Historisch Archief 1877-1940
19 Oct. '13. - No. 1895
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
flIIIIIIHMIMimilllll
Tentoonstelling-de Vrouw 1813-1913
De tentoonstelling-de Vrouw behoort tot
het verteden, maar alvorens zij in het
vergeetboek geraakt, wil ik nog even het licht
laten vallen op iets, wat mij zeer ontstemd
heeft.
Het is allen bekend, dat deze tentoon
stelling beoogde de vrouw te laten zien in
haar werk, gedurende het tijdperk 1813?1913.
Ik ben niet bevoegd uit te maken of zij
daarin geslaagd is; wel weet ik, dat de
organisatie in sommige opzichten een mis
lukking was.
De vereeniging tot bevordering van het
onderwijs in handenarbeid te Oud-Beijerland
had een mooie collectie klei- en karton
modellen ingezonden. De inzending werd
zeer op prijs gesteld, zooals mij in een
vleiend schrijven werd medegedeeld. Gaarne
zou men zelfs van mijn hand een artikel
hebben in de tweede oplaag van den cata
logus. Hieraan werd door mij voldaan. Ik
overtuigde mij dezen zomer bij een bezoek
aan de tentoonstelling, dat de modellen, op
n voorwerp na, nog in ongeschonden
staat verkeerden. Reeds toen echter merkte
ik op, dat de controle zeer slap was. Ik heb
zelfs daarover mijn bevreemding tegen
iemand geuit.
Einde September ontving ik de volgende
briefkaart:
Bij dezen brengen wij beleefd in her
innering, dat uwe inzending na sluiting der
Tentoonstelling weer ingepakt moet worden.
Wij geven u daartoe gelegenheid van 3?8
October van 9?5 uur. De kisten zullen dan
aanwezig zijn, doch touw, spijkers enz. is
gewenscht mede te brengen."
' Met een vaag vermoeden van naderend
onheil begaf ik mij reeds 3 October naar
Amsterdam. Ik vestig de aandacht nogmaals
daarop, dat 3 Oct. de eerste dag van den
voorgeschreven termijn was. Circa 11 uur
bevond ik mij op het tentoonstellingsterrein
en deed daar de minder aangename ontdek
king, dat reeds in alle afdeelingen zoo goed
als alles ingepakt en weg was. Ja zelfs was
men hier en daar reeds bezig aan het afbreken
van het gebouw.
In de afdeeling maatschappelijk werk ge
komen, werd ik ontvangen met de
mededeeling, dat ik niet had behoeven te komen,
want dat ook voor mij alles reeds ter ver
zending gereed stond. Dat was het eerste.
Iemand een dergelijke reis te laten maken,
wat voor mij in dit geval verlies van een
heelen dag beteekende, en dan .kalm te zeggen,
dat men voor niets komt, is reeds reden
genoeg om zoo iemand boos te maken. Maar
de inpakking was beneden peil. In een
cartonnen doos, 'de cartonmodellen onder, die
van klei bovenop, zonder .houtwol of iets
dergelijks vond ik mijn inzending, gereed om
als bestelgoed verzonden te worden. Waar
schijnlijk zou, wat ik thuis gekregen zou
hebben, de vracht niet meer waard geweest
zijn. Mijn kist was niet meer aanwezig. De
kisten waren opgeruimd van wege de...
muizen. Allermerkwaardigst. Door middel
van een hartig woordje heb ik twee kleinere
kisten gekregen. Ik ben de heele tentoon
stelling af geloopen, eerst om een paar planken,
later om een zaag, waardoor ik die planken
voor de kisten pasklaar kon maken.
Slechts de helft van mijn modellen vond
jk, zwaar beschadigd, in de doos; de
kleimpdellen waren alle stuk. Later vond ik,
bij anderen ingepakt nog wat kartonmo
dellen terug. De rest was en bleef weg. Ik
heb van de heele inzending geen enkel stuk
IHIIIMIIIIIIIMIUIIIIIimillllll
iiiiiiiiiiiiiimiiiii
UI T DE NA TUUR
DL Vleermuizen
Verleden week werd mij een aflevering
van de Graphic toegezonden en door een
begeleidend briefje mijn aandacht gevestigd
op een merkwaardige foto, die daarin stond
afgedrukt: een tropische boom, schijnbaar
met peervormige vruchten behangen, in wer
kelijkheid letterlijk beladen met een massa
groote, slapende vleermuizen. Door de repro
ductie op kleiner schaal vallen hier de dieren
niet zoo sterk in het oog, dat men zich de
werkelijkheid gemakkelijk voorstellen kan;
het zijn dieren, die met uitgespreide vlerken
anderhalven meter halen; het lichaam zelf
is bij een volwassen dier ongeveer drie de
cimeter lang.
Hun naam: vliegende-hond of
vliegendevos dragen deze dieren naar den vorm van
den kop, die door de verlengde snuit en de
opstaande ooren inderdaad veel op dien van
een hond of vos gelijkt. Wie in den laatsten
tijd in Artis geweest is, herinnert zich mis
schien in de apenzaal, boven in een hok, twee
donkerbruine in elkaar geplooide lappen te
hebben zien hangen. Dat waren kalongs of
vliegende-honden. Maar zelden komt er bij
dag beweging in de dieren, die er uitzien
als de vignetjes rechts en links onderaan
op ons figuur, behalve dat er in den regel
maar n poot is te zien en ook de kop nog
gedeeltelijk door de vlieghuid is omwikkeld.
Het middenfiguurtje stelt, ook op kleine
schaal, het dier voor met uitgespreide vler
ken; daardoor is het duidelijk voor ieder,
die ooit een vleermuis heeft gezien, dat het
inderdaad een reusachtige vleermuis is.
Deze foto is niet naar het leven genomen;
zoo symmetrisch krijgt ook de handigste
fotograaf een levende kalong, zelfs een ge
temde, niet op de plaat.
Een instructieve foto is het wel, daar dui
delijk het ontbreken van een staart uitkomt,
iets dat voor een lid van de
vleermuizenfamilie wel opmerkelijk is. Ook de groote
duimen vallen nu in het oog; de eenige
vingers die niet buitengewoon verlengd zijn
en een grooten haaknagel dragen; ze zijn
dan ook niet in de vlieghuid opgenomen.
Met eenige moeite kunt ge het spoorbeen
onderscheiden, dat van de hiel uitgaat en
de vlieghuid tusschen achterpoot en pink
helpt spannen; dit beentje komt alleen bij
vleermuizen voor, hoewel het niet bij alle
soorten goed ontwikkeld is.
De foto zelf deed mij dadelijk denken aan
een bioscoop-voorstelling een paar jaar ge
leden, waarbij ik de verklaring had te geven,
het lijkt wel of het een reproductie is van
een stukje uit dezelfde gekleurde film. Ik stond
uiteraard nog al dicht bij het doek en op
het oogenblik, dat door een schot plotseling
beweging kwam in de slapende bende en
elke kalebas opeens zijn groote vlerken uit
sloeg, deinsde ik onwillekeurig een eindje
terug; zoo geweldig was de indruk van die
ongeschonden terug. Toen ik het hoofd der
afdeeling maatschappelijk werk over een en
ander ter verantwoording riep, ontving ik
ten antwoord: U moet blij zijn, dat uw
werk op de tentoonstelling geweest is. Het
doet er absoluut niets toe of er iets weg of
stuk is."
Ik vroeg o.a. naar een kleimodel, een ar
beid van vier uren, waarop een bestuurslid
mededeelde, dat het wel gestolen zou zijn.
Misschien was het ook wel gebroken. O.m.
waren er bij de inzending een vloeiboeken
een pennenbak, beide keurig afgewerkt. Ik
krijg den pennenbak met inkt bevlekt terug,
het vloeiboek was gewoonweg gebruikt.
Vooral dit laatste is zeer teekenend. Bij
rondkijken zag ik een schoolhuis inpakken
op de manier, zooals een schooljongen zijn
koffers pakt.
Meer voorbeelden zal ik niet aanhalen, ik
vermeen, dat het bovenstaande een voldoend
sterken indruk van alles geeft.
Wel wil ik, vrouw zijnde, mijn spijt be
tuigen over een dergelijk optreden van mijn
eigen sekse. Ik ben een sterk voorstandster
van vrouwenkiesrecht, ik voel de vrouwen
beweging als rechtvaardig, mij sympathiek,
noodzakelijk in de wereldgeschiedenis. Maar
na mijne ervaringen pp deze tentoonstelling
heb ik de noodzakelijkheid gevoeld, dat, als
eenmaal vrouwen deel aan de regeering
zullen nemen, het ook vrouwen in den incest
breeden zin van het woord zullen moeten
zijn. Vrouwen, geen dames, die rustzaaltjes
noodig hebben om zich terug te trekken en
teas en langdurige maaltijden en de Hemel
mag weten, wat nog meer. Vrouwen, die
respect en waardeering hebben voor iederen
arbeid. Ook voor den arbeid van het kind.*
Misschien was het goed geweest voor de
dames", die deze tentoonstelling organiseer
den, en die durfden beweren, dat het er niets
toe deed of de boel stuk of niet stuk was
om de ontvangst van een en ander te heb
ben bijgewoond. Een meisje, dat de mooiste
modellen inzond en diep ongelukkig, met
tranen in haar oogen, naar haar vernield
werk staarde, had den moed om reeds op
dat .oogenblik te zeggen: Ik zal het maar
alles weer over maken, juffrouw."
Ik stel deze vrouw in spe hooger dan
dames, die meedoen aan het organiseeren
van tentoonstellingen, en dit niet kunnen,
omdat, welke haar bekwaamheden ook
overigens mogen zijn, en daaraan wensch
ik niets af te doen, ze tot besturen niet in
staat zijn.
Ik ben er niet zeker van, dat deze ten
toonstelling den maatschappelijken toestand
der vrouw zal hebben vooruitgebracht.
Oud-Beijerland ANNA HERS
Directrice van Ons Huis"
8 Oct. 1913 te Oud-Beijerland
* * %t
Allerlei
Koninkjes
Sport is de levensader van de Engelsche
maatschappij. Men heeft er respect voor en
schept er genoegen in, in welken vorm dan ook.
De meest zonderlinge, de meest grotesque, de
meest gewaagde sport is passabel, als het
maar sport is. En zoo vermaakt zich dan
thans de Britsche wereld met de liefhebberij
van sommige rijkaards, om koninkje te
spelen."
De millionair Henri Mércier, die schatten
verdiend heeft in den handel in cacao en
chocolade o. a. had zich een bordpapieren
kroontje pp de lokken gedrukt, en speelde
monarchje" op het eiland Anticosti" aan
iiHiiiiiiiiiifiimiiiiiiinmiiMimi
honderden fladderende vlerken en de grijn
zend zich openende kaken.
De afkeer,,die de meeste natuurvolken
nu nog hebben van deze dieren, hun vrees
en hun bijgeloof zijn best te verklaren alleen
al uit dit plotseling uitstrekken der vlerken,
het openen van den bek met de groote.tanden.
Toch zijn het dieren, die geen mensch
kwaad doen; wel soms geldelijk nadeel
doordat ze in streken waar vruchtenteelt in
het groot gedreven wordt, leelijk huis kunnen
houden in het rijpe fruit.
Maar een vleermuis vindt nu eenmaal geen
vrienden onder de menschen. De onwetenden
houden de groote soorten allemaal voor
vampyrs of bloedzuigers, die een slapend
mensch het hartebloed uitzuigen. Er zijn
wel groote vleermuizen, die werkelijk bloed
zuigen; maar heel gevaarlijk zijn die voor
menschen ook al niet. De vliegende honden
lusten heelemaal geen bloed, wel melk of
wijn; het zijn vruchteneters, die ter ver
snapering hoogstens wat vlinders of kevers
vangen, en alleen in geval van nood vogeltjes
en kleine zoogdieren aanvallen; volslagen
vegetariërs zijn het dus niet. Trouwens in
Indië bestaan in het geheel geen vampyrs
of bloedzuigende vleermuizen. In ruil voor
de schade, die zoo'n vliegende hond aan
richt, moeten ze op verscheidene plaatsen
in Zuid-Oost Azië hun lijf en leven geven; ze
worden geschoten met blaasroer of geweer,
en leveren, goed toebereid, een gerecht dat
bedriegelijk naar konijnenvleesch moet smaken.
In de buurt van de Ganges evenwel is het
niet geoorloofd een vliegende-hond of een
vliegende-vos een nauw verwante sooit
te dooden. Want het dier wordt er, evenals
de kaaiman, voor heilig gehouden. Wel een
tegenstelling met het peroud westersch be
grip, dat de vleermuis iets met booze geesten
te maken heeft, en men niet beter kan doen
dan zoo'n onschuldig en meestal zeer nuttig
diertje levend tegen de huisdeur te spijkeren.
Dit treurig lot deelt hij met enkele andere die
ren der schemering of duisternis:de nachtuil.en
de wezel. Gedeeltelijk is dit de schuld van
de oude schilders, die, als ze het goede en het
lichte verzinnebeelden wilden hun figuren
duivenvleugels gaven; maar het booze, of duistere
van vleermuis-vlerken voorzagen; dat werkte
suggestief; en nog huivert menigeen, die toch
niet bijgeloovig wil genoemd worden, als hij
of vooral zij, een levende vleermuis van
nabij ziet.
Bij een nuchter mensch, dte over zoo iets
heen is, zal een levende vleermuis van nabij
bezien eerder bewondering wekken. Van
weinig dieren toch valt voor een leek zoo
duidelijk de overeenstemming te erkennen
van het uiterlijk met de levenswijze; de
heele bouw, van de ledematen, zintuigen
vooral, geeft prachtige voorbeelden die
alleen bij walvisschen en andere zee-zoog
dieren zijn terug te vinden van aan
passingen aan veranderde omstandigheden.
Wat er al zoo gebeuren moest, om een
landzoogdier, dat zich niet van de aarde verheffen
den mond van de St.Laurence rivier. Hij
had dit geheele eiland in 1896 voor 25.000
pond sterling gekocht, en het ingericht als
jachtterrein. Tegen de wilddieven beschermde
hij het door een eigen marine, een eskader
van twee kleine pantserkruisers, die voort
durend op den uitkijk lagen naar insluipers.
Deze zetel van bordpapieren majesteit is
thans, door den dood van Mércier, vacant,
en wie er liefhebberij in heeft, om het
zaakje over te nemen, moet zich haasten,
want aan concurenten zal 't niet falen.
Men heeft overigens rondom Engeland nog
een tiental van deze
miniatuur-vorstendommetjes voor eigen rekening. Majoor Mattheson
voert het hoogste woord pp het eiland Lewis
in de Hebriden, waar hij regeert over niet
minder dan 30000 onderdanen. De Markies
van Bule gebiedt over het eiland van dien
naam met een bevolking van 7000 zielen,
en Lord Strathcona deelt de lakens uit op
het eiland Colonsay. John Bullough regeert
het eiland Rum en Lord Sir Arthur J.
Campbell-Orde is de gebieder van North Uist
eveneens een eiland in de Hebriden. Het
eiland Lundy luistert naar de bevelen van
een predikant Rev. K. G. Heaven, en
Brownsee behoort aan een meneer, die een
Hollandschen naam draagt, Mr. van Raalte,
Slechts n eiland heeft een vrouw tot
gebiedster, namelijk Arran, waar de schoone
en gracieuse Marchioness van Graham re
geert over meer dan 5000 onderdanen.
De eilanden zijn voor het meerendeel een
soort van ambachtsheerlijkheden, en de bord
papieren koninkjes en koninginnen hebben
er, dank zij de conservatieve Engelsche wet
geving, heel wat te zeggen. Op het eiland
North Uist o. a. mag niemand landen zon
der schriftelijke toestemming van het
eilandkoninkje, en de Engelsche regeering is ver
plicht dit potentaatje te raadplegen over de
te heffen belastingen.
? * *
Huwelijks-geschenk
Een origineel huwelijkscadeau werdeenigen
tijd geleden door den oud-officier Maurice
Gifford te Londen aan zijn bruid geschonken.
In een gevecht tegen de kaffers had deze
vechtersbaas een schot in den rechterarm
ontvangen, zoo hevig, dat deze moest wor
den afgezet. En toen nu de eenarmige held
huwde met een lieve jonge vrouw, die
voortaan z'n rechterhand zou zijn, liet hij de
kogel, die hem gewond had, zetten in een
rand van diamanten, en schonk dit merk
waardige sieraad aan zijn bruid als broche.
Men zegt, dat 't vooral haar bewondering
voor zijn dapperheid was, die de jonge
vrouw bewoog den invalide te huwen.
Dit maakte dus 't geschenk dubbel zinrijk.
* * *
Oude vrijster
Er worden mij soms beangstigende gewe
tensvragen gesteld. Van Ida te Z. krijg ik een
keurig geschreven en met buitengewoon
fijne violet geparfumeerd briefje, waarin ze
mij vraagt, op welken leeftijd men oude
vrijster wordt..." Ze gelooft, dat ze dit
kritieke moment al benauwend dicht nadert,
en hoopt nu maar, dat ik nog enkele troost
woorden voor haar zal hebben... En eerlijk
gezegd, geloof ik, dat ze daarin gelijk heeft,
want ik moet haar in gedachten een klein
bestraffend tikje om de ooren geven, en
haar vertellen, dat er* geen enkele leeftijd
is, waarop de vrouw oude vrijster" behoeft
te worden in den ongflnstigen zin, die aan
deze qualiteit gehecht wordt.
De meeste vrouwen, (gelukkig hoe langer
hoe minder) worden het uit dépit, omdat ze
alles op n kaart zetten, en door de mis
lukking der huwelijkskansen haar levensdoel
verliezen. Ik schat het huwelijk als
levensiiimiitimiitiiiuiiii
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII
kon tot een luchtdier om te scheppen, kan
elke vleermuis ons leeren.
Al zijn sommige vleermuizen, zooals onze
kalongs, in de vlucht en pp een afstand niet
van vogels te onderscheiden, zoodat ze
dikwijls door onkundigen voor kraaien wor
den gehouden zij wijken letterlijk in alles
van vogels af.
Lucht in de beenderen of luchtzakken
hebben ze niet, de vleugels moeten alles
doen. En die vleugels hebben niets gemeen
met vogelvleugels. Bij vogels zijn het de
veeren die het werk doen, de slagpennen
en de staartpennen; een vleermuis vliegt
met zijn vel, zijn huid, die geweldig is uit
gerekt, en gespannen op de vier evenzeer
verlengde vingers als het overtrek van een
paraplu over de baleinen; bovendien werkt
de huid van de zijden mee, die zich uit
breidt als een valscherm tusschen de pink
en het scheenbeen; bij de meeste soorten
doet ook de huid mee, die staart en
scheenen verbindt. Alleen de pootvliezen van
de zwemyogels zijn met deze vlieghuiden
te vergelijken.
In het licht van de ontwikkelingsleer, en
vooral van de biogenetische wet, is het
duidelijk dat de vleermuizen van gewone
landzoogdieren afstammen. Het jong name
lijk, de meeste vleermuizen hebben er
maar n, dat de moeder in de vlucht mee
draagt heeft in zijn eerste stadium vol
strekt geen vlieghuid; de breede schouder
gordel, het smallere bekken, de nog niet
verlengde vingers, die toch al handvorm
hebben, doen het merkwaardig veel gelijken
op een menschelijk wezentje, een paar
maanden voor de geboorte. In het nat. hist.
museum in Frankfort zijn ze naast elkaar
opgesteld.
Nu hebben de kalongs in kwestie nog
lang niet alle kenmerken en bijzonder
heden van de insecten-etende vleermuizen;
waarom de vliegende hond vroeger door
de zoölogen niet tot de echte vleermuizen
werdt gerekend. Zij toch hebben geen dieren
in donker in de vlucht te vangen; zij
missen dan ook de uiterst merkwaardige
aanhangsels aan de ooren en den neus,
die het vleermuizensnoetje voor sommige
menschen tot iets afzichtelijks kunnen maken;
zoozeer dat de Chineezen hun drakenkoppen
aan vleermuizen-gezichten hebben ontleend.
Die neus- en oor-aanhangsels evenwel zijn
wonderlijk mooie aanpassingen aan het nacht
leven; het zijn uitbreidingen van het reuk
en gehoororganen, die het zoo'n nachtelijk
vliegdiertje mogelijk maakt zijn prooi te
vangen; ze doen hem denzelfden dienst als
een verrekijker den jager doet. De pogen
hebben minder te beteekenen; die zijn bij
sommige soorten al vrijwel buiten dienst
gesteld; doordat ze, als bij de mol, onder de
haren verborgen liggen.
Zelfs die haren zijn interessant voor
iemand, die er belang in stelt het verband tus
schen het uiterlijk en het innerlijk wezen te
erkennen. Een vleermuizen-haar is zoo
kenMAQAZYM.DEBYEMKORF"
(HULPGEBOUW)
DAMRAK
._.____
STEEDS HET NIEUWSTE OP GEBIEDT DAMES-MODE ZS CONFECTIE
KWALITEIT GOED. SORTEERING GRQOT. PRIJS BILLIJK
IN ALLE AFDEELINGEN ONTVINGEN WIJ
DE LAATSTE NOUVEAUTES
iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiii
iiiiiiiiimiiiHiHiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMiiiitii
iiiiiiiiitiiiiuiiii.
bestemming voor de vrouw allerminst gering
en vind het haar roeping in de eerste plaats,
maar zij leere van haar jeugd af er nog
een ander levensdoel naast te zien. Dan
kan zij voor altijd de schootkatjes en schoot
hondjes ontberen, op haar dertigste en haar
vijftigste zoowel als op haar zeventigste jaar!
Eiertjes van Columbus
l
Wie messen, door 't slijpen op de
slijpplank, heel mooi en glimmend wil maken,
houde ze gedurende het slijpen telkens even
in den stoom van een ketel kokend water.
Dat maakt ze blank als nikkel.
Wie monogrammen op haar zakdoeken wil
borduren en het teekenen met potlood op
linnen lastig vindt, kan van alle zorgen ont
heven worden, door het plekje, waarop de
monogram (of welk patroon dan ook)
geteekend moet worden, even in met water
aangemengde stijfsel te duwen en te droogen.
Men kan er dan op teekenen als op
Watmann-papier.
3
Een kaars uit te blazen is nog lang niet
ieders werk. Wie 't doen wil volgens de
regels van de kunst bukke zich voorover en
blaze opwaarts, dan loopt de kaars niet af
en de pit is onmiddelijk geschikt om weder
flink op te vlammen.
4
Wie zich in 't huishouden oefent met meer
goeden wil dan handigheid en de vingers
brandt aan 't vuur, dat bestemd is voor de
aardappels, heeft de apotheek in haar
onmiddelijke nabijheid, want er is geen beter
remedie tegen een brandwond, dan deze te
wrijven met een sappige, rauwe aardappel.
Is de wond erg, dan kan men den aardappel
in zeer dunne schijfjes snijden, en deze bij
wijze van pleister op de wond leggen.
Itllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Bloemenvazen met nauwen hals kan men
onberispelijk schoonmaken door er warm
water in te gieten, en daar bij te voegen
een aantal snippers van courantenpapier.
Deze kleine bezempjes vegen de wanden van
de vaas zoo schoon, dat men er wel uit
drinken kan.
* * *
Linnenkast
Een zeer merkwaardig departement in de
huishouding der Engelsche koningsfamilie
is de koninklijke linnenkast... linnenkast
natuurlijk, slechts in figuurlijken zin, want
deze voorraadschuur van hagelblank damast,
neemt een reeks vertrekken in beslag. En
de fraaie witte wasch wordt beheerd door
twee linnenmeiden", die feitelijk slechts de
hoofdadministratie voeren. Voor elk stuk
namelijk, dat in gebruik gegeven wordt, ver
langen deze hoogwaardigheidsbekleedsters
een rec.u, dat pas weder wordt teruggegeven,
wanneer het linnen inkomt om gewasschen
te worden.
Aan dit reinigen der vorstelijke wasch
wordt vooral bij het tafellinnen bizondere
zorg besteed, want sommige stellen
tafelgoed zijn uiterst kostbaar en vertegen
woordigen een groote waarde. Enkele
stukken, welke alleen bij hooge feestelijke
gelegenheden de koningstafel versieren, zijn
meerdere honderd jaren oud, en het is voor
den bleeker-hofleverancier een verantwoor
delijke taak, om de reiniging daarvan ter
hand te nemen. Niettemin klinkt het bijna
ongeloofelijk, dat de bleekers-rekening van
het Engelsche koningsgezin in n jaar tijds
72.000 gulden beloopt, of bijna ?1500 in
de week.
De zindelijkheid is blijkbaar geducht duur
in de hoogste kringen.
ALLEORA
* * *
Vliegende honden
merkend, dat door n zoo'n haar het aan
wezig zijn bewezen is, van vleermuizen in
de barnsteenbosschen, welke groeiden in
een ondenkbaar lang verleden, waar nu de
Oostzeegolft. In een fossiele harsdroppel,
tot barnsteen versteend, is namelijk een
haartje gevonden dat spiraalsgewijze is
gedraaid; een goeie honderd spiralen op
een centimeter.
De beteekenis van deze vleermuisharen
is de zelfde, als die van de baardjes bij
vog*lveeren. Wat de natuur bij de vogels
bereikt met de donsveeren het vormen
van een rustige luchtlaag om het lichaam,
die bij de snel-bewegende, warmbloedige
lucht-dieren een snelle afkoeling moet tegen
gaan dat zelfde is verkregen door het
onderste deel van de vleermuisharen in
talrijke kronkels te winden, die in en over
elkaar grijpen.
E. HEIMANS
* * *