De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 24 augustus pagina 1

24 augustus 1913 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1887 Zondag 24 Augustus Aö. 1918 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSING /l.50, f r. p. Abonnement per 3 maanden .... Voor Indië per jaar, bij vooruitbetaling . Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar post/ 1.65 mail 10. . . 0.125 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1?5 regels/1.25, elke regel meer . . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel Reclames, per regel /0.25 0.30 0.40 PREMIE voor de Abonnés van De Amsterdammer Bij de opening van het nieuwe zittingsjaar van de 2e Kamer der Staten-Generaal, stellen wij onze abonnés wederom in de gelegen heid zich de geregelde ontvangst van het Kort verslag der verg aderingen van de Tweede Kamer franco aan huis te verzekeren voor den prijs van vijftig cents voor een geheel zittingsjaar. Zooals men weet is de abonnementsprijs anders f 1.?. Wie van deze Premie wenscht gebruikte maken, gelieve dit bedrag per postwissel, vermeldende zijn nauwkeurig adres, aan ons op te zenden. DIRECTIE VAN DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND INHOUD IIMIItllffMMfWWflIMiniIllllimtllllMUIItllllllllllllll Blz. l: Red.: Het Vredescongres. Douwes Dekker geïnterneerd. Kroniek: Bij Bebels dood. Bernard Canter: Een vergeten afdeeling (de Courtisane). 2 : Feuilleton door J. H. Penning. Karel van de Woestijne over Vlaamsche letter kunde. 3: Ingez.: Korps en Partij leiding door J. Frijda, met onderschrift der Red. 5: Tent. de Vrouw. Mr. F. IJzenhoed Grevelink: Tehuizen voor arbeidsters in Londen. Prijsvraag De Man". Allegra. E. Heimans over Mieren. 6: J. H. Rössing over de Hist. Tentoonstelling op E. N. T. O. S. 7: Jan Veth over August Bebel. Frans Coenen: Op weg naar Wight. Alb. Plasschaert over Tholen, Hart Nibbrig, Heyse. Portret Cort van der Linden. Van Tast: Vredes-sprookje. 8: Portretten Baron Snouckaert, mr. de Pinto, mr. Zimmermann, van der Mandere, mr. van Asch van Wijk. Charivari. 9: Fin. Kroniek door v. d. M. W : De Balkanoorlog door v. d. S. Verkiezings-statistiek van mr. Bonger. Veerboot-puzzle. Damspel door J. de Haas. //: Schaakspel door R. Loman. Teeken ing van Joh. Braakensiek: De Hoedepen. Bijvoegsel van Johan Braakensiek: De opening van het Vredespaleis. VREDESCONGRES Na langdurige discussies, over van alles en nog wat, heeft het wereldcongres voor den vrede" tusschen twee bui tengewoon mooie festiviteiten beslo ten, dat in zijn resolutie niet zou wor den gesproken over een echec pitoyable", geleden door de diplomatie in de Balkan-affaire, maar dat deze woorden zouden worden vervangen door r sultats déplorables". Aan dit al te interessante besluit, dat de Londensche conferentie tot mikpunt heeft, herkent men den wensch van het wereldcongres" om, naar den raad van den Haagschen Burgemeester, zich met matiging uit te laten over de dingen des oorlogs en der diplomatie. En men ziet tevens welk een gewichtigdoenerij en onbeteekenendheid dit congres van ledige rhetoriek kenmerkt. Men denke zich maar even in : Een congres, bestaande uit een achtenswaardig pêle-mêle van uit het verre Warschau, uit Bern, Parijs, Southampton, Monaco samengevloeide indivi duen : ideeënrijke hoogleeraren of in ruste, erg bewegelijke journalisten, beate dames, fanatikers van het volkenrecht, naïeven, praatgragen en Strebers (deze laatsten vooral niet te vergeten) komen samen en wikken en wegen, voor het oog der gansche wereld, of zij de diplomaten, die in Londen over den Balkan-oorlog hebben geconfereerd, zouden verwijten een echec pitoyable" of des résultats déplorables"! Als men de volkomen onmacht van deze verzameling dames en heeren wilde illustreeren, had men het niet beter kunnen doen dan door dit besluit. Of, want wie de verslagen van dit congres nagaat heeft de onnutheden en de dwaasheden voor 't grijpen en ziet aldra, dat het uit onnutheden en dwaasheden be staat, of, zeggen wij, hij leest de speech van den eerwaarden voorzitter van het Bernsche Vredesbureau, den heer La Fontaine, die een geestdriftig applaus ver wekte door in hetVredespaleis onder meer zich aldus te uiten_: Met een heilige ontroering, eene ontroe ring die menschelijke woorden onmachtig zijn om te vertolken, zijn wij in dit gebouw binnengetreden. Het symboliseert voor ons onze hoop, ons geloof, en onze liefde, de liefde, het geloof en de hoop van hen, die vór ons, in een heldentijdperk, hebben durven gelooven, lief hebben en hopen, terwijl alles rondom hen twijfel, haat en wanhoop was. En verder: Daar staat dan nu vór ons, voor eeuwen zonder einde vereeuwigd, de heilige idee die wij gepropageerd hebben en nimmer is duidelijker het beginsel bewaarheid, dat men moet volharden om te overwinnen Om te overwinnen'. En verder: Die welsprekendheid, die het aan de nederigsten onder ons heeft mogelijk ge maakt, adepten en discipelen te winnen, heeft niets uit te staan met helklinkende woordenkraam. Die geestdrift put zich niet uit in zwierige gebaren. Eenvoudigweg hebben wij gezegd wat wij te zeggen hadden; wij hebben het gezegd, herzegd en nogmaals herzegd. En eenvoudigweg herzeg ik hier hoe dit werk is tot stand gebracht: parlementsleden hebben zich gegroepeerd ; een keizer heeft onze eischen tot de zijne gemaakt; diplomaten hebben erover beraadslaagd ; een milliardair heeft zijn millioenen in dienst gesteld van onze zaak, de verschillende regeeringen hebben eenstemmig de beraadslagingen der rech ters en arbiters met schoonheid willen omringen. En zoo komen van alle hoeken van den horizon geestelijken en geloovigen, studenten en hoogleeraren, de reusachtige menigte der moeders, der dochters en der vrouwen, de geweldige massa der arbei ders, naar de idee waarvan wij, met naijverige zorg, onder vijandige rukwinden, de wankele vlam hebben aangehouden, en welks verblindende luister voortaan, boven van uit de torens van dit gebouw, de wereld zal verlichten en spotten met de orkanen. Deze heer president van den Vrede put" zich, zooals men ziet, niet uit in helklinkende woordenkraam." Dis moi qui te préside et je te dirai qui tu es, kan men het Congres toevoegen. Aan alle kanten is het een parodie! In de dagbladen lazen wij hetgeen er gezegd is over het plan-Vollenhoven. Een der sprekers vond gelegenheid dit plan te bestrijden, of tenminste tot voor zichtigheid aan te manen, omdat het zoo moeilijk zou wezen om uit te maken, hoe de kosten van een wcreldpolitiemacht moesten verdeeld worden over de staten! De stemming was in het congres wel zó, dat prof. Eysinga, die zijn collega voor een echec wilde behoeden want wat is er erger dan een echec! maar voorstelde, dat men de zaak in studie" zou houden (d. w. z. Ie klas begraven), hetgeen ge beurt. En de TV. ??. Ct. heeft nu daar over een met groote letter gedrukt artikel: Heeft prof. van Vollenhoven gisteroch tend een nederlaag geleden? In geenen deele." En wat daarop volgt. Want na tuurlijk mag prof. van Vollenhoven geen nederlaag" lijden, ook al wilde geen ster veling op zijn wetenschappeltjken geest drift ingaan. Dit: heeft hij een nederlaag geleden?", kenschetst overigens het geheele congresje-spelen, met zijn suc cessen" en de man van den dag zijn", terwijl het zoo zeker als twee maal twee vier is, dat een werkelijk grootgedacht en reëel plan op een heterogeen congres, als dit wereldcongres" is, niet de minste kans zou hebben. Daar had de heer van Vollenhoven zi.ch mee kunnen troosten tenminste als hij zoo oolijk geweest was niet naar het Congres te gaan. Een gedachte, die zich over dit conpresje-spelen opdringt, is deze: zijn de te 's-Gravenhage verzamelde heeren en dames voor meer tiende percenten nuttig dan ze schadelijk zijn, of zijn ze veel meer schadelijk dan ze nuttig zijn? Het behoeft geen betoog, dat ze schadelijk zijn. Door hun voor de menigte altijd aanlokkelijke woorden-parade en hun hou ding, als danken wij weldra aan hen den vrede op aarde, lossen zij in hun feestelijke dierbaarheid menige nuttige verontwaardiging op, die de meer dan afschuwelijke oorlogen, nu weer in den Balkan, wanneer naast onze deur?, in het gemoed der massa verwekken. Zij werken als afleiders. Zij begoochelen de menigte. Zij houden af van dieper verzet. Maar zij zijn zeker k nuttig. Uit hun kring komt eenige studie voort. De aan dacht wordt op het vredesprobleem ge vestigd (op welke wijze dan ook.) Maar honderd maal beter zouden ditzelfde bereiken een stel flinke suffragettes, die den eed zwoeren: geen oorlog meer. Wil er zich geen brigade van degelijke dappere vrouwen vormen? De heer Yves Guyot heeft terecht geschreven: De voornaamste redenen voor den oorlog zijn over 't grootste deel van de wereld voor de burgerklasse vervallen. Er is dus voor burgerij zoo goed als arbei ders motief genoeg om invloed te gaan uitoefenen, maar dan anders dan door zulke woordencongressen en wandelvergaderingen. * * * Douwes Dekker geïnterneerd Wij weten hier op 't moment nog niet precies de reden, en moeten dus voor zichtig zijn met onze critiek, maar toch werden wij zonderling getroffen door het bericht, dat Douwes Dekker geïnterneerd is. Wij zien hierin voorloopig tot dat wij er, bij nader bericht, op terugkomen eene uiting van russisch despotisme en innerlijke zwakheid, waartegen protest noodig is. Toen Douwes Dekker eenige maanden geleden hier voordrachten hield, lazen wij in het toch vrij tamme Koloniaal Weekblad" de uitspraak, dat men zich verwonderde, den ons uit Indië zoo ge vaarlijk en rebellisch afgeschilderden man eigenlijk zoo ongevaarlijk en bezadigd hier te hooren spreken. Toch sprak hij hier precies als in Indië. Alleen, de maatstaf en de appreciatie zijn hier anders. Wij zijn er vast van overtuigd, dat, indien Douwes Dekker absoluut moet geïnterneerd of verbannen worden, dit beteekent een te groote innerlijke zwak heid in Indië, een te diepe verzakking van ons bestuur, een te wankel prestige. In een land, waar het Vrije Woord niet geduld wordt, moeten te groote mis standen bestaan, en moet de regeering den bodem onder zich niet meer solide voelen. Wij, die dit schrijven, zijn geen mede standers van Douwes Dekker. Integen deel, wij gaan slechts voor een zeer klein deel met hem mede. Maar wij denken: als het gespreek en geschrijf (dikwijls zelfs: het gezwets) van dezen irr den grond niet zoo heel veel beteekenenden dweeper van zooveel invloed wordt ge acht, dat interneering noodig is, dan moet de boel daar wel op zér losse schroeven staan. En dan : is er dommer, gevaar lijker politiek dan van zó'n man een martelaar te maken ? Het wordt tijd voor een anderen maat regel, voor het verwijderen van een man, in zijn fanatisme veel gevaarlijker dan Douwes Dekker, namelijk GouverneurGeneraal Idenburg. Deze dweeper heeft in Indië vél meer kwaad gesticht dan Douwes Dekker dit doen kón. Het wordt tijd in Indië voor een finalen schoonmaak. Ook op persgebied. De toestand behoort daar zóte worden, dat men voor het Vrije Woord niet bang behoeft te zijn. Wij denken hier aan den heer M. van Geuns, den hoofdredacteur van 't Soerabaiasch Handelsblad", thans tot 14 dagen gevangenis veroordeeld, feitelijk om dat hij, op het -punt waarop hij veroordeeld is, leugen en onrecht bestreed. Wij komen niet op voor de theorieën van Douwes Dekker, die niet de onze zijn. Maar wij zeggen: als deze man voor Indië al gevaarlijk is, dan moet het in Indië een zonderlinge toestand zijn, dan ligt de zaak daar in 't honderd. In een goed geordende maatschappij, waar recht en orde heerschen, en waar de regeering wijsheid betracht en rede, behooren mannen als Douwes Dekker niet met een martelaarskroontje gesierd te worden. Zulk een maatschappij behoeft het Vrije Woord niet te vreezen. Er zijn gevaarlijker menschen in Indië op 't oogenblik. De gevaarlijkste zeker wel Idenburg,die met zijn fanatiek d weepen den Islam in beroering heeft gebracht. Die man hoort daar niet. Die man in zijn gevaarlijke calvinistische goede trouw doetjlmér kwaad in de praktijk dan honderd Douwes Dekkers. En het is doodjammer, dat in den laatsten tijd, door de kabinets-crisis, dit zoo brandend urgente ne noodige voor Indië van de baan is geraakt. Laat Douwes Dekker loopen. Maar dwing Idenburg heen te gaan, zoo gauw mogelijk. En benoem een GouverneurGeneraal in de plaats, die een man" is, met een eerlijk, rechtvaardig hart en een ijzeren wil. Dan is Douwes Dekker ongevaarlijk en laat men hem praten. EEN INDISCH AMBTENAAR KRONIEK BIJ BEBELS DOOD In het sanatorium te Passug bij Zurich is een der groote volksleiders overleden, wier heugenis onuitwischbaar is uit iedere latere geschiedschrijving, die handelt over onzen tijd. De naam van den onzelfzuchtigen, onkreukbaren politicus Bebel zal klas siek worden als van degenen, in wie zich ooit een groote bevrijdingsbeweging heeft verpersoonlijkt. Wie Bebel zegt, zegt een geheele volksmassa in geestelijke en sociale omwenteling, die in verzet grootgroeit tegen een bestaand maatschappelijk regiem. Valt het u niet op, dat deze voorman der Duitsche sociale omverwerpers zulk een geheel onderscheiden levensloop heeft gehad van al die volksleiders en omwentelaars, die vroeger tijden gebracht hebben ? Hij leefde als een rustig burgerman tientallen jaren ; de vestingstraffen, die hij ondergaan heeft, waren hem tijden van gezondheidsherstel en studie ; hij stierf als een ordelijk lid van de maatschappij. Valt het u op, dat de vooraanstaande organisator van den mo dernen slavenopstand der werklieden geen zwaarden op zijn borst gericht zag, dat de leider van het twintigste-eeuwsche kaas- en brood-volk geen schichten heeft behoeven te vreezen uit de hand van den overheerscher en dat de ami du peuple" van nu op geen gang naar de guillotine veel kans gehad heeft ? Bebel kon het proletariaat tegen de kapitalistische machthebbers en hun medebelanghebbenden, de agrarische jonkers, systematisch opzetten tot oeconomischen oorlog en staatkundige ondermijning, zonder dat de geweldige militaire machtsvorming van het regiem, dat hij aldus bestreed, een haar aan zijn hoofd krenkte en een druppel bloed van hem gevaar liep. De Revolutie is dus wel van karakter veranderd. Zij is het, omdat de samenleving het zelf is ... Het liberalisme, met zijn rech ten van den mensch en den staatsburgeren zijn parlementair systeem, heeft de middelen geschapen voor den omwentelaar van het heden om, zonder wapengeweld te bedrijven of zelfs maar uit te lokken, tot aan den rand van dat succes te komen, dat de ruïne zal zijn van de liberale maatschappij. Het Is dus duidelijk, dat de sociaal-democratie zoowel als onze heele evolueerende samen leving ten allen tijde belang erbij hebben, dat de liberale principen van vrijheid en demo cratie zoolang mogelijk gehandhaafd blijven, door wie dan ook. * * * Een vergeten afdeeling i Op de tentoonstelling De Vrouw" missen wij een afdeeling, welke in een afzonderlijk gebouw behoorde te zijn ondergebracht, welks toegang alleen voor meerderjarigen moest zijn opengesteld. Deze afdeeling had gewijd behooren te zijn aan de courtisane". Ik zeg courtisane" om de minst pijnlijke uitdruk king te gebruiken, maar ik wensch er onder begrepen te zien alle sexe-gemeenschap tusschen de twee kunnen buiten het huwelijk. Dus is zoowel gemeend de groote courtisane van de soort van madame de Maintenon, als haar arme, kleine zuster, die onder het spoor wegviaduct haar beetje eer voor een beetje geld te koop biedt, zooals Multatuli, een der eersten, die de courtisane in Nederland ook als mensch heeft beschouwd, het heeft uitgedrukt. Geen beminnaar van prikkel-lectuur zijnde, zal ik mij onthouden van een historisch overzicht te geven van den toestand van de courtisane, van het bijwijf, van de oudste tijden tot op heden. De moderne psychologie, vooral de psychopathia sexualis, heeft ons op het wezen van de courtisane een nieuwen kijk gegeven. Geheel nieuw is ze niet in zooverre als bij de oude Grieken het courtisanisme een erkend staats-instituut was en Christus ook voor de verdrukten van deze kaste, het zuiver Semitisch gevoel van erbarming, het ragmones", heeft geldend gemaakt. Ons thans geëindigd, zoogenaamd christe lijk" bewind, dat in waarheid het christen dom in Nederland en in Nederlandsch-Indië zulk een betreurenswaardigen afbreuk heeft gedaan, bracht ons een aantal zedelijkheidswetten, die er van getuigen, dat de makers dier wetten volstrekt niet op de hoogte waren van de psyche van het courtisanisme. Dit pleit voor het persoonlijke leven dier wet gevers. Maar mij dunkt, dat men bij het maken dier wetten vergeten heeft, te voren zijn licht op te steken bij de waarlijk des kundigen o. m. bij de don juans, de rouës, de souteneurs en dan vooral ook bij de vrouwen van het vak zelve. Welke enquêtes bij de belanghebbenden zijn de wettenmakerij der te zedelijke heeren wettenfabrikanten vooraf gegaan? De wijze, waarop getracht is, de onzede lijkheid tegen te gaan, getuigt van een volkomen negatie van de rechten van den mensch, van een volkomen negatie van de belangen van de onder de wetten gestelde klasse. Dit ging hier gemakkelijk. De cour tisane, a priori beschouwd als een mis dadigster, bezit geene vakvereeniging, geen vakblad, zelfs geenerlei onderlinge band of verbinding. Deze vrouwen hebben volstrekt geen orgaan om voor haar rechten op te komen. Wie wat van haar te weten wil komen, moet f medische boeken studeeren, maar daar wordt niet over hare sociale positie gesproken, of zich persoonlijk met haar inlaten. Nu hebben velen onzer dit laatste zeker gedaan en enkele schrijvers, zooals Multatuli en Herman Heijermans waagden het voor haar rechten op te treden; ook in het bekende Eiements of social science" heeft de schrijver op deskundige wijze over haar geschreven, doch tot heden is doorgaans verzuimd de romantiek te scheiden van de normale nuchtere sociale actie ten bate van de courtisane. Wie zal haar organiseeren? Wie zal tot haar komen, niet om haar z.g. op te heffen, niet om haar als gevallen vrouw" te be handelen, doch als begrijpend en medegevoelend socioloog. Deze laatste zou tot haar te zeggen hebben, verlost u van de romantiek, die men om u geweven heeft. Ontkent, dat anderen het recht hebben, op u den eersten steen te werpen. Schaamt u niet langer voor uw beroep, dat zijn nood zakelijkheid in deze maatschappij sedert de oudste tijden, ondanks ongeloofelijke ver drukking, met zulk een onuitroeibare levens kracht bewezen heeft. Tracht de wereld er van te doordringen, dat wat smadelijk de prostitutie" genoemd is, een oer-kracht is, een der instincten en der sentimenten, de menschheid ingeboren en als zoodanig recht heeft op erkenning en waardeering. Vereenigt u. Formuleert uwe eischen. Sticht een orgaan. Verzoekt de u welwillend ge zinden, die den moed bezitten zonder huichelarij te leven, voor uwe belangen op te komen. Ook voor u is de nieuwe eeuw, de nieuwe maatschappij gekomen. Wat u in de laatste jaren door een het vleesch ontkennend régime is aangedaan, behoort u tot vereenigd verzet aan te sporen. Organiseert u als klasse. Hoe is de toestand thans van de courtisane? De hoogere eischen, die het moderne leven aan man en vrouw stelt, of zoo gij wilt, de hoogere eischen die de moderne man en de moderne vrouw aan het leven stellen, hebben het aantal huwelijken aanzienlijk verminderd. Tot zelfs in de werkmansklasse is de leef tijdsgrens waarop huwelijken gesloten worden, vooruitgeschoven. Het aantal ge huwde lotelingen b. v. daalt met elk jaar. In de meer gegoede standen is de toestand zoodanig geworden, dat de man van veertig jaar nog een aantrekkelijke partij vormt. Wat de vrouwen uit dien stand aangaat, onrustbarend is het aantal harer, die onge huwd blijven en die van de wieg tot het graf onbekend blijven met wat toch het hoogste geluk van een mensch is, de liefde, de geestelijke maar k de lichamelijke. Een groot deel van de vijandelijkheid, die de moderne vrouw tegenover den man toont, vooral als zij boven een zekere leef tijdsgrens is gekomen, spruit voort uit onze uit het evenwicht gebrachte maatschappij, welke jonge, gezonde, normale vrouwen, met den wensch, om liefde te geven en te ontvangen, met den honger te voldoen aan haar instinct, kinderen ter wereld te brengen, dwingt tot kuischheid". Men spreekt zooveel van de misdadigheid van het indi vidu. Denkt men wel eens aan de mis dadigheid van de maatschappij? Elke vrouw, die huwen wil en niet daartoe de gelegenheid vindt, is een slachtoffer van de gemeenschap. Aan haar is een groote misdaad begaan. Als zij op haar eigen wijze de grenzen van het toegelatene verruimt, een getrouwden man kaapt", op de een of andere wijze in vrije" liefde gaat leven, tot perversiteiten komt, dan is dat vaak te beschouwen als reactie", als het verweer van de zwakkere. Wie de action", wie de daad in den weg staat, lokt de wan-daad en de mis-daad uit. De man kan straffeloozer dan de vrouw een surrogaat voor het huwelijk zich ver werven. Ik laat ditmaal de soort dergenen, die vaak alleen gedreven door zuinigheid, armoede of schrielheid, zich heimelijk met een gehuwde vrouw, met de vrouw van een ander, zich afgeven, buiten mijn betoog. Met deze, meest moeielijk te organiseeren prostitutie, houden wij ons niet bezig, omdat haar wezen te verscheiden is. De groote massa der mannen, die ongehuwd zijn, zien zich, het meerendeel met tegenzin,gedwongen zich af te geven met de courtisane. Daar staat zij dan en wacht hem af. Zij

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl