Historisch Archief 1877-1940
21 Sept. '13. No. 1890
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De kiesrechtbetooging der vrouwen op het Binnenhof.
VROUWENRUBRIEK
?HHHtlHmHMIIHIIIIIIIIIIIllIlHlllllllltllllllllllllllllllllliiiillllililiiilllll
De vreedzaamst denkbare
Vrouwenkiesrechtbetooging verboden
De Haagsche burgemeester, die naar boven
zoo onderdanig en naar beneden zoo auto
ritair was om eene vreedzame betooging voor
Algemeen Kiesrecht op den dag der Kamer
opening vorig jaar te verbieden (wat aan
de zaak van het Alg. Kiesrecht geen schade
gedaan heeft), en die nog kort geleden door
de schoolmeesterachtigheid, waarmede hij
ongevaarlijke vredes-congressisten toesprak
de ironie van den president dezer pacifieken
op zijn hals haalde, heeft thans zichzelf
overtroffen. Gelijk men weet riep een dames
comitéde Nederlandsche kiesrechtvrouwen
op, om door haar zwijgende tegenwoordig
heid op het Binnenhof den dag na de
Kameropening aan de leden der Staten-Generaal
in de herinnering te roepen, dat tot heden
in de Nederlandsche volksvertegenwoordi
ging de vrouw hare representanten niet heeft.
Te goeder naam en faam bekende vrouwen
hadden den oproep gedaan. Mevrouwen
Baerveldt-Haver, Versluys-Poelman, Van Wulfften
Palthe, freule Wichers en de dames Drucker
en Vferwey Mejan zijn tot heden niet bekend
als gevaarlijke aanstichters van min of meer
misdadige woelingen. Zij hadden den
Haagschen burgervader verzocht op Woensdag
17 September te twaalf ure op het Binnenhof
te mogen komen teneinde," zooals zij hem
schriftelijk hadden medegedeeld, door ons
UIT DE NA TUUR
DXLV. Goud-slakken
Als iemand mij een paar maanden geleden
gezegd had, dat ik nog eens een opsteljin
de Groene zou schrijven met dezen titel,
zou ik hem ongeloovig hebben aangekeken.
En ik durf wel om een aardig ding wedden,
dat geen tien van mijn lezers, weten wat dat
voor dingen zijn. Goudvisschen, goud-aal,
goud-zeelt kent iedereen, een gouden-tor is
een bekend speeldiertje, dus on-natuurhis
torisch klinkt het woord niet; niettemin had
ik voor eenige weken nooit van een goudslak
gehoord nog veel minder er een gezien; en
toch kende ik de dieren heel goed, ja eigenlijk
waren zij het hoofddoel van mijn reis; nu
heb ik er een klein doosje vol van thuis.
Ze zijn afkomstig uit een steen- en pan
nebakkerij, een Ziegelei in een klein W
rtemburgsch stadje, waar ik een deel van
mijn zomervacantie heb doorgebracht.
U zult misschien vragen, hoe een natuur
vriend er toe komt zoo ver weg te gaan,
om in een steenbakkerij slakken te gaan
zoeken. Zoo'n fabriek is in den regel, voor
een Nederlander althans.iets heelalledaagsch,
en slakken zijn er ook bij ons genoeg.
Toch, ge kunt me gerust gelooven: die
steenbakkerij van Reutlingen daar ginds in
het Schwabenland, is voor mij een van de
meest poëtische plekken geworden, die ik
ooit betreden heb, en waar ik nog lang met
genoegen aan denken zal. En wat die slak
ken betreft, daarop zou ik een mooi gedicht
maken, als ik het kon, Ze zijn het waard,
al zijn het heelemaal geen slakken.
Wij waren namelijk op de
ammonietenjacht. Ieder die maar een klein beetje aan
aardkunde of geologie gedaan heeft, of die
wel eens van petrefaeten-verzamelen heeft
gehoord, die weet ook, dat ammonieten in
palasontologie zoo ongeveer, in ideeële
waarde, gelijk staan met de orchideeën in de
botanie; het woord wekt gedachten aan
het fijnste en edelste in zijn soort, dat je
vinden kunt.
In ons land nu zijn deze desiderata zoo
goed als niet te bereiken, al gaat men zoeken
op plaatsen, waar een stukje aarde bloot
kwam te liggen, dat vele duizenden eeuwen
geleden werd gevormd. Ook nabij onze
grenzen komen ze uiterst zelden voor; of
op zulke diepten, dat alleen bij boringen en
uit mijnschachten, zoo nu en dan een brokje
ervan aan het licht wordt gebracht; en dat
verhuist dan dadelijk naar een museum of
een particuliere collectie.
Om het doel van de reis te bereiken,
ammonieten te leeren kennen op de plaats
waar ze geleefd hebben, ze zelf ook eens
met eigen hamer uit het oeroude graf te
kloppen, dat ze zoo ondenkbaar lang ver
borgen hield, moesten we wel een verre reis
maken; naar de Jura, het klassieke
ammonietenland; het liefst naar de Schwabische,
waar ze, zooals het in sommige oude boeken
heet, voor het oprapen liggen; of waar je
er, volgens andere schrijvers, geregeld over
stil en zwijgend daar-zijn den Kamerleden,
die aan hun wetgevenden arbeid gaan be
ginnen, te herinneren aan het bestaan van
Nederlandsche vrouwen, wier wensch het
is in den waren zin des woords als burger
essen van Nederland te worden aangemerkt,
met alle rechten en plichten aan staatsbur
gers toegekend en opgelegd."
Is er onschuldiger en waardiger manifes
tatie denkbaar? Welnu: er kwam officieus
antwoord: dat de heer burgemeester wei
gerde. Welk politieagenten-doorzicht, welk
bekrompen machts-gevoel, welke
reactionnaire opvattingen moeten een burgemeester
der Hof-stad bevangen hebben.dat hij dezen
stoet van beschaafde vrouwen op zoo onhof
felijke wijze bejegent? Politieagenten-door
zicht: want hij kijkt niet verder dan het
dadelijk tegengaan; bekrompen machtsgevoel:
hij verwaardigt zich niet eens officieel en
gemotiveerd te antwoorden; reactionnaire
opvattingen: hij onthoudt aan deze vrouwen
wat eigenlijk algemeen als een burgerrecht
wordt gevoeld.
Het zal zulken heeren als deze Burgemeester
langzamerhand wel gaan opbreken, dat zij
zich zoo weinig urbaan en zoo weinig demo
cratisch gedragen. Het is niet te verwachten,
dat zij er in slagen zullen door hun gedrag
van onze kiesrechtverlangende vrouwen
suffragettes te maken, maar dat zij, indien
het hun lukte, er alle eer van hadden, dat
zal niemand ontkennen kunnen.
w v f£l
loopt, daar ze zelfs in de straatsteenen zitten.
Nu had ik vroeger al een paar maal het
geluk gehad er zelf een te ontmoeten; de
eerste ammonshoorn, die ik buiten boek of
museum tegenkwam, zat in een rotsblok in
Zwitserland. Het was op dezelfde woeste
bergpas, die Schiller in zijn Wilhelm Teil
bedoelt, de Surenenpas, waarover men van
Engelberg naar Altorf kan trekken.
Bij het botaniseeren en het zoeken naar
de zwarte landsalamander, keerden wij met
vereende krachten een kalkbrokomjendaar
stond overwachts voor ons, als op de rots
geteekend: de zonnesteen", de raadsel
achtige indruk van een antiek zonnefiguur
met stralen, die in de oude tijden zooveel
kinderlijke geesten aan het fantaseeren heeft
gebracht. Ik heb toen natuurlijk geprobeerd,
een stuk van het blok met den
ammonietenafdruk er in, machtig te worden; een uur
lang werken met harde keien en met het
plantenschopje, een hamer ontbrak op
dat moment, had geen ander resultaat
dan een gewonde vinger, en een paar on
kenbare scherven van de begeerde zeldzaam
heid. Ik wist toen nog niet, dat het een
gewone aardigheid was van
ammonietenafdrukken, om, juist als ge ze bijna uit den
steen geklopt hebt, in stukken uiteen te
springen, of ten minste precies door midden
te barsten. Mijn tweede ammonshoorn vond
ik niet ver van het Teutoburgerwoud als
een gerold en afgesleten keisteentje, in een
bergbeek, tusschen het grint; ook verderop
troffen wij nog een goed kenbaar brokje aan,
dat in den zwarten kleioever stak.
Daarmee was ik toen al blij als een kind;
en de vondst maakte het verlangen nog
sterker, om nog eens een excursie te doen
naar het echte rijke ammonietenland dat
Schwabische Jura heet; daar alleen bestond
kans, gave ammonietenschelpen te vinden,
ook buiten den onwilligen, harden steen.
Wel verzekerde mij verleden jaar een
kennis, dat ik veel te oude boeken moest ge
raadpleegd hebben; immers hij haddeheele
Alb doorwandeld, en geen enkelen ammoniet
meer kunnen vinden. Want alles wat bloot
kwam, werd er sedert jaren dadelijk opge
raapt; de boeren en de steenkloppers weten
er alles van, ze kennen de waarde van elk
fossiel; en in zwermen van honderden ko
men de studenten, biologen en technici, uit
Tübingen, Stuttgart, van heel
Noord-Duitschland en ook uit het buitenland, er al de
brokjes en scherfjes weghalen, die de landslui
zelf voor te weinig van waarde houden, of als
onverkoopbaar laten liggen.
Door zulke overdrijvingen naar twee kan
ten laat ik mij tegenwoordig niet meer heen
en weer jagen. Iedereen begrijpt trouwens
wel, dat voorwerpen van groote natuur
historische waarde nergens meer zoo maar
in massa's voor het oprapen liggen; althans
niet op plaatsen, die per trein te bereiken
zijn, en stellig niet waar het gave, en niet
algemeen voorkomende, fossiele objecten
betreft. Immers alle musea in Europa en
Amerika en ook al in Japan trachten hun
collecties versteeningen zooveel mogelijk
Allerlei
Teinf
De teint" is een onontbeerlijke factor voor
de schoonheid van 't gelaat, en dus heel wel
de moeite waard, dat men er een weinig
moeite voor doet.
De opgaven intusschen, welke de toilet
kunstenaars ons stellen, zijn somtijds geducht
zwaar. Ik lees o. a., dat men de gelaatstint
fraai en frisch kan houden door steeds te
slapen in helder rood licht. Dit licht toovert
roosjes op de wangen, maakt de huid glad
en soepel, en schenkt aan het gelaat
frischheid en nieuwe jeugd...
Er is evenwel een tamelijk kostbare in
richting voor noodig, om de proef met deze
schoonheidskuur te nemen, die lang niet
voor iedereen bereikbaar is.
Men zegt, dat het zachte, roode licht ook
den rustigen slaap bevordert, en dus aan het
geheele lichaam veerkracht en gezondheid
schenkt.
Naalden en spelden
Ik heb er wel eens over gedacht, wat er
toch worden zou van die duizenden naalden
en spelden, en Kaarspelden, die ons dagelijks
door de vingers glffJpen, en die we zelfs in
onze kamers soms nimmermeer terug vinden.
Een Deensch chemist geeft in een tijd
schrift, dat mij dezer dagen in handen kwam,
mij ongezocht antwoord op deze vraag. Hij
heeft aan dergelijke gebruiksvoorwerpjes een
speciaal onderzoek gewijd, en is door
aaraan te vullen, en betalen zoo noodig veel
geld, ook voor schijnbaar onbeduidende
brokstukjes.
Daar staat tegenover, dat iemand, wien het
niet in hoofdzaak om het verzamelen en
bezitten van rariteiten te doen is, maar om
de kennismaking ter plaatse en het genot
van het zoeken en vinden dat zoo iemand
onder het niet begeerde door deskundigen,
in den regel nog al eens aardige dingen
aantreft; die hebben, omdat ze nieuw voor
hem, den amateur, zijn, net zooveel waarde,
als de rariteiten die voor de musea gezocht
worden. Ook wat niet gaaf genoeg geacht
wordt, om in een vitrine te worden geëtaleerd,
een schelp b.v. die de kenmerkende
ribbetjes op den rand of de uitsteeksels op het
slot mist, waardoor het determineeren tot op
de soort onmogelijk is geworden, zoo iets is
nog altijd mooi genoeg voor iemand, die al
best tevreden is, als hij in de vondst het
genus herkennen kan.
En dan, ook de scherpzinnigste professor,
met studenten op excursie, al was het Fraas
zelf, loopt wel eens wat moois voorbij;
bovendien heeft zoo'n bende bijna altijd
haast.Zij kloppen de bergen stuk; maar laten de
brokken ongespleten, als gauw per tram of
trein de volgende vindplaats moet gehaald
worden. Het is mij al een paar keer gebeurd,
dat ik juist Siankwam opeen beroemde plek,
terwijl zoo'n excursie uiteen groeve wegholde.
Dan heb je wel een beetje het gevoel, van
een jakhals te zijn, die op de restanten van
het leeuwenmaal afkomt; echter, de buit is
vaak niet kwaad, en wij Hollanders weten wat
het is, te roeien met de riemen, die men heeft.
Zoo'n groot opgezette officieele geolo
gische excursie heeft dikwijls een aantal
plaatselijke wegwerkers en steenhouwers in
dienst, die op de gewenschte plekken de
harde aarde een halven meter diep tot boven
aan den heuvel open hakken; zoodat de
studenten honderden zware brokken voor de
voeten rollen; maar de heeren en dames
weten ook, dat een Rucksack vol steenen, in
een heuvelland, op den duur zwaar kan
worden; vooral wanneer de weg naar het
station warm en ver is; voor zorgvuldig
uitkloppen op de plaats zelfs laat de leider
hun meestal geen tijd, en daarvan profiteeren
dan de werklui; en ook wel eens de
naschuimers zooals wij.
Ook leert men al doende de middeltjes
kennen, om de nog goede, oude en eventueel
nieuwe vindplaatsen te ontdekken. In den
eersten tijd liep ik als een blinde door het
land en zag en vond haast nooit iets fossiels;
maar langzamerhand heb ik gemerkt, dat
mijn collega's, de schoolmeesters, bijna overal
de beste leveranciers van de musea en
somtijds de wegwijzers van de geologische
professoren zijn. Die Herren Lehrer en
ze hebben schoon gelijk zijn niet bijster
gesteld op concurrentie, zoodat er bij zijn,
die je heel beleefd met een kluitje in het
riet sturen.
Toch heb ik er ook wel onbaatzuchtigen
onder aangetroffen, die mij persoonlijk den
weg wezen; dat moet ik dankbaar erkennen.
MAGAZYM..DEBYEMKORF"
(HULPGEBOUW)
DAMRAK
STEEDS HET MIEUWSTE OP GEBIEDT DAMES-MODE ER CONFECTIE
KWALITEIT GOED, SORTEER1I1G GROOT, PRIJS BILLIJK.
OPENING HERF5TEnWINTERSEISOEfi
llllllllllllllllllllllinillMnillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllMlllltllllltlllllllMIIMItHIIIIII
dige proeven tot de conclusie gekomen, dat
de spelden, naalden en haarspelden in
werkelijken zin verdwijnen. Hij heeft een speld
in een vloerkleed gestoken, een naald in
een grasperkje van zijn tuin gelegd, een
haarspeld onder een klein bergje zand be
graven, en toen is gebleken, dat deze
voorwerpjes geheel vergingen tot roest en stof.
Een haarspeld was totaal verteerd in slechts
154 dagen, een stalen naald was verstoven
na iets minder dan 15 maanden, en de ge
wone speld (deze was de koppigste" van
de drie) verdween na 18 maanden.
Geen wonder dus, dat de spelden en
naaldenfabrieken bloeien.
Uitstapje
Zal men ten slotte aan de Noordpool nog
een Sommerkurort" stichten? Naar ik ver
neem wordt er ernstig over gesproken, om
reizigers, die reeds immuun zijn voor alle
mogelijke andere reis-sensaties, in de gele
genheid te stellen, door een geregelden dienst
met Zeppelin-luchtschepen, het land der
buitenste duisternis" met eigen oogen te aan
schouwen. De excursies zouden uitgaan van
Spitsbergen, dat MOEngelsche mijlen van de
Pool verwijderd ligt, en dus pi.m. 16 uur
(heen en terug) in beslag nemen. In den tijd
tusschen een vroeg ontbijt en een laat souper
kan dus de geheele wonderreis volbracht
zijn. De prijs van zulk een tocht zou ? 500.
per persoon bedragen, vanille-ijs en gekoelde
dranken inbegrepen.
Middel
Hebt gij, handig fietsrijdstertje, weieens
last gehad op stille buitenwegen van die
afgrijselijke, blaffende honden, die de fiets
achterna hollen, en al hun kracht op 't spel
IIIIIIIII1MIIII1IIMIIIIIII Illllllllllll
schijnen te zetten, om 't u zoo onaangenaam
mogelijk te maken.
Een vriend van mij zegt, dat geen der
middelen, die men daar tegen aanwendt, als
klappers, peper-pistolen, zwepen enz. zoo
goed helpen als n doodeenvoudig middel,
dat hij al sinds jaren toepast.
Zoodra een hond hem nablaft, maakt hij
plotseling met fiets en al rechts omkeert
met een zeer korten draai, en beschrijft
aldus een cirkel over den weg. De
handiguitgevoerde beweging (er behoort eenige
durf en eenige vaardigheid toe) brengt de
keffers zóvan streek, dat ze zich met een
schreeuw omdraaien, en er haastje-repje
met hun staart tusschen hun beenen van
door gaan.
Probeer het maar eens!... Het is een
/fu/smiddeltje, al wordt het buiten gebruikt,
en baat het niet dan schaadt het niet.
Bruidsdans
Bij de farmers in sommige streken van
Pennsylvanië bestaat de gewoonte, dat op
bruiloften, ieder die met de bruid danst, haar
een dollar ten geschenke geeft. Als het
bruidje geestig en aantrekkelijk is, heeft ze
het met deze dansen somtijds druk, en ver
gaart een aardig duitje voor 't jonge huis
houden. Eenigen tijd geleden, werd bij zulk
een trouwfeest de bruid (ze was bizonder
knap en aardig) 700 malen ten dans ge
vraagd, en schertsend had ze gezworen, dat
ze het kapitaaltje in elk geval ten volle ver
dienen wilde. Ze was een flinke, sterke,
jolige meid, en ieder geloofde, dat ze 't kon.
Het slot was echter tragisch. Nadat ze
454 dansen had volbracht, overweldigde haar
de vermoeienis, en nog den zelfden avond
stierf zij tengevolge van hevige overspanning.
ALLEGRA
iimiiiMiniiiiiHiiiiiiiMiiiitMillimiiiiitiiiiiiimilimiiilHiiiMiiiiiHHlliir
Gezicht op Reutlingen,
aan den voet van de
Schwadische Alb
Maar ook die onderwijzers bleken meestal
hun plaatskennis, wat de fossielen betreft, uit
de tweede hand te hebben; van de school
jongens, zoo van acht tot twaalf jaar. Die
snuffelen daarginds naar fossielen als onze
jongens naar vogelnestjes. Zulke pientere
kereltjes zijn meesters wegwijzers. Van hun
Lehrer hooren zij de merkwaardigheden van
de geologie uit de buurt; zij gaan er belang
in stellen; hij toont hun zijn collectie, zij
bewonderen; gaan verzamelen, ruilen, han
delen ; zij profiteeren van zijn kennis, en hij
op zijn beurt krijgt voor een goed woord
of anders voor een Zehner, van tijd tot tijd
een mooi fossiel; mét de aanwijzing van de
vindplaats, die hem heel wat meer opbrengt.
Ik kon er een, die er een aardig sommetje
uit gehaald heeft.
Deze beproefde methode, om vindplaatsen
te ontdekken, in practijk gebracht door de
onderwijzers in sommige fossielhoudende
bergstreken van Eifel, Harz, Thüringen,
Schwaben- en Frankenland, kan net zoo
goed door mij zelf toegepast worden, dacht
ik. Ik heb er zelfs ex-officio eenigermate
het recht toe. Inderdaad heb ik ook in deze
vacantie mijn licht opgestoken bij de kin
deren en boeren, en huisbezoek gebracht bij
steenenbikkers en wegwerkers; en de
Goldschnecken" letterlijk het glanspunt van mijn
jachtbuit van dezen zomer, heb ik den naam
incluis, eigenlijk te danken aan mijnj leuke
Schwabische schooljongens.
Ik merk tot mijn spijt, dat ik oudergewoonte,
weer te lang van stof ben geweest en niet
eens aan mijn steenbakkerij ben gekomen;
maar er komt de volgende week weer een
krant. Hier al vast een kiekje op Reutlingen,
dat de goudslakken in zijn merkwaardigen
bodem bewaart.
E. HEIMANS
J. K. Jr., Haarlem. Ook in ons land wordt
O. 1. kers verbouwd; ik herinner mij bij
Castricum een grooten akker, die er mee
bezet was. De vruchten werden naar
Engeland en Rusland verzonden, waar ze, in
gemaakt in azijn, gegeten worden. Of er
ook olie uit geslagen wordt, weet ik niet.
Ze smaken ingelegd heel goed.