Historisch Archief 1877-1940
19 Oct. '13. No. 1895
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DR. P. J. F. VERMEULEN, f
Lid van de Eerste Kamer, Directeur
van het dagblad De Tijd".
IHIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIHHHIIIIMIIIHIItlllllHIHIIHIHIIIimilMIIIII
Etsen van Bracquemond
bij SCHÜLLER EN ElSENLOEFFEL
AMSTERDAM
Dauw drupt van de stille boomen.l
oor hooge luchten nadert een blanke dag.
?Roerloos staat hij te midden van zijn vrou
wen. Hij schijnt zijn harem na een
onbeduidenden nacht te zijn vergeten.
Hoog nu heft hij den bloedomranden kop,
waarin fel de oogen blikkeren, boven de
glanzend-metaal geschubde borst. Daar op
eens scheurt zijn galmende alarmkreet de
lucht en alsof op dit sein het wachten was,
Wordt uit onzichtbare verten de luide
krijgsroep beantwoord en vult de lucht met groot
gerucht.
Tevreden dat zijn vrienden of zijn het
wellicht zijn vijanden er nog altijd zijn,
zwijgt hij en begint als een baby-vogeltje
heel kinderachtig met een graantje te spelen
voor een zijner favorites...
Geeft die superbe ets van Bracquemond
in dien doenigen vuur sputterenden
gallischen haan niet iets van het wezen, van het
karakter der Franschen en hunne kunst?
Steeds waakzaam, gauw geirriteerd, snel
voldaan, telkenmale weer stijgend tot nieuwe
ontroering, drijven zij ons, hoe onwillig wij
dikwerf dit onrustig bedrijf aanschouwen,
aanhoudend voort naar andere oorden van
waardeering. Wat gisteren geprezen werd,
wordt neden verloochend, maar dit is ook
het konsekwente gevolg van dien laaien
den drang naar vernieuwingen verjonging.
Een kunstenaar in Frankrijk, hoe snel moet
hij leven om te geven en hoe spoedig is
hij weer vergeten. Doch ook weer, hoe juicht
men hem in eigen tijd van harte toe, als hij
blijkt een persoonlijkheid te zijn.
Zou Bracquemond, de grijze
vier-en-tachtigjarige, de vader van de wederopleving der
Fransche grafiek ook reeds weder vergeten
zijn in het land zijner geboorte. Laten wij
er ons niet in verdiepen. Schoonheid toch
is van en in alle tijden en wij die geneigd
zijn alles angstvalliger, meer wantrouwend
aan te nemen, wij willen wel een wijle
toeven om te genieten bij den arbeid
van dezen onvolprezen kunstenaar.
Men moet het zien, hoe naast den virtuozen
kant, de gevoels-sfeer bij dien Franschman
zich ontwikkelt. Tintelend van licht is de
zwart en wit prent en vol fluweelige ondoor
grondelijke diepten. Hij is zeer roerig van
geluid somwijlen, doch er is een
stil-harmonische onderklank, levendig is het, doch
doorbeefd van een stille melancholie, pralend
en van gracieusen zwier, soms verfijnd doch
nimmer precieus, spraakzaam, maar vol
frissche ironie en humor.
En met wat voorbeeldige vlijt en straffe
ingetogenheid weet hij een portret als dat
van de Goncourt tot een werk van kloeke
gratie-volle rijpheid op te voeren.
Zijn open etsjes moge men prefereeren,
omdat men gemakkelijk en geleidelijk den
smaakvollen gevoeligen mensch hierin erkent,
zijn meer overwogen oeuvre staat sterker
door prachtige volhardende gebondenheid.
Daarnaast bezit hij weer de illustratieve
kracht met kleurige verve te vertellen van
het dommige gedoe van kwakende en sna
terende eenden en het frisscher,
opwekkender bedrijf en gekijf van bevallige water
vogels.
Straf en sterk is alles geteekend niet
zonder lichte elegance en tintelenden geest.
Niets is hem onbekend in de samenstel en de
psyche van het dier. Doch ook de bouw, de
soepele lenigheid van het blonde, blanke
vrouwenlijf wordt door hem in een reeks
prenten prachtig gedemonstreerd.
Meesterlijk van technisch kunnen, niets
overlatend aan het toeval, grift hij met edele
vastheid de naald door het koper en geeft
soms een plaat, die een guitige herinnering
is aan die oude gemoedelijke prenten met
een moraal. Het is de ets van een mollen
vanger, die, nadat hij het grootste deel van
zijn slachtoffers -heeft opgehangen aan een
ouden populierenstruik, zich met het gebaar
eens overwinnaars met de rest van den buit
naar den pachter begeeft en Braquemond zegt
er bij:
Aux ramillies du peuplier
Danse la taupe suspendue
Et vers la ferme de Taupier
Va réclamer la somme due.
J. G. VELDHEER
Berkeley, de Californische
staatsuniversiteit
Califprnië met ongeveer2 millioen inwoners,
bezit 2 groote universiteiten, n door Zeland
Stanford gesticht in Palo Atto, eenige mijlen
zuidelijk van San Francisco en de staats
universiteit, Berkeley, oostelijk van de baai
van San Francisco tegenover de Golden Gate.
De universiteitsgronden in Berkeley be
slaan 270 acres land en de studenten zijn
trotsch op hun park of campus, zooals zij
het noemen, met de omstreeks 26 verschil
lende gebouwen, de groote grasvelden, den
botanischen tuin en de vele kronkelende
paden en lanen. Een heerlijker oord voor
studenten is moeilijk te denken.
De gebouwen, op zichzelf niet schoon te
noemen, zijn voor een groot deel met
ampelopsis Veitchii bedekt, dat zich in den
herfst vurig rood kleurt. In het voorjaar zijn
de mimosaboomen beladen met geel, terwijl
de magnolias bedekt staan met haar bloemen
pracht. Groote stukken van de campus zijn
met klimop en de mesembry anthemum of
ijsplant bedekt en de
meisjesgymnastiekzaal, geheel van hout, schuilt weg onder
trossen blauwe regen. Het klimaat is gunstig,
; in Augustus kan het wintersemester
be1 ginnen ; den geheelen winter wordt bij open
vensters gewerkt en inhetregenseizoen wordt
matig gestookt. Is 't een wonder, dat een
halve eeuw geleden, in den romantischen
tijd der pioniers, reeds Berkeley gekozen
werd voor het stichten van een universiteit?
Aan den krachtigen invloed van den
democratischen geest is .'t te danken, dat
reeds in 1870 de universiteit voor vrouwen
opengesteld werd, ook, dat het onderwijs
kosteloos geschiedt; dit gaat hier gemak
kelijker, doordat een instelling als te Berkeley,
krachtig door millionairs wordt gesteund.
Men staat verbaasd over den rijkdom dezer
overbezittenden en over de mildheid, waar
mede zij hun schatten uitstrooien ten zegen
van onnoemelijk veel instellingen ; men denke
aan de Carnegiebibliotheken enz. Wel moet,
in zekeren zin, het publiek soms mede offeren.
Zoo hoorde men zeggen, toen de petroleum
l cent opsloeg: Rockefeller zal weer een
kerk ergens gebouwd hebben." Curieus is
de zelfbewustheid van den Amerikaan. Zoo
staat op de door mrs. Stanford gestichte
universiteitskerk To the Honour of God
and in memory of my husband''. Doch is
het onderscheid zoo groot, waar Leo X zich
laat conterfeiten op een schilderij van Raphaël,
dat een tafereel uit den bijbel voorstelt ?
Ets van Bracquemond: Vive Ie Czar!"
Groot vliegtoestel, zooals weldra voor militaire doeleinden Rusland er zes hebben zal. De breedte van dezen tweedekker
bedraagt 27 meter, hij heeft vier motoren van ieder 100 P.K. en kan 100 K.M. in 't uur afleggen.
Hij is ingericht op het meenemen van machinegeweren.
IIIIMIHIIIIMIIUMIIIMCUIIIIIIIHUIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIumiMIIIIHIIIIIHHH
Daar het onderricht gratis is, verlangt de
staat een vergoeding van den student.
Gedurende de eerste 2 jaar moet hij 4 keer
in de week soldatenplicht waarnemen. Dit
komt den staat inderdaad ten goede. Men
bedenke, dat in Amerika geen algemeene
dienstplicht bestaat en men niettegenstaande
een goed salaris en andere voordeelen voor
het staande leger ternauwernood mannen
genoeg krijgt.
Men kan begrijpen welk een
reuzeninstelling Berkeley is. Alle vakken n.l., waarin
men te Delft studeert, worden ook hier aan
deze universiteit gedoceerd. De bibliotheek
bevat 250.000 boeken. Aan het hoofd staat
president G. de Wheeler, Ph. D. Heidelberg
en L. L. D. Princeton Universiteit. De 92
professoren worden bijgestaan door 41 asso- ?
ciate professors, 70 assistant professors
en talrijke privaat docenten. Wanneer men
weet, dat de getallen in 1910 waren als volgt:
41 professoren, 21 associate professors, en
42 assistant professors, kan men zich een
denkbeeld vormen van den buitengewoon
snellen groei van een dergelijke universiteit.
Het getal studenten bedraagt nu 7700.
Het salaris der professoren is, naar
Amerikaanschen standaard te oprdeelen, gering
te noemen. Vandaar, dat zij niet zelden in
huizen en grond speculeeren. Vandaar, dat
hun vrouwen dikwijls hard werken moeten,
daar hulp in de huishouding zeer duur is.
Vandaar eindelijk, dat de prof Zaterdags dik
wijls de kleeden klopt, of met den
electrischen zuiger het huis schoonmaakt, ja niet
zelden zijn vrouw in de keuken behulp
zaam is.
Hoerah! voor den Amerikaanschen pro
fessor; hoe frisch zal zijn geest zijn, als hij
na kleeden geklopt te hebben, zich in zijn
fauteuil neerzet en alle aandacht besteden
kan aan de werken van Socrates of een of
ander moeilijk op te lossen probleem!
Een groot aantal meisjesstudenten zijn er
aan de universiteit te Berkeley, doch zij
wijden zich meest aan andere vakken als
de mannen. En de colleges of agriculture,
mining, mechanics en civil engineering wor
den bijna uitsluitend bijgewoond door
manlijke studenten, weinig vrouwen
studeeren law, medecine, dentistry, pharmacy,
astronomy, terwijl verreweg het grootste deel
der vrouwen in de letteren sïudeeren, ja bij de
meer gevorderde talenstudie treft men bijna
geen mannen aan. In een land als hier, waar
zooveel tunnels te boren en bruggen te
bouwen zijn, staat een man een aangenamer
toekomst te wachten dan in een
schoollokaal. Vandaar, dat bijna het geheele
onderricht aan de lage en de middelbare
scholen hier in handen van vrouwen is.
Vele studenten moeten zelf in hun onder
houd voorzien. Zij zijn buiten de colleges
werkzaam in stal of tuin of huis, velen ook
bedienen in restaurants en krijgen zoodoende
hun eten vrij. Ook in de professoren-club
zijn alle bedienden student. Eender jongelui
in Berkeley ging 's morgens en 's avonds
van 5?7 met den melkwagen rond. Een
student, die hoe ook geld verdient, wordt
door zijn kameraden of door de meisjes
niet minder geacht, ja, indien hij goed danst,
staat hij in even hoog aanzien als de student
die een rijk clubgebouw bewoont.
Met de meisjesstudenten, die arm zijn, is
't anders. Ook zij trachten geld te verdienen
door naaien, verstellen, op kinderen passen,
doch zij moeten zich veel ontzeggen en
worden door haar rijkere zusteren niet ge
heel als gelijken beschouwd.
In de groote vacantie, die 3 maanden duurt,
gaan vele studenten op de groote
vruchtkweekerijen helpen met plukken, sorteeren
en pakken. Zij verdienen geregeld l dollar
per dag en hebben een goeden tijd. Zij slapen
in tenten en zitten 's avonds om camps fires,
zingende hun college songs.
Onze studenten, die zulk een vrij leven
gewend zijn, zouden zich hier moeilijk schik
ken kunnen. Berkeley is ingericht als een
school eenigszins en voortdurend worden
de jongelui met repetities, examinativres
lastig gevallen. Toch, wat leven zij veel
gezonder; de jongens steeds met militaire
oefeningen en sport, de meisjes met spelen
en gymnastiek, allen genietend van veel
frissche lucht en zon en daarenboven...
zonder sterke drank.
Berkeley is dry", zelfs voor een glas
bier moeten de studenten naar Oakland of
San Francisco.
De Hoogeschool heeft een eigen hospitaal,
waar de studenten, die elk semester 2 dollar
moeten storten, gratis raad, verpleging en
medicamenten verkrijgen. ledere aankomende
student wordt door gymnastiekleeraar en
dokter onderzocht. Komen afwijkingen voor,
dan tracht men door oefeningen die te ge
nezen. De jongens turnen in de
Harmongymnastiekzaal, de meisjes in Hearsthall.
In beide gebouwen heeft men 100 douches
met even zooveel uitkleedhokjes.
Hearsthall is een gift van mrs. Hearst.
Beneden is een groote hal, waar de meisjes
gezellig kunnen lunchen; een dito zaal boven,
waar gegymnastiseerd en gedanst worden
kan. In Hearsthall eten zij, die slechts een
gemeubileerde kamer ergens hebben of wier
familie te ver woont. Hier ook kunnen zij
studeeren en rusten. In de groote keuken
staan drie gashaarden. De studenten kunnen
zelf haar maaltijden bereiden; gas, heet
water, suiker, zout en thee worden gratis
verstrekt. Ook strijkijzers en een naaimachine
zijn er voorhanden. Tijdens de lunch kan men
de meisjes eieren zien koken, salade wasschen
of 't een en ander opwarmen. Ook kunnen
zij een maal bestellen, drie gerechten voor
10 Amerik. ets. d.L' 25 Hollandsche. centen.
Aardig is 't, een studentenbal bij te wonen,
men danst er de eigenaardige langzAme
Amerikaansche dansen. Aan soupeeren'doet
men niet en tegen 12 uur gaat iedereen weer
naar huis. Weer valt het op, hoe zorgvuldig
het Amerikaansche meisje zich kleedt en
hoe klein en elegant haar voeten zijn.
De jongens, ook buiten de danszaal, be
wegen zich met groot gemak. Zij zijn geen
Werther types, nemen het leven eenvoudig op.
Velen van hen zijn boerenzoons. Men ziet
ze op de Campus in manchesterbroek en ge
kleurd hemd zonder vest of jas, een kleeding,
die ook rijkere studenten zich aanschaffen
omdat ze doelmatig en gemakkelijk is.
Op de Campus is de bibliotheek het cen
trum van het intellectueele, het Grieksche
theater het centrum van de kunst. Het tooneel
heeft plaats voor 600, het theater voor ruim
8000 personen. In een land, waar ge
durende 6 maanden geen regen valt en de
winters vrij zijn van sneeuw en ijs, kon het
dak een blauwe hemel zijn.
Eucalyptusboomen omsluiten de ontzaglijke ruimte.
Heerlijk is 't daar tooneelstukken te zien
's avonds bij maanlicht met het lied van
nog een enkelen vogel.
Hier was 't, dat onlangs de diploma's
werden uitgereikt aan hen, die 4 jaar aan
de universiteit hadden gewerkt.
Over de ceremoniën van het promoveeren
der Californische studenten een volgend keer.
B. ADAMA VAN SCHELTEMA
# * *
Het'klokkenspel te Salzburg
Snuffelende in oude archiefstukken te
Salzburg, vond ik daarin o. a. een dossier,
dat mij aardig genoeg ioescheen om het
iets meer dan oppervlakkig door te zien.
Het bevatte n.l. de geheele correspondentie,
die aan en door den Vorst-Aartsbisschop
van Salzburg omstreeks 1695 met en over
Nederlandsche klokkengieters gevoerd is,
om te geraken tot het opstellen van een
mooi carillon boven het Bisschoppelijk paleis
te Salzburg. Na veel heen en weer geschrijf
slaagde men voortreffelijk en nog thans ver
zuimt geen vreemdeling om 11 uur of 6 uur
te gaan genieten van het zuivere klokken
spel gegoten door Melchior de Haze uit
Antwerpen.
Maar alvorens deze de opdracht kreeg zou
er nog een zwaren concurrentiestrijd
tusschen hem en anderen moeten geroerd
worden. De Vorst-Aartsbisschop haa n.l.
aan bevriende paters in Vlaanderen geschre
ven en deze hadden bijzonder aanbeVolen
een zekeren broeder Lay, die o. a1, -een
prachtig tot in de finesses toe besdkreven
carillon van 35 klokken gemaakt hal'voor
den Graaf de Praigsing. <*?
Een ander schrijven beval weer bijzonder
aan Claude Fremi, den beroemde4n
Amsterdamschen klokken- en geschutgieter, er bij
voegende dat deze in de laatste jaren de
klokkespellen van Praag, Riga, Purmerend
en Libertung in Oost-Friesland gemaakt had.
Een derde aanbeveling diende voor Wilhelm
Sprache, klokkenmaker te Haarlem. In het
schrijven hem aanbevelende stond, dat hij
de carillons gemaakt had van Utrecht, Alk
maar, Hoorn, Purmerend, Gouda, Leeuwarden,
Kampen en Leiden. Geen dezer drie werd
evenwel het werk opgedragen.
Melchior de Haze, de Antwerpsche
klokkengieter, was de gelukkige. Van hem treffen
we verschillende brieven in het dossier aan.
De hieronder afgedrukte leert ons eenige
aardige bijzonderheden kennen.
A n ver s, 25 d'Octobre 1695
Monseigneur
Depuis Ie depart de votre Ex nous avons
de faittes toutes les cloches du carillon pour
les nettoier et peser les quelles pesent 3491
livres a 30 sous Ia livre monnoy forte, cequ'il
monte a 5236 florins et 10 sous et entout
monte a 5305 florins monnoy forte. Le clavier
pour jouer dessus ne vaille rien et j'ay fait
faire un autre car Ie mien ne pourra pas
venir au lieu parcequ'il est mal travailléet
de nulle subsistence, et l'autre sera bientot
fait. Quand au maistre de cette ville qui a
presentéson service a Votre Exc. cela ne
se peut pas a cause que sa femme ne Ie
veult pas lesser aller, mais j'ay trouvéun
autre qui joue dans l'Abeie de St. Michel
yci lequel estjeun homme et qui se presente
pour aller avecq et tout monter en bonne
ordre pourvue qu'on luy donne un gage
par an et luy demeurera la.
J'attendrai l'adres comment je doivray en
pacter les cloches et toute de quel maniere
je les doivray envoyer et a qui lesadresser
sur quöy je demeure.
Monseigneur Votre tres obeisent serviteur
MELCHIOR DE HAZE
Uit andere stukken blijkt nog, dat de
klokken op wagens via Frankfort werden
vervoerd en dat de Keurvorst vrije doorvoer
had toegestaan.
D. S. v. Z.
IIIIIMIIIIItlllllllllMHIIIIIInillllllMMIimiMHMIIIIMUnilllIllllllltllllllllllll
De Volturno" in de Atlantische Oceaan in brand. Foto genomen van de Czar"
Geredde landverhuizers van de Volturno" op een kade te Rotterdam