De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 30 november pagina 5

30 november 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

0;Nov. '13. No. 1901 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENRUBRIEK ^?MÉl^WMMIIHMHNHMmtMHnMWMIlHHHIHIIIIIlll HllllllniiMIIH Wat geen feministische victorie is (ANTWOORD A*N MEJ. IDA HEIJERMANS) Een echt vrouwelijke vrouw onthoude zich er van om bij den aanblik van een treffende gebeurtenis die te bezigen als feitelijken grondslag voor kalme beschou wingen. Nu stelt zeker mej. I. H. er prijs op een echt vrouwelijke vrouw te heeten en de aanstelling der Rotterdamsche Messengergirls was voor haar een treffende gebeur tenis. Geen wonder, dat mej. I. H. onmiddellijk reageerde met begripsveldvernauwing onder emotie, zooals het, volgens kenners, een rechtgeaarde vrouw betaamt. Tot zoover gaat het goed. Maar wat iedere feminist in mej. Ida H. moet laken, is, dat zij het weder-verwijden van haar begripsveld niet afwachtte, alvorens haar stukje feministische victorie" te schrijven voor dit Wbl. over de alarmeerende gebeurtenis. De feministen zijn ganschelijk niet inge nomen met de aanstelling van messenger-girls. Mej. Ida H. kon dit weten, daar het aan dringen op vermeerdering van het aantal vakken, waarin meisjes kunnen worden opgeleid, haar zoo dikwijls bij de feministen heeft mishaagd. Die arme messenger-girls LEEREN niets in haar leertijd. Het is ken schetsend, dat mej. Ida H. op dezen misstaad niet wijst en slechts ergernis vindt in de fiets. Messenger-boys zijn er ook slecht aan toe. Door betrekkelijk hoog loon en een mooi pakje worden ouders en jongens verlokt, om de aan jongens rijkelijk geboden leergelegenheden in ambachtsscholen etc. te.versmaden. De aanstelling van messenger-girls doet het vermoeden rijzen, dat een tekort aan niiiiiiiiiniiiiiiiHi IIIIIIHII iimimiiimiiiiiHiiiiMHiiiiiiHiii Review of Reviews Hoe de Amerikanen zich het optreden van het cabinet Cort v. d. Linden voor stellen. De vreedzame Hollandsche vrouw bereikt eerder haar doel dan de Engelsche suffragette. iitiimtiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiitMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiii UIT DE NA TUUR DLVI. Draken II De vorige week tracteerde ik mijn lezers op een stelletje monsters, dat al curieus genoeg is. Dat waren allemaal zeedieren die den naam van draken stellig wel verB B Achterpoot en A voorpoot van een Vischhagedis. h Opperarmbeen, u en r ellepijp en spaakbeen, ? en t scheen- en kuitbeen. Museum Stuttgart dienden ; meer nog evenwel geldt dit van de ontzaglijke landreuzen, waaraan de meeste drakenmythen ongetwijfeld hun bestaan dan ken. Niet dat het thans levende menschengeslacht eenige heugenis, zelfs niet bij over levering kan hebben, van die wezenlijke landdraken. Het moeten de restanten geweest zijn, koppen, kaken en tanden vooral, die de aanbiedingen van jongens, op zich zelf een verblijdend verschijnsel, deed omzien naar vrouwelijke hulptroepen. In Kopenhagen hebben de meisjes dienst van 9?6 en de jongens van 8?8. De meisjes ontvangen 12 kr. per week met uniform en fiets en de jongens 13 kr. 50 ore. De meisjes zijn vrijgesteld van het bezorgen van zware pakken en van boodschappen van en naar café's, bar's en restaurants.*Het is mij niet bekend, of in Rotterdam ook zulke gunstige l bepalingen voor de meisjes zijn gemaakt, bij zulk een gering loonverschil met de jongens. Waarschijnlijk is dit m. i. niet en wel hierom, omdat in Denemarken het aantal vakken, waarin de meisjes kunnen worden opgeleid en een toekomst kunnen vinden, grooter is dan hier te lande. Meisjes uit den allerlaagsten stand, met verwaarloosde opvoe ding, kan men als messenger-girls niet gebruiken. In Kopenhagen kan dus de vrees bestaan, dat het aanbod van meisjes, die hun leertijd willen verzuimen, evenals het aanbod van jongens, minderwaardig of gering zal zijn, als men de bepalingen niet zeer gunstig maakt. Hier te lande is daar minder omzichtig heid voor noodig. Als men eerst over de vreemdheid heen is, zal het aanbod van geschikte meisjes wel groot worden. Geen feminist, die zich hierover zal ver heugen. De boodschapmeisjes te fiets, in dienst van een maatschappij, leeren niets. De ouderwetsche boodschapmeisjes te voet evenmin. Aan de door mej. Ida H. zoo dramatisch voorgestelde afwisselende weersgesteldheid zijn alle boodschapmeisjes, te voet en te fiets, prijsgegeven. Aan hin derlijk volgen ontkomt in 't bizonder de fietsende op snel wentelende wielen. Aan het door mej. Ida H. zoo verafschuwde hollen kunnen de meisjes, fietsende, zich niet bezondigen. Hollen, dat kan mensch en dier slechts doen te voet, of, overdrach telijk, kan men pok op hol slaan, als het verstand buiten dienst gesteld is en als het de emotie niet remt. Het hollen, soms zwaar beladen, is dus soms nu en dan een deel der taak van ouderwetsche boodschapmeisjes, de fietsende bode komt, met minder inspanning, eerder tot haar doel. Hoewel de fietsende meisjes het wellicht in menig opzicht beter hebben, zijn mes senger-girls niet de door feministen gewenschte moderne transformatie van loop meisjes. E. VAN DER HOEVEN * * * Tutti Frutti Wanneer Allegra ook Frutti wenscht in te slaan, moet zij vooral opletten dat haar deugdelijke waar wordt verstrekt. In De Amsterdammer van 2 November las ik onder Allerlei: Noorwegen is het ideale land voor de vrouwen-beweging. Daar heeft iiiiHiiiriiiiiiiiiiifiiiiiiniitiiiiiiiiiii fantasie aan het werk hebben gezet; dat bewijzen oude drakenfiguren. De fantasie evenwel was niet stout ge noeg; de werkelijkheid zelf was wilder en woester dan een mensch zich kon verbeel den. Wat er bij verzonnen werd, was in den regel een gezicht en een tong; het eerste is dikwijls aan vleermuizen ontleend; voor het tweede, de tong, nam de drakendichter meestal een slangentong, die over eenkomstig de gebruikte afmetingen werd vergroot. Gaarne apu ik hier een paar afbeeldin gen van die reuzen voor u doen reproduceeren; evenwel, u hebt het al bemerkt bij het lezen van mijn vorig opstel, zij kun nen alleen plaats vinden in een reuzenfeuilleton van een reuzenkrant; ik had er een instructief stelletje van bij elkaar ge zocht, maar de zetter wist blijkbaar geen raad met de cliché's en heeft er maar eenige bewaard tot een volgende gelegenheid; er waren er bovendien nog een paar van mijn vorig feuilleton over, die nu weer mijn kolommetjes in beslag nemen. Het doet er trouwens weinig toe; de af beeldingen kunnen de vormen dezer oer wezens aangeven, van den omvang der kolossen geven ze geen idee, al staat er de lengte in letters of cijfers bij aangegeven. Wie er belang in stelt, moet ze in werke lijkheid gaan zien in de musea. In Londen, Parijs, Brussel, Frankfort en Stuttgart, staan ze op hun pooten, de landdraken uit den Trias, uit de Jura- en Krijttijden. De grootste de werkelijk verbluffende afmetin gen, waarbij een olifant al weer een dwerg van gestalte wordt, vertoonen de landreptielen uit Noord-Amerika. Daar moet gedurende een ondenkbaar langen tijd een klimaat en een landschapsvorm geheerscht hebben, die voor de ontwikkeling van zulke enorme monsters bijzonder gunstig waren. Inderdaad is het door een zorgvuldig geo logisch onderzoek gebleken, dat het midden van het tegenwoordig Noord-Amerika tusschen Sierra-Nevada en Alleghany, gedu rende heele tijdperken van de aardgeschie denis vast land is gebleven. Bestond in Europa een tropisch eilandenrijk, dat steeds van vorm veranderde, daar zee en land altijd weer elkaar afwisselden, werd dat groote Amerikaansche gebied van den steenkool tijd tot den krijttijd heel zelden en nooit geheel door de zee veroverd. In dat uitgestrekte gebied lagen enorme prairiëen rondom groote ondiepe meren; eindelooze moerassen en breede slijkerige Tand van een Vischhagedis (halve grootte) Een paar vliegdraken uit den |ura-tijd Verkleinde illustratie uit den Füh'rer der Kgl. Naturaliën in Sammhmg zu Stuttgart men nagenoeg op heel Europa een voor sprong, want iedere vrouw die er + f200 per jaar verdiend en den leeftijd bereikt van 25 jaar, heeft er het Kiesrecht." In mijn Frutti-mandje vindt ik het vol gende: In Finland werd reeds in 1906 het V.-K. verleend. In 1907 werd in Noorwegen beperkt V.-K. ingevoerd en in Juni 1913 nam het Shorthing een wet aan, die algemeen kiesrecht aan de vrouwen verleent, zonder eenige welstandsbepaling. Door een Interparlementair Comitéuit Zweden, Noorwegen en Denemarken is een nieuwe huwelijkswet ontworpen, die in elk dezer landen in het Parlement zal gebracht worden. Hierin komen o. a. deze verbete ringen voor: dat minderjarigen de toestem ming van beide ouders noodig hebben en de leeftijdgrens voor huwbaarheid der vrouw op 18 jaar wordt gesteld. In Nederland heeft een minderjarige alleen de toestemming van den vader noodig en is de leeftijdgrens 16 jaar, terwijl in Engeland, waar ook de vader alleen die macht bezit, de leeftijd van 12 Jaar voldoende wordt geacht! Gelukkig is een schandelijk complot van de suffragettes nog tijdig ontdekt, vertelt de Jagend. Zij hadden namelijk het vreeselijke plan gesmeed, om in n nacht het Parlements gebouw met zulke schreeuwende kleuren te beschilderen, dat alle Parlementsleden er doof van zouden worden. N. MANSFELDT-DE WITT HUBERTS 9 C ? Alter lei Barometers Huisdieren, heeft een Fransche geleerde ontdekt, zijn uitmuntende weerprofeten, daar kunnen het Tiroler Mannetje met de para pluie" en de bekende flesch met wijngeest, die troebel wordt indien er regen komt, niet tegen op. Poesjes, die in den donker vonken afgeven als men ze tegen 't haar opstrijkt, en wier ronde oogjes stralen als kooltjes vuur, zijn vol electriciteit, en daarom buitengewoon wild en levendig als er een onweer aan de lucht zit. Tegen dat er regen komt, krijgen ze bevliegingen van overgroote zindelijkheid, en wasschen zich, of ze als wijlen hun voor vader de gelaarsde kat naar een bal moeten. Aapjes zijn bij het naderen van storm angstig, brommen en kreunen luid en zitten bangelijk en stil in een hoekje. Koeien houden in 't minst niet van regen, en voelen de nattigheid al uren van te voren aankomen. Wanneer ze in den vroegen mor gen gaan liggen in plaats van zich een smakelijk ontbijt bij elkander te grazen, wees er dan van overtuigd, dat er regen in aantocht is. En wanneer ze op pen hoopje bij elkander schuilen, met de staarten naar ST. NICOLAA5-INKOOPEN. MET HET OOG OP DE DRUKTE IM DE niD(V\6-URCM. RICHTEN WIJ HIERMEDE TOT DE DAMES HET VRIEN DELIJK VERZOEK. MARE IMKOOPCM ZOOVEEL MOGELUK S'MORGEna VÓR 12 UUR TE WILLEN DOEN. MAGAZIJN DE BIJENKORF" iiilliliiiliiiiiiillllltHMiiitniiniiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiMiiiiiiiii den windkant, dan wordt er nog bovendien onweer verwacht. Komt er storm, dan zijn ze dol, en hollen mét de staarten in de lucht door het land. Schapen steken hun neusjes in den wind als het weder mooi wordt en de heerlijke zomerzon de bloemen der klaver rood kleurt. Wenden ze zich rugwaarts naar den wind dan zal het binnen kort blaasjes regenen. Pauwen, die schreeuwen, zijn regenroepers, koerduifjes, die herhaalde malen achter elkander roekoe" roepen, voorspellen dat het zonnetje schuilen gaat, en wanneer lorretje-kaporretje-kapoe in zijn mooie koperen kooi zijn hoogste liedje fluit, vergeet dan vooral uw parapluie niet. Huisdieren zijn over 't algemeen de beste barometers. Om een schreeuwende pauw en een roedekoeende duif moet men een buitenpartij uitstellen. Kattenmoeder Het is geen lieve oude dame met zijïg grijs haar en oogen, welke zacht en moederlijk door een gouden bril gluren, die 't grootste aantal katten koestert. De voornaamste kattenmoeder" van den tegenwoordigen tijd ziet er geheel anders uit, want de eer van 't kattenrekord komt toe aan het havenbestuur van Londen, dat niet minder dan 500 poesjes houdt en verzorgt. Ze hebben daar echter volop gelegenheid om hun kost te verdienen, want ze zuiveren de dokken van ratten en muizen en besparen op deze wijze duizenden iiMiuiiiiiMtuiMiiiiiiiiiiiiiiniMtiiiiiiiiimiiiiiiitiiiiiiHiHitiminiiim guldens voor den Londenschen Piraeus, waar de knaagdieren zich beijveren om palen en balken te vernielen. ^ Mansion-House Een van de zwaarste luxe-baantjes voor een vrouw, is dat van Lady-Mayores van Londen, want de populariteit en het succes van den Lord-Mayor staan of vallen met de capaciteiten, welke zijn vrouw bezit om te recipieeren en te representeeren. - Gelukkig duurt de regeering van den Lon denschen stadspotentaat slechts n jaar. Anders zou de campagne ook niet uit te houden zijn,want in dit ne jaar moet de LadyMayores zorgen, dat 25000 gasten, welke zij aan dejeuners en diners ontvangt, aangenaam worden,bezig gehouden. En bovendien zijn er dan nog de duizenden en duizenden be zoekers der recepties in Matxsion-house, waar ieder der bezoekers en bezoeksters hun kert naar een vriendelijk woord of een com plimentje van de gastvrouw. Soms moet zij de pijniging verduren van een receptie, een diner en een bal op n dag. Bovendien is zij den geheelen morgen, bezig met haar secretaresse, om de honderden bedel- en andere brieven te beantwoorden, onder welke zij bedolven wordt... Voor velen is deze taak te zwaar, en de Mayores moet soms twee jaar in een Kurort uit igaan rusten, om de vermoeienissen van dit ne jaar van glorie te boven te komen. ALLEORA Hllllllllllltlllllllllll Geraamte van een Vischhagedis uit den Jura-tijd. Illustratie uit de British Museum stroomen maakten het gedeeltelijk tot een delta-land met riviermondigen van uren en uren breedte. In dit geweldige gebied vond de stam der reptielen die zich eerst na den steenkool tijd, naast de amphibiem, welke het nooit tot reuzenvormen brachten, begonnen te vormen blijkbaar een uiterst gunstig terrein. Van meer dan zeshonderd boorten zijn van duizenden en duizenden exemplaren allerlei resten gevonden, sommige als volledige ge raamten; andere alleen vertegenwoordigd door tanden, enkele beenderen of ook maar door voetprenten. In de laatste vijf en twintig jaar is in Noord-Amerika, in Colorado en Wyoming vooral, een dierenwereld uit de aarde te voorschijn gebracht, waarvan niemand het bestaan vermoeden kon ; en nog steeds gaat het voort. In sommige musea liggen de beenderen van vijf a zeshonderd individuen van dezelfde soort te wachten tot de palaeontologen den tijd kunnen vinden, ze uit te zoeken en op te stellen. Een tweede omstandigheid die tot het ont staan van reuzenvormen meewerkte, is waar schijnlijk het isolement waarin enkele deelen van die landstreken verkeerden. In langwer pige dalen van drie of vier breedtegraden, gelegen tusschen hooge gebergten, strekten zich onuitputtelijke weide-plaatsen van de groote plantenetende reptielen uit; wouden van varenboomen met bladeren van drie a vier meter lengte, die veel op pisang ge leken, boden voedsel genoeg. De planteneters hadden de grootste afmetin gen; de vleescheters, de verscheurende dieren waren door den regel kleiner; hun gebeente toont dat zij ook veel vlugger waren; sommige zelfs lenig, in vergelijking met de kolossen die de delta-landen afweidden. Het vreemdste, wat den vorm betreft, moeten wel Dinosauriers of Schrikdieren geweest zijn, die op twee beenen liepen of sprongen. Een kleine kop, maar toch nog dubbel zoo groot als van een tegenwoordig paard, rustte op een lange hals, die naar onder steeds dikker werd. Twee kleine voorpootjes werden gedragen, als een kengeroe zijn handjes doet; daarbij hoort een bekken van geweldigen omvang, een paar pooten als van een olifant en eindelijk een staart, bijna zoo lang als het heele dier. Die ware Schrikwezens hebben bij de latere menschelijke bewoners van hun gebied nooit tot fantasiebeelden aan leiding gegeven. Blijkbaar kwam hun ge raamte nooit aan de oppervlakte, vór de mijnindustrie ook de diepere deelen der aardkorst deed exploiteeren. Er leefden ook wel kleine dieren tusschen die reuzen, dieren die al een aanloopje doen naar het zoogdierentype, naar buidelratten en kengeroes, een enkele met een gebit dat op dat van een knaagdier begint te gelijken. Ook boven de binnenzeeën en meren leefde het van draken. Daar zweefden eerst ge vleugelde krokodillen die tot vier en vijf meter vlucht haalden, de vlerken aan n vinger vastgehecht. Later ontstonden veel lichter gebouwde dieren met vliesdunne kopskeletten, als van een vogel, en met holle beenderen ; maar met kaken van geweldige lengte, de randen ervan met talrijke tanden bezet. Herhaaldelijk is gepoogd een aannemelijke verklaring te vinden voor het verdwijnen der reuzenreptielen tegen het eind van den krijttijd; daardoor krijgen de kleine zoogdieren, waar van later sommige soorten, als olifanten en nijlpaarden, weer reuzenafmetingen aan nemen, een voorsprong. Nu is in den laatsten gebleken, dat enkele der Schrikdieren, die in Europa voorkwamen, in een later tijdperk leefden dan de over eenkomstige soorten in Noord-Amerika; ook met andere kleine en groote reptielen is dit het geval; zoo met de Iguanodons, welke in Amerika in den Juratijd; in België veel later in den krijttijd leefden. Uit deze en andere feiten valt af te lei den, dat de groote reptielen al tegen het eind van den Juratijd begonnen naar Europa af te zakken, dat toen nog met Amerika samenhing, samen n vast land, NoordAtlantis, vormend. Toen begon de krijtzee, van de tegenwoordige Missisippi-monding uit, het groote N.-Amerikaansche delta-land binnen te dringen; de geweldige valleien vingen aan zeestraten te worden, en de die ren werden langzamerhand de bergen opge drongen. De grootste soorten, die aan de kustlanden en moerassen waren gebonden door de ontzaglijke massa's plantenvoedsel, die ze noodig hadden zooals de Bronto saurussen die meer dan twintig en de Diplodocussen die meer dan dertig meter haalden konden niet langer aarden en stier ven uit; enkele minder afhankelijke soorten redden zich door aanpassing aan de ver anderde omstandigheden, of ze emigreerden naar oostelijker landen. Tegen het einde van de krijttijd stierven ook deze reptielen mei bescheiden afmetingen uit. Zulke, die op twee pooten gingen ge heel ; de andere pp enkele krokodillen, schild padden, hagedissen en slangen na; die haalden, gewijzigd en in een kleiner for maat,, onze' tijden Wat in Europa de oorzaak is geweest van de groote sterfte onder de reptielen, en van de opkomst van de vogels en zoogdieren in het begin van den tertiair-tijd, daarover bestaan ook wel verscheidene hypothesen; maar tot een zeer waarschijnlijke theorie heeft nog geene hét gebracht. Pas is er weer reus achtig reptiel, een Plateosaurus, gevonden bij Frossingen in Würtemberg, dat veel op een tegenwoordige varaan-hagedis lijkt, maar in vertienvo'udigde afmetingen. Het monster is door Professor Fraas opgesteld in het museum van Stuttgart. De kop werd juist op den romp gezet, toen wij er dezen zomer bezig waren onze fossiele, schelpen en ander klein goed te determineeren. E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl