De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 9 november pagina 3

9 november 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nor;t898 D E A M ST E R DAM ME R, W E E-K f^A D V O O R N EDERLAND WORDT TERUGGENOMEN FABRIKANTEN VflLTOn ZÖ1ER KMMERDAM Verkrijgbaar te Amsterdam bij: AH-RON MARPHF" Kalverstraat. AU BON MARCHE Regu,iersbreestraat J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANUS, Kal verstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk. ?? r Ie ConstïtfiijnHuygensstr.92. H. WIERINQ,] Roelof Hartstraat 173. l Amstelveenscheweg 210. Geïllustreerde Catalogus en verdere adres sen verstrekken gaarne franco de fabrikanten VALTON ZONEN, Amsterdam. PRUS R. l.- in apoth«k»n «n drogist«fii«n. Montttn « Brochure»: AfMtKlllpSarphMfetr. 34. Arniumlim MillitnimiiiiiiiiimiHiiiiiiiiiiiiiliittiiiittiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiit schade vergoeden, die aan de Slavistiektloor dezen Balto-Slavischen leerstoel te Leiden is aangedaan!" Utrecht, 26 Oct. 1913 Dr. K. E. W. STROOTMAN iji' *« 'V* .Tentoonstellingen en Veilingen T'l»DEN KUNSTHANDEL JAC. DE VRIES GZN;, ARNHEM, Steenstraat 100, heeft gedurende de .maand'November een tentoonstelling plaats <van schilderijen, aquarellen en teekeningen door J. M. G r a a d t van Roggen. * * * Berichten DEUTSCHE BÜCHEREI : Te Leipzig heeft de steenlegging plaats gehad voor de te stichten Deutsche Bücherei. Het plan daartoe is uit gegaan van den Berlijnschen uitgever Karl Siegismund.die bij de gehouden plechtigheid, in tegenwoordigheid van den Koning van Saksen, van het bestuur van den B rsenverein der deutschen Buchhandler, talrijke zijner te Berlijn' en te Leipzig wonende leden en vertegenwoordigers van staat en stad, eene rede hield waarin hij het recht en de noodzakelijkheid betoogde van de stichting van een bibliotheek, waarin alle in de duitsche taal verschijnende werken zullen wor den opgenomen. , De duitsche, postenrijksche en zwitsersche uitgevers stellen hunne uitgaven kosteloos iiiiiiimmiHiiimmiiMiiiiiiiii met een groet vanuit de verte. Wat beduidt een souper!" ' Er zijn weinig dingen, die een zoo groot genoegen verschaffen, als den schijn aan te nemen gevoelig te zijn voor voorgewende gemoedsbezwaren van een mooie vrouw. Maar weet je dan volstrekt niet, wie de menschen zijn met wie je omgaat ? En als het nu eens een..." Maar ik heb je toch zijn naam gezegd: baron Saturnus? Is u misschien bezorgd voor zijn goeden naam, mademoiselle?' voegde ik daaraan toe op zeer gestrengen toon. ? Dat is een onhebbelijkheid." Hij ziet er niet uit als een sjofele -Pool: ons avontuur is dus zoo eenvoudig mogelijk: ....Een gemoedelijk millionair! Dat komt menschelijke volmaaktheid zeer nabij. Hij lijkt mij zoo kwaad niet," zei C*** En zeker gedurende de carnavalsdagen heeft iemand, die hél rijk is aanspraken op onze achting," besloot met onbewogen stem de schoone Susannah. De paarden zetten zich in draf; de zware karos van den vreemde volgde onze calèche Antonie Chantïlly (meer bekend onder haar een beetje lichtzirmigen vecht-naam IJseult) had zich daarin zijn geheimzinnig gezel schap wel willen getroosten. Toen wij goed-en-wel in het Salon Rouge geïnstalleerd waren, gaven wij Joseph nadrukkelijken last geen levend wezen tot ons toe te laten met uitzondering dan van de zeeuwsche schaaldieren, van hem, Jpsef, en van onzen doorluchtigen vriend, den kleinen dokter met het gistend brein: Florian Les Eglisottes, indien hij, bijgeval, zijn' vermaard geworden kreeft nuttigen kwam. ; Het vlammend houtblokkenvuur vergloeide in den haard. Rond ons ademden de ge waden, het vochtig bont, en de bloemien van den winter hun scherp-weëe odeuren uit. Het zuivere licht der ontstoken kandelabers spoelde rond de zilveren ijsemmers waarin de schreiende wijn van Aïkoelde. Camelias hieven boven het juweel-vonkend tafelkristal hun vleezige, zwellende knoppen. En cretonne-gobelin ?68. Grand «hoix de 40 modèles divers en stock. L'Art Decoratif. Adresse HIRSCH & Cie Leidscheplein Amsterdam. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. 'c Concessiorniairesj Sauter & Polis,Maastricht. DELpY BELLE1LE AUTOMOBIELEN. M»M-Ai!<amt r»«r Vc J. LEONARD LMflt 114 StfuUwudei 1M8TEBDAJ +\*Arw^N H II YCL ,twyi!ii/nnu T D Sokken welke zes m a a n d e n gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee m a a n d e n versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GARANTIE-SOKKEN van Uwen leverancier. , ???'.' Fil d'Ecosse Fl. 4.25 en Fl. 5.40 Merino 6.00 per half dozijn. Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht H. T. EERSTE HEDEBL. FABRIEK VAN ASBEuTCEMENTFLATEN Martinit" MAETINITPLATEN zfln: brand-, trek- en krimpvrfi. Vroagrt prjjzen en moncrter*. ADRES: C'rnqfiuweg 113, Amsterdam. AMSTERDAM. Süg ARNHEM VIJZELSTRAAT-HEEREMGRACHT.- ROGGESTRAAT. COMBÏMATIE f25OO. SALDM - HUISKAMER5LAAPKAJ*IER~LOGEERKAME.R IM VIER VOOR DIT DOEL SPECÏAAL fl IMGER5CHTE KAnER^TENTDOMGESTELD. NIZZA IMERAN HOTEL SUISSE11 Heerlijk beschut gelegen. Lift. Cantr. verw. Groote tuin. Prosp. Intern. Yerk.bureau, Amst., Raadh.gtr. 16; den Haag, Papeotr. 5. BOUWT TE HUHSPEET. Mooie boschrnke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.üDE YEUTWET', Nnnapeet. Badplaats In ZuidCiroL HoerUJk klimaat. 8ei«oen ieptember?Joai 1912/13 36,091 badgasten. Stedelijke Kor. en Badinriehtinst. Zanderinstitnnt. Koodwaterinrichting. Koolnar- en alle geneeakandige baden. Zwembaastn. Inhallaties. RadiomEmanatoriam. Druiven-, Mineraalwater-, terrein- en openlncht ligknren. Kanalisatie. 4 hoogebronwaterleidingen. Theater. Sport terrein. Concerten. 20 Hotels Ie Bang. Sana toria. Talrijke pensions en villa's voor vreem delingen. Prospectus gratis bfl de Zurvorstehnng. Ongelukken Aansprakelijkheid OCEAM OUDE TURFMARKT 16 - AMSTERDAM Ziekten Automobiel WIJ KXPOSKKKKN ONZE OLYMPIA S LOTVUOX (l?15 NOVEMBER) STAND Industrieele Maatschappij Trompenburg", Amsterdam. ter beschikking van dit instituut, terwijl door de samenwerking van de Saksische staat en de stad Leipzig deze centraalbibliotheek van het Duitsche rijk geene financiëele zorgen behoeft te hebben. iiiiiiiiiiiiiiiimiiniMiiiiiiiiii Buiten was een sluier-fijne en dichte regen, doorspat van sneeuwvlokken. Het was een huiver-kille nacht; wielgeraas van rijtuigen schel geroep van de carnavalvierders het uitgaan van de Opéra. Het was als de koortsige droomgezichten van Gavarni, Deveria, Gustave Doré. Om de nachtelijke straatgeluiden te dempen waren over de gesloten vensters in-ruimeplooien-geschikte zware gordijnen neergelaten Rond de tafel zaten nu aan: de Saksische Baron Von H***, C*** en ik; dan Annah Jackson, Clio de Asch-blonde en Antonie. Onder het souper, terwijl de matte glanzen van de tafel telkens opnieuw zich schenen te ontsteken aan de spattende vonken van het geestig discours, gaf ik mij, zachtkens, over aan de weelde van een ontboeid waar nemingsvermogen en inderdaad spoedig bemerkte ik, dat mijn tafel-overbuurman de moeite van eenige meerdere oplettendheid wel waaVd was. Neen, deze toevallige gast, deze toegelatene voor-enkele-uren was zeker niet een onbeduidend man! Zijn trekken en zijn houding misten ook geenszins die distinctie, die geacht moet worden voor den toegang tot de gezelschappen van goede vormen onmisbare voorwaarde te zijn: zijn accent was niet hinderlijk-leelijk als dat van som mige vreemdelingen; maar wezenlijk: bij tusschenpoozen schenen zich op zijn bleek gelaat schaduwen tévertoonen van een grauwen, ja blauwachtigen toonaard; zijn lippen waren saamgenepen als tot een enkele lijn ; zijn wenkbrauwen bleven voort durend eenigszins gefronst, zelfs op oogenblikken dat hij lachte. Nadat ik deze bijzonderheden en enkele andere opgemerkt had met die als onbe wuste oplettendheid, die schrijvers niet dan tot hun zeer groot ongerief zouden kunnen ontberen, begon ik mijzelf langzamerhand een verwijt te maken van de volstrekt lichtzinnige wijze waarop ik hem in ons gezelschap had binnen geleid en mij zelf vast te beloven hem den Volgenden dag dadelijk te schrappen van de lijst onzer nadere kennissen. Hier spreek ik van C.*** IIMIIIII iiiiMiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiimiiiiiiMimiijiiiimiimiiiMiiMiiiiiiiiiiiii Inhoud van Tijdschriften Nieuwe Banen, No 8: Dr. A. H. de Hartog, Beestmensch en Geestmensch. Dr. A. H. de Hartog, De Wilsvrijheid. Dr. A. H. de Hartog, Multatuli. en van mijzelf, wel te verstaan; want het goed gesternte, dat ons voor dien avond, het hoog voorrecht van het gezelschap onzer vrouwelijke gasten had geschonken, zou ze aanstonds, voor onze oogen doen vervagen, als alle andere lichten van den nacht, bij het aanbreken van den dageraad. Maar bovendien duurde het niet lang of de vreemdeling boeide door een hem gansch bijzonder eigene wijze van spreken. Zijn conversatie, zonder door eene boven be schrijving groote innerlijke waarde uit te blinken, hield de aandacht gevangen door eene verzwegen andere meening, die de toon van zijn stem als opzettelijk aan den zin zijner woorden scheen toe te voegen ? Deze bijzonderheid verraste ons des te meer, daar het, nauwkeurig de beteekenis nagaande van hetgeen hij zeide, onmogelijk bleek daarin iets anders te ontdekken dan het meest gewone hoofsch discours. En, twee of drie keer, deed hij ons, C*** en mij, licht huiveren, door de wijze waarop hij aan zijn woorden den niet te miskennen, hoewel zeer onbestemden, opzettelijken na druk gaf van onuitgesproken gedachten. Plotseling, midden in het klaterend gelach, dat als uit marmer-blanke bronnen opwel lend, over roode boorden vloeide gelach, gewekt door de geestige wijze, waarop Clio de Aschblonde een vermakelijke ge schiedenis had verhaald had ik ik weet niet welke duistere gewaarwording, dat ik dezen edelman op tijd en plaats gansch ver schillend van die te Wiesbaden nog eenmaal vroeger gezien had. Inderdaad in dit gelaat waren de kenteekenende lijnen als geëtst en de gloed der oogen gaf, bij het neergaan der oogleden, als den weerschijn van een inwendig bran dende toorts. Maar onder welke omstandigheden had ik hem dan gezien ? Ik dwong mij de ge beurtenis in een klaar beeld voor den geest te roepen. Zou 'k nu toegeven aan den drang de verwarde gewaarwordingen, die hij in mij opwekte, opnieuw te doorleven? Het waren gewaarwordingen als die men in droomqn ondervindt. illHIIIIIIIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIinilllllllllllllllllllllllll Ons Tijdschrift, afl. 10: E. M. F. Kleijn, Het terrein van strijd. Franck Gericke, Kleine Gedichten. J. Lens, Groen van Prinsterer en de Ministerieele Crisis van 1856. De Indische Onderwijspolitiek, I. lllllllllllllltlllMMIIIIIIIIIIIIHM Waar kon het geweest zijn. Hoe mijn meest gewone herinneringen te rijmen met die vage, verre, maar niet-aflatende gedach ten van moord, diep hoorbaar stilzwijgen, nevel, ontzette gezichtsuitdrukkingen, fakkels en bloed, die in den spiegel van mijn ziel met een ondragelijke wezenlijkheid oprezen op het gezicht van dezen zonderlingen mensch. Ah-ca," stamelde ik, zou ik ijlen?" Ik dronk een glas champagne. In het wijd luchtruim onzer ziel zijn zulke mysterieuze golvingen. Het is' of op som mige oogenblikken door de veelheid der uit groote verten onophoudelijk tot ons ko mende seinen, het ne, dringendste bericht niet kan worden verstaan. Het duidelijk beeld van de omgeving, en van de gebeur tenis zelve is als uitgewischt door den algemeenen indruk der bijkomstige gevoelens. Maar de laatdunkende houding, zijn zich zelf opgelegde ingebondenheid en zijn ver toon van voornaamheid wel-is-waar van onzekere herkomst dichtgeweven sluier, waarmee hij het eigenlijk wezen van zijn ongetwijfeld zeer somberen aard scheen te omhullen deden mij voor het oogenblik althans deze opkomende herinnering be schouwen als de werking van mijn verhit brein, giftige vrucht van koortsen en nacht. Ik nam mij dus voor aan het festijn deel te nemen naar de voorschriften van genoe gen en plicht. In de uitgelatenheid van driftige jeugd was men van tafel opgestaan en klate rende lach paarde zich aan wilde muziek, onder de aanraking van zenuwsterke vin gers aan de toetsen ontsproten. Weldra vergat ik dus iedere onaangename gedachte. En nu was het het oogenblik van de knetterende eerste gewaagde scherts, en van het gefluister van plotseling opwellende liefde, en van het gestreel van kussende lip pen (als het gerucht van de rozenblaren, die mijmerende meisjes op de holte van haar kleine handen-vuist doen klappen) en van de glimlach die om verlangende lippen speelt als licht in diamanten; en van de tooverij der diepe spiegels, die in blauwllllillllllllllllllllllllllllllii De Samenwerking, afl. l: Daan van der Zee, Bannelingen. B. de Ligt, Gij zijt geroepen tot Vrijheid. H. J. Rijsewijk, Het Zwolsche Congres der S. D. A. P. H. W. Ph. E. v. d. Bergh v. Eijsinga, Theo logie. D. v. d. Zee, Partiëele socialisatie en bedrijfsmedebezit door de arbeiders. Vragen van den Dag, afl. 11: L. W. ,R. van Deventer, Een bijdrage tot het'Wereldvraagstuk, I, Dr. H. Blink, De opleidings school voor leeraressen in het Huishoudonderwijs ten plattenlande. D. J. v. d. Ven, Ons dagelijksch brood. Aardrijks kundige namen en hun beteekenis. K. B., 't Herstelde Nederland, zijn opleven en bloei na 1813. B. P. van der Voo, Wapenplanten. Van Maand tot Maand. Onze Eeuw, Nov. '13: Dr. P. J. Blok, Gijsbert Karel en de zijnen. Mej. J. E. van der Waals, Repelsteeltje. Prof. F. J. L. Kramer, Nog steeds een raadsel ? (slot). G. F. Haspels, Nieuwe Boeken. Dr. J. de Jong, Guiseppe Verdi. F. J. W. Drion, Binnenlandsch Overzicht. H. S., Econo mische Kroniek. P. N. van Eijck, Gedich ten. Buitenland. G. F. H., K. K., H. S., Leestafel. De Levende Natuur, afl. 13: Jac. P. Thijsse, Munt della baseglia (vervolg). J. Metzelaar, Trawlervisschen. H. A. Kuyper, Varia uit Deli. H. F. D. Monné, Herfst. G. J. A. Mulder, Invloed van het landijs op het landschap.?Jac. J. de Jong, Herfstkleuren. iimillliiiiiiiiiilM'iiiimimiitiiii achtige wazen, lichten en menschen weer kaatsten in een zich rijend perspectief van zwijgende oneindigheid. C*** en'ik gaven ons, temidden der con versaties over aan den zoeten droom. De dingen vervormen zich naar de mag netische macht van de menschen, die ze beroeren, en zij hebben voor ons geen an dere beteekenis dan die wij ze schenken kunnen. Zoo werd de nieuwheid van het schel verguldsel, van de zware meubels en van het cristal kis met warmeren gloed overwaasd door de blikken van mijn dichterlijken vriend C*** en de mijne. Voor ons waren deze kandelabers, nood zakelijkerwijs, van zuiver goud en het drijfwerk ervan, droeg o Ongetwijfeld de authen tieke handteekening van een der Cinque-Centi, goudsmeden-van^vader-op-zoon. Stellig die meubels waren herkomstig van een linhersch schrijnwerker, tijdens de woedende ketter vervolgingen onder Louis XIII gek geworden. Of kwam dat cristal niet uit de werkplaats van een glasblazer te Praag, verliederlijkt door drank en penthesileëische liefde. En de wandtapijten waren onmiskenbaar de zelfde als de purperen weefsels der ouden, nu eindelijk teruggevonden in Herculaneum, in de kist van het geheiligd velarium der tempels van Aesclapius of van Pallas. De inderdaad al te schreeuwende kleuren konden, zoo noodig, verklaard worden door de in werking der bijtende aarde-en-lava, en o waardevolle onvolkomenheid dit maakte ze voor den bezitter tot een schat, eenig op de geheele aarde. Dan omhing de nacht met hare schaduwen, vreemde effecten en half-tinten de voorwer pen, den goeden wil. onzer illusies endroomerijen versterkend. De koffie wasemde uit het'doorschijnend porcelein der kopjes: C*** zoog in langzame teugen de zoet-bedwelmende geuren van zijn Havannah-cigaar in, zich, als een half god in zijn nevel, hullende in den diëhten witten rook. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl