Historisch Archief 1877-1940
23 Nov. '13. No. 1900
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
iMMiiiiiiiiifiitiniiiiiiiiiiiiitiimii
iiiiiiiiiimmiiiii
Wettelijke kinderzorg in Hongarije
(Slot)
Gedurende het wereldcongres voor vrou
wenkiesrecht te Buda-Pest, maakten de leden
een interessant rondreisje om enkele asyls
en ook een der bekendste en mooist gelegen
verpleegdorpen" Nagyszalonto te bezich
tigen ; het is een typisch plaatsje, tegelijk
stad en groot boerendorp, met zijn lange,
breede straten of wegen met aan weers
kanten-f rissche, aardige huisjes van meestal
twee kamers en keuken. Men krijgt den
indruk dat de bewoners welvarende luidjes
zijn, waar de kinderverzorging niet is een
zooveel mogelijk voordeel moeten trekken
uit het geringe kostgeld. Want gering is het
helaas, voor een kind tusschen l en 2 jaar
wordt 10 kr. per maand betaald, tusschen
de 2 en 7 jaar 8 kr. en van 7 tot 15 jaar weer
10 kr. Eigenlijk wordt na het 12de jaar alleen
maar kostgeld betaald voor kinderen die
ziekelijk zijn en niet in staat tot werken.
Verder voorziet de Staat in schoolbehoeften
en kleeren. Tot 12 jaar duurt de
schoolplichtige leeftijd, zeer begaafde kinderen
kunnen echter nog langer en meer uitgebreid
onderwijs genieten. In elk geval laat de
Staat zijn beschermelingen niet los voor hun
15de jaar, en oefent zelfs tot hun 20ste een
zekere voogdij over hen uit. In sommige
plaatsen zijn van rijkswege scholen voor
handenarbeid opgericht; te Kisujasallas o.a.
is een groote vakschool voor meisjes; het
prachtige Hongaarsche borduurwerk, zoo
goed bekend van de tentoonstellingen van
buitenlandsche kunstnijverheid, is daar een
van de meest beoefende kunsten.
De Hongaarsche wet kent, waar het de
zorg voor het verlaten kind betreft, geen
onderscheid tusschen landgenoot en vreem
deling. Absoluut op dezelfde voorwaarden,
d.w.z.onvoorwaardelijk, worden ook kinderen
van andere nationaliteit opgenomen. Op ver
zoek worden zij echter dadelijk aan het land
waar zij thuis hooren gerestitueerd. Ik her
inner mij, dat op het 5de intei nationale
congres voor armenzorg en liefdadigheid in
1910 te Kopenhagen gehouden, het vraagstuk
der internationale regeling van de zorg voor
kinderen van vreemde nationaliteit, als extra
nummer buiten het programma, in bespreking
kwam. Dr. Szana uit Buda-Pest, directeur
van het kinderfsyl aldaar, lichtte een voorstel
toe van Dr. Zoltan von Bosnyak, de groote
kampioen voor de rechten van het kind.
Volgens hem mocht in geen land verschil van
nationaliteit ooit een hinderpaal zijn voor dade
lijke, onvoorwaardelijke opname van over
heidswege van verwaarloosde of verlaten kin
deren. Die theorie kon hij met te meer nadruk
verdedigen, omdat ze in zijn vaderland al
sinds jaren konsekwent wordt toegepast. De
algemeene regels die hij in zijn pakkende
uiteenzetting gaf voor de internationale be
scherming van minderjarigen waren geba
seerd op het Hongaarsche stelsel, d.w.z.
recht op bescherming en zorg voor verlaten
minderjarigen in het land waar zij zich be
vinden volgens dezelfde maatstaf als voor
hen die in dat land geboren zijn. In landen
waar geen stelsel van kinderzorg bestaat,
zou de staat, volgens hem, verplicht zijn,
het verlaten kind te doen opvoeden in een
gezin, aangewezen door de overheid die den
verlaten toestand van het kind konstateert.
Regel moet echter zijn, dat ieder verlaten
IMtHHMMMffMIlHlllllllllllllllllllltllllllflIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIMIimiMI
UIT DE NA TUUR
Draken
Op fcet vuurspuwen na, schijnt er niets
fabelachtigs meer in het bestaan van draken
overgebleven te zijn. Zoo groot en zoo
vreemd kon geen fantast ze bedenken of
ze hebben er grooter en vreemder op aarde
bestaan. De vlerken, de lange halzen en
staarten, de reusachtige klauwen, de opge
richte gang, alles, alles schon dagewesen.
In die warme Jura- en Krijt-zeeën moe
ten de scheppende en omvormende krachten
der natuur geweldig groot, en de omstan
digheden, die zulke ontzaglijke monsters
deden ontstaan en in stand hielden wel
buitengewoon geweest zijn Na de Krijtzee
verdwijnen deze zee- en landhagedissen van
reusachtige afmetingen voor goed van de
aarde; eerst veel later, komen de walvisschen,
nieuwe reuzen-gestalten, maar nu uit de
zoogdierengroep, de zeeën bevolken.
De merkwaardige vondsten in Engeland,
Amerika en Europa, waarbij volledige ge
raamten dezer zeemonsters bloot gelegd
werden, zijn in staat, een vrij duidelijk denk
beeld te geven van de vormen van het le
vende dier en ook van hun levenswijze.
Vooral de vondsten van de laatste jaren in
Wurtemberg en in de Jura-leien van
NoordAmerika, waarbij ook deelen werden ontdekt
die anders nooit fossiel worden aangetroffen
kind zoo mogelijk moet repatrieeren, dus is
onderzoek naar zijn nationaliteit een eerste
vereischte, terwijl de beschermende staat
gerechtigd is van het geboorteland vergoe
ding der gemaakte onderhoudskosten te
eischen. Is echter de beschermende staat
van oordeel dat het, de omstandigheden in
aanmerking genomen, in het belang van het
kind is, dat het niet repatrieert, dan kan het
daartoe aan de regeering van het geboorte
land een verzoek indienen; wordt daar
gunstig op beschikt, dan is het kind zonder
verdere formaliteit burger van den
beschermenden staat.
Het geheele rapport van dr. Zplta,n von
Bosnyak was een warme verdediging van
staatszorg voor kinderen en indirekt een
pleidooi voor staatszorg voor noodlijdenden
in het algemeen. Als toelichting stelt hij
naast elkaar de uitkomsten van de gemeen
telijke en de particuliere armenzorg en die der
staats-kinderzorg in Hongarije. Het stelsel
der armenzorg is meer dan 40 jaren oud,
het organisch leven van het laatste dateert
van l September 1903. En wel eigenaardig
is de gezonde groei van het kinderzorg
systeem, dat diep wortelt in het verant
woordelijksbesef en het ethisch gevoel der
bevolking, vergeleken met de ontmoedigende
resultaten der openbare en particuliere lief
dadigheid.
Deze laatste koncluzie, de verdediging
van de staatsarmenzorg, laat ik echter geheel
voor rekening der beide hooggeschatte, maar
op dit punt zeer eenzijdige kindervrienden
dr. Zoltan von Bosnyak en dr. Szana!
A. L. VERSCHOOR
* * *
Het Kinderzaaltje
Als Zuster klein Pietertje gemeterd,
gewasschen, verbed en gevoerd heeft, de andere
kinderen terwijl hunne boterhammen opge
geten hebben, het zaaltje geveegd en gezeept
is, wat het achterlijke Leotje altijd doet
zeggen: kamer d- en, kamer doen" en na
nog heel wat kleine wissewasjes eindelijk
even eene rustpooze intreedt, neemt zij een
der vele boeken op en gaat een sprookje
voorlezen. Chris, de grootste, een aardige
jongen, die heel handig aan alles helpt,
zooals de kleinen slabbetjes voordoen en
de boel opruimen, is een en al gehoor, de
lieve blonde Annie met haar groote blauwe
oogen zit ook ernstig te luisteren, hoewel
ze er vermoedelijk niets van begrijpt, maar
daar begint Pietertje te kraaien, Leo gooit
z'n kussen uit bed en zegt mettoonloozestem:
niet kusse hebbe, doos hebbe, b(l)oeme
nebbe, b(r)ief hebbe," Jaapie begint zijn da
gelijks weerkeerend refrein: naar Mammi
toe, ik moet weg; Zuster, mag ik opstaan,
jij moet me naar Mammi brengen," zoodat
Annie niet meer kijkt naar Zuster, maar
haar groote blauwe 'oogen beurtelings op
haar schreeuwende buurtjes richt en Zuster
door dat lawaai tot grooten spijt van Chris
met lezen moest ophouden. Dan maar het
muziekdoosje gehaald. Dit is het
electriseertoestel, welks gebrom. Leo, meziek make''
noemt. Als Annie zegt k(r)iebelk(r)abbel" is
Zuster overtuigd dat de stroom z'n inwerking
op haar beentje doet gevoelen, en het anders
zoo stille kindje, geïnspireerd door het een
tonig geluid, gaat nu met een heel hoog,
fijn stemmetje zingen: Jaapie heb jij je
hoedje op." De anderen stemmen hiermee
in behalve Jaapie zelf, die volhardt bij z'n
zooals stukken huid, zoomen van vinnen,
kraakbeen, gedeelten van maag en ingewan
den en uitwerpselen, hebben er toe bijge
dragen dat thans een bijna volledige recon
structie van deze dieren gegeven kan worden,
die vrij getrouw de natuur nabootst. Die
reconstructies in de musea en de afbeel
dingen van fossiele dieren in acties waarvan
hierbij een voorbeeld is afgedrukt, zijn geen,
pure fantasieën meer; ze komen zonder
eenigen twijfel, de waarheid, hoewel niemand
die ooit aanschouwde, wel zeer nabij.
De artisten die dergelijke herscheppingen"
voor de musea uitvoeren, werken onder
streng toezicht van deskundigen en ook deze
staan voortdurend aan critiek bloot; geen
beenstukje of fragment, dat ook maar
eenigszins uitsluitsel kan geven over het uiterlijk
van het voorwereldlijk dier, mag
onbestudeerd blijven. Het is mogelijk, dat het zoo
gerestaureerde of gereconstrueerde dier iets
te weinig vertoont; wat er vertoond wordt
is er in elk geval geweest.
Er kan, nog meeningsverschil twist bestaan
omtrent een of andere houding, een meerdere
of mindere buiging, doorzakking of verheffing
van buik of rug of hals of pooten; in hoofdzaak
geeft een wetenschappelijk uitgevoerde re
constructie of afbeelding het dier zooals
het was
Zoo'n fossiel restant is de pas gevonden
Thaumatosaurus victor, zooals die in het
Museum van Stuttgart wordt tentoongesteld
drenserig naar Mammi toe, naar Mammi
toe." Na het electriseeren wordt gebaad,
gewogen, drankjes en pillen ingegeven en
nog 100 andere dingen en 't leven op't kin
derzaaltje gaat zoo z'n dagelijksch gangetje.
R. M.
* * *
Jij en ik
We zullen samen leven,
het leven van den min,
jij en ik, jij en ik,
ieder naar z'n zin.
We zullen samen zingen,
het liedje van den min,
jij en ik, jij en ik,
ieder naar z'n zin.
We zullen samen dragen,
de trouwe van den min,
jij en ik, jij en ik,
ieder naar z'n zin.
NAN SANDBERGEN.
* * *
Oan de een</0ud/<jrste
fot c/e meest
aparte genres
Uitgebreide Keuze,
l/oor deel ige prijzen.
Qlle soorten materialen téor scholen en
ancfore inrichtingen t/&n onderu/fjs spec/a/e condities.
sfrt ~& i inrtlcnr^ 2>amrak
,,U£J3IJQnnOrramsterda/Ti J
Allerlei
Taille
Een spotter heeft onlangs de opmerking
gemaakt, dat de dichters iets zeer vaags en
onbepaalbaars zeggen door te spreken van
de leest' eener vrouw, en dan nog wel
doorgaans met de bijvoeging slank." Het
is, zegt hij, een buitengewoon moeilijk pro
bleem van plaatsbepaling, om uit te maken
waar deze leest" eigenlijk gevestigd is.
Bij de dames uit den tijd van koningin
Elisabeth vond men de leest" halverwege
't onderlijf, terwijl de modepopjes uit
'tempire-tijdperk haar opvoerden tot onder de
armen, en thans zwerft ze over het geheele
terrein dat tusschen deze twee uitersten ligt,
en soms schijnt ze zelfs in 't geheel niet
aanwezig. De eenige plek, waar men ze on
der den invloed der mode nimmer aantreft,
is die, waar men ze in de eerste plaats
zoeken zou, namenlijk onmiddellijk boven
de heupen." Welk een kortzichtig criticus
toont zich deze spotter. Tot welke wanho
pige banaliteiten zou de mode vervallen,
indien ze zich aan dergelijke kleinigheden
als den natuurlijken lichaamsvorm stoorde.
* * *
Voorzorg
Een grappige onderlinge verzekering werd
eenige jaren geleden gesloten door vijf
broeders uit een arbeidersgezin in een voor
stad van Berlijn.
Er was namelijk afgesproken, dat ieder
der jonge mannen, zoodra ze geld gingen
verdienen, n tiende van zijn salaris zou
storten in een algemeene kas, welke beurte
lings door elk der broeders beheerd zou
worden. Kwam door ziekte of wat dan ook
n der vijf contribuanten buiten werk, dan
zouden de renten van het gespaarde in zijn
onderhoud moeten voorzien, terwijl bij ou
derdom of invaliditeit n vijfde gedeelte
van het bespaarde bedrag aan elk als pen
sioen zou worden uitbetaald.
In ongeveer 20 jaren is het nog maar
nmaal voorgekomen, dat een der broeders
wegens werkeloosheid het fonds moest aan
spreken voor een klein bedrag. Het
kapitaalije is dus rente op rente reeds een groote
IIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllltlllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIttlllllt
som geworden, die mettertijd als de oude
dag komt, een zoete troost zal zijn.
Epistels
Een fijn, gedistingeerd briefje brengt mij
de vraag, hoe dikwijls de galant aan zijn
meisje moet schrijven. De jonge dame, die
mij dit briefje zendt, vindt tweemaal in de
week niet genoeg... dat geeft telkens drie
dagen van verlangen en wachten, die onein
dig schijnen," zegt zij... M'n antwoord
moet al weder een weinig gereserveerd zijn,
want ik ken de omstandigheden niet. Heeft
de galant een drukke betrekking, dan kost
een correspondentie van tweemaal per week
hem wellicht reeds meer tijd dan hij missen
kan... Er zijn er echter die 't drukker aan
leggen: Cyrano de Bergerac schreef aan
Roxane driemaal per dag. en hij verweet
zichzelf, dat dit feitelijk te weinig was...
Een algemeene regel is uit deze feiten
moeielijk te condenseeren. De beste raad,
die ik aan minnenden geven kan is;
Indien u 't hart tot schrijven dringt,
Zoo schrijf!...
Bruidsdisch
Bij huwelijksfeesten in de voorname krin
gen te Parijs heeft men voor de uitstallingen
van geschenken, een aardig nieuwtje in
zwang gebracht.
Het komt namelijk herhaaldelijk voor, dat
bruigom of bruidje van een erfoom of een
suikertante heele groote cadeaux ontvangen,
b. v. een landauer met twee paarden, een
auto, een villa, een jacht of iets dergelijks,
en menig jong paar heeft het zwaar hoofd
breken gekost, dat deze mooiste en kostbaarste
hunner geschenken niet op de groote etalage
konden staan, hoogstens als photografie,
door de bruidsmeisjes met veel toewijding en
de noodige phantasie verklaard en toegelicht...
Nu evenwel is de uitredding gevonden!...
Men voegt bij 't geschenk een model in
miniatuur, dat een juist beeld ervan geeft,
en zich toch naar de omgeving voegt... En zoo
treft men dan tegenwoordig in Parijs
corbeilles de noce" aan, waarin zich auto's en
rijpaarden en landauers en motorbooten
bevinden... Ge begrijpt, dat deze nouveaut
opgang maakt!... En toch zijn er nog wei
eens geschenken die de meest intelligente
ceremoniemeesters in verlegenheid brengen.
Een Parijsche bruigom kreeg onlangs van
zijn peetoom een boschachtig jachtterrein
Mtiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiim
in de Alpes-maritimes ten geschenke... en
toen was men zoo goed niet of men moest
weder zijn toevlucht nemen tot de versmade
photographie.
* * *
Haardos
De vraag naar opium in sommige gedeelten
van de wereldstad Parijs verplicht de douane
beambten geducht op hun hoede te zijn tegen
den smokkelhandel. En ze moeten heel wat
mans zijn, om de smokkelaars of de nog slim
mer vrouwelijke beoefenaars van dit bedrijf te
betrappen. Onlangs kwam er van een der
schepen in de haven van Toulon, een chique
gekleede jonge dame met een weelderigen
haardos en een zeer hoog kapsel, waartegen
de douaniers verdenking kregen: niet ten on
rechte, want zij bleek in dit kapsel een
flinke doos met opium verborgen te hebben.
Bij nader onderzoek bleek bovendien, dat
de hooge stelthakjes harer fijn gelakte
schoentjes hol waren, en elk een flinke
dosis opium bevatten.
* * *
Veiligheid
In een groot ziekenhuis te Chicago heeft
men een nieuwe inrichting gemaakt, om de
bezoekers van besmettelijke zieken in staat
te stellen, zonder gevaar de zieken te kunnen
zien en met hen te kunnen spreken.
De ziekenkamer is namelijk van de ruimte
der bezoekers gescheiden door een wand van
spiegelglas, zoodat de bezoeker den kranke
vlak bij beschouwen en, hem in de oogen
kan zien. Het spreken geschiedt door middel
van een telephonische verbinding onder den
grond door... Een telephoongesprek dus dat
al de charme heeft van een gewoon
mondgesprek.
* *
Sport
In Nizza, vertelde men mij, heeft het be
stuur van een kurzaal een prijs uitgeloofd,
een prachtige diamantenbroche of diamanten
doekspeld, voor haar of hem, die gedurende
het seizoen 1913/14 het hoogste aantal dans
passen maakt op de bals door de inrichting
georganiseerd. De mededingers worden om
den linker enkel voorzien van een pedometer,
een vernuftig zelfregistreerend instrumentje,
dat alle pasjes opteekent. Er wordt thans
in den balzaal getangooid tot
razendwordens toe.
ALLEGRA
minuut n i minimi m
De Vischhagedissen (Thaumatosaurus &
Ichthyosaurus) in'actie. Schets v. Alb. Kuil in den Führer Museum
Nat. Hist. in Stuttgart
en waarvan ik
u den vorigen
keer al een foto
heb gegeven,
die het dier van
de buikzijde
laat zien. Op
verzoek van dr.
L. is hij hierbij
nog eens afge
drukt ; hij geeft
vrijwel den
typischen vorm
aan van de
vischhagedissen, de
langhalzige
Plesiosauriers, de zee
monsters uit
lang vervlogen
tijden. Bijzon
der merkwaar
dig is bij het
geslacht
Thaumatosaurusvan
deze familie, het vlechtwerk van ribben
dat de buik van dit dier beschermde. Ook
de bekken en schoudergordel zijn aan
de onderzijde tot plaatvormige beenderen
samengegroeid, wat doet denken aan een
schildpad in wording; maar dan aan een
schildpad door welks karapas een slangenlijf
werd gestoken. Evenals bij de thans levende
schildpadden zijn de
pooten veranderd in
roeivinnen of ped
dels.
Hieraan zijn nog
goed het
opperarmbeen, het dijbeen te
onderscheiden;spaakbeen, en ellepijp zijn
tot bijna vierkante
plaatjes ingekrom
pen, maar nog wel
te herkennen; dan
volgt een mozaiek
van bijna gelijk ge
worden botjes, die de
handwortels, de mid
delhandsbeentjes, en
de vingerkootjes ver
tegenwoordigen.
De kop is klein in
verhouding tot het
lichaam; de kaken
echter bezet met zeer
groote kegelvormige
tanden, in dichte rijen
in een gezamenlijke
gleuf of kas geplaatst.
De hals is bij deze
soort betrekkelijk
klein, het geslacht
Pleseosaurus echter
heeft een ware zwa
nenhals ; het aantal
halswervels, achten
dertig, is al heel
groot, geen tegen
woordig levend dier
Plesiosaurus (met buikribben). Guide to the Britisch Museum (case Q)
heeft er zooveel
zelfs de zwaan niet, die in dit opzicht nu
het record heeft.
Ongetwijfeld bevolkten zij de zeeën niet
ver van de kusten en zwommen aan de
oppervlakte. De lange beweeglijke halzen
stelden hun in staat hun buit een heel eind
onder water te grijpen. Waarschijnlijk kon
den ze ook onder water zwemmen, ofschoon
ze, als ware reptielen, niet onder water kon
den ademen. Ze leefden in hoofdzaak van
visch zooals het microscopisch onderzoek
van hun uitwerpselen heeft aangetoond. Ook
het scherp en sterk gebit wijst er op dat
het een glibberige en niet zeer kleine prooi
had te grijpen en vast te houden, misschien
ook stuk te bijten of althans 1e vermorzelen.
Een andere vischhagedis, de Ichthyosaurier
die dus den authentieken naam draagt, heeft
veel minder op een hagedis geleken.
Nu men alle onderdeden, als afdruk in
het zachte gesteente van Holzmaden en
Reutlingen heeft teruggevonden (dezelfde
steensoort als die van Solnhofen,vanwaar de
beste lithographische steenen komen) is het
wel zeker.dat het dier er moet uitgezien hebben
als een dolfijn of als een bruinvisch. Op de
schets hierbij van Albert Kuil, is, rechts
boven, zoo'n Ichtyosaurus te zien; hij laat ze
op dolfijnen en bruinvisschen-manier in troe
pen bijeen zwemmen, stoeien en boven water
uitspringen.
Het geraamte evenwel zegt duidelijk dat
het een vischhagedis was; de voorste lede
maten van het hier afgebeelde Londensch
exemplaar, komen met de
plesiosaurushanden overeen, de achterste zijn veel
kleiner. De laatste vondsten hebben aange
toond dat er nog een zoom van kraakbeen
om de roeivinnen liep; ze waren heel waar
schijnlijk geheel of bijna geheel met huid
omgeven, op de wijze van robbenpooten.
Het voedsel van Ichthyosaurus bestond
behalve uit visch ook uit inktvisschen. Er
zijn exemplaren, waarvan de ligging van de
maag duidelijk te bepalen is, doordien zich
daar zwarte vlekken bevinden; een gevolg
van het inslikken van den sepiazak der
inktvisschen, en bovendien ziet men in
de buikholte een aantal rugstekels van
inktvisschen. Nog merkwaardiger zijn de
vondsten waaruit blijkt, dat deze
vischhagedissen levende jongen voortbrachten;
deze jongen zijn in Londensche- en
Berlijnsche exemplaren duidelijk te zien, zes
of zeven in getal. Die in het Museum
te Berlijn zijn al bijna volgroeid, ze zitten
alle met den langen spitsen snuit naar de
voorzijde van het moederlichaam gericht. De
Londensche zijn meer embryonaal. ?HEV4
Ook de lange spitse bek van de Visch
hagedis Ichthyosaurus, is met stevige tanden
bezet; ze zwommen inderdaad in troepen en
schijnen evenals de walvisschen en dolfijnen
van thans, scholen visch uit zee te hebben
gevolgd tot in de inhammen of riviermon
dingen.
Het exemplaar dat ik dezen zomer te
Reutlingen heb gezien, was gevonden in een
steensoort uit de Zwarte Jura, die veel olie
bevat, en als stinklei bekend staat. Onge
twijfeld bevond zich daar een uitmonding
van een rivier die veel organische stoffen
afvoerde; mogelijk is de Vischhagedis om
gekomen, toen hij met zijn lange snuit de
modder opwoelde en zoo verstikt of vergif
tigd werd door zwavelhoudende gassen.
Van verre aangespoeld is hij niet, dat blijkt
uit de buitengewoon goede conditie; niet
alleen alle botjes tot het kleinste toe, oot
de beenkransen om de oogen zijn present; ook
de tanden en al de vinnen en de staart incluik
zijn wonderlijk mooi bewaard gebleven, mes
den huidzoom erbij. Dit exemplaar is bijna
vier meter lang. Denaverwante soort
Mystreosaururs, waarvan Teijler twee exemplaren
bezit, werd waarschijnlijk niet zoo groot.
E. HEIMANS
* * *