De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 23 november pagina 5

23 november 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

23 Nov. '13. No. 1900 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENRUBRIEK iMMiiiiiiiiifiitiniiiiiiiiiiiiitiimii iiiiiiiiiimmiiiii Wettelijke kinderzorg in Hongarije (Slot) Gedurende het wereldcongres voor vrou wenkiesrecht te Buda-Pest, maakten de leden een interessant rondreisje om enkele asyls en ook een der bekendste en mooist gelegen verpleegdorpen" Nagyszalonto te bezich tigen ; het is een typisch plaatsje, tegelijk stad en groot boerendorp, met zijn lange, breede straten of wegen met aan weers kanten-f rissche, aardige huisjes van meestal twee kamers en keuken. Men krijgt den indruk dat de bewoners welvarende luidjes zijn, waar de kinderverzorging niet is een zooveel mogelijk voordeel moeten trekken uit het geringe kostgeld. Want gering is het helaas, voor een kind tusschen l en 2 jaar wordt 10 kr. per maand betaald, tusschen de 2 en 7 jaar 8 kr. en van 7 tot 15 jaar weer 10 kr. Eigenlijk wordt na het 12de jaar alleen maar kostgeld betaald voor kinderen die ziekelijk zijn en niet in staat tot werken. Verder voorziet de Staat in schoolbehoeften en kleeren. Tot 12 jaar duurt de schoolplichtige leeftijd, zeer begaafde kinderen kunnen echter nog langer en meer uitgebreid onderwijs genieten. In elk geval laat de Staat zijn beschermelingen niet los voor hun 15de jaar, en oefent zelfs tot hun 20ste een zekere voogdij over hen uit. In sommige plaatsen zijn van rijkswege scholen voor handenarbeid opgericht; te Kisujasallas o.a. is een groote vakschool voor meisjes; het prachtige Hongaarsche borduurwerk, zoo goed bekend van de tentoonstellingen van buitenlandsche kunstnijverheid, is daar een van de meest beoefende kunsten. De Hongaarsche wet kent, waar het de zorg voor het verlaten kind betreft, geen onderscheid tusschen landgenoot en vreem deling. Absoluut op dezelfde voorwaarden, d.w.z.onvoorwaardelijk, worden ook kinderen van andere nationaliteit opgenomen. Op ver zoek worden zij echter dadelijk aan het land waar zij thuis hooren gerestitueerd. Ik her inner mij, dat op het 5de intei nationale congres voor armenzorg en liefdadigheid in 1910 te Kopenhagen gehouden, het vraagstuk der internationale regeling van de zorg voor kinderen van vreemde nationaliteit, als extra nummer buiten het programma, in bespreking kwam. Dr. Szana uit Buda-Pest, directeur van het kinderfsyl aldaar, lichtte een voorstel toe van Dr. Zoltan von Bosnyak, de groote kampioen voor de rechten van het kind. Volgens hem mocht in geen land verschil van nationaliteit ooit een hinderpaal zijn voor dade lijke, onvoorwaardelijke opname van over heidswege van verwaarloosde of verlaten kin deren. Die theorie kon hij met te meer nadruk verdedigen, omdat ze in zijn vaderland al sinds jaren konsekwent wordt toegepast. De algemeene regels die hij in zijn pakkende uiteenzetting gaf voor de internationale be scherming van minderjarigen waren geba seerd op het Hongaarsche stelsel, d.w.z. recht op bescherming en zorg voor verlaten minderjarigen in het land waar zij zich be vinden volgens dezelfde maatstaf als voor hen die in dat land geboren zijn. In landen waar geen stelsel van kinderzorg bestaat, zou de staat, volgens hem, verplicht zijn, het verlaten kind te doen opvoeden in een gezin, aangewezen door de overheid die den verlaten toestand van het kind konstateert. Regel moet echter zijn, dat ieder verlaten IMtHHMMMffMIlHlllllllllllllllllllltllllllflIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIMIimiMI UIT DE NA TUUR Draken Op fcet vuurspuwen na, schijnt er niets fabelachtigs meer in het bestaan van draken overgebleven te zijn. Zoo groot en zoo vreemd kon geen fantast ze bedenken of ze hebben er grooter en vreemder op aarde bestaan. De vlerken, de lange halzen en staarten, de reusachtige klauwen, de opge richte gang, alles, alles schon dagewesen. In die warme Jura- en Krijt-zeeën moe ten de scheppende en omvormende krachten der natuur geweldig groot, en de omstan digheden, die zulke ontzaglijke monsters deden ontstaan en in stand hielden wel buitengewoon geweest zijn Na de Krijtzee verdwijnen deze zee- en landhagedissen van reusachtige afmetingen voor goed van de aarde; eerst veel later, komen de walvisschen, nieuwe reuzen-gestalten, maar nu uit de zoogdierengroep, de zeeën bevolken. De merkwaardige vondsten in Engeland, Amerika en Europa, waarbij volledige ge raamten dezer zeemonsters bloot gelegd werden, zijn in staat, een vrij duidelijk denk beeld te geven van de vormen van het le vende dier en ook van hun levenswijze. Vooral de vondsten van de laatste jaren in Wurtemberg en in de Jura-leien van NoordAmerika, waarbij ook deelen werden ontdekt die anders nooit fossiel worden aangetroffen kind zoo mogelijk moet repatrieeren, dus is onderzoek naar zijn nationaliteit een eerste vereischte, terwijl de beschermende staat gerechtigd is van het geboorteland vergoe ding der gemaakte onderhoudskosten te eischen. Is echter de beschermende staat van oordeel dat het, de omstandigheden in aanmerking genomen, in het belang van het kind is, dat het niet repatrieert, dan kan het daartoe aan de regeering van het geboorte land een verzoek indienen; wordt daar gunstig op beschikt, dan is het kind zonder verdere formaliteit burger van den beschermenden staat. Het geheele rapport van dr. Zplta,n von Bosnyak was een warme verdediging van staatszorg voor kinderen en indirekt een pleidooi voor staatszorg voor noodlijdenden in het algemeen. Als toelichting stelt hij naast elkaar de uitkomsten van de gemeen telijke en de particuliere armenzorg en die der staats-kinderzorg in Hongarije. Het stelsel der armenzorg is meer dan 40 jaren oud, het organisch leven van het laatste dateert van l September 1903. En wel eigenaardig is de gezonde groei van het kinderzorg systeem, dat diep wortelt in het verant woordelijksbesef en het ethisch gevoel der bevolking, vergeleken met de ontmoedigende resultaten der openbare en particuliere lief dadigheid. Deze laatste koncluzie, de verdediging van de staatsarmenzorg, laat ik echter geheel voor rekening der beide hooggeschatte, maar op dit punt zeer eenzijdige kindervrienden dr. Zoltan von Bosnyak en dr. Szana! A. L. VERSCHOOR * * * Het Kinderzaaltje Als Zuster klein Pietertje gemeterd, gewasschen, verbed en gevoerd heeft, de andere kinderen terwijl hunne boterhammen opge geten hebben, het zaaltje geveegd en gezeept is, wat het achterlijke Leotje altijd doet zeggen: kamer d- en, kamer doen" en na nog heel wat kleine wissewasjes eindelijk even eene rustpooze intreedt, neemt zij een der vele boeken op en gaat een sprookje voorlezen. Chris, de grootste, een aardige jongen, die heel handig aan alles helpt, zooals de kleinen slabbetjes voordoen en de boel opruimen, is een en al gehoor, de lieve blonde Annie met haar groote blauwe oogen zit ook ernstig te luisteren, hoewel ze er vermoedelijk niets van begrijpt, maar daar begint Pietertje te kraaien, Leo gooit z'n kussen uit bed en zegt mettoonloozestem: niet kusse hebbe, doos hebbe, b(l)oeme nebbe, b(r)ief hebbe," Jaapie begint zijn da gelijks weerkeerend refrein: naar Mammi toe, ik moet weg; Zuster, mag ik opstaan, jij moet me naar Mammi brengen," zoodat Annie niet meer kijkt naar Zuster, maar haar groote blauwe 'oogen beurtelings op haar schreeuwende buurtjes richt en Zuster door dat lawaai tot grooten spijt van Chris met lezen moest ophouden. Dan maar het muziekdoosje gehaald. Dit is het electriseertoestel, welks gebrom. Leo, meziek make'' noemt. Als Annie zegt k(r)iebelk(r)abbel" is Zuster overtuigd dat de stroom z'n inwerking op haar beentje doet gevoelen, en het anders zoo stille kindje, geïnspireerd door het een tonig geluid, gaat nu met een heel hoog, fijn stemmetje zingen: Jaapie heb jij je hoedje op." De anderen stemmen hiermee in behalve Jaapie zelf, die volhardt bij z'n zooals stukken huid, zoomen van vinnen, kraakbeen, gedeelten van maag en ingewan den en uitwerpselen, hebben er toe bijge dragen dat thans een bijna volledige recon structie van deze dieren gegeven kan worden, die vrij getrouw de natuur nabootst. Die reconstructies in de musea en de afbeel dingen van fossiele dieren in acties waarvan hierbij een voorbeeld is afgedrukt, zijn geen, pure fantasieën meer; ze komen zonder eenigen twijfel, de waarheid, hoewel niemand die ooit aanschouwde, wel zeer nabij. De artisten die dergelijke herscheppingen" voor de musea uitvoeren, werken onder streng toezicht van deskundigen en ook deze staan voortdurend aan critiek bloot; geen beenstukje of fragment, dat ook maar eenigszins uitsluitsel kan geven over het uiterlijk van het voorwereldlijk dier, mag onbestudeerd blijven. Het is mogelijk, dat het zoo gerestaureerde of gereconstrueerde dier iets te weinig vertoont; wat er vertoond wordt is er in elk geval geweest. Er kan, nog meeningsverschil twist bestaan omtrent een of andere houding, een meerdere of mindere buiging, doorzakking of verheffing van buik of rug of hals of pooten; in hoofdzaak geeft een wetenschappelijk uitgevoerde re constructie of afbeelding het dier zooals het was Zoo'n fossiel restant is de pas gevonden Thaumatosaurus victor, zooals die in het Museum van Stuttgart wordt tentoongesteld drenserig naar Mammi toe, naar Mammi toe." Na het electriseeren wordt gebaad, gewogen, drankjes en pillen ingegeven en nog 100 andere dingen en 't leven op't kin derzaaltje gaat zoo z'n dagelijksch gangetje. R. M. * * * Jij en ik We zullen samen leven, het leven van den min, jij en ik, jij en ik, ieder naar z'n zin. We zullen samen zingen, het liedje van den min, jij en ik, jij en ik, ieder naar z'n zin. We zullen samen dragen, de trouwe van den min, jij en ik, jij en ik, ieder naar z'n zin. NAN SANDBERGEN. * * * Oan de een</0ud/<jrste fot c/e meest aparte genres Uitgebreide Keuze, l/oor deel ige prijzen. Qlle soorten materialen téor scholen en ancfore inrichtingen t/&n onderu/fjs spec/a/e condities. sfrt ~& i inrtlcnr^ 2>amrak ,,U£J3IJQnnOrramsterda/Ti J Allerlei Taille Een spotter heeft onlangs de opmerking gemaakt, dat de dichters iets zeer vaags en onbepaalbaars zeggen door te spreken van de leest' eener vrouw, en dan nog wel doorgaans met de bijvoeging slank." Het is, zegt hij, een buitengewoon moeilijk pro bleem van plaatsbepaling, om uit te maken waar deze leest" eigenlijk gevestigd is. Bij de dames uit den tijd van koningin Elisabeth vond men de leest" halverwege 't onderlijf, terwijl de modepopjes uit 'tempire-tijdperk haar opvoerden tot onder de armen, en thans zwerft ze over het geheele terrein dat tusschen deze twee uitersten ligt, en soms schijnt ze zelfs in 't geheel niet aanwezig. De eenige plek, waar men ze on der den invloed der mode nimmer aantreft, is die, waar men ze in de eerste plaats zoeken zou, namenlijk onmiddellijk boven de heupen." Welk een kortzichtig criticus toont zich deze spotter. Tot welke wanho pige banaliteiten zou de mode vervallen, indien ze zich aan dergelijke kleinigheden als den natuurlijken lichaamsvorm stoorde. * * * Voorzorg Een grappige onderlinge verzekering werd eenige jaren geleden gesloten door vijf broeders uit een arbeidersgezin in een voor stad van Berlijn. Er was namelijk afgesproken, dat ieder der jonge mannen, zoodra ze geld gingen verdienen, n tiende van zijn salaris zou storten in een algemeene kas, welke beurte lings door elk der broeders beheerd zou worden. Kwam door ziekte of wat dan ook n der vijf contribuanten buiten werk, dan zouden de renten van het gespaarde in zijn onderhoud moeten voorzien, terwijl bij ou derdom of invaliditeit n vijfde gedeelte van het bespaarde bedrag aan elk als pen sioen zou worden uitbetaald. In ongeveer 20 jaren is het nog maar nmaal voorgekomen, dat een der broeders wegens werkeloosheid het fonds moest aan spreken voor een klein bedrag. Het kapitaalije is dus rente op rente reeds een groote IIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllltlllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIttlllllt som geworden, die mettertijd als de oude dag komt, een zoete troost zal zijn. Epistels Een fijn, gedistingeerd briefje brengt mij de vraag, hoe dikwijls de galant aan zijn meisje moet schrijven. De jonge dame, die mij dit briefje zendt, vindt tweemaal in de week niet genoeg... dat geeft telkens drie dagen van verlangen en wachten, die onein dig schijnen," zegt zij... M'n antwoord moet al weder een weinig gereserveerd zijn, want ik ken de omstandigheden niet. Heeft de galant een drukke betrekking, dan kost een correspondentie van tweemaal per week hem wellicht reeds meer tijd dan hij missen kan... Er zijn er echter die 't drukker aan leggen: Cyrano de Bergerac schreef aan Roxane driemaal per dag. en hij verweet zichzelf, dat dit feitelijk te weinig was... Een algemeene regel is uit deze feiten moeielijk te condenseeren. De beste raad, die ik aan minnenden geven kan is; Indien u 't hart tot schrijven dringt, Zoo schrijf!... Bruidsdisch Bij huwelijksfeesten in de voorname krin gen te Parijs heeft men voor de uitstallingen van geschenken, een aardig nieuwtje in zwang gebracht. Het komt namelijk herhaaldelijk voor, dat bruigom of bruidje van een erfoom of een suikertante heele groote cadeaux ontvangen, b. v. een landauer met twee paarden, een auto, een villa, een jacht of iets dergelijks, en menig jong paar heeft het zwaar hoofd breken gekost, dat deze mooiste en kostbaarste hunner geschenken niet op de groote etalage konden staan, hoogstens als photografie, door de bruidsmeisjes met veel toewijding en de noodige phantasie verklaard en toegelicht... Nu evenwel is de uitredding gevonden!... Men voegt bij 't geschenk een model in miniatuur, dat een juist beeld ervan geeft, en zich toch naar de omgeving voegt... En zoo treft men dan tegenwoordig in Parijs corbeilles de noce" aan, waarin zich auto's en rijpaarden en landauers en motorbooten bevinden... Ge begrijpt, dat deze nouveaut opgang maakt!... En toch zijn er nog wei eens geschenken die de meest intelligente ceremoniemeesters in verlegenheid brengen. Een Parijsche bruigom kreeg onlangs van zijn peetoom een boschachtig jachtterrein Mtiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiim in de Alpes-maritimes ten geschenke... en toen was men zoo goed niet of men moest weder zijn toevlucht nemen tot de versmade photographie. * * * Haardos De vraag naar opium in sommige gedeelten van de wereldstad Parijs verplicht de douane beambten geducht op hun hoede te zijn tegen den smokkelhandel. En ze moeten heel wat mans zijn, om de smokkelaars of de nog slim mer vrouwelijke beoefenaars van dit bedrijf te betrappen. Onlangs kwam er van een der schepen in de haven van Toulon, een chique gekleede jonge dame met een weelderigen haardos en een zeer hoog kapsel, waartegen de douaniers verdenking kregen: niet ten on rechte, want zij bleek in dit kapsel een flinke doos met opium verborgen te hebben. Bij nader onderzoek bleek bovendien, dat de hooge stelthakjes harer fijn gelakte schoentjes hol waren, en elk een flinke dosis opium bevatten. * * * Veiligheid In een groot ziekenhuis te Chicago heeft men een nieuwe inrichting gemaakt, om de bezoekers van besmettelijke zieken in staat te stellen, zonder gevaar de zieken te kunnen zien en met hen te kunnen spreken. De ziekenkamer is namelijk van de ruimte der bezoekers gescheiden door een wand van spiegelglas, zoodat de bezoeker den kranke vlak bij beschouwen en, hem in de oogen kan zien. Het spreken geschiedt door middel van een telephonische verbinding onder den grond door... Een telephoongesprek dus dat al de charme heeft van een gewoon mondgesprek. * * Sport In Nizza, vertelde men mij, heeft het be stuur van een kurzaal een prijs uitgeloofd, een prachtige diamantenbroche of diamanten doekspeld, voor haar of hem, die gedurende het seizoen 1913/14 het hoogste aantal dans passen maakt op de bals door de inrichting georganiseerd. De mededingers worden om den linker enkel voorzien van een pedometer, een vernuftig zelfregistreerend instrumentje, dat alle pasjes opteekent. Er wordt thans in den balzaal getangooid tot razendwordens toe. ALLEGRA minuut n i minimi m De Vischhagedissen (Thaumatosaurus & Ichthyosaurus) in'actie. Schets v. Alb. Kuil in den Führer Museum Nat. Hist. in Stuttgart en waarvan ik u den vorigen keer al een foto heb gegeven, die het dier van de buikzijde laat zien. Op verzoek van dr. L. is hij hierbij nog eens afge drukt ; hij geeft vrijwel den typischen vorm aan van de vischhagedissen, de langhalzige Plesiosauriers, de zee monsters uit lang vervlogen tijden. Bijzon der merkwaar dig is bij het geslacht Thaumatosaurusvan deze familie, het vlechtwerk van ribben dat de buik van dit dier beschermde. Ook de bekken en schoudergordel zijn aan de onderzijde tot plaatvormige beenderen samengegroeid, wat doet denken aan een schildpad in wording; maar dan aan een schildpad door welks karapas een slangenlijf werd gestoken. Evenals bij de thans levende schildpadden zijn de pooten veranderd in roeivinnen of ped dels. Hieraan zijn nog goed het opperarmbeen, het dijbeen te onderscheiden;spaakbeen, en ellepijp zijn tot bijna vierkante plaatjes ingekrom pen, maar nog wel te herkennen; dan volgt een mozaiek van bijna gelijk ge worden botjes, die de handwortels, de mid delhandsbeentjes, en de vingerkootjes ver tegenwoordigen. De kop is klein in verhouding tot het lichaam; de kaken echter bezet met zeer groote kegelvormige tanden, in dichte rijen in een gezamenlijke gleuf of kas geplaatst. De hals is bij deze soort betrekkelijk klein, het geslacht Pleseosaurus echter heeft een ware zwa nenhals ; het aantal halswervels, achten dertig, is al heel groot, geen tegen woordig levend dier Plesiosaurus (met buikribben). Guide to the Britisch Museum (case Q) heeft er zooveel zelfs de zwaan niet, die in dit opzicht nu het record heeft. Ongetwijfeld bevolkten zij de zeeën niet ver van de kusten en zwommen aan de oppervlakte. De lange beweeglijke halzen stelden hun in staat hun buit een heel eind onder water te grijpen. Waarschijnlijk kon den ze ook onder water zwemmen, ofschoon ze, als ware reptielen, niet onder water kon den ademen. Ze leefden in hoofdzaak van visch zooals het microscopisch onderzoek van hun uitwerpselen heeft aangetoond. Ook het scherp en sterk gebit wijst er op dat het een glibberige en niet zeer kleine prooi had te grijpen en vast te houden, misschien ook stuk te bijten of althans 1e vermorzelen. Een andere vischhagedis, de Ichthyosaurier die dus den authentieken naam draagt, heeft veel minder op een hagedis geleken. Nu men alle onderdeden, als afdruk in het zachte gesteente van Holzmaden en Reutlingen heeft teruggevonden (dezelfde steensoort als die van Solnhofen,vanwaar de beste lithographische steenen komen) is het wel zeker.dat het dier er moet uitgezien hebben als een dolfijn of als een bruinvisch. Op de schets hierbij van Albert Kuil, is, rechts boven, zoo'n Ichtyosaurus te zien; hij laat ze op dolfijnen en bruinvisschen-manier in troe pen bijeen zwemmen, stoeien en boven water uitspringen. Het geraamte evenwel zegt duidelijk dat het een vischhagedis was; de voorste lede maten van het hier afgebeelde Londensch exemplaar, komen met de plesiosaurushanden overeen, de achterste zijn veel kleiner. De laatste vondsten hebben aange toond dat er nog een zoom van kraakbeen om de roeivinnen liep; ze waren heel waar schijnlijk geheel of bijna geheel met huid omgeven, op de wijze van robbenpooten. Het voedsel van Ichthyosaurus bestond behalve uit visch ook uit inktvisschen. Er zijn exemplaren, waarvan de ligging van de maag duidelijk te bepalen is, doordien zich daar zwarte vlekken bevinden; een gevolg van het inslikken van den sepiazak der inktvisschen, en bovendien ziet men in de buikholte een aantal rugstekels van inktvisschen. Nog merkwaardiger zijn de vondsten waaruit blijkt, dat deze vischhagedissen levende jongen voortbrachten; deze jongen zijn in Londensche- en Berlijnsche exemplaren duidelijk te zien, zes of zeven in getal. Die in het Museum te Berlijn zijn al bijna volgroeid, ze zitten alle met den langen spitsen snuit naar de voorzijde van het moederlichaam gericht. De Londensche zijn meer embryonaal. ?HEV4 Ook de lange spitse bek van de Visch hagedis Ichthyosaurus, is met stevige tanden bezet; ze zwommen inderdaad in troepen en schijnen evenals de walvisschen en dolfijnen van thans, scholen visch uit zee te hebben gevolgd tot in de inhammen of riviermon dingen. Het exemplaar dat ik dezen zomer te Reutlingen heb gezien, was gevonden in een steensoort uit de Zwarte Jura, die veel olie bevat, en als stinklei bekend staat. Onge twijfeld bevond zich daar een uitmonding van een rivier die veel organische stoffen afvoerde; mogelijk is de Vischhagedis om gekomen, toen hij met zijn lange snuit de modder opwoelde en zoo verstikt of vergif tigd werd door zwavelhoudende gassen. Van verre aangespoeld is hij niet, dat blijkt uit de buitengewoon goede conditie; niet alleen alle botjes tot het kleinste toe, oot de beenkransen om de oogen zijn present; ook de tanden en al de vinnen en de staart incluik zijn wonderlijk mooi bewaard gebleven, mes den huidzoom erbij. Dit exemplaar is bijna vier meter lang. Denaverwante soort Mystreosaururs, waarvan Teijler twee exemplaren bezit, werd waarschijnlijk niet zoo groot. E. HEIMANS * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl