Historisch Archief 1877-1940
30 Nov. '13. No. 1901
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden
ZIJN GOEDKOOPER
dan sokken welke na twee maanden versleten zijn.
Verlang daarom nog heden een half dozijn
AVIATA" GARANTIE-SOKKEN
van Uwen leverancier.
Fil d'Ecosse Fl. 4.25 en PI. 5.40
Merino 6.00
per half dozfln.
Utrechtsche Tricotage Fabriek
WICHER JANSEN, Utrecht
NIZZA
HOTEL SUISSE
Heerlijk beschut gelegen. Lift. Cantr. verw.
Groote tuin. Prosp. Intern. Verk.bnreau,
Amxt, Baadh.otr. 16; den Haag, Papertr. 5.
GRANDS VINS DE CHAMPAüNL
Perrier-Jouet
Epèrnay,
Concessipnnalresi .
Sauter & Polis,Maastrjcht.
WOXiSEIiEY-OARS.
Het bekende Engelaohe merk.
Ib.©l g-er-aJ.scIhJ.oos.
Direct le-verlDa.su?.
Inlichtingen en prlfsepgaye verstrekt de vertegenwoor
diger voor Znid-Holland:
P.OVERGAAUW, Balistraat 85-87, 's-Gravenhage.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII
iiiiiiiinmiiiiiHiimiiiiiii
voelt. Hij lokt haar als jonge blonde God,
op een goedkoope prent, maar over zijn
verwerkelijking in het leven staat zij ver
ward en onzeker. Zij verstoot die werke
lijkheid en heeft er berouw van, en toch
gruwt zij van het leven der zinnen, dat
leelijk is als de dood en even onrechtvaardig.
Haar geloof gaat in die gevoelsverwarringen
teloor, zij aanbidt enkel nog den jongen
blonden God van de prent en vreest dat hij
de Duivel zijn zal. Waar ligt haar neiging,
tenminste haar plicht, tegenover dien mach
tigen drang, haar eigen zinlijkheid, die haar
zich verworpen doet gevoelen en aan alle
zonde overgeleverd?
Als het dan blijkt, dat God nergens in
grijpt, dat dood en onrecht heersenen en
zonde... ook al weer geen zonde is, als
alles wankel en laag en gemeen blijkt,
bevangt het arme kind een walg voor
wereld en leven, en geeft zij zich in een
plotselingen wanhoop den (poëtischen) dood
in een vijver bij maanlicht.
Maar eigenlijk verviel zij, als zwakke
naturen doen, tot cynisme. Indien geloof,
liefde, gerechtigheid niet waren als zij hen
noodig had te zijn, wat waren zij dan in
't geheel waard!
En Rachilde ging naar Parijs en schreef
scandaleuze boekwerken.
FRANS COENEN
* * *
§ Nieuwe Boeken voor Kinderen
Een bonte Rij, alphabet in rijmpjes en
prentjes door NELLY VOLKER VAN
WAVERVEEN. Rotterdam, W. L. en
J. Brusse.
Tusschen wat in kleur en lijn op de
boekenmarkt verschijnt, boeit dit keurig
uitgegeven werkje door zijn on-Hollandsche
kwaliteiten; in de prenten leeft een dis
tinctie, dikwijls ook affectatie!, die zich
volkomen afkeert van de gaarne naar
plotnpIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIII
Illlllllllllllllllllllllllllllllllll
Vader zal wel moe zijn vannacht en
nog wel wat warms lusten, zei ze in zichzelf.
Daarna ging ze zitten en wachtte. Het bleef
doodstil, alleen het regelmatig getik van de
groote hangklok klonk door de verlaten keu
ken. Af en toe wierp Berthine een blik op
de wijzerplaat, een ongeduldigen blik, die
scheen te zeggen:
Het duurt lang.
, Na een poos meende zij gefluister beneden
zich te hooren.
Onverstaanbare, zachte woorden drongen
door het gemetselde gewelf vanuit den
kelder tot haar door De Pruisen begonnen
haar list te doorzien en weldra liep de
sergeant de trap op en bonsde tegen het luik.
Hij riep evenals eenige uren geleden:
Doe open!
Zij stond op en boven het luik riep ze:
Wat wil je?
Doe open!
Dat kun je denken!
De man werd kwaad:
Doe open of ik sla het luik in!
Sla maar, ventje, sla maar toe!
Hij begon met de kolf van zijn geweer
tegen het luik te bonzen, maar de zware
eiken planken hadden wel weerstand kunnen
-bieden aan een heiblok!
Berthine hoorde hem de trap weer afgaan.
Toen kwamen de soldaten n voor n hun
krachten beproeven, doch weldra begrepen
ze, dat hun pogingen nutteloos waren. Ze
daalden weer in den kelder af en begonnen
met elkaar te spreken. Even luisterde de
boschwachtersvrouw; daarna ging ze de
buitendeur openen en tuurde in den nacht.
Daar hoorde ze in de verte het blaffen
van een hond. Zij floot: spoedig sprongen
twee groote honden uit de duisternis te
voorschijn en vlogen vroolijk op haar toe.
Zij greep ze bij de halsbanden om ze bij
zich te houden en riep zoo hard ze kon:
Vader!
Een stem in de verte antwoordde:
Berthine!
Zij wachtte een paar seconden en riep
toen weer:
Hola! Vader! en de stem, nu dichter
bij, herhaalde:
Hola, Berthine!
Loop niet voorbij het keldergat! riep
ze nu. Er zitten Pruisen in den kelder.
Opeens verscheen de groote silhouet van
den ouden boschwachter links van haar op
de heldere sneeuw. Hij bleef tusschen twee
boom en staan en vroeg ongerust:
Pruisen in den kelder? Wat doen die
daar?
Berthine begon te lachen :
iiiiiiiifiiimililliHliiiimiHii
beid zweemende realiteit. Aan fijnheid is
door deze opvatting zeker gewonnen, maar
dikwijls komt zich een Engelsche
gemaniereerdheid van enkel uiterlijke, niet door
voelde, subtiliteit opdringen; sommige
prentjes zijn van kleur en voorstelling be
paald zoetelijk.
Door rubberdruk heeft men getracht de
teere tinten van mej. V. van Waverveen's
aquarellen te bewaren; maar jammer is
het, dat men voor een prentenboek zijn toe
vlucht moet nemen tot reproductie (welke
dan ook) van waterverfteekeningen.
De versjes zijn gemaakt en absoluut on
kinderlijk. Vooral de uitheemsche namen om
de X en Y van het alfabet naar wensch te
gebruiken, zijn allerzonderlingst. Het geheel
is zeldzaam nuffig en dandylike, en dus iets
werkelijk ongemeens, echter voor verfijnde
kinderkamers.
* * *
Versjes en prentjes, voor het kleine volkje,
door S. ABRAMSZ. Met prentjes van
A. RüNCKEL.Zutphen, P. van Belkum Az.
Het kleine volkje, voor wie een boek nog een
wonder is, zal hiervan kunnen genieten. De
rijmpjes zijn juist kinderlijk genoeg om niet
onbeduidend te zijn en de prentjes komen
de versjes in eenvoud en simpelheid tamelijk
nabij. Mep kan in het kinderdicht meer geluid
wenschen, doch deze pretentielooze
rijmverhaaltjes zijn in hun soort goed, want ze
zijn ongekunsteld en vooral niet zwaar van
wijsneuzigheid. En daar willen versjes, door
ouderen voor kinderen gemaakt, nog al eens
aan lijden.
Van Rünckel zag ik niet eerder gekleurde
plaatjes. Deze zijn niet bizonder artistiek;
mij voelen ze wat kil zelfs aan, maar naast
de tekst doen" ze het wel. Enkele heel
aardige zijn er onder en ik verwacht, dat
ze heel licht tot kinderen spreken.
Voor den lagen prijs (90 et.)' is dit een
keurig en aanbevelenswaardig boekje.
IIIIIIIIIIIIIIUII <lllllllltllllllllllllllllllllllllllllllll1IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIII
Het zijn die van gister. Ze waren in't
bosch verdwaald en ik heb ze in den kelder
opgesloten.
En zij vertelde, hoe zij hen met den
revolver verschrikt had en in den kelder
had doen kruipen.
Maar wat moeten we er mee beginnen,
zoo laat nog? vroeg de oude ernstig. Zij
antwoordde:
Ga mijnheer Lavigne halen met zijn
troep. Hij moet ze gevangen nemen. Wat
zal hij in z'n schik zijn!
En vader Pichon glimlachte:
Ja, je hebt gelijk. Of hij in z'n schik
zal zijn!
Uw soep staat klaar, hernam de dochter;
eet gauw en dan op weg.
Pichon zette zich aan tafel en at met
graagte de warme soep, na echter eerst
twee volle schotels voor de honden op den
grond gezet te hebben.
Op het hooren van zijn stem hadden de
Pruisen hun gesprek gestaakt.
Na een kwartier vertrok de oude en Berthine
wachtte met het hoofd in de handen.
* * *
De gevangenen begonnen zich duchtig te
roeren. Ze schreeuwden luid en beukten
onophoudelijk het onverwrikbare luik met
hun geweerkolven. Daarna begonnen ze hun
geweren af te schieten door het keldergat,
in de hoop dat een of ander Pruisisch
detachement hen hooren zou.
Berthine bleef stil zitten, maar al dat
leven ergerde haar en maakte haar zenuw
achtig. Een vlaag van woede kwam in haar
op: zij zou ze wel willen vermoorden om
ze te doen zwijgen.
Zij werd steeds ongeduldiger en begon
op de klok de minuten te tellen. De oude
was al anderhalfuur weg. In haar gedachten
zag ze hem: hij vertelde het nieuws aan
Lavigne, die verbleekte van emotie en de
meid schelde om zijn uniform en wapenen.
't Was of ze de trommen in de straten
hoorde. Verschrikte gezichten verschenen
aan de vensters. De burger-soldaten, in
haast gekleed, kwamen uit de huizen ge
sneld, gespten nog hun koppels vast en
draafden in den looppas naar het huis van
den commandant. Spoedig zette de troep
zich in beweging met Pichon aan het hoofd,
en in het nachtelijk duister sloeg men met
stille trom den weg naar het bosch in...
Weer keek zij naar de klok:
Over een uur kunnen ze hier zijn,
dacht ze.
Een zenuwachtig ongeduld maakte zich
van haar meester. De minuten schenen
haar uren toe: wat duurde het lang!
*l 'tWOoNHUYS"l
9^-cf .. v VY V/v'Vs/l 11 I w J *J , ls>
AMSTERDAM. ^M ARM HEM
VIJZELSTRAAT-HEERENGRACHT.- ROGGESTRAAT.
COMBiHATIE
f 25OO.
SALON-HUlSKjöJIERr
SLAAPKAflER-LOGEERKAMER
in VIER VOOR DIT DOEL SPECIAAL
IMGER3CHTE KAMERS TENTOONGESTELD.
MMIIHHIIHIIIIIIIII
Jan Klaassen, verteld en geteekend door
OOM BEN. 3e druk.
Pim's Poppetjes, jtoór zijn vriendinnetjes
en vriendjes bedacht en geteekend
door OOM BEN. 2e druk. L. J. Veen,
Amsterdam.
Deze herdrukken verdienen bizondere aan
dacht. De heer Wierink toont zich een
serieus en gevoelig teekenaar, die zijn fan
tasieën met liefde en toewijding op steen
brengt. Er hangt over de fijn-getinte prentjes
en rijmpjes de toover van het ongemeene,
en dat maakt de herdruk tot een bizondere
verblijding. Pim's poppetjes" lijkt mij fijner
en delicater dan Jan Klaassen", maar beide
boekjes mogen zeer worden aanbevolen.
* *
#
In de Naftabus, door KEES VALKESTEIN.
Geïllustr. door den schrijver. Utrecht,
W. de Haan.
De Naftabus, ongelukkige en eenigszins
gezochte verhaspeling van Nautilus", is het
primitieve woonschip, waarin de heer Trim
met zijn kinderen en twee logétjes' de
vacantie doorbrengen, terwijl de moeder een
kuur doet. Wanneer men met een wrakke
schuit en onervaren schippers op reis gaat,
zijn avonturen te verwachten, en Kees
Valkestein heeft ze met volle maat toegemeten.
Door de overhaaste opstapeling van gebeur
tenissen komt niet ieder evenzeer tot zijn
recht, en wellicht ware het boek aantrek
kelijker geworden als in dezen de matig
heid was betracht geworden.
Over het geheel is het echter een gezellig",
een vermakelijk boek, waarvan de taal mij
wat erg ongekunsteld" toelijkt. Sans-gêne is
dikwijls te loven, maar het dunkt mij niet
gewenscht kinderen onze taal steeds voor te
voeren op huisslofjes en in een kantoorjasje,
hoe genoeglijk verder ook zoo'n dracht
mag zijn.
Tusschen alle gebeurtenissen komt me de
vischhistorie wat smakeloos voor. De prentjes
Eindelijk wees de wijzer het uur, waarop
zij dacht, dat de troep kon arriveeren en
Berthine opende de deur om ze te hooren
aankomen.
Daar zag zij een behoedzaam naderende
schaduw. Ze werd bang en gaf een gil.
't Was haar vader. Bij haar gekomen zei hij :
Zij sturen mij vooruit om te zien of
de toestand nog dezelfde is.
Ja, ze zitten er nog in.
Nu floot de oude lang en schel op z'n
vingers en weldra zag men tusschen de
boomen een donkere groep langzaam naderen:
de voorhoede, tien man en een sergeant.
Pichon riep voortdurend:
Loop niet voorbij het keldergat! Denk
om het keldergat!
En de eerstaangekomenen wezen den
anderen het gevreesde raampje met de dikke
tralies.
Eindelijk verscheen ook de hoofdwacht,
in 't geheel tweehonderd man elk met
honderdtwintig patronen.
Opgewonden en bevend stelde Lavigne
zijn mannetjes zóop, dat het geheele huis
omringd was, behalve een wijde ruimte
vór de kleine donkere opening, gelijk met
den grond, waardoor de kelder licht en lucht
ontving.
Daarna trad hij het huis binnen, infor
meerde naar de sterkte en de houding van
den vijand, die nu zoo stil geworden was,
dat men hem verdwenen zou gelooven,
verschwunden" door het kelderraampje.
Commandant Lavigne stampte met den
voet op het luik en riep:
Mijnheer de officier!
Geen antwoord.
Mijnheer de officier ?
Vergeefs! Wel tien minuten lang som
meerde hij den zwijgenden officier zich over
te geven met wapenen en bagage, op be
lofte van lijfsbehoud en militaire eer voor
zich en zijn manschappen.
Hij vernam echter niet het geringste teeken
van toestemming of weigering. De positie
werd moeilijk!...
De burgerwachts liepen intusschen stamp
voetend door de sneeuw, sloegen zich als
koetsiers-op-den-bok 'de armen tegen borst
en schouders om zich te verwarmen en keken
naar het keldergat met toenemenden lust
er voorbij te loopen.
Eindelijk waagde het er een, een zekere
Potdevin, een vlug kereltje. Hij nam een
aanloop en vloog als de wind voorbij de
gevreesde opening. Zijn waagstuk gelukte,
de gevangenen schenen dood."
Eén riep naar binnen: Is da.ar iemand?
en een ander snelde ook over de open plek
zijn niet zoo karakteristiek als we van dezen
schrijver-illustrator gewend zijn. Een type
als Ouwe Jaap gaat hem heel goed af, maar
de kinderfiguurtjes zijn alle min of meer
mislukt.
* * *
Wat een verrassing, door KEES VALKE
STEIN. Geïll. door den schrijver.
Utrecht, W. de Haan.
Een bundel! De verrassing" voor de jonge
lezers bestaat.als ik het goed begrijp.in het aan
tal en de verscheidenheid der verhalen. Ze
hebben alle eenzelfde cachet, dat echter niet
steeds passend is. De schrijver doet bij
voorkeur amicaal en joviaal en is wars van
deftigheid en allure, doch hoeveel bekoring
dit kan hebben in een gewoon huiselijk
vertelseltje, in een sprookje lijkt het me
miader juist. Kees Valkestein moet zich m. i.
wachten voor ontaarding. Zijn Een Koning
in Vagebondage" was geestig en origineel,
doch hij moet den toon van dat boek en
zichzelf niet imiteeren. Overigens hebben
de verhaaltjes goede kwaliteiten.
De plaatjes zijn over 't geheel bizonder
geslaagd, de poeseteekeningen vooral. De
silhouetjes bevallen mij echter het best.
Tekst en teekeningen kunnen m. i. dus
werkelijk de verwachte verrassing" brengen.
* * *
Jong Leven, door A. TRELKER, illustraties
van TJEÉRD BOTTEMA. Bussum, C.
A. J. van Dishoeck.
Zes leesboekjes voor het aanvankelijk lees
onderwijs in een bundel vereend ! De boekjes
zelf hebben recht op een nadere, gedetail
leerde bespreking, maar gezameld tot een met
bizondere zorg uitgegeven boek, zijn ze alvast
een buitengewoon aantrekkelijk geschenk.
Ik kan niet nalaten dit even vast te stellen,
voor ik gelegenheid heb ze te toetsen aan
de eischen van goed leesonderwijs.
voor het gat. Toen werd het een spelletje:
ieder oogenblik wipte er n voorbij het
raampje van den eenen troep naar den an
deren, als kinderen, die overloopertje spelen.
Van dood hout had men terwijl een paar
flinke vuren aangelegd om zich te verwar
men en het licht daarvan teekende telkens
het silhouet van een vliegenden nationale
garde op den muur boven het keldergat.
Nu jij, Maloison!
Maloison was een dikke bakker met een
buik, waarom iedereen lachte. Hij aarzelde,
men lachte hem uit. Eindelijk neemt hij een
kloek besluit en zet -zich hijgend in een
klein looppasje, dat zijn buik op en neer
deed gaan.
De geheele garde barstte in lachen uit en
om hem aan te moedigen riepen ze:
Bravo ! Maloison, bravo!
Hij had ongeveer twee derden van den
gevaarlijken weg afgelegd, toen een lange
roode vlam uit het keldergat schoot. Een
scherpe knal weerklonk en met een luiden
gil viel de omvangrijke bakker met den
neus in de sneeuw.
* * *
Niemand snelde hem te hulp. Na eenige
oogenblikken zagen de ontstelde garden
hem kermend op handen en voeten door
de sneeuw kruipen en buiten de gevaarlijke
zone gekomen, viel hij in zwijm. Hij had
een kogel in het dikke boven-achterdeel
van zijn linkerbeen.
Van den eersten schrik bekomen steeg er
weer een luid gelach op. Daar verscheen
de commandant op den drempel van de
boschwachterswoning. Hij had zijn aanvals
plan gereed en commandeerde met bevende
stem:
Loodgieter Planchet en zijn knechts!
Drie mannen traden naar voren.
Breek de goten van het huis af.
Na een kwartier beschikte de commandant
over een goede twintig meter zinken pijpen.
Met duizend voorzorgsmaatregelen liet hij
nu een kleine opening in het kelderluik
maken; en met de dakgoten een soort
waterleiding vormend vanaf de pomp vór
het huis tot aan het luik in de keuken, zei
hij met trillende stem.
Wij zullen de heeren Pruisen wat te
drinken geven.
Een hoera van bewondering steeg op,
gevolgd door vreugdekreten en luid gelach.
Lavigne verdeelde nu zijn soldaten in ploe
gen, die elkaar om de vijf minuten zouden
aflossen.
Toen beval hij:
Pompen! en zoodra de ijzeren
pompzwengel in beweging kwam, gleed een zacht
BOUWT TE NONSPEET.
Mooie bomhrnke terreinen.
Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon.
Inlichtingen M.ü.DEVELUWE^Nunapeet.
B
lolaatsinZuidClrol.?Howrliik
klimatt. Seiioen
September?Jnni
1912/13 36,091 badgasten. Stedelijke Knr- en
Badinrichting. Zanderinstitnnt.
KoudwaterinrichtlnK. Koolznnr- en alle geneeskundige
baden. Zwembassin. Inballatiee.
EadinmEmanatorinm. Drnlven-, Mineraalwater-,
terrein- en openlucht ligknren. Kanalisatie.
4 hoogebronwaterleidingen. Theater. Sport
terrein. Concerten. 20 Hotels Ie Rang. Sana
toria. Talrijke pensions en villa's voor vreem
delingen. Prospectus gratis bjj de
Knrvorstehnng.
DELADNAT BELLHILLE
AUTOMOBIELEN.
J. LEONARD LABO,
AI8TEKDA]
Tentoonstelling
In Ons Huis" in de Rozenstraat te Am
sterdam wordt van 29 November tot en met
4 December een tentoonstelling gehouden
van goede en goedkoope kinderboeken. De
tentoonstelling is op werkdagen geopend
's avonds van 7?10 uur, buitendien Zondag
middag van l?4 uur. De toegang is vrij
en de boeken, aanbevolen door een com
missie ter beoordeeling van kinderlectuur,
zijn tevens voor verkoop beschikbaar.
? HESSEL JONGSMA
* *
Berichten
HOLLANDERS IN DE IJSZEE. De aflevering
van The Strand Magazine van deze maand
bevat onder den titel Thefirst artic expedition
het verhaal van Barentsz' reizen naar en
de overwintering op Nova-Zembla. Het is
ontleend aan het dagboek van Qerrit de Veer,
waarvan in 1609 een Engelsche vertaling
verscheen. Verschillende afbeeldingen, o.a.
van 't Behouden huijs" zijn tusschen den
tekst opgenomen.
In Leipzig verscheen als zevende deel van
de Quellen und Forschungen zur Erd- und
Kulturkunde" Fahrten und Forschungen der
Hollander in den Polargebieten.
Alt-hollandische Berichte zur Geographie, Kultur- und
Wirtschaftskunde der nördl. Meere.
Uebersetzt von P. Cronheim. Mit e. Vorwort v.
Dr. H. Blink.
* * *
gemurmel door de goten; en door de opening
in het luik viel het water van tree tot tree
den kelder in met het geruisch van een
waterval op de rotsen.
Geduldig pompte men en wachtte. Een
uur ging voorbij, twee, drie! Opgewonden
liep de commandant door de keuken, van
tijd tot tijd het oor op den vloer om te
luisteren, wat de vijand daar beneden deed
en, of hij nog niet zou capituleeren.
Nu bewoog er iets in den kelder. Men
hoorde vaten rollen en door het water plassen.
Eindelijk, tegen acht uur in den morgen
klonk een stem door het keldergat:
Ik wil den Franschen officier spreken.
Zonder zijn hoofd ver naar buiten te
wagen riep Lavigne uit het venster boven
het raampje:
Geeft gij u over ?
Ja, ik geef me gevangen.
Steek dan de geweren naar buiten.
Aanstonds zag men een geweer uit het
gat steken en in de sneeuw vallen, toen nog
een en nog een, alle zes.
Dezelfde stem van binnen riep:
Meer hebben we niet. Haast u wat. Wij
verdrinken bijna! %
Houdt op met pompen, commandeerde
Lavigne terstond.
De zwengel staakte zijn geknars en nadat
de commandant de keuken geheel met sol
daten gevuld had, het geweer bij den voet,
opende hij langzaam het luik.
Zes hoofden werden zichtbaar, zes blonde
hoofden met sluike haren, druipend en
proestend, en weldra verschenen de zes
Duitschers geheel, bevend van koude en met
ontstelde gezichten.
Ze werden gegrepen en geboeid, en daar
men een mogelijke verrassing door een
talrijker vijand vreesde, nam men spoedig
den terugtocht aan. De troep werd gesplitst
in twee afdeelingen, een die de krijgsge
vangenen begeleidde, de andere met Maloison
op een met matrassen en stokken geïmpro
viseerde draagbaar.
In triomf trok men Rethel binnen.
* * *
De heer Lavigne werd gedecoreerd voor
het gevaneennemen van een vijandelijken
voorpost en de dikke bakker kreeg de mili
taire medaille voor in den strijd bekomen
verwondingen.
* *