De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 23 november pagina 7

23 november 1913 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

23 Nov. M3. No. 1900 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Prof. H. Katnerlingh Onnes, wien de Nobelprijs voor Physica werd toegekend] IIIIIMIIIIIIIIIIllllllllMlllillllllllllMtlllllttllllllllllllllltflllllllllll schilderij in het Rijks Museum, volgt een flinke reproductie in twee bladen van het bekende profiel van.Amsterdam doorPieter Bast van 1599. Dit werd reeds vroeger door den heer v. d. Keilen in een andere uitgaaf kleiner gereproduceerd, tegelijk met de unique prent van Saenredatn, het profiel van 1606. Met de dit jaar bij R. W. P. de Vries verschenen uitgaaf van dat van Petrus Kaerius van 1618, is dit voor de liefhebbers van Amsterdamsche topographie weer een ? goede aanwinst. Zeer kloek liet zich de gravure, door Hondius uitgegeven en getiteld Navire Royale faicte en Hollande 1626" reproduceeren, evenals een kleiner oorlogschip met ?den naam Aemilia door Savry. Minder goed maar toch bevredigend zijn een zestal af beeldingen uit de serie van Hollar. Een flinken lichtdruk geeft het door den tieer A. W. Mensing, aan wien onze marine verzameling in het Rijks Museum reeds meerdere belangrijke aanwinsten te danken heeft, in 1907 geschonken model van het Zeeuwsche Compagnieschip de Prins Willem van 1651. Hier ware te vermelden dat dit schip in 1649 werd op stapel gezet en in 1662 bij Madagaskar verging. Ook voor onze Marine heeft het beteekenis gehad daar het als tijdelijk admiraalschip van de With, met haar zusterschip de Henriette Louise, waarop de Ruyter bevel voerde, deelnam aan de slag in de Hoofden, in 1652. De heer Benthem betreurt, dat aan dit model zooveel ontbreekt en meent dat het ? veel in waarde zou stijgen als het geheel compleet werd afgewerkt. Wij kunnen daarentegen niet genoeg waardeeren het uitgesproken streven van de Directie van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis in Kunst om het oor spronkelijke der oude modellen zooveel mogelijk te bewaren en deze niet naar al of niet juiste opvattingen te doen vervol ledigen. Juist datgene wat in oorspronkelijken toestand aan deze oude modellen voorkomt vormt de kostbaarste bron voor onze kennis van het verleden en niet ge noeg kan tegen dergelijke verderfelijke mee ningen worden opgekomen. Van Zeeman vindt men een tweetal etsen gekozen. Een daarvan is de zoo decoratieve prent, voorstellende de Salamander. De belangrijkste en kloekste reproductie is wel die in zes bladen, naar de prent door Jacob Quacq, in 1665 gedrukt en uitgegeven, welke de stad Rotterdam over haar volle lengte langs de rivier vertoont. De Maas is vol schepen van allerlei soort. Behalve dat ^IIHIUIIIIIttllllllllllltllllllllinillllltlMHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIII NSCHAPPELUKE VARIA Vloeibare lucht als explosief stof Misschien herinneren zich de meeste Groene"-lezers wel uit hun school-verleden dat de dampkring, waarin wij leven en die onder den naam van lucht" verschillende gassen omvat, door voldoende afkoeling onder groote druk kan verdicht worden tot een vloeistof. Deze vloeibare lucht kan ook bij den gewonen dampkringsdruk waarin wij leven een korten tijd bewaard worden, maar daar haar temperatuur bijna tweehonderd graden Celsius onder nul is, neemt zij in gewone omstandigheden snel warmte op uit de geheele omgeving en deze warmte gebruikt zij om snel weer in gasvorm over te gaan. De eerstgevolgde methoden om vloeibare lucht te bereiden waren omslachtig en kost baar maar op het laatst van de negentiende eeuw vond prof. Linde een methode uit om door middel van herhaaldelijk samengeperste, afgekoelde en weer ontspannende lucht een zoo lage temperatuur te bereiken dat hij in korten tijd en op goedkoope wijze groote hoeveelheden vloeibare lucht kon produceeren, met als voornaamste hulpmiddel een luchtperspomp. Zoodra vloeibare lucht zoo gemakkelijk te verkrijgen was, heeft men er o. a. een zeer eigenaardig gebruik van ge maakt n.l. als explosiefstof, ter vervanging van dynamiet e. d. Dynamiet, dat in mijnen en groeven veel gebruikt wordt, is een onwaardeerbaar ontploffingsmiddel maar er zijn toch groote bezwaren aan verbonden. profiel werd door Quacq, eveneens in 1665, uitgegeven de postkaart, zijnde een voor stelling van het loods- en postwezen bij het inkomen van de Maas, waaromheen als rand afbeeldingen van de Maassteden, de ver richtingen van het postjacht en profielen van de Noordelijke en Zuidelijke oevers bewesten Maassluis en den Briel. Niet steeds zijn die prenten van gelijke vlotte krachtige factuur. De heer Van den Kelten noemt wat al te stellig Quacq als vervaardiger dezer etsen. In elk geval zou het van belang zijn te weten, wie de teekeningen maakte, vooral voor de zoo mooi geobserveerde Maas oevers. Was het Lieve Verschuier? Een schilde rijtje als in de verzameling van der Hoop, met de korte lichtende golfslag zou het waarschijnlijk doen achten. Alleen zijn er geen etsen onder zijn naam bekend. Hij was tevens, evenals zijn vader, beeldhouwer bij de Rotterdamsche Admiraliteit. Van Jacob Quacq weten wij alleen dat hij zich met geheel andere zaken bezig hield dan met de kunst. Er bestaat onder zijn naam geen enkel schilderij of teekening, die een kunstenaar als degene die dit ge degen werk leverde, aankondigt. Jacob Quacq noemt zich hier de drukker en uitgever. Is het niet veeleer aannemelijk dat hij zich tot Lieve Verschuier, zijn bekenden stad genoot, heeft gewend voor het vervaardigen van de teekeningen voor deze kloeke etsen en dat deze tevens een groot deel der platen heeft geëtst? Omtrent Quacq vindt men verschillende bijzonderheden vermeld bij de Jonge, Ge schiedenis van het Nederlandsche Zeewezen. Hij was postmeester te Rotterdam en organiseerde in 1665 den dienst der Zeeposterij. Hij kwam in 1668 bij het over brengen van gewichtige brieven van onze gezanten in Engeland, in een hevigen storm om het leven. De eigenlijke text vermeldt, dat het admi raalschip de Eendraght juist binnenkomt en salueert. Vermoed kan worden dat er onder de lezers zullen zijn, die gaarne iets meer van dat belangrijke schip vernomen zouden hebben. In een korte aanteekening ware bij te voegen geweest dat het in 1655 gebouwd werd, oorspronkelijk voor 58 stuk ken, dat het in de Sont diende als admiraal schip van Van Wassenaar Obdam en in 1665 bij Lowestoft met dezen in de lucht vloog. (Slot volgt) C. G. 'T HOOFT * * # Het maken van dynamiet is al vast een gevaarlijke bezigheid; zoo eveneens het vervoer ervan en het bewaren ervan in opslagplaatsen. Bij het vervoer in de mijn zelf staat men ook weer aan ernstige ge volgen van kleineonvoorzichtigheden bloot; bovendien is het stelen van dynamiet met opvolgend gebruik ervan voor meer politieke doeleinden een zeer onaangenaam verschijnsel voor eventueel erbij betrokken personen! Om al deze redenen heeft men de proef met vloeibare lucht genomen; bij de plotse linge overgang van den vloeibaren in gasvormigen toestand alleen al wordt het volume zoo ontzaggelijk vele malen grooter dat de ruimte waarin de vloeibare lucht zat wel mee moet geven, tenzij de wanden veel sterker zijn dan de rotswanden. Bij de eerste proeven gebruikte men een mengsel van vloeibare lucht en koolstof, dat zelfs als oxyliquit" in den handel kwam. De bezwaren die aan dit mengsel kleefden zijn ten deele weggenomen door de koolstof te vervangen door kiezelaarde, die gedrenkt is in petroleum of paraffine. Op groote schaal werd dit mengsel o. a. toegepast bij den bouw van den Simplon-tunnel ('98?'05). Maar toch werd vloeibare lucht voor dit doeleinde niet in verdere ondernemingen veel gebruikt, omdat het gebruik ervan lastig was en veel bezwaren opleverde die al te ruim opwogen tegen de uitmuntende eigenschappen, die deze explosiefstof had. In den laatsten tijd heeft men de zaak echter weer ter hand genomen en nu met veel meer succes, zoodat de toekomst allicht een veel uitgebreider vervanging van dyna miet en andere explosiefstoffen door vloei bare lucht zal zien, dan nu nog het geval kon zijn. Vroeger bracht men het pas ge prepareerde mengsel van bovenvermelde stoffen in de geboorde holte, en stak dat aan door middel van lonten en patronen; Fig. 1. SCHEMA VAN EEN VLOEIBARE-LUCHT-PATROON IN EEN BOORGAT (LENGTE-DOORSNEDE). AA gesteentenvand van het boorgat; BB kartoncylinder; CC kiezelaarde met petroleum; DD distributiebuis van fijn metaalgaas; E toestroomende vloeibare lucht, volgens de pijlen overal in de kiezelaarde dringend. Fig 2. DEWAR'SCHE FLESCH MET DUBBELE HOLLE WAND. De holten der wanden zijn luchtledig. [Isaac Israëls (TENTOONSTELLING TE ROTTERDAM). De Teeken-Maatschappij" in den Rotterdamschen Kunstkring. Isaac Israëls heeft figuur op allerlei manier geteekend. Een zijner vroegste suc cessen was het schilderij met de Kolo nialen. Bij deze soldaten is het niet gebleven; de chambrée met den Trompetter (bij Mesdag) is daarvan het bewijs. Hij heeft figuren in een werkplaats geschilderd; hij heeft het blanke blauw van de jurken van de dienstmeisjes rein zien zijn tegen de hui zen van den overkant. Soms heeft hij deze meisjes gezien onder sterken invioed van Breitner (bij Van Gogh in Amsterdam is er nu een werk, dat als Isaac Israëls het zekerst te herkennen is in de vleeschpartijen). Hij heeft modistes en modellen geteekend en geschilderd; lieden die voor het koffiehuis zitten; n- hij heeft studies gemaakt van de Trommelslaagster. Hij heeft de kleine ouvreuses" in het fijne Parijsche licht zien wandelen; hij heeft een bankdirecteur, eenigszins sarkastisch gekarikaturiseerd in een allergeraffineerdst gamma. Hij heeft nog andre dingen gedaan: meisjes op ezels reden voor hem langs het strand; of hij zag in het opslorpende licht een rosharige actrice blank zijn tegen de lucht over de zee. Isaac Israëls is uit op de figuur in het licht; op het licht en op de figuur; daarenboven op de beweging. Hij was in Amsterdam, en ging naar het grooter Parijs; hij werkt nu in het grootste Londen; de beweging" heeft hem beet. De werken, die hier zijn, herinner ik me van 't atelier te Parijs. Ze zijn uit Parijs. Het zijn: een bazar, een uitstalling van allerlei (hoe lijkt hij eigentlijk op zijn vader, in zijn ander gamma!); meisjes gaande door het Parijsche, vlottende, toch tintelende licht, en het is de staande figuur van een Essayeuse. Heteene werk nadert meer dan het andere tot het volledige. Deze volledigheid is Isaac israëls kracht niet. Maar wat zijn zekerheid welis, is het verspreide licht, over de straat uit gestort, om de figuur verteederd. En dit is hier te vinden om de petites ouvreuses". PLASSCHAERT * * * Een sollicitatie-brief van 1771 In het jaar 1724 ging de ambachtsheerlijkheid Nieuwveen in Rijnland voor vijftien en een halve duizend gulden in eigendom over aan de stad Haarlem. Haar burgemeesters verkregen hierdoor het recht er de ambte naren aan te stellen en in 1742 benoemden zij tot schoolmeester Cornelis Bosch. Het duurde niet lang of de nieuwe schoolmeester kwam met het verzoek voor den dag een ondermeester in dienst te mogen nemen, vermits zijn menigvuldige bezigheden, zooals hij zelf gemoedelijk opmerkt, hem niet langer veroorloofden aan het onderwijs der jeugd de noodige aandacht te wijden. Dit belette den man intusschen niet nog meer werk te zoeken en te solliciteeren naar de betrekking van secretaris, zoodra zich daartoe de ge legenheid aanbood. Naar aanleiding eener vacature van het schout- en secretarisambt, schreef hij aan den pensionaris van Haarlem den hieronder volgenden brief, die verdient gelezen te worden. De handige wijze waarop hij zijn zaak weet voor te stellen, verraadt den baantjesjager, terwijl de openhartigheid waarmee hier de dingen bij hun naam worden genoemd, wel heel duidelijk het verderfelijke van het achttiend' eeuwsche ambtsbejag in het licht stelt. Ter kenschetsing maar de resultaten waren verre van veilig, evenmin als de later gevolgde methode waarbij eerst de explosie-massa gebracht werd in een geprepareerde kartoncylinder, die in vloeibare lucht gedrenkt was en daarna pas in het boorgat werd gestopt. Ook nu hingen de resultaten voornamelijk af van de handigheid der arbeiders en de snelheid waar mee gewerkt werd. De oorzaak hiervan ligt in de bovenvermelde eigenschap van vloeibare lucht om warmte op te nemen uit de omgeving en te verdampen. Zoodra n.l. de vloeibare lucht gereed gemaakt is, zal het, b.v. uit de gesteentewand van het. boorgat, massa's warmte opnemen en snel verdampen. Het gevolg is dat de gebruikte lucht-patroon hoogstens tien minuten lang bruikbaar bleef; daarna was alle fut eruit, en zelfs binnen korter tijd was het effect dat de patroon bereikte reeds sterk verminderd en daardoor het geheele ontploffingsproces duurder ge worden. In de kalksteen-groeven te R dersdorf heeft men dat groote bezwaar op zeer handige wijze vermeden, door eerst het geheele toestel gereed te maken met alle bijkomende kleinigheden, om daarna pas de vloeibare lucht toe te voegen. Zoodoende kan men het ontploffen laten geschieden als de vloeibare lucht nog slechts weinig warmte heeft kunnen opnemen en dus nog een groot explosief-vermogen herbergt. Voor eenzelfde hoeveelheid gesteenten heeft men dan minder boorgaten en minder vloeibare lucht noodig, dus het proces is goedkooper geworden. De gevolgde methode zal ik in 't kort beschrijven, waarbij fig. l als toelichting mag dienen. Een kartoncylinder van 4 cM. middellijn en ongeveer 3.5 dM. lang, wordt met een mengsel van 3 deelen kiezelaarde op 2 deelen petroleum gevuld. In fig. l is AA de gesteentewand van een boorgat. Daarin stelt BB de lengtedoorsnee van den karton cylinder voor, gevuld met het kiezelaardemengsel CC, dat gestippeld is. De heele cylinder is er echter niet mee gevuld, want in het midden is een dunnere cylinder uit gespaard doordat hier een fijnmazige ijzergaasbuis is ingebracht (DD), waarvan de tallooze fijne gaatjes dienen moeten om straks de vloeibare lucht te laten passeeren in het binnenste der kiezelaarde, die op deze wijze overal te bereiken is vanuit deze distributiecylinder. De geheele patroon zit op den bodem van het boorgat. Dit gat wordt boven de patroon aangevuld om het effect te verhoogen dat de explosie hebben zal. Door een erin gestoken staafje houdt men echter bij dat aanstampen een dun buisje over, dat later weggenomen wordt, zoodat een kanaal opengebleven is naar de patroon. In dit kanaal zit een dubbelwandige papierbuis, die met de ruimte E (fig. 1) in verbinding staat. De binnenste papierbuis dient voor de toevoer van vloeibare lucht, terwijl de er omheen zittende papierbuis van een en ander moet ik het schrijven in zijn geheel opnemen. 1) WelEdele Gestrenge Heer! Ofschoon ik in de Uytterste verleegenheid ben van U WelEd. Gestr. door brieven lastig te vallen l Soo dringt mij de Nood, ende bewijzen Uwer bizondere vriendschap vervrijmoedigen mij bij deezen tot U WelEd. Gestr. te naderen, vergun mij dan dit volgende aan Uw advies voor te stellen. Mejuffrouw de Raet, zuster van onzen pastor 2), in Haarlem geweest zijnde, heeft aldaer vernomen en mij berigt, dat den WelEd. Gestr. Heer Burgermr. van Zaenen, op sterke sollicitatie van den Hooggeboorne Heer Burgermr. de Raet, over bewuste Ampten zoud disponeeren ten behoeve van den Heer Romswinkel. Dien Heer (meene ik) heeft reeds een post op 't Comptoir van den Heer Burgermeester van Zaenen, en zit teffens (om zoo te spreeken) onder de rook van de schoorsteen van zijn Heer Broeder den Burgermeester de raet, 't welk zijn WelEd. (vertrouwe ik) bij zijn komste op Nieuweveen zal missen, en alhier dan met zijn Huysgezin van een post van Neegenhondert guld inkomen moe den leeven, daeren boven soo zijn WelEd. geen Extra liefhebber van werken is, ook nog een Clercq zal noodig hebben, om me de zaeken in de vereyschte ordre te houden. Soo gebruyke ik de vryheid U WelEd. Gestr. te adviseren, en Uw gunste te verzoeken, off het voor dien Heer niet veel proffitabelder zoude zijn, zoo het den WelEd. Gestr. Heer Burgermeester van Zaenen konde goed vinden, van den WelEd. Heer Romswinkel de Schoutampten te offereeren; en dat zijn WelEd. Gestr. mij begiftigde met de secreta riaten; en dat door mij voor den Schout bij zijne abzentie alles wierd verrigt, spnder daer iets voor tegenieten, en zijn WelEd. t Zuyver inkoomen genoote. Op dien voet (vertrouwe ik) dat den Heer Romswinkel, in Haerlem blijvende woonen meerder inkoomen en minder werk zoud hebben, en ik daardoor in behoorlijke staet gesteld werden mijn brood te gewinnen, want met een weynigje meerder dan nu soud ik mijn bestaen konnen hebben. deeze bedenkinge konde ik niet nalaeten U WelEd. Gestr. voor te stellen, wijl ik van de geneegendheid van den WelEd. Gestr. Heer Burgermeester van Zaenen verzeekert ben en ik tot mijne blijdschap U WelEds Gestr. bizondere vriendschap in mijne sollicitatie heb mogen ondervinden. dat doet mij de vrijheid gebruyken U WelEd. Gestr. te soiliciteeren, off U WelEd. Gestr. zulks eens aen de Heer Burgermeester van Zaenen, welk ik be wust ben seer veel credit voor U heeft, te sien smaekelijk te maeken, off het God behaege mogte, ik door U WelEd. Gestr. mijn heil en geluk bevorder te mogen zien. Hiermede heb ik de Eere, na nedrige 1) De brief berust in het archief der ge meente Haarlem. Invent. He Afd. No. 1392. 2) De R.-C. pastoor A. G. de Raet. Waar schijnlijk was dus ook burgemeester de Raet Roomschgezind. Roomsche regenten waren toen niet zeldzaam meer. Amsterdammers VII Teekening van P Fig. 3. VLOEIBARE LUCHT ALS EXPLOSIEFSTOF. LINKS. Het vullen der gereed-gemaakte patroon, met vloeibare lucht. Met een pomp wordt de vloeibare lucht uit de kan (links op den grond) gepompt naar het boorgat (rechts bovenaan). RECHTS. Resultaat der ontploffing. dient voor de afvoer der verdampte lucht, die het verdere vullen zou kunnen hin deren, evenals water niet in een glas kan dringen dat omgekeerd in een bak water gestoken wordt. Daar alle gebruikte stoffen absoluut gevaarloos zijn kan de heele inrichting stevig aangedrukt worden zonder gevaar voor ontploffing. Zoodra nu alles zoover gereed is en ook de electrische geleiddraden goed verbonden zijn met de patroon en de batterij, die de ontstekingsvonk zal leveren, behoeft men alleen nog maar de vloeibare lucht in het boorgat te brengen. De vloeibare lucht loopt natuurlijk erg veel gevaar ook al warmte op te nemen bij het vervoer vanaf de machine waar zij gemaakt is tot bij het boorgat, maar om deze warmte-opname te voorkomen gebruikt men met groot succes een kan, die gebouwd is volgens het principe van Dewar (eigenlijk was hij de eerste niet die dit toepaste, maar Weinhold). Dewar maakte gebruik van het feit dat een luchtledige ruimte zoo'n prachtige warmte-isolator is, dus warmte niet door laat. Een Dewarsche flesch heeft zooals fig. 2 in doorsnede zichtbaar maakt, een dubbele glazen wand; de ruimte in het holle glas is bijna volmaakt luchtledig. In een dergelijke flesch kan men vloeibare lucht kilometers ver vervoeren, zonder dat er veel warmte van buiten af in de flesch dringt. Hetzelfde principe is ook toegepast bij de bekende Thermo-flesschen, want evengoed als koude stoffen koud blijven, zullen warme stoffen er warm in blijven, daar er ook geen warmte naar buiten kan gaan. In zoo'n Dewarsche flesch, met een ijzeren omhulsel W. B. G. MOLKENBOER, Directeur Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers. IIIIIIIIIIIIIIIHtlHIItlllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIMMHIMM dienstoffertes met schuldige hoogagtinge te zijn. WelEdele Gestrenge Heer U WelEd. Gestr. onderdanige en zeer verplichte dienaar C. BOSCH. Nieuweveen den 17 SepR 1771. Men ziet, des meesters bedoelingen laten aan duidelijkheid niets te wenschen over, en heel dit armzalig geflikflooi, waarbij de sollicitant zich zelfs niet ontziet Gods naam te noemen, komt ten slotte hierop neer denk bij het verdeelen van den buit eens aan een armen schoolmeester en werp mij een brok toe. Bij de vraag naar de voor ge gadigden meest profijtelijke verdeeling der posten, maakten de belangen van het ambacht niet eens een punt van overweging uit. Hoe begrijpelijk, dat de vorige predikant van het dorp eens naar Haarlem kon schrijven, in staat te zijn te bewijzen, dat Nieuwveen door den schout en door den schoolmeester (verwaarloosende haar schuldige pligt) zal moeten te gronde gaan". Het lag intusschen voor de hand, dat Cornelis Bosch zijn inkomen trachtte te vermeerderen. Van zijn traktement alleen kon hij niet bestaan en hij was bovendien aangesteld onder voorwaarde, dat hij zijn wegens dronkenschap ontslagen voorganger jaarlijks vijftig gulden zou uitkeeren. In deze omstandigheden zag hij in het waar nemen van vele baantjes het middel om in zijn onderhoud te voorzien. Maar hoe weinig van het daaraan verbonden salaris viel hem ten deel. Hij bekleedde o.a. het bodens-omroepersampt", dat eigenlijk den schout toekwam. Bij een in 1783 ingesteld onderzoek bleek, dat het ongeveer zes en dertig gulden opleverde, maar, zoo schrijft de schout aan de Haarlemsche heeren, alsoo ik een Bode in mijn plaats moet laten fungeeren geeft hetselve voor mij zeerwijnig." En bijgevolg voor den bode nog minder. Soms werd den schoolmeester dit weinige nog ontnomen, wanneer de vrome vaderen het konden gebruiken voor een goed doel". Ik vond hiervan een merkwaardig voorbeeld in het resolutieboek van den kerkeraad der Gere formeerde gemeente te Rockanje op het eiland Voorne. Hier stelde in 1738 de schout-kerkmeester een kerkbank beschikbaar voor den afgaanden" kerkeraad. Een der IIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIItlllHIt om breken te voorkomen, wordt de vloeibare lucht aangedragen. En als de flesch eens valt en breekt is 't nog niet gevaarlijk, want de lucht verdampt gewoon zonder meer. Met behulp van een voetpompje (zie fig. 3 links) wordt de vloeistof uit de flesch die hier ook zichtbaar is, om hoog geperst door de papieren toevoerbuis in de patroon waar zij (zooals in fig. l door pijlen is aangegeven) in de kiezelaarde dringt. De vloeibare lucht verdampt wel even sneller door de be trekkelijk warme omgeving, maar deze dampen ontwijken ten deele door de bovenbeschreven dubbele papierbuis, en ten deele door de tusschenruimte tusschén patroon en boorgat, zoodoende zelfs de lucht in de patroon voor verdere warmtetoevoer beschuttend. Om de zaak zoo eenvoudig mogelijk te maken heeft men zelfs de kan met vloeibare lucht zóingericht dat een ongeoefend arbeider er mee kan omgaan. Eenvoudig door het onder einde van de flesch op te lichten en de flescb dus te kantelen, perst de verdampende vloei stof zichzelf door de buis naar het boorgat, evenals bij een spuitwatersiphon het koolzuurgas boven in de flesch het spuitwatèr eruit perst. Het ophouden van het sissend geluid dat bij het vullen optreedt, is een teeken dat het gat geladen is. Onmiddellijk kan dan tol het ontsteken en exploideeren overgegaan worden zonder dat de vloeibare lucht tijd heeft minder werkzaam te worden, In fig. 3 rechts is het resultaat eener ont ploffing te zien. De uitwerking is zeer hevig; voor n lading wordt ongeveer een liter vloeibare lucht verbruikt. Behalve de genoemde voordeelen zijn nog de volgende op te nemen: de stoffen, die in de patroon voorkomen kunnen door de mijnbouwmaatschappij zelf gemakkelijk ge fabriceerd worden; zelfs de brandstof voor de perspompmachine is in kolenmijnen zeer goedkoop te krijgen. Het laat zich aanzien dat onder deze omstandigheden de vloeibare lucht als explosiefstof een heftige concurrent van dynamiet zal worden, even gevaarlijk voor de dynamietleveranciers als zij onge vaarlijk is in 't gebruik. P. VAN OLST * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl