liet de man uiterst langzaamrmet een gelijk matige, haast geestachtige.unheimliche, bewe ging, meer een automaat dan een mensch, een groote kan met handvat in de leegte dalen, schepte die vol uit het niet, richtte wien volk en zeden vreemd zijn, niet past om, zooals maar al te veel geschiedt, zoo als haast mode is, een afkeurend oordeel uit te spreken over daden, die in het land zelf n door de geestelijkheid der Staats kerk n door een groot deel der bevolking worden geprezen en geëerd. Dan gevoelt men, dat hier past een zich onthouden van oordeelen bij groote dankbaarheid, dat in ons gezegend Nederland dergelijke offers niet worden gevergd. JOHANNA W. A. NABER * 9 * Het Nationaal Kongres voor Kinderbescherming In het vorig nummer van dit blad ves tigde een artikel van Lucie van den Bergh de aandacht der lezers op het in Brussel gehouden Internationaal kongres voor Kinder bescherming. Wij mogen daarom zeker ook wel eens spreken over wat daarvoor in ons eigen land gedaan wordt. Op initiatief van de Bond van Ned. Onderwijzers hebben sedert een paar jaren een aantal verenigingen besloten gezamenlik nogmaals een kongres te beleggen ten einde de toestanden te ver beteren voor duizenden Nederlandse kinderen en de omgeving waarin zij opgroeien, en het milieu, waarin zij zich ontwikkelen tot vol wassen mensen, zooveel mogelik te ver beteren. Is het niet droevig zoveel kinderen van tedere leeftijd bezig te zien met garnalenpellen, tabakstrippen en allerlei huisarbeid als het sjouwen van zware emmers de trap pen pp of het passen op broertjes en zusjes, terwijl zij hun groeiend lichaam moesten ontwikkelen met spelen en ravotten in de open lucht en hun wordende geest met ontwikkelend onderwijs en lektuur? Vaak zijn die kinderen, die de burgers der maat schappij na ons zullen moeten uitmaken, de slachtoffers van ouders en voogden, die ze beschouwen als hun eigendom, hun winst machines, die voor hen het leven datwil zeggen het bijeenscharrelen van het nodigste levensonderhoud moeten mogelik maken. Zegt niet Charlotte Perkins Gilman, dat de mens het enige dier is, dat van zijn jongen leeft ? Dat exploiteren van kinderen is geen bevordering van volkskracht. Juist het tegen deel. Men behoeft niet tot enige partij of etiese richting te behoren om dit in te zien. In 1904 heeft de Nationale Vrouwenraad van Nederland reeds van alle kanten mede werking gevonden tot het bespreken van de noden der uitgebuite of verkeerd opge voede kinderen en tot het houden van een kongres daaromtrent. Vooral kwam er be langstelling niet het minst van de zijde der onderwijzers en onderwijzeressen; en ook de Nederlandse wetgever heeft zich in 1901 met het lot der jeugd bemoeid door de uitvaardiging der leerplichtwet. Het is er echter verre vandaan, dat de misstanden tans zouden hebben opgehouden te bestaan en een onderzoek naar de nodige verbete ringen dringt zich als noodzakelik op aan alle kindervrienden. Tans zijn reeds enige voorbereidende ver gaderingen gehouden, waaraan behalve de Bond v. Ned. Onderwijzers 47 vereenigingen hebben deelgenomen en men, heeft besloten op een kongres, te houden' 25, 26 en 27 Oktober e.k. in Amsterdam, de volgende punten te bespreken: 1. Uitbreiding van de leerplicht tot veertien jaar;.2. absoluut ver bod van arbeid voor schoolgaande kinderen; 3. verplicht voortgezet onderwijs; 4. voeding en kleding voor schoolgaande kinderen, die geacht worden zulks nodig te hebben, recht streeks van staats- of gemeentewege. Reeds is er door het Kongresbestuur hard gewerkt voor het verzamelen van gegevens over deze punten. Elf vragenlijsten zijn verzonden aan ouders, onderwijzers en vaklieden om te vernemen, wat naar hun oordeel de nadelen zijn van kinderarbeid en of zij de werking zich weer ijzig langzaam op, en goot den onzichtbaren inhoud over de kaars; die natuurlijk onmiddellijk doofde. Als con trole-proef schepte hij hooger de lucht in de kan en goot die over de kaars, met dezelfde bestudeerde, nu onnoodige be weging. Drie maal herhaalde de goede man de proef. ,Wij stonden verbaasd, vol aan dacht, niet om de proef, maar om de ver tooning. Ik wou dat ik daar van een foto had kunnen maken; maar dat ernstige, dat ko'mieke, dat theatrale en verhevene tevens, die ernst bij den man, zijn ijver voor zulke belangstellende leerlingen en vooral de miseen-scène, het milieu, dat was het kostelijkste en toch niet in een kiek weer te geven. De explicator had blijkbaar den tijd; wij waren de eerste gasten van het jaar, hij breidde de kaarsproef nog wat uit: wij mochten de kaars zelf vasthouden; ook nu slaagde de proef, bij de stille lucht, tot groote tevreden heid van onzen knappen experimentator. Wij voelen inderdaad het koude gas over onze handen stroomen. Hij kon er zelf niet genoeg van krijgen ; en nam een emmer, waarin hij de brandende kaars op den bodem zette. Nu liet hij de emmer zakken in de koolzuurlaag, waarin wij stonden en die tot ons midden reikte; de kaars bleef branden, al was ze al dieper gedaald dan zooeven de stroobossen; maar de rand van de emmer reikte immers nog boven het koolzuur uit. Geben Sie acht!" Juist toen de emmerrand door het gasniveau zakte, stortte het koolzuur over den rand van de emmer er in, met een zwaai sloeg de vlam om en uit; en het scheen wel, of de kaars zelf wankelde bij het uitdrijven van de lucht door het zware gas. De proef met het kalkwater gaven wij den man cadeau. Want het was allang over de ontbijttijd heen. Door onze aandacht gestreeld en door de misschien wat ruime fooi, voelde de tuinbaas zich nog verplicht ons een eind naar onder te begeleiden en nog veel te vertellen van de scheikundige samenstelling van koolzuur en zijn bereiding. Hij wilde ons nog naar een andere spleet brengen, waar soms ook gas uitstroomt. Om hem af te leiden, wees ik hem in het voorbijgaan het vogelnestje; het bleek dat hij ook daar verstand van had en gevoel er voor tevens, 't Is mogelijk dat de man later in het seizoen een verklaar-machine wordt, die onaangenaam zal aandoen; nu was hij nog de sympathieke meester, die een ander iets leert, waar hij zelf plezier in heeft. Hij bracht ons bij verschillende nesten, noemde ons de namen van de vogels en Puck. En Salomo had zevenhonderd vrouwen, vorstinnen, en driehonderd bijwijven; en zijne vrouwen beroerden zijn hart." (I Koningen, XI, vs. 3) iimmumim IIIIIIMIIIIHIMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIIII der leerplichtwet nuttig of schadelik oordelen. Twee leden van het Kongresbestuur zijn reeds enige maanden onvermoeid werkzaam voor het ordenen en rangschikken der ge gevens uit de antwoorden op de uitgezonden vragenlijsten en het bewerken van ander materiaal, terwijl aan bekwame personen het houden van inleidingen is opgedragen, zoodat men mag verwachten, dat de diskussiën op het kongres vruchtbaar zullen zijn. Alle weldenkende kindervienden behoren aan het kongres deel te nemen en indien mogelik ook iets bij te dragen aan de voorbereiding, die nogal financiële offers eist, meer dan de aangesloten verenigingen, veelal bestaande uit arbeiders, dragen kunnen. De penning meester de heer j. H. F. van Zadelhoff, Dubbeldamse weg 58 Dordrecht zal iedere bijdrage gaarne in ontvangst nemen. Het ogenblik voor de bespreking van leer plicht, vakopleiding en recht op vrijheid, ontwikkeling, spel en vermaak voor de jeugd is in ons land tans juist gunstig, nu de nieuwe regering, hoe ook samengesteld, de uitvoering van het Koncentratieprogram zal moeten ter hand nemen, waarop het onder wijs een voorname plaats inneemt. Hoog en laag, man en vrouw, zal zich dus voor het Kongres voor Kinderbescherming interesse ren, en wij menen de lezers van dit blad van dienst te zijn door hun aandacht te vestigen op de gelegenheid tot deelneming. Alle Verenigingen en personen kunnen als lid tot het Kongres toetreden, tegen een bijdrage van ten minste vijf gulden, waar voor hun ook de vier uitvoerige rapporten over Leerplicht, Herhalingsonderwijs, Kin dervoeding en kleding en Kinderarbeid. benevens het Kongresverslag wordt toege zonden. Men kan zich aanmelden bij de Sekretaris van het Kongresbestuur, de heer M. van Assen, Javastraat 50, Enschedé. MARTINA G. KRAMERS * * * Allerlei Schrokjcs Een minder bekende eigenschap van het zachtzinnige" en gracieuze vogeltje, dat zwaluw heet, is, dat 't ten koste van andere kleine leventjes geducht schransen kan. Men zegt, dat n zwaluw op n mooien zomerdag niet minder dan 6000 vliegjes ver moordt, en ze in haar maagje doet verdwijnen. Wanneer tegen den avond de zwaluwen hoog in de lucht zoo sierlijk zwieren en zwenken, en de menschen zeggen, dat het mooi weer zal worden, omdat de zwaluwen zoo hoog vliegen, dan zijn de kleine moor denaars op de jacht, en verspreiden dood en verderf onder haften en muggen. * * * Horloge Op een Amerikaansche tentoonstelling heeft een fabriek van horloges als inzending een zakuurwerk geplaatst, dat de reuzen uit het land van Brobdignac gelukkig gemaakt zou hebben. Het heeft een wijzerplaat van 25 meter middellijn, en wanneer het plat op den grond ligt, is het ongeveer zoo hoog als een burgerhuis in een Hollandsche stad. De stalen veer is bijna honderd meters lang, en het balans-wiel weegt 1000 kilo. Het uur werk is binnenin electrisch verlicht en een aantal gangen en trappen zijn aangebracht, om belangstellenden gelegenheid te geven de verschillende deelen van de machinerie bij hun geregelden dagelijkschen arbeid te begluren. Deze pelgrimstocht naar de hartkamer van het horloge wordt door velen volbracht, en het is interessant om te zien, hoe dat handige, kleine volk van radertjes slingertjes en schijfjes de seconden en mi nuten en uren telt Een Engelsch blad heeft de opmerking gelanceerd, dat dit reuzenhorloge een zakuurwerk is, om elke zakken roller tot vertwijfeling te brengen. * * * S. H. Voor wie het niet noodig vinden hun doofheid te verbergen, is er thans een troost in Nederland, die iedereen kennen en weten moet, n.l. de Vereeniging voor Slechthoorenden", die aan haar leden een fraai insigne verstrekt van email, dat de duidelijke letters vertoont S. H. (slecht hoorend). Dames kunnen dit fraaie -insigne als broche dragen. Treft men 't aan bij personen met wie men kennis maakt, dan kan men zonder verder vragen gerust z'n best doen, om wat luider of wat scherper geaccentueerd te spreken. Het is een kiesche en fijne waarschuwing zonder woorden, die heel Nederland kennen en onmiddelijk begrijpen moet. ALLEORA MmtmiiiiiiiiiiiimiiimilillHnmiiMiiiiiMMHimMiii Vijver en slotpark bij Pyrmont vertelde leuke bijzonderheden; onder andere dat hij eens broedsel van roodstaartjes gered had, dat door een koekoek was bezocht. Er lagen twee nestjes vlak bij elkaar, het ne waarschijnlijk een speelnest of een verlaten nest. In het bewoond nest vond hij een koekoeksei, dat iets later uitkwam dan de andere. Hij kwam op de gedachte den jongen koekoek over te brengen in het leege nest, toen hij bemerkte, dat deze parasiet de jonge roodstaartjes uit het nest poogde te dringen. De proef gelukte aanvankelijk volkomen, de oude vogels brachten zoowel voedsel aan hun eigen jongen als aan het koekoeksjong. Hoe het geval verder afgeloopen is, kon hij niet zeggen, daar hij in den drukken tijd, in Juni gewoonlijk al, naar het Kurpark wordt overge plaatst en een ander het kleine park ver zorgt en uitlegging geeft bij de Dunsthöhle. Wij vroegen hem nog eens op den man af of het daarboven in de koolzuurgrot nu wel zoo gevaarlijk was; behalve dan vlakbij den bodem. En de man verzekerde, dat het gas somtijds bijna twee meter hoog staat, zoodat hij zelf er niet in gaat, maar bij het verklaren op de helling van den kuil blijft staan. En dan, het is op treurige wijze meer dan eens bewezen, dat de grot voor men schen doodelijk kan wezen; er is zelfs een tijd geweest, toen de speelbank van Pyrmont nog in volle werking stond, dat de Höhle de uitgezochte plaats was om zelfmoord te plegen; natuurlijk voor lui, die hun geld verspeeld hadden. Vroeger werd er ook met levende dieren vogeltjes, muizen geëxperimenteerd ; en ook wel eens met een hondje, om de proeven in de grot bij Napels te imiteeren; maar dat was sedert lang verboden; een verklaarder liet zich, een paar jaar geleden, door een bezoeker verleiden om er een kuikentje in te zetten, dat viel meteen dood neer; de man is geschorst en das war Recht", zei de man; wiinsche gute Reise". E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl