De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 16 november pagina 1

16 november 1913 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

K». 1899 Zondag 16 November Aü. 1913 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSING Abonnement per 3 maanden / 1.65 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van l?5 regels/l.25, elke regel meer .... ?0.25 Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel .? . 0.30 Reclames, per regel 0.40 BERICHT Daar de kosten van bezorging te Amsterdam thans even hoog zijn als de bezorging per post, wordt met l Januari 1914 de abonnementsprijs voor Am sterdam met 15 cent per kwartaal verhoogd n dus op f 1.65 gebracht. De Uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF INHOUD IIMIIHIIIIIIHIItni Blz. 1: Red.: Handelshoogeschpol. J. en J., Reorganisatie der Posterijen. Kroniek. 2: Feuilleton naar Graaf de Villiers de l'Isle-Adam. Oedipus door dr. L. H. Grondijs. Tooneelcauserieën. Kinderboeken beoord. door Hessel Jongsma. 5: Mej. A. L. Ver schoor, Kinderzorg in Hongarije. R. M., Grootje. Allegra. E. Heimans over Azolla. 6: W. Steenhoff over de Moderne Kunstkring. Prentkunst door J. G. Veldheer. De Vierjaariijksche te München door mevr. H. w. J. Schaap van der Pek. 7: Matthijs Vermeulen over Liederen van Aphons Diepenbrock. Bernard Canter: De Gothische Levens opvatting. Bewaarschoolkinderen als helden van 1813. Torn Schilperoort over Pégoud. Portret, wijlen prof. J. S. Spyer. 8: Opening Handelshoogeschool. Charivari. 9: Fin. Kroniek door v. d. M. 10: v. d. S. over Bul garije. Puzzle. Ingezonden over Leischegracht en Winkelsluiting. // : Schaakspel door R. J. Loman. Damspel door J. de Haas. Teekening van Joh. Braakensiek: Nolens. Bijvoegsel van Johan'Braakensiek: De verkiezing in Amst. III." uiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiiiiiminiiiiimiiHii N VERRE EN VAN NA HANDELS-HOOGESCHOOL Verleden Zaterdag is de Rotterdamsche 'handel met Wetenschap gekroond. Dat wil zeggen, evenals Napoleon, die nu eenmaal meer dan de Heilige Lodewijk of de wijze Marcus Aurelius haar voor beeld zijn moet, heeft de Handel den hoogepriester 't werk verlicht door zich zelf den gouden diadeem op 't hoofd te zetten. De flink in 't geld zittende Rot terdammers hebben op Rijk of Gemeente niet gewacht om zichzelven, in een handomdraai, een complete Hoogeschool te schenken. Ze is er nu. Tenminste als instelling, want het gebouw heeft nog geen tijd gehad te verrijzen. Ze is er, en de Minister van Binnenlandsche Zaken, aan wien men, gelijk Napoleon aan Pius, de 'eer van de zalving liet hij had wel weinig in 't potje: slechts ne decora tie stond bij deze plechtigheid als een niet onmisbare autoriteit... « Rotterdam, kroonde zichzelf! De para nimfen bij deze royale inwijding waren velen: het Amsterdamsche Handelsblad noemde zoo iets als een kolom namen van allen die het had opgemerkt'1, prinsen van den koophandel, de magistratuur en de staatkunde, en de eerbied van dezen vriend der gezetenen voor al die groot heden van geld en stand was zoo oprecht (en verwarrend), dat men in de lange lijst tevergeefs naar de namen der professoren zoekt! Het blad had de professoren van de nieuwe Hoogeschool over 't hoofd gezien! Een toevalligheid? Dan is het een teekenende. Menigeen zal zich hebben afgevraagd: Wat moet dit wezen: een handelshooge, school ? En het antwoord, dat men geven kon: Ze zal dienen tot opleiding van leeraren voor de handelsscholen en van consuls" zal niet bevredigd hebben. Daar voor kon zich Rotterdam toch niet z inspannen. Nog minder kon het dat ander antwoord, dat uit den mond kwam der lichtvaardigen : Rotterdam is rijk, het wil meer dan enkel pianoles voorzijn dochters, het wil nu professoren houden en zijn zoons student zien.' Ook was men er niet af met de onderstelling te uiten, dat weelde vanzelf den adelstitel der beschaving zoekt en dat de rijk geworden burgerman voor zijn kinderen een geestelijk leven wenscht dat, hooger dan het zijne hen per slot van hem vervreemdt. En de verklaring, die met een pointe van meerderheids gevoel prof. Jelgersma uit naam der zus ter-universiteiten gaf, kan ook al niet af doende zijn: de handel heeft aan hoogere specialistische vorming behoefte".*) De heer A. G. Kröller, de president van den Raad van Beheer der nieuwe instelling, en een man van zaken met ruimer en daarom reëeler inzichten dan de meeste der Rotterdamsche (en andere.... damsche) grootkapitalisten, heeft in een krachtige redevoering een blik gegeven op wat het moderne kapitaal in zulk een Handelshoogeschool ziet. Hij wees daar voor op de evolutie die in den laatsten tijd het economisch leven onderging: op de ontzaggelijke vermeerdering der naamlooze vennootschappen, die aan de erfelijke koopmanschap een eind maakt. Het zijn nu ? alle: conglomeraties van kleine kapitalen, die een talent zoeken om er den ondernemer aan te hebben, want kapitalist en ondernemer zijn niet meer begrippen, die elkander dekken. Dat de zoon, als het ware automatisch, zijn vader in de zaken opvolgt, is niet meer zonder schade mogelijk: het erfelijkheidsbeginsel moet men verlaten, nu de nieuwere tijd ook handel en industrie verdemocratiseert. Zoo is meteen helder, dat wie de roeping en ook de kracht gevoelt zich in het economisch gewoel een leidende plaats te vereveren, van den aanvang af, aan een geduchte intellectueele krijgsrusting behoefte heeft". En dat, vervolgen wij, aan z tpegerusten , . . het Nederlandsche kapitaal be hoefte heeft. Hierin ligt beter, dunkt ons, dan in de algemeener gestelde officieele speeches, een bestaansreden voor de Rotterdamsche hoogeschool uitgedrukt. Men moet slechts n reserve maken. Zoowel deze spreker toch als de Minister, de Burgemeester en de Voorzitter van het Curatorium dr. Bos gewaagden voort durend van het groote belang, dat deze Hoogeschool voor het Nederlandsche volk heeft. Dit is eene wijze van spreken, die onjuist, maar niettemin zeer gebrui kelijk is: men vereenzelvigt een deel des volks met het geheel, de burgerij met de 6.000.000 van onze natie. (Zoo beweren sprekers in de Kamer dat Indie voor uitgaat, en zij bedoelen de Nederlanders, die er zaken drijven, want over de economische toestanden van Indië getuigt de statistiek van droeven stilstand...) Wat heeft de arbeidende klasse, waarvan de zonen op dertienjarigen of vijftienjarigen leeftijd de werkplaats op moeten of het veld, voor grooter kansen" gekregen door deze instelling, die tonnen gouds kost ? Bij die honderdduizenden zwoegers en wroeters worden voortdurend kiemen tot beter ontwikkeling verstikt, en de be scheiden herhalingsscholen en avondcur sussen, hoe nuttig ze mogen wezen, kun nen dat overgroote deel des volks niet in een conditie brengen van ook maar eenigszins houdbaren wedijver met de bevoor rechte standen. Dr. Bos' woorden En dichter nadert men aldus den tijd, waar de plaats in de samenleving afhangt minder van wat men heeft dan van wat men j's" schijnen dan ook in verband met een Handelshoogeschool alleen te mogen gelden voor een hopelijk breede burgerklasse. Een om zoo te zeggen natuurlijk en onbe doeld wraakgericht van den Geest, die bo ven klassebelangen kan uitgaan, heeft aan deze instelling, waarvoor de arbeiders klasse niet bestaat (zij was dan ook in 't geheel niet vertegenwoordigd), in zijn wetenschappelijksten gewoon-hoogleeraar een man gegeven van de arbeiders levensbeschouwing, die de Marxistische heet... Want zóis het leven toch: De ontwikkeling van een ras, van een klasse, van een geslacht keert in haar hoogte punten naar het niet gekende, het ont kende zich toe, en de Wetenschap, *) De duivel van het standsverschil geeselt niet alleen de douairières. Ook de we tenschappelijke mannen trekken onderling, om een groote verscheidenheid van redenen, den neus voor elkander op. Ziehier de aardig omhullende bewoordingen, waarin prof. Jel gersma de ietwat kleineerende welwillend heid der grootere universiteiten niet geheel verbergt: De Handelshoogeschool was noodig, zeide hij, want: De handelswetenschap is geworden eene specialiteit, waarmede aan de universiteit niet voldoende rekening kan gehouden worden, en de breede universi taire ontwikkeling zou aan de diepte der specialistische vorming schade kunnen en in zeker opzicht moeten doen". Pak aan! waarmee Rotterdam zich trotsch gekroond heeft, wendt, als een bloem naar 't licht, zich n'aar een arbeiderstoekomst toe, waarvoor de meeste Rotterdamsche magnaten rillen zullen. * * * Over eene Reorganisatie der Posterijen enz. Eenvoud is nog steeds het kenmerk van het ware, en een goede organisatie moet in de eerste plaats een eenvoudige zijn. Wanneer ik u vertel, dat er bij het Bedrijf der Posterijen enz. vierentwintig verschillende rangen en tangetjes 1) be staan wellicht heb ik er nog wel eenige overgeslagen , en wanneer ge dan weet, dat elke rang naar anderen maatstaf wordt gesalarieerd, terwijl van hoogerhand met ijver voor eiken rang een af zonderlijk taakje wordt afgepast, zoodat alles bij elkaar een puzzle is geworden, welken niemand ter waereld in staat is op te lossen, dan behoef ik u zeker niet te zeggen, dat dit stelsel groote onte vredenheid kweekt en hopelooze ver" warring sticht. Op kantoor A vindt men den postwisseldienst en dit om de groote geldelijke verantwoording de voornaamste en laat de postwisselloketten door commiezen of klerken bedienen. Maar op kantoor B redeneert men weer anders en schenkt de spaarbank waar eenige meerdere wetskennis wordt vereischt den voorkeur. Zoo geniet nu deze, dan gene tak van dienst al naarmate ze min of meer bij den Direc teur in de gunst staat de voorkeur, en nheid vindt ge nergens. Hoe hierin verbetering te brengen? Bij elke organisatie van een bedrijf dient men er rekening mede te houden, dat er een kern moet jgevormd worden van menschen, welke ?fteT'Bgörijf schoren, en dat de leiding van het Bedrijf, moet berusten bij enkele, maar dan eminente leiders, wier gezichtskring zeer ruim, en wier inzicht onbevooroordeeld moet zijn. Wat nu die kern betreft bij het Bedrijf der Posterijen enz., waar elk zelfstandig moet kunnen handelen, welnu, ze zou moeten bestaan uit goed-ge schoolde kantoorambtenaren: n van soort, van rangnaam, van salarieering en promotiekansen. Men moet de candidaten aannemen op achttienjarigen leeftijd en van hen eischen, dat ze zich practisch (de Berlitzmethode lijkt me bizonder geschikt) kunnen bedienen van de moderne talen, dat ze eenige aardrijkskundige kennis bezitten, welke kennis later met vrucht op een vakschool in postale richting kan worden geleid, dat ze goed (praktisch alweer) kunnen rekenen en vlug en dui delijk kunnen schrijven kortom het moeten menschen zijn met een gezond lichaam en gezonde hersens. Met deze kantoorambtenaren (de kler ken en ook gedeeltelijk de hulptelegrafisten hebben het bewijs reeds geleverd) is de dagelijksche dienst uitnemend gaande te houden, en door eene deug delijke vakopleiding waren uit hen te vormen directeurs der kleinere kantoren (ik zou zeggen tot en met kantoren der zesde klasse), beheerders der kleinere bijkantoren, onderchefs (voor het loopende werk) enz. Wat de leiders betreft, zij zullen het Bedrijf moeten leiden. Uit hen zullen gevormd moeten worden directeuren van grootere kantoren, inspecteurs, afdeelingschefs van belangrijke onderdeden, in 't algemeen dus Hoofdambtenaren. De leiders van thans, de commiezen, worden nog te veel voor gewone kantoorwerkzaamheden gebruikt. De hun gestelde exameneischen zijn buitensporig hoog en zij worden, aldus gebezigd, dure werk krachten. Treden zij op als leiders, dan blijkt wederom terstond, dat hun studie en vór-studie te schoolsch waren. Men stichte aan de Technische Hooge school te Delft een faculteit voor Poste rijen, Telegraaf en Telefoon, en bepale als toelating tot deze faculteit een diploma eindexamen H.B.S. met vijfjarigen cursus. Men stelle verder de toekomstige Hoofd ambtenaren in de gelegenheid na twee studiejaren b.v. (colleges in electro-techniek en staatswetenschappen) een graad te behalen. Dit is de eenige goede weg, om zich 2) in de toekomst, welke nog zooveel hoogere eischen zal stellen (ik wijs op radio-telegrafie, radio-telefonie ; op ongevallen-, spaarbank-, invaliditeitsen andere sociale wetten), van kundige leiders te verzekeren. Ook het zoogenaamde mindere per soneel behoeft een reorganisatie. Men schaffe de postboden af en benoeme een elk, die brieven bestelt tot besteller. De jongelingen bij den Telegraafdienst behoude men, maar bij goed gedrag, benoeme men ze later onvoorwaardelijk tot besteller. De hoofdbestellers en postconducteurs blijven. Verder richte men te Amsterdam of Rotterdam (waar ruimschoots gelegenheid bestaat voor practische oefening in den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst) een Centrale Post- en Telegraaf-school op; waar bestellers (tot hoofdbesteller of conducteur) en tevens kantoorambtenaren worden opgeleid. Deze opleiding ge schiede kosteloos door vast daarvoor aangewezen leeraarspersoneel. Ook den Telefoondienst geve men per soneel n van soort, naam, salarieering en promotie, en men stelle de candidaten de eischen der kantoorambtenaren. De grootere hulpkantoren vervange men door beperkte Postkantoren (gevestigd in een door het Rijk te huren localiteit) en beheerd door kantoorambtenaren. De kleinere hulpkantoren brengt men onder het beheer van een besteller, daartoe opgeleid. Het vereenigen van groote Post- en Telegraafkantoren zou zonder bezwaar kunnen worden doorgevoerd, ter wille der bezuiniging, in zooverre echter, dat alleen het geldelijk beheer bij de Direc teur zou moeten berusten, terwijl een afzonderlijke chef voor den telegraaf- en telefoondienst zou moeten worden aan gesteld. Ten slotte dit. Waar nu de klerken de commiezen dwars zitten, straks weer de hulptelegrafisten en kantoorbedienden de klerken in de haren zullen vliegen, soms ten rechte soms ten onrechte, waar de eene categorie moord en brand schreeuwt en haar door eenige luttele guldens opslag de mond voor korten tijd wordt gesnoerd, terwijl een andere categorie door nood, nijd en afgunst gedreven begint te blaffen en bijten zal dan zoo geen volmaakte, toch een toestand van meer orde, regel maat en tevredenheid worden geboren. De Nederlandsche Post- en Telegraaf dienst had en heeft nog steeds een goedklinkenden naam over heel de waereld. Dat hij dien goeden naam in de toekomst steeds moge blijven behouden! Het Bedrijf der Posterijen is eenpubliek belang van groot gewicht. Het wordt waarlijk tijd, dat ook anderen, dan een Kamer van Koophandel, zulks eens beginnen in te zien voor het (indachtig aan Tante Pos in Indië) te laat is! Maar men vergete niet, dat een goed werkman zijn geld waard is, en dat vergeet men thans maar al te dikwerf. _ ....... _ J- en J. 1) Hier wordt alleen bedoeld de actieve dienst. Ze alle op te noemen lijkt me over bodig. 2) Deze opleiding is niet nieuw. Toen de Telegrafie werd geboren, en de Telefonie nog sluimerde in het brein van Bell en Edison, genoten de eerste leiders van de electro-telegraaf een opleiding aan de Poly technische school te Delft. Ook het hooger militair onderwijs zal men thans in die banen gaan leiden. KRONIEK HET BEILISPROCES De beklaagde is vrijgesproken, maar de vreugd over dit feit wordt zeer verminderd door dat andere feit van de nu officieele erkenning, door een Jury, van den Joodschen ritueelen moord. De regeering heeft dit proces aangedurfd, misschien om te doen blijken, dat zij en .?het volk" in principe het eens zijn en oud-Rusland nog steeds oudRusland is. Mij dunkt, dit is reactie. Wat men tot nog toe kon beschouwen als een volksgeloof van de domme menigte, die daar ginds nog gansch en al middeneeuwsch is, wordt door dit proces, opzettelijk en haast opzichtig, tot een officieel credo ge maakt, een erkend regeeringsstandpunt, waarmee men wereld en beschaving openlijk tart. Het is waarlijk niet zonder reden, meent de Russische regeering, als de Joden somtijds hier en daar zoo'n beetje worden uitgeroeid. Zij verdienen niet beter . . . omdat zij Joden zijn. En zoo is het dan ook in orde. Onderdrukking door gevangenis, verban ning en marteling van elke gedachte, die zich uitspreekt voor een redelijker en rechtvaar diger regeering, van al wie zich verzet tegen ambtelijken willekeur en knevelarij, zouden daar godsdiensthaat en geloofsvervolging, meer of min bedekt, niet bij behooren? Zoo zagen wij dan het bitter schouwspel van onrecht, gepleegd in zijn wreedsten vorm: welbewust cynisch en openlijk trotseerend, als rechts-pleging over de organen der gemeenschap. ^ Kan het beschaafde west-Europa dit aan zien, dezen moord op zijn moeizaam ver kregen, hoogste geestelijk goed? Moet dit nu zoo blijven? Ja, dit moet zoo blijven. Tot de tijden ginds rijp zijn en West-Europa getoond zal hebben haar hoogste zedelijk goed" ook eenige opoffering waard te achten. Het eenige dat West-Europa hier doen kan, is... iets nalaten, nl. het zich interesseeren" voor Russische waarden." En dat is het juist wat het niet nalaat. Verre van dien. Vermeldde niet nog dezer dagen het Handelsblad, dat een onlangs gestorven Joodsch bankier o.a. een groote rol gespeeld (had) in de deelne ming van Nederlandsch kapitaal in Russische waarden ?" En waren de Ned.-lsraëlitische armen dezen man niet dankbaar voor zijn vele goede gaven ? Zoo helpt de Nederlandsche burgerij, onder leiding van een Joodschen bankier, het Rus sische gouvernement aan fondsen om de ontwikkeling van het land tegen te houden en ritueele moordprocessen op te zetten, waartegen die zelfde burgerij bij gelegen heid verontwaardigd protesteert. En betoonen zich de Ned. Isr. armen dankbaar aan den man die, werkdadig, hun Russische geloofsgenooten in het ongeluk hielp. Een en ander ten blijke, dat van ideaal tot verwerkelijking nog een heele stap is... voor een burgerdom, dat zijn eigen jeugd van edelmoedig idealisme lang achter zich heeft en sedert zijn hartelijke deelneming'' alleen betoonde al»het Russische waar den" gold. Oedipus in de Comedie Franchise IV (Slot) Nooit en nergens is het leven geheel een voudig en klaar. Hij, die de waarheid wil, heeft niet meer kans op onmiddellijk levens begrip dan degene, die het leven onbewust wenscht te ondergaan. Naïeve ervaring is beter dan gedachte. Wie in het leven waar achtig wil zijn, schakelt enkel alle troebele en onbeheerschbare factoren van het leven uit, maar geeft daarmede de kansen op be grip op. In het eenvoudigste gebaar, in de sim pelste handeling zijn tegenstrijdigheden opgehoopt. Het enthousiasme der jeugd be staat hierin, dat men voor het zoo gecom pliceerde zielsleven meent, wetten gevonden te hebben. Deze in elk leven opnieuw gedane ontdekking geeft moed en lust om te han delen. Maar de meesten merken spoedig, dat er met hen wordt gespeeld, zij worden vermoeid van al deze nutteloosheden, en begrijpen niet waarom. Buitengewoon krach tige persoonlijkheden houden den strijd langer vol; hunne ontgoocheling komt wat later; hun leed is grooter en opzienwekkender; hun val maakt meer gedruisch. Dat zijn de tragische personen. Zoo was Oedipus een enthousiast naar persoonlijke macht. De mensen is ondoelmatig ingericht, naar zijn lichaam, zijne lichaamsfuncties, en vooral zijne psyche, die de kampplaats is van al die ongeregelde, elkaar kruisende instinctbewegingen. Nergens is consequentie in de levensinrichting. Stelt men zich echter als koel toeschouwer buiten de menschenlevens, dan ziet men in al dat gewurm een inge wikkeld feitenweefsel, waarin hier en daar een scharlaken draad zich schijnt af te teeke nen. Zulk een levensverband bevredigt alleen den toeschouwer; hij, die zelf handelt, moet dien kijk ondervinden als ironie en cynisme. Tracht niet, hem die hoopt, te troosten met levensinzicht; hij die hoopt, wil dupe zijn. Qij wilt geen slachtoffer zijn van 't leven en verzet u door inzicht en oprechtheid ? Wacht maar, ongetwijfeld komt het oogenblik waarop eene ervaring duidelijker dan duizend voorafgaande u leert, dat uwe oprechtheid en consequentie niemand be drogen hebben. Het waren bijzondere vormen van huichelarij. Qij wilt niet overrompeld worden door 't leven, en liegt u in een nieuw leven in? Met nieuwe gevoelens, met een nieuwe vrijheid, heel een kunstig samenstel van gloednieuwe, zuiver berekende geluksfactoren ? En met dezen handigen leugen gaat gij van voren af beginnen? Nooit waart gij zoo oprecht als ditmaal: er liep een barst door uw leven; langs dezen langen omweg kwam hij uzelf tot bewustzijn. Elke oplossing is bij voorbaat onjuist.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl