De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 28 september pagina 11

28 september 1913 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

28 Sept. '13. - No. 1891 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND H Nieuwe attributen van het Vice-Presidentschap der Tweede Kamer (Ingevoerd door Mr. Troelstra) Hiermede snijdt hij de debatten af. Aldus .vormt hij een Hiermee licht hij de commissie van ontvangst voorstellen toe. en van uitgeleide. Dit is de olie, waarmee hij de vlammenzee der discussies kalmeert. Hiermee haalt hij de stemmen op. Zoo brengt hij ieder beginneling op weg. A LA L'ANTEIRNE De eeuwige vrede in haar eigen tehuis (Kladderadatsch) De Oostenrijksche diplomatie op den Balkan (Uestockoes, Budapest) Toekomst-muziek (II Fischietto) Schoolbegin (Jugend) VREDE : In mijn villa Den Haag" mag jij niet binnenkomen. MARS : En u, lieve juffer, moogt er niet uitkomen. BERCHTOLD : Ik begrijp er niets van. Men spreekt niet dan van vrede en ik word telkens afgerost! Je bent een man des doods! Ik zal jou ...! Kalmpjes aan ! Morgen zijn we misschien vrienden... Je hebt gelijk. Laten we afwachten en een pijp opsteken! Vijfmaal heb ik me in de vacantie heimelijk verloofd en nu moet ik een opstel schrijven: wat ik in de vacantie beleefde l" IIIIIIIIMIIMIItllllllMIIIIMIItlMIIIIUItllllllllllllllllllllllllBIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIinilllllllMlllllllltllllllllllllllllllllllllllinilllflIIIII Schaakspel iiiiilllllililllllillllllliiiil llll i minimi min 23e Jaargang 28 September 1913 Redacteur: RUD. J. LOMAN 36 Heathstreet, Hampstead, London N. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. No. 1256 L. A. Kuijers, Amsterdam 5e prijs (afd. B) N.S.B. Mat in drie (3) zetten l abcdefgh Wit Ka7, Dbl, Tc6, Pf8; a5, b4, c7 en e3 - 8. Zwart Kd5, Ta2 en g4, Ra6 en h4; c3, e4 en f6 = 8. Opl. van No. 1255 (Blake) 1. b5, Rb5: 2. f4 enz. g4 2. Ph5 enz. Rg3 2. fg3: enz. Pb4 2. fe3: enz. Pel 2. Pc6 of fe3: Inplaats van een zwarte R. moet op f5 een zwarte K. staan. UIT DE SCHAAKWERELD De uitslag van 't Jaarl. Boheemsche Nat. tornooi was als volgt: I Hromadka 6Vs uit 9, 11 F. Treybal 6, 111, IV en V Prokea, Réti en Tenner ieder 5H, Dobias 5, Schubert 4, Pokorny 3, dr. Vitkovsky 2%, Dyk IVsAan 't Internationaal Hoofdtornooi namen 16 spelers deel, waaronder 3 Zweden. I Opocensky 11 V»uit 15, II Gargulak 10, III en IV Mitovsky en Jacobsen 9'/9, V Haju 9, VI Milka 8V8, VII en VIII Stoklaska en Kolousek 8. De schaakwereld is wederom door een groot verlies getroffen geworden. De bekende Weener meester, dr. julius Perlis, vond in den nacht van 10?11 Sept. bij een bergbestijging in de Ennstaler Alpen, waar hij door een sneeuwstorm werd overvallen, den dood. Hij werd in 1880 te Bialystok (Rusland) geboren en kwam op jeugdigen leeftijd naar Weenen. Hij promoveerde in de rechten aan de universiteit aldaar en vestigde zich ver volgens in genoemde stad als procureur. Hij won in 1905 op 't Hauptturnier te Barmen, tegelijk met Rubinstein, Duras en dr. Vidmar den meestertitel en nam vervolgens deel aan de Internat. Meestertornooien te Ostende 1906, Weenen 1907, Ostende 1907, Weenen 1908, Petersburg 1909 en San Sebastian 1912. Hij won te Ostende 1906 van 36 deelnemers den laagsten (9en) prijs, deelde met dr. Tartakower te Weenen 1908 7e en 8e prijzen en won 7en prijs te Petersburg 1909. Zijn grootste overwinning behaalde hij 't vorige jaar te San Sebastian, waar hij den 5en prijs won en boven Schlechter, Teichmann, Duras, Marshall en Leonhardt uitkwam. Na San Sebastian vertoefde hij eenige weken te Londen en hadden wij 't genoegen twee partijen (0?1) met hem te wisselen. De Wiener Schachclub verliest in dr. Perlis een zijner sterkste leden. Dr. Lasker maakt bekend, dat zijn match met Rubinstein de laatste zal zijn, die hij voornemens is te spelen. Dit besluit kan niet anders dan de spanning verhoogen, want 't is de laatste kans, die een speler geboden wordt Lasker 't Wereldkampioenschap te ontrukken. De zaak is echter bij Rubinstein in goede handen; slaagt hij niet, dan kan men zeker zijn dat geen ander 't er beter zou hebben afgebracht. Lasker en Rubinstein zijn de eenige hedendaagsche spelers, wier speelsterkte aan geen noemenswaardige wisseling onderhevig is, vandaar dan ook hun merkwaardig gelijkmatige prestaties, 't Is de moeite waard hun tornooirecords te vergelijken. J. W. te Kolst ZWART f g a b c d e WIT R. J. Loman Bovenstaande stelling ontstond in de partij Loman?te Kolstéte Scheveningen. Wit, aan den zet, overschreed zijn tijd. Wit heeft, zooals men zich gemakkelijk zal overtuigen, een glad gewonnen spel. Na 33. f4 heeft zwart geen voldoende verdediging meer. Een staaltje van tornooipech! LASKER'S CORERD OP INTERNAT. WEDSTRIJDEN II Amsterdam 1889. III Graz 1890. III Hastings 1895. in iiiiniiiiiiitmi I Petersburg (vierkamp) 1895. I Neurenberg 1896. I Londen 1899. l Parijs 1900. II en III gedeeld met Janowski CambridgeSprings, (U. S. A.) 1904. I en II ged. metRubinstein,Petersburg 1909. RUBINSTEIN'S TORNOOI RECORD III Ostende 1906. I en II gedeeld met Bernstein, Ostende 1907. I Carlsbad 1907. IV Weenen 1908. IV Praag 1908. I Lodz (driekamp) 1908. I en II gedeeld met Lasker, Petersburg 1909. II en III ged. met Vidmar, San Sebastian 1911. II en III ged. met Schlechter, Carlsbad 1911. I San Sebastian 1912 I Pistyan 1912. I en II ged. met Duras, Breslau 1912. I Nat. Russ. tornooi, Wilna 1912. Men ziet hieruit dat Lasker nooit lager dan als 3e prijswinner uitkwam, Rubinstein nooit beneden den 4en prijs. Deze tornooirecords zijn zonder weerga in de annalen van 't schaakspel. HOOFDKLASSE TORNOOI gespeeld den 6en Augustus 1913 te Scheveningen Wit O. W. Kloosterboer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. e4 f4 Pf3 Rc4 0-0 d4 c3 b4 h3 Rd3 e5 Ph2 h4 hg5: Rf5: Dh5 Dh3 e5 ef4 g5 Rg? d6 h6 Pe7 0-0 c6 d5 Rf5 Rg6 Pf5 hg5: Rf5: Rg6 f5! Zwart J. P. Hoogeveen niet gemakkelijk is te vinden. 20. Delf 21. Pfl Db2 22. Pbd2 Dal: 23. Dg3! Kf7 Waarschijnlijk is hier Rf7 24. Pb3, Ddl (om Pfl vast te houden) 't beste. 24. Pf3 Da2: 25. e6f Ke6: 26. Dg6:f Rf6 27. Pc5f Kd6 28. Th7! De2 Zwart is verloren, op f4 volgt 29. Dh6 Op Dd7 volgt 18. met dubbele matPg4. dreiging. 18. Rf4: gf4: 29. Dg3f Re5 19. Tf4: Dg5 30. de5:f De5: 20. Th4! 31. Pb7f Ke6 Een torenoffer, 32. Te7f waarvan de weer- Opgegeven. legging voor 't bord Een minder correct dan wel brillant ge speelde partij. Damspel MttmiiMiiiiiiiiiniiiiiiimiiiHiMiiiiiMiimiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiHlu tllMIIMIMIHIIIIIIimilllllllMMMimmilllllIlIIIIIIIIIIIIIMMIllllMIIIIIIIIIIII 10e Jaargang 28 September 1913 Redacteur: J. DE HAAS Graaf Florisstraat 152, Amsterdam ONZE CURSUS De volgende typeslag behoort tot de allereenvoudigste, doch kan in de regel matige partij voorkomen. Zooals gij zien zult is het spel heel gewoon. Wit Zwart 1. 33-28 18-23 2. 39-33 12-18 3. 44-39 7-12 4. 50-44 17-21 5. 31-27 Zooals men ziet heeft het spel een regel matig verloop. 5. 20-25 ZWART WIT Een minder goede zet. Behalve dat wit nu een schijf kan winnen, verdient het geen aanbeveling een schijf naar den rand te spelen. 6. 27-22 18:27 7. 34-30 25:34 8. 40:7 1:12 9. 28-23 19:28 10. 33:31 en wit heeft een schijf gewonnen. OPLOSSING VAN HET VRAAGSTUKJE Zwart 8 schijven op 8, 10, 14, 16, 17, 19, 20, 22. Wit 7 schijven op 26, 28/30, 32, 34, 40. Wit Zwart 1. 29-23 22:33 2. 32-27 19:28 3. 27-21 16:27 4. 30-24 20:29 5. 34:3 Tot zoover is de oplossing best, doch het eindspel is remise en wel als volgt: 6. 14-20 7. 3:25 10-14 8. 25:9 33-38 Remise, daar wit zwart niet van dam kan houden. De vrienden D. v. Nieuwkerk, F. Spoon te Rotterdam;H. R. O. Sluiter te Scheveningen hebben wel den slag gevonden, doch ook hun ontging de remise. Alleen onze jeugdige vriend Lucas Smid te Amsterdam zag dat het eindspel remise is. Thans weer een vraagstukje ontleend aan de partij. ZWART WIT Wit's laatste zet is 30-25 geweest. Zwart kan nu damhalen. Hoe? Tracht dit eens op te lossen. DE NOTATIE (Voortzetting) Thans de meening van den heer L. Gans die behalve sterk schaken ook uitnemend een partij dam speelt, wiens meening dus bijzondere waarde heeft. Amsterdam, l Juli 1913 Den heer J. de Haas, alhier * Mijnheer In antwoord op uw schrijven van 20 Juni, waarin u het verlangen te kennen geeft mijn oordeel te vernemen omtrent het door u voorgestelde en gepubliceerde schema van noteering voor het damspel, heb ik de eer u te melden dat ik in dezen volkomen uw meening deel en approbeer de nieuwe noteeringswijze. De fout in de bestaande noteeringswijze is, dat er geen groepen van eenheden bestaan waardoor snelle plaatsbepaling onmogelijk is, tenzij men zeer bijzonder getraind is. Voor zoover mijn ondervinding strekt heb ik zelfs zeer sterke spelers herhaaldelijk zich zien vergissen. Het aanleeren bovendien van de bestaande noteeringswijze, met zijn honderd getallen, schijnt inderdaad moeilijk te zijn en tijdroovend. Alleen reeds het feit dat de velden op de borden vaak genommerd zijn, veroordeelt het bestaande systeem m.i. De aan het schaakspel ontleende wijze van noteeren dat door u voorgesteld wordt vereenvoudigt en vergemakkelijkt deze materie zeer. Door de verdeeling in groepen en bovendien door het letter en cijfersysteem, wordt de voorstelling veel vergemakkelijkt en tot een behoorlijke proportie teruggebracht. Een en ander zal ongetwijfeld bijdragen tot verhooging van het damspel. Met verschuldigde gevoelens, L. GANS (Wordt vervolgd) DAMNIEUWS Morgen houdt de Nederl. Dambond te Schagen zijn jaarvergadering in het NoordHollandsch Koffiehuis.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl