De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 24 augustus pagina 10

24 augustus 1913 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 24 Aug. '13. - No. 1887 ontvangsten der Mij. over het op 30 Juni j.l geëindigde boekjaar ca. $ l milioen minder nebben bedragen dan het voorafgaande jaar Overigens behoeft men zich daardoor speciaal ten opzichte van deze op soliede wijze geleide onderneming, geen angst te laten aanjagen; na betaling van alle vaste lasten, dividenden n.l. en na behoorlijke af schrijvingen kan alsnog een bedrag van ca. $ l milioen bij het surplus worden gevoegd. Waar wij echter op wilden wijzen is, da n de wrijving tusschen Mexico en de Ver Staten n de nieuwe actie van het Turksche leger mede oorzaak waren, dat de NewYorksche markt in de eerste plaats van mindere standvastigheid blijk gaf, terwij de bedenkelijk inkrimpende omzetten er op wijzen, dat de belangstelling verflauwt. Ook de oogstberichten uit de Unie zijn minder bevredigend; de hitte schijnt in som mige Staten enorme schade aan het te velde staande gewas te hebben toegebracht en zulks is in dezen tijd des jaars steeds voor de markt een factor van beteekenis. Zeer waarschijnlijk is het, dat de goede stemming in Wallstreet eerst recht doorbreekt, als eens met Mexico is afgerekend m.a,w. als aan de eischen van de regeering te Washington, zooals die volgens mededeeling van Huerta zijn geformuleerd, is voldaan. Men kan van hier uit geenszins beoordeelen of die eischen billijk zijn, doch zij bedoelen ongetwijfeld herstel van een nor malen staat van zaken in deze midden-Amer. republiek. En in zooverre is het optreden der Ver. Staten zeer gewenscht, want het gaat niet aan, dat een staat, die sinds jaren geheel is ingeschakeld in het moderne economische leven, in welken dus velen groote econo mische en financieelen belangen hebben, evenals vór honderd jaren bij pronunciamento's het geval was, een onafzienbaren tijd ten prooi blijft aan geweldenarijen van bandieten en struikroovers. Hoezeer de economische toestand van Mexico in dit jaar is verslechterd, toont de statistiek aan van de uit de haven van Tampico verzonden ertsen; deze bedroegen gemiddeld 12000 tons per maand, in Sep tember van het vorige jaar resp. 16500 en in December 14000 tons. Daarna daalde die uitvoer echter sterk, zooals uit de volgende cijfers blijkt: Januari 8700 tons. Februari 10300 Maart 7050 April 6000 Mei 8200 tons. |uni 4375 2500 i»11, i Juni Juli De mijnwerken liggen voor 't grootste deel stil, voornamelijk omdat de regeering den invoer van dynamiet tegengaat, daar dit in handen der opstandelingen zou kun nen vallen, welke reeds honderden spoor wegbruggen in de lucht hebben doen sprin gen en waardoor deze ook het verkeer tus schen de hoofdstad en de Amerikaansche grens sedert maanden volkomen hebben doen stilstaan. Onder deze omstandigheden is het ook verklaarbaar, dat de Mexicaansche valuta hoe langer hoe scherper is gereageerd en de dollar derhalve ongeveer 93 ets. noteert, terwijl de normale koers ca. f 1.23 is. Zoo wij zeiden, was de hausse-tendenz in Wallstreet tot staan gekomen en alhoewel de koersen der voornaamste soorten niet bepaald scherp terugliepen, zijn tot over de gehèele linie koersverlagingen te constateeren. De kortstondige, scherpe rijzing in Wabashwaarden verkeerde even schielijk in een reactie tot ongeveer het vroegere niviau. In verband met een en ander verflauwde ook hier ter beurze de belangstelling merk baar en trokken daar tegenover sommige locale waarden meer de aandacht. Vooral was dit het geval met de Petroleurn-waarden, welke onder leiding van de Koninklijke in den loop dezer maand een aanzienlijk koersavans hebben behaald, in verband met de verhooging der petroleumprijzen in Indië, welke in n maal 35 ets. of^'10 pCt. zijn opgeslagen. Bovendien heeft bij een besluit der Ned. Ind. regeering, ingaande l Juli 1913, alle fabriekmatig aangewende petrolem, zoomede de voor een dezelfde doel bestemde derivaten, vrijdom van accijns gekregen en ofschoon zulks voor een bedrijf als dat der Koninklijke, waarbij slechts een gering deel der olie voor bovenstaande doeleinde wordt benut, niet al te breed behoort te worden uitgemeten, komt dat besluit toch in elk geval ook aan haar ten goede. Van beteekenis was verder het officieele bericht van den aankoop door den Koninklijke-Shell combinatie van de California Oilfields Cy. voor . 400000-aandeelen Shell op een koersbasis van 550 pCt. Daar door de combinatie alle transacties in verhouding van 40 : 60 worden vereffend, zal de Shell dien koop met 160000-harer aandeelen en de Koninklijke met 240000Snell's betalen, welke aan hare portefeuille zullen worden onttrokken. En aangezien de Koninklijke de in haar bezit zijnde aandeelen Shell voor 272V2 pCt. op de balans heeft paraisseeren, maakt zij op die 240,000.?aandeelen, die op een basis van 550 pCt. worden verkocht, eene boekwinst van circa ? 8 millioen. Natuurlijk is de uitbreiding van de belan gensfeer der Koninklijke-Shell van groot ge wicht voor deze combinatie; California heeft zich in de laatste jaren op petroleum-gebied sterk ontwikkeld en van de totale productie in 1912 a 13 millioen ton heeft de boven genoemde maatschappij voor circa 600,000 tons bijgedragen. Vermoedelijk acht de combinatie, dat zij dit cijfer door eene energische exploitatie aanzienlijk zal kunnen opvoeren en schijnt zij ook zeer veel gewicht aan de overneming van deze maatschappij te hebben gehecht, want oogenschijnlijk zijn de aandeelen der Californian Oilfields duur betaald. Het aandeelen-kapitaal der Company be draagt n.l. & 400,000.?, waarvoor 400,000. aand. Shell a & 5'°en l in contanten wordt verstrekt, zoodat zij met JB 6'°of 650 pCt. worden betaald, terwijl het laatste dividend 30 pCt. bedroeg. Wellicht is in dien prijs de overwinning op de Standard Oil Cy. begrepen, want tot heden verkocht de Californian hare ruwe olie aan deze maatschappij. Ook de koersen der petroleum-waa rden echter konden zich niet op het hoogste niveau handhaven, zij het dan met uitzon dering van die der Russian Petroleum Cy. in verband met de stijgende olieprijzen in het Bakoe-district, gevolg van de af nemende productie der terreinen, welke niet op nor male wijze wordt aangevuld. Ook Steaua's hadden een vasten grond toon in verband met dividend-aankondiging van 10 pCt. (v. j. 9 pCt.) Verschillende rubber-aandeelen wijzen ver beteringen aan. Tabakken daarentegen waren meerendeels iets zwakker van houding. Cultuur-aandeelen verheugden zich in meerdere belangstelling, waardoor niet on aanzienlijke koersverbeteringen tot stand kwamen sedert den aanvang der vorige week; met name profiteerden hiervan de aandeelen en winstbewijzen Vorstenlanden, die der Handelsvereeniging Amsterdam, Ned. Ind. Handelsbank e.a. Mijnaandeelen hadden een vrij onbeduidend verloop, Great Cobar's moesten weer eenige procenten van het behaalde avans prijsgeven, Singkep tin reageerde iets en Oost Borneowaarden waren prijshoudend. Dit laatste kan ook van Scheepvaart-waarden worden geconstateerd; de oneenigheid tusschen de Hamburg Amerikalijn en de Norddeutsche Lloyd, noch ook de vinnige concurrentie van de Canadian Pacific, waren van invloed op het koersverloop van de aandeelen der Holland Amerikalijn. Trouwens, beide groote ondernemingen, zoowel als de Marinetrust zijn bij haar geïnteresseerd en haar eigen vervoer moet, naar wij vernemen, schitterend zijn. Beleggings-waarden varieerden weinig; prolongatie-rente, welke tot 4% pCt. werd genoteerd, daalde daarna eene fractie. 22 Aug. v. D. M. De Balkan-oorlog en de groote Europeesche Staatsfondsen De vrede van 7 Augustus 1^13 heeft een einde gemaakt aan een tweeden Balkan oorlog. De eerste Balkan-oorlog heeft negen maanden geduurd, de tweede nauwe lijks zooveel weken, maar het uitbreken er van was een te pijnlijker verrassing even als het verloop van dezen broeder-oorlog." Toen het, nadat de bondgenooten gemeen schappelijk den Balkan van de Turksche overheersching hadden bevrijd, tot een niet minder verwoeden en verwoestenden strijd kwam tusschen de bevrijders, werd niet an ders verwacht of de Bulgaren, die men reeds als de Pruisen van den Balkan" was gaan beschouwen, zouden gemakkelijk de over winning behalen over hunne ontrouwe mede-strijders voor de heilige zaak. Al spoedig bleek het tegendeel: Serviërs en Grieken behaalden de eene zege na de andere tot niet geringe verbazing van Wes telijk Europa. En toen Rumenië zich in den strijd mengde en de Turken Thracië op nieuw binnenrukten en Adrianopel hernamen, was het lot van Bulgarije beslist. Blijkbaar hebben de Bulgaren, door het aanvankelijk succes overmoedig geworden, zichzelve overschat en zich gevleid met de hoop, in het uiterste geval op de hulp van Rusland te kunnen rekenen. Maar die hoop bleek ijdel: de groote Tsaar liet zijn kleinen collega aan zijn lot over. Eén resultaat is echter zeker: zonder Europa is thans de Oostersche kwestie, die zoovele jaren lang de naijverige groote mogendheden in spanning heeft gehouden, opgelost, de Balkan is niet meer Turksch gebied en de West-Europeesche regeeringen hebben er den invloed van vroeger verloren. Zij mogen de overeenkomst, thans te Bucharest gesloten, in een of ander ondergeschikt punt wijzigen, evenals zij het indertijd met iet verdrag van San Stefano hebben gedaan ti den toestand van thans, door den Balkan-oorlog geschapen, zullen zij niets meer kunnen veranderen. Het feit, dat de tweede Balkan-oorlog heeft kunnen uitbreken, bewijst overigens genoeg zaam, hoezeer men het panslavisch gevaar leeft overschat. De alslavische broederschap leeft slechts geduurd, zoolang men elkander loodig had en niet langer. Zelfs het heilige Rusland, dat Bulgarije in het leven ge roepen had en Servië alsmede Griekenland aren lang beschermd heeft, liet ze in den steek, dank zij den naijver tusschen triple entente en drievoudig verbond. Het panslavisme is gebleken een utopie e zijn, waarover men zich niet meer bezorgd behoeft te maken. 7 Augustus 1913 is een historisch gedenk waardige dag geworden, waarop een verleden, een tijdperk van 5 eeuwen, is afgesloten. Thans zijn we een nieuw tijdperk inge reden, een van economische ontwikkeling. Thracië, Macedonië, Epirus en Albanië zijn gedurende de Turksche overheersching :conomische woestenijen geworden. In al die gebieden moeten straat- en spoorwegen, hospitalen, kerken, scholen, openbare werken, ambtelijke gebouwen en nog veel meer komen. De jonge Balkan-landen te helpen dit alles tot stand te brengen door het ver schaffen van de noodige kapitalen, zal thans de taak zijn van West-Europa. De regeerin gen van die thans vergroote Balkan-Staten zullen nu moeten toonen of zij, die door militaire eigenschappen de wereld hebben verbaasd, evenzeer bekwaam genoeg zijn in het uitvoeren van den vredes-arbeid, of zij beschaving kunnen brengen, waar deze eeuwen lang is verwaarloosd. Die taak zal zwaarder blijken te zijn dan het verbranden en verwoesten van steden en dorpen en het uitmoorden van de bewoners daarvan. Maar in menig opzicht heeft West-Europa zijn deel gehad in de nadeelen van dezen Balkan-strijd, die sedert October 1912 tot het begin dezer maand met zooveel verbittering is gestreden. De z.g. groote Europeesche Staatsfondsen hebben in ruime mate de ongunstige terug werking daarvan ondervonden. Geleidelijk zijn de koersen gedaald tot een niveau, in tientallen jaren niet bereikt, somtijds zelfs tot een zólagen koersstand, als nog niet was voorgekomen. Na de daling van 1912 ging de teruggang steeds verder, totdat midden-Juli 1913 een herstel plaats vond, dat vooral van betee kenis was voor de 3 pCt. Fransche rente. En toen dit herstel verdere vorderingen maakte, nam ook het vertrouwen in het behoud van den Europeeschen vrede toe en werd men in het vooruitzicht op den naderen den vrede tusschen de broedervolken van den Balkan meer en meer gerustgesteld. Deze koersbeweging was aldus: 1913 pCt. 16 Juni 84.07 9 Juli 83.35 15 84.02 19 Juli 30 . 31 2 Augustus 4 84.65 85.62 86.10 86.80 87.45 De laatste koersstand van 9 Juli 1.1 (83.35 pCt.) was in de laatste 24 jaren niet voorgekomen, nl. sedert 1889 niet, toen de Fransche rente tot 82Vs pCt. was gedaald In nagenoeg n maand is thans een herstel van ruim 4 pCt. verkregen, maar niettemin is de verbeterde koers nog steeds lager dan het laagste niveau van 1912, toen zelfs in de meest be wogen politieke tijden de noteering nog 88 Y* pCt. is geweest, na zich het jaar te voren nog op ongeveer 931/4 pCt. te hebben bewogen. De tijden van 1897, toen de 3 pCt. Fransche rente tot ruim 5 pCt. boven den pari-koers was gestegen, zullen voorloopig wel niet weder aanbreken. De 2l/2 pCt. Britsche Consols zetten in de eerste helft van dit jaar de dalende richting van 1912 tot circa 72 pCt. voort een koers zólaag, als in de geschiedenis van dit staatsfonds nog niet was voorge komen. Na 28 Juli 11. trad echter herstel in, maar bij lange na niet in een zoo belangrijke mate als voor het Fransche staatsfonds. Op 31 Juli 11. was de noteering der Britsche Consols nog slechts 73154 pCt., zoodat het herstel van \% pCt., na den belangrijken teruggang, nog zeer bescheiden is. Maar van nog geringere beteekenis is de koersverbetering, die de 3 pCt. Duitsche Rijksleening en Pruisische Consols in den laatsten tijd hebben ondergaan. Deze hadden op 4 Juli 11. het laagste niveau, nl. 73.8 pCt. circa, bereikt, waarop tot dusver slechts gering herstel, n.l. tot 74V2 pCt. circa, is gevolgd. In de laatste week is de houding der Oostenrijksche en Hongaarsche rente vaster geworden en de koersbeweging rijzende tot 82 a 82 Vj pCt. In meer belangrijke mate is de koers der Italiaansche rente opwaarts gegaan, waar voor in de eerste week dezer maand een herstel van ongeveer 5]4 pCt. te vermelden was. Wat nu de financieele hulp betreft door Europa te verstrekken aan de BalkanStaten voor de uitvoering der vredes-werken, ook op dit gebied zijn nog donkere wolken hangend gebleven. De vrede is wel gesloten, maar niet verzekerd: in zijn mededeeling aan het leger heeft Ferdinand van Bulgarije het duidelijk genoeg gezegd, men kan zich op een revanche-oorlog voorbereiden. En om daarvoor de millioenen te leenen, zal Europa zich nog wel eens ernstig be denken. 22,8 '13. V. D. S. Stemmenstatistiek In Het Volk" van 19 Augustus berekent mr. W. A. Bongerinprocenten de toeneming en afneming der stemmen, in vijf achtereen volgende verkiezingsjaren uitgebracht resp. op de kerkelijke, liberale en sociaal-demo cratische partij. Hij verdeelt daartoe de stemdistricten in zes groepen, naar gelang van den invloed, welke het platteland en de stadsbevolking uitoefenen op de verkiezingen. De eerste groep omvat de groote steden Amsterdam, Rotterdam, den Haag, Utrecht, tezamen 19 districten, waar de invloed van het platteland niet bestaat. Wij hebben de cijfers, die de statisticus opgeeft omgezet in, voor het gezicht duide lijker, graphische voorstelling. (De kruisjeslijn stelt voor de rijzing of daling der kerkelijke stemmen, de streepjeslijn die der liberale, de rechte lijn die der sociaal-democratische). J897, J901 i 1905, 1909, 1913, Groep twee omvat de districten, waarin de steden Arnhem, Groningen, Haarlem, Leiden, Nijmegen en Tilburg, alle gemeen ten van 50.000 totïlOO.OOO inwoners. In deze districten komt de invloed van het platteland zoo goed als niet in aanmerking. 1901 1905 1909 1913 1897 .1901, J905, ,1909, J9I5, KUT De derde groep wordt gevormd door districten met n stad van 30.000 tot 50.000 inwoners, waar het platteland dus een onder geschikte rol speelt. Het zijn de districten Apeldoorn, Delft, Dordrecht, Enschedé, 's-Hertogenbosch, Hilversum, Leeuwarden, Maastricht, Schiedam en Zwolle. 80 60 20 10 O In de vierde groep zijn saamgebracht de districten, waarin n gemeente voorkom met 20.000?30.000 inwoners, en in hetwelk het platteland reeds een aanmerkelijken invloed bezit. Dit zijn de districten Alk maar, Amersfoort, Breda, Deventer, Emmen Gouda, den Helder, Middelburg en Zaandam J697. ,1901, ,1905, .1909, ,1915, IOÖT 70 60 40 Groep vijf omvat 32 districten, alle met n gemeente van 10.000?20.000 inwoners. Het platteland heeft hier dus overwegenden invloed. Het zijn de districten Almelo, Assen, Bergen op Zoom, Beverwijk, Doetinchem, Dokkum, Ede, Franeker, Gorinchem, Gulpen, Haarlemmermeer, Harlingen, Helmond, Hoogezand, Hoorn, Kampen, Katwijk, Meppel, Oosterhout, Rheden, Roer mond, Schoterland, Sliedrecht, Sneek, Tiel, Tietjerksteradeel, Veendam, Weert, West stellingwerf, Winschoten en Zutphen. 1897 1901 1905 1909, 1915, 90 80 70 60 De laatste groep bevat 24 districten, waarin geen enkele gemeente zich bevindt van 10.000 inwoners. Deze plattelandsdistricten zijn: Appingedam, Bodegraven, Breukelen, Brielle, Druten, Eindhoven, Eist, Enkhuizen, Goes, Grave, Hontenisse, Lochem, Loosduinen, Ommen, Oostburg, Ridderkerk, Sittard, Steen wijk, Veghel, Waalwijk, Wijk bij Duurstede, Zevenbergen, Zierikzee en Zuidhorn. 1837 1901 1905, J909 1915, in ftn CW 7D U ^n JU 'in IU *,n fi -u 10 n ....»? _ ^ _ +-> -, Dat een fabriekscentrum als Eindhoven al dus gerekend moet worden onder het platte land, maakt deze statistiek, alsalle statistieken, eenigszins onzuiver. Maar daar weegt tegen op, dat Tietjerksteradeel (behoorende tot groep V) een agrarisch district is. Een zeer treffende opmerking maakt de schrijver over de verschuiving, die in het kiezerscorps geregeld plaats vindt. Wij nemen die in haar geheel over: Daarnaast moet een andere zijde niet vergeten worden. Veel te zeer spreekt men van het" kiezerskorps en wekt den schijn alsof dit, afgescheiden van de nieuwe kiezers, uit dezelfde personen bestaat als bij een vorige verkiezing. De sterfte-statistiek leert natuurlijk wel anders. Er sterven ia Neder land per jaar ongeveer 25.000 mannen boven 25 jaar, dus in 4 jaar ongeveer 100.000. Gesteld onder deze gestorvenen ware de percentage der kiezers even hoog als die in het algemeen m.i. een te lage schat ting dan verdwijnen er in iedere vier jarige periode hierdoor ongeveer 64.000 kiezers. De statistiek der sterfte in verband met den leeftijd wijst uit, dat dit voor het overgroot deel personen boven 50 jaar zijn, n.l. ongeveer 46.000. Voor alle partijen, die op het verleden steunen, dus telkens een ernstig verlies onder de kiezers van 50 jaar en daarboven zullen geen 18, doch hoogstwaarschijnlijk slechts enkele procenten sociaaldemokratisch kiezen. Wil een partij dus niet achteruit gaan, dan moet zij eerst dit verlies remplaceeren, en dan nog een verdere vermeerdering verkrijgen, die ge lijken tred houdt met de kiezerstoename. Wie geen steve werfkracht heeft, verliest dus aan twee kanten." * # # Puzzle Bij een overzetplaats aan een rivier ont moeten elkaar zes menschen, drie van rijzige, slanke gestalte en drie anderen, dik en kort van postuur (zie de teekening). III Aan den oever ligt het bootje, dat hen naar de overzijde zal brengen, doch niet meer dan twee personen tegelijk kan dragen. Hoe zullen de dikke en dunne lieden daarmee het water over geraken, zonder dat n der partijen op een der oevers de sterkste wordt, het luttele oogenblik van het overstappen niet meegerekend. Na het overzetten moeten zich alle per sonen tegelijk aan den overkant bevinden. Wie ziet kans, aldus het overbrengen der personen in een beredeneerd antwoord te doen geschieden? Oplossingen worden ingewacht door M. J. p. a. Red. Amst. Wbl. v. Ned Keizersgr. 333 Damspel «?NlHllllllllllltMHIIHIMMIMMIMHMIIIIIIIHMMIIIIIIIIIHmi4IIIIIHIIMMH*t 10e Jaargang 24 Augustus 1913 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 152, Amsterdam ' Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ONZE CURSUS Thans volgen een paar typeslagen die de moeite van de bestudeering ruimschoots loonen. Bovendien is het spel van weers zijden volstrekt niet onnatuurlijk, zoodat het van groot nut is deze slagen te kennen. Wij plaatsen maar weer alle schijven op het bord en spelen als volgt: Wit Zwart l. 32-28 20-25 2. 37-32 19-24 3. 34-30 25:34 4. 40:20 15:24 5. 39-34 13-19 6. 34-30 18-23 7. 30-25 12-18 8. 31-27 17-21 9. 41-37 21-26 10. 47-41 11-17? Nu is de slagzet mogelijk. ZWART WIT 24:35 23:34 16:27 11. 35-30 12. 33-29 13. 27-21 14. 32:23 Een uitruil van 3 voor 3 waarbij wit later schijf 34 wint wat zwart niet beletten kan. Het aardige in dezen slag is, dat niet onmiddellijk, doch eerst na den slag een schijf gewonnen wordt. Het is nog niet zoo eenvoudig dergelijke verwikkelingen in de partij te zien. Daar deze typeslag zeer leerzaam is, geven wij nu de toepassing voor zwart. Dit is het goede in den leergang van Leclercq, dat hij bij de ingewikkelde slagen steeds de toe passing voor beide kleuren geeft. Wit Zwart 1. 31-26 19-23 2. 32-27 17-21 3. 26:17 11:31 4. 36:27 14-19 5. 38-32 10-14 6. 34-30 12-17 7. 30-25 17-21 8. 33-28 21-26 9. 40-34 20-24 10. 39-33 Gij ziet het, ongeveer dezelfde stand als n het vorige voorbeeld met verschil echter, dat nu zwart de slag uitvoert. ZWART WIT 10. 16-21 11. 27:16 18-22 12. 28:17 24-30 13. 35:24 19:28 Om later schijf 17 te winnen, hetgeen wit evenmin kan beletten. * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl