Historisch Archief 1877-1940
te
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
7 Dec. '13. - No. 1902
12. DIAMANT Jz., Accountant,
ROELOF HARTSTRAAT 189, AMSTERDAM.
Telefo*n int. Znid 913. | Tel«gr.-adr«s: Memento-Amsterdam.
Il De Haarlemse
Insulinde Cultuur-Syndicaat heeft overge
nomen.
5 Dec.
V. D. M.
?
* ?
Het bevrijde Macedonië en de gewijzigde
Balkan-kaart
Nu, eindelijk, ook tusschen Griekenland
en Turkije de vrede is geteekend, mag men
aannemen, dat op den Balkan de rust is
hersteld, men den nieuwen toestand als een
voldongen feit beschouwt en het tijdstip is
aangebroken, waarop men zich zal moeten
bezighouden met de cultuur-ontwikkeling
van het nieuw verworven gebied.
Van hoe langen duur die rust zal zijn, is
een vraag, die moeilijk te beantwoorden is.
Want de voornaamste ontevredene, Bulgarije,
zal voortdurend den blik gericht houden naar
de toekomst, waarin de revanche-oorlog zal
uitbreken. En ter bespoediging van het tijd
stip, waarop dit zal geschieden, ontbreekt
het blijkbaar niet aan grieven, die de ge
dachte aan wraak voortdurend levendig
houden. De wijze, waarop de overwinnaren
zich tegenover de overwonnenen gedragen
werkt, voor zoover men uit de berichten
kan nagaan, zeker niet mede om de
iaatsten te doen berusten in den nieuwen toe
stand.
Maar het zijn niet alleen de Bulgaren, die
te klagen hebben over den willekeur van
hunne vroegere bondgenooten. In nog erger
mate schijnt dit 't geval te zijn met de
bewoners van het bevrijde (!) Macedonië.
Een der kenners van land en volk hangt
in den Manchester Guardian een treurig
tafreel op van de wijze, waarop Grieken
en Serviërs in de door hen geannexeerde
districten van Macedonië huishouden. Vol
gens deze beschrijving wordt de Bulgaarsche
kerk er totaal onderdrukt, zijn de Bulgaar
sche bisschoppen gevangen genomen en
verdreven, kerken en scholen zonder eenige
schadeloosstelling geconfiskeerd.
Grieken en Serviërs schijnen te zijn over
eengekomen, de geannexeerde bevolking door
bedreiging met verbanning en zware straffen
te dwingen tot een volkomene verloochening
van hare eigene nationaleit.
De Servische dwangwetten, volgens welke
Uskjub en Monastir worden geregeerd, laten
volgens dezen schrijver luttele politieke
vrijheid, terwijl de onbegrensde macht, aan
de uitvoerders der wetten toegekend, allicht
in misbruik ontaardt, zoodat de toestand
van de bevrijden eer verergerd, inplaats
verbeterd is.
Ieder verzet, zelfs met woorden, wordt
met 5 jaren tuchthuis gestraft; de politie
heeft het recht een ieder, zonder gerechtelijk
onderzoek, tot rebel te verklaren en meldt
deze zich binnen 10 dagen niet vrijwillig bij
de overheid aan, dan is hij vogelvrij en kan
zijn familie uif het land worden verbannen.
Wie zulk een rebel" niet terstond aangeeft,
wordt eveneens met 5 jaren tuchthuis gestraft.
Bij gebrek aan een voldoend aantal ge
schikte en verantwoordelijke ambtenaren
voor het beheer der nieuwe provinciën,
moet de uitvoering der dwangwetten menig
maal worden toevertrouwd aan
mindergeschikte personen, zoodat een soort schrik
bewind ontstaat. Roof en afpersing zijn geen
zeldzaamheden in menig dorp.
Dit is, volgens dezen schrijver, het lot
van het uit de Turksche ketenen der slavernij
bevrijde Macedonië. En hij betoogt dat,
wanneer Turkije zich slechts de helft van
zooveel gruwelijke onderdrukking had durven
veroorloven, Europa moord en brand zou
hebben geroepen. Hij besluit met de vraag,
of. wreedheid wél wordt geduld, wanneer
zij door Christenen wordt bedreven?
Intusschen is door den jongsten
bevrijdings(!)oorlog de kaart van den Balkan be
langrijk veranderd. Sedert 1878 zijn zoo
ingrijpende wijzigingen daarop niet voor
gekomen, en evenals toen steeds ten
koste van Turkije.
Wat de verandering der nationaliteiten
betreft, kunnen de cijfers slechts bij bena
dering worden opgegeven, daar in Turkije
nog nooit een volkstelling heeft plaats ge
vonden. Men wist niet precies, hoe groot de
bevolking van het Turksche gebied in
Europa was en weet nu evenmin, hoe groot
het zielental is, dat thans aan Turkije is
ontnomen.
De z.g. officieele opgaven uit Turksche bron
worden door deskundigen meestal te laag
geacht, waarvoor de verklaring is te vinden
' in de omstandigheid, dat de Turksche ambte
naren de gewoonte hadden het zielental van
de door hen bestuurde provinciën in Europa
steeds zoo laag mogelijk te becijferen, omdat
zij dan minder belastingopbrengst hadden
te verantwoorden. Men kon van hen min
der geld opeischen, naarmate hun district
minder bevolkt was.
Bij het uitbreken van den oorlog zal
naar schatting de bevolking van
Europeesch Turkije ongeveer 7 millioen zielen
zijn geweest, ongerekend Kreta met 350.000
inwoners.
Reeds leed Turkije 4 jaren te voren het
verlies van Bosnië met bijna 2 millioen
zielen, terwijl Bulgarije, door de algeheele
onafhankelijksheidverklaring, met een be
Wterdamsche
Maatschappij-van verzekering te^en origefölïen
Nr.l.Plan C,Rotterdam..
IMH\ll)lEELEOM;EVALLE\VL|{ZEkEKl\(;,
DIENSTBODEPERZEKER1NG, ENZ.
Directie: P. R. MEES, J. BROTSTIXG.
Hoofdrertegenwoordiger voor Ned. Oost-Indië:
N. J. TAKKEN, Simpang, Soerabaia.
volking van 4Vs millioen voor goed van
Turkije werd gescheiden.
Thans neemt men aan, dat niet meer dan
2 millioen inwoners in het aan Turkije nog
behoorend Europeesch gebied overblijven,
waarvan ongeveer 900.000 de bevolking van
Konstantinopel uitmaken.
Van de Balkan-Staten was Rumenië tot
dusver de grootste, wat het zielental betreft,
dat thans ten koste van Bulgarije tot
71/, a 7% millioen is gestegen.
Dit laatste land, dat bij het uitbreken van
den oorlog bestemd scheen de grootste
voordeelen te behalen, moet zich door de
tegenspoeden van den tweeden Balkanoorlog
ten slotte met een bescheiden winst tevre
den stellen, althans in vergelijking met dat
gene, wat het gehoopt had te verkrijgen.
In plaats van geheel Macedonië, heeft het
nu voor al de gebrachte offers een bevol
kingstoename van hoogstens n millioen
zielen, terwijl het een gedeelte van zijn eigen
gebied aan Rumenië moest afstaan. De voor
naamste winst is nog, dat Bulgarije zich
thans uitstrekt tot de Aegeïsche zee, maar
de beide zoo vurig begeerde havensteden
Salonika en Kawalla heeft het den
zegevierenden Grieken moeten laten.
Dezen brengen den grootsten buit huis
waarts, hun gebied is thans minstens
anderhalfmaal zoo groot als vór den oorlog, ook
wanneer het niet alle Aegeïsche eilanden
verkrijgt. Het zielental stijgt in elk geval
van 3 millioen tot ongeveer 4% millioen.
En bovendien is het een waarde-vol ge
bied, waarmede Ifet wordt vergroot. Het
meerendeel js vruchtbaar en bezit verschil
lende natuur-schatten, terwijl voor de ont
wikkeling van Griekenlands handel en scheep
vaart het bezit van een havenplaats als
Saloniki met 150.000 inwoners en verschil
lende steden als Janina, Kanea, Candia, enz.
van groot belang is.
Het gebied, waarmede Servië wordt ver
groot, is bij lange na niet zoo waarde-vol
als dat, aan Griekenland ten deel gevallen.
Servië's zielental echter, vór den oorlog
ongeveer 3 millioen, zal thans tot 4% a4&
millioen stijgen.
Ten slotte Montenegro, welks grenzen ten
opzichte van Servië en het onafhankelijke
Albanië nog niet nauwkeurig zijn vastge
steld, doch welks bevolking van 280.000 tot
400.000 is vermeerderd. De
gebiedsvergrooting is echter meerendeels weinig waarde-vol
en de nieuwe onderdanen zullen bovendien
hunnen nieuwen gebieder nog heel wat last
en moeite veroorzaken.
28/11 '13.
v. D. S.
1813.... elders
Een troostende gedachte in verband met
onze Onafhankelijkheidsfeesten ligt in de
kennis van de manier, waarop de
tijdgenooten-monarchen van Koning Willem I
zich tegenover Napoleon gedragen hebben.
Nu Wilhelm en de bondsvorsten met op
gestreken snor naar
Onafhankelijkheidsmonumenten zijn wezen kijken, is het leerzaam
eenige fragmenten af te drukken uit mémoi
res. In den Simplicissimus vonden wij ze:
Den 19 April 1812 schrijft Stein aan
graaf Munster, na het bericht van het Prui
sische bondgenootschap met Napoleon in
zake den Russischen veldtocht:
Nu kan men in Duitschland niets meer
van een tusschenkomst van Boven ver
wachten."
Gneisenau aan graaf Munster; Kolberg,
l Maart 1813: De universiteiten zijn ver
laten ; de jonge lieden die er studeerden
treden onder de wapenen. De geest is voor
treffelijk maar op vele plaatsen is geen
geest voorhanden om dit enthousiasme te
benutten en op te voeren.
Ik heb daar zeer bitter over geschreven
en een dergelijke toon zal mijn terugkeer
niet welkom doen zijn. Zou men mij
schandelijkheidshalve intusschen toch in genade
aannemen?
Stein schrijft, Petersburg, 20 Nov. 1811:
Het zou om te vertwijfelen zijn, wan
neer ik niet de vaste overtuiging in mijn
boezem ronddroeg, dat de Voorzienigheid
het historiegebouw van den tyran zal om
werpen, niet dór de lieden op het kussen
maar trots hen."
Stein schrijft, Görlitz, 19 Mei 1813, aan
graaf Munster: De Duitsche vorsten gaan
door hun eigen slechtheid ten gronde, niet
door ons gedrag".
De Fransche gezant, graaf de Saint
M a r s a n, schrijft aan Berthier, Berlijn
5 Januari 1813:
De koning (van Pruisen) was door den af
val van generaal York (later een der groote
generaals in den volkerenslag!) getroffenen
verontrust. Zijn eerste woorden waren: 'Dat
iemand zoo'n slag kan treffen! Wat nu te
doen ?'... De koning heeft ook onmiddellijk
besloten dat Kleist York zoo mogelijk zou
arresteeren, dat vorst Hatzfeld zich onmid
dellijk naar Parijs begeven zou, om den
4*_ v/ pandbrieven in
«»/ stukken van
^ /u ?5000, ?1000,
?500, ?100, ?50, tegen
Amsterdamschen beurs
koers van den dag der order,
bij alle commissionairs in
effecten.
keizer de uitdrukking van 's konings aan
hankelijkheid te betuigen en door deze
schitterende zending geheel Europa dezelfde
gevoelens te doen erkennen."
Von Jasmund schrijft 14 October 1813
aan Koning Frederik van Württemberg:
Ik leg aan de voeten vayi Uwe Majesteit
den eerbiedigsten dank, dat U mij waardig
gevonden hebt, de eerste stappen te doen
om dit schoone land meer met de heilige
belangen van Duitschland te verbinden."
Antwoord van den Koning, Stuttgart, 20
October 1813:
Zijne Majesteit de Koning moet daar
over Haar gerechtvaardigd ongenoegen uiten,
omdat het een geest verraadt, welke welis
waar andere en naburige landen aangetast
heeft, maar dien Zijne Majesteit de Koning
in het hare heeft weten te onderdrukken.
Zijne Majesteit de Koning geeft daarom niet
alleen den heer Von Jasmund een ernstige
berisping, maar zal ook, daar Zij nu van
zijne gevoelens onderricht is, hem voor de
toekomst daar moeten plaatsen, waar der
gelijke overspannen ? ideeën onschadelijk
zullen zijn."
Als Napoleon over Blücher, Sacken en
Kleist weer groote voordeelen behaald had,
ging een briefje van Duitsche vorsten naar
Napoleon: Prochain retour sur,sesheureux
drapeaux."
Het Groote Leger van 1812 tegen Rusland
bestond uit: 40.000 Oostenrijkers, 30.000
Pruisen, 38000 Beijeren, 16000 W
rttembergers, 17000 Saksers, 18000 Westfalers, 50000
Polen, Italianen enz. Napoleon zei tot de
Russen: Si vous perdez cinque Russes, je
ne perd qu'un Francais et quatre cochons!"
Een kwartiermeester van den trein der
garde heeft den 24 Augustus 1813 in een
dorp bij Bautzen 15 stuks slachtvee
gerequireerd en den volgenden bon afgegeven:
Je certifie avoir requis 15 habitants
quadrupèdes de ce village, enfin de les faire
cantonner dans nos ventres."
Uit het Hannoversche, door graaf Mun
ster bewerkte (het was noodig) verklaringen:
Zijn Koninklijke Hoogheid de prins-re
gent van Groot-Brittanië en Hannover kan
niet erkennen (zelfs na de veranderingen
die in Duitschland voorgevallen zijn) dat
den vorsten geheel absolute of despotische
rechten over hunne onderdanen toekomen."
Napoleon's verdrijving had dus tot schoon
ste vrucht: de erkenning, door een enkelen
der pas nog bibberende vorsten, dat de
onderdanen geen eigendom waren van
hunne Majesteiten!
* * *
Praktische strijd tegen
Prikkellektuur
In Hannover bastaat 'n Comitéter ver
breiding van goede volks- en kinderlectuur".
Op de onlangs gehouden najaarsmarkt stond
vanwege dit Comité'n kraam Zum billigen
Büchermann, waar totaal 3772 boeken ter
waarde van 783 Mark verkocht werden, en
wel: 1296 voor de jeugd beneden 12 jaar,
1186 voor de jeugd van 12-15 jaar, 262
boeken voor de rijpere jeugd en 528 stuks
voor volwassenen. Totaal werden tot heden
(bij 5 gelegenheden) 18000 boeken verkocht
ter waarde van 3200 Mark.
Voornamelijk zijn er de volgende
goedkoope series & 10 en 20 Pfennige te krijgen:
Reclam's Universal-Bibliothek, Deutsche
Jugendbücherei, Schatzgraber, Bunten Bücher,
Bunten Jugendbücher, Wiesbadener
Volksbücher, e.a.
Amsterdam J. W. GERHARD
* * *
Inhoud van Tijdschriften
Nieuwe Banen No. 9: Dr. A. H. de Hartog,
De Lofzang in den nacht, De Wilsvrij
heid. Multatuli.
Beeldende Kunst, onder Redactie van H.
P. Bremmer: Ie Jaargang afl. I. Prijs per
jaargang ? 15.?afz.' Nos. ? 2.50. Uitgave
van W. Scherjon, te Utrecht. Inhoud van
No. I: Paard, Chineesch werk. P. J. C.
Gabriël, Landschap. Pieter Potter, Stil
leven. J. Altorf, Soezende aap. Vier
kante blauwe Delfsche flesch. O. Redon,
l'Echarpe jaune. B. A. v. d. Leek, De
Nood. J. Bernard, Portret van W. J. Troost
wijk in zijn atelier alles met beschrijving.
De Vlaamsche Gids, No. 6: Ach.
BrijsSchouppe, Onze Franschmans (slot). A.
W. Grauls, Ven in het Bosch. Nachten.
Ernt de Weert, Herinneringen. O. Van
Hauwaert, Onuitgegeven Brieven van K. L.
Ledeganck. Leo van Riel, Een inleiding
tot Richard Wagner's Parsifal voor
oningewijden.
Den Gulden Winckel, No. 11: Onze schrij
vers (Een gesprek met Herman Heijermans)
door E. d'Oliveira. Fred. van Eeden, door
Const. van Wessem.
Ons Tijdschrift, afl. 11: De Indische On
derwijspolitiek. Frank Gericke,
Pyknotides Eugéne Gericke, Boutens en van
Kfederl.-Indische
Crediet- en Bankvereeniffina:
Keizersgracht 48*, Amsterdam
Voorschotten op uitzendingen, incassi, neemt gelden a deposito,
met l_dag opzegging 3 pCt. | voor ^ jaar vast 3K pCt.
~ lj»i
voor S maanden Tast 8% pCt.
Toor l Jaar vast 4 pCt.
M. A V. BAMK.SCHIEDAM
ONGEVALLENVERZEKERING
iililiiifiiiiiillilfiimiiitiiiiiitiriiiiiiiiiriiiiiriMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiitiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiii
de Woestijne als overgangsdichters. P. H.
Ritter Jr., Lof der Lijdelijkheid.
De Samenwerking, afl. 2: Daan v/d Zee,
Christenen te Wapen! Dr. A. J. Resink,
Beiliss. B. de Ligt, Gij zijt geroepen tot vrij
heid (slot). Dr. H. W. Ph. E. v/d Bergh v.
Eijsinga, Theologie (vervolg). D. v. d. Zee,
De practische beteekenis van het
ChristenSocialisme. H. J. Rijsewijk, Het Zwolsche
Congres der S. D. A. P. (slot). Dr. A. J.
Resink, De Russische Revolutie nadert.
De Nieuwe Tijd, No. 11: A. van Collem,
Verzen. Mathilde Wibaut, Nabeschouwing
over de Tentoonstelling De Vrouw 1813
1913.?J. H. Schaper, Reorganisatie der Ka
mers van Arbeid. Dr. W. v. Ravensteyn Jr.,
Intern. Verhoudingen, (Italië: Algem. Ver
kiezingen en buitenl. politiek.) Dr. Th.
v. d. Waerden,. Technies-Ekonomies over
zicht, (Verbetering en Uitbouw der Statis
tiek.) W. Wolda, Het oude en het nieuwe
Ierland.
De levende Natuur, afl. 14: Jac. P. Thijsse,
Munt della Baseglia. D. Zooistra,
'Lijstermoord. G. A. Posthuma, Een uitgezocht
plekje voor den natuurliefhebber. T. A.
Houthuis, Een Herfst-natuur-tentoonstelling.
Mork's Magazijn, Nov. '13: F. v. Raalte,
Het geheimzinnige kasteel. P. E. W. Kok,
Oud Limburg (Per rijwiel door de
Maasdorpen ) H. M. du Croo, Een moeilijke
tocht (10?16 Nov. 1813) enz.
De Navorscher, afl. 11: W. P. J.
Overmeer, Kerkschennis in West-Friesland.
G. F. Gijsberti Hodenpijl, Een paar
mededeelingen over het verblijf van Maarschalk
Victor in ons land. M. Scholten van
Aschat, Persdelict in den jare 1656.
A. S. H. Booms, Eenige bladzijden uit de
Nederl. Indische krijgsgeschiedenis.
Oud-heidkunde. W. P. J. Overmeer,
Volksen Straatliedjes, verschenen in 1813?1815.
A. Aarssen, Bekkesnijden. Amsterdamsch
Volksgeloof door een Amsterdammer. Enz.
Damspel
HllllllllllllllllimlIllllllltlllllllMMIIIIItllllMHIIIIflItllllllHIIIMIIIIIlmlIl
10e Jaargang 7 December 1913
Redacteur: J. DE HAAS
Graaf Florisstraat 15-, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
ONZE CURSUS
De volgende typeslag is in een vluggertje
door ons toegepast. Hoewel de slagwending
niet nieuw is, werd zij in deze variant nog
niet toegepast, voor zoover ons althans bekend
is. Zij verkrijgt bovendien nog bijzondere
waarde omdat deze slagwending in een
opening kan voorkomen die in den laatsten
tijd nog al vaak gespeeld wordt.
Wit Zwart
1. 33-28 17-21
Deze zet wordt meermalen gespeeld.
2. 31-26 19-24
3. 26:17 11:33
4. 39:28 14-19
5. 44-39 10-14
6. 36-31 18-23
7. 34-30
Om den sterken uitruil door zwart 23-29,
24-30 te voorkomen.
7. 20-25
8. 39-34 15-20
9. 38-33?
Om 23-29, 25:34, 24-22 te voorkomen.
Hoewel 28-22 zeer goed mogelijk is. Nu
doet zwart een heel aardigen slag.
ZWART
.4 «^
WIT
9.
10. 34:23
11. 40:29
12. 29:20
13. 35:24
14. 23:14
23-29
25:34
20-25
25-30
14-25
9:36
Fraai! Berust op een slagwending meer
malen door ons behandeld.
DE NOTATIE
(Voortzetting)
Beverwijk, 25 Sept. '13
Geachte Heer de Haas,
Dezen middag ontving ik uw geëerd
antwoord, waaruit ik vernam dat mijne
inzending van mijn systeem-damnotatie op
't oogenblik niet in uw bezit is. Ik wil
daarom gaarne voor de tweede maal
u bedoeld systeem ter beoordeeling voor
leggen.
Hoewel zelfs beroemde Nederlandsche en
ook Buitenlandsche Schaakmeesters als Dr.
Olland, Esser, Lohman, Marshall en anderen
het systeem eener nieuwe damnotatie willen
zoeken in het reeds gebruikte schaaksysteem,
meen ik toch ten sterkste te moeten be
twijfelen, of hunne voorstellen in de praktijk
bruikbaar zullen blijken. Immers, nu reeds
blijkt bij de schaak-notatie, hoe lastig het
is de 8 letters, a, b, c, d, e, f, g, h, goed
uit elkaar te houden.
Het zijn niet zoozeer de 8 cijfers, die de
aanleiding zijn der vele vergissingen. Doch
wanneer daarbij voor de damnotatie nog 2
letters, i, j, bijkomen zouden, dan is het
mijns inziens zeker, dat het aantal ver
gissingen nog werkelijk zou toenemen.
Om deze reden is het dan ook, dat ik het
door UEd. voorgestelde systeem van 10 letters
niet-bruikbaar moet achten.
Het is voor onzen geest een vrij moeilijk
proces, om deze 10 letters van achter naar
voren op te noemen, om de middelste letters
er uit te halen; en wanneer wij, zonder
bord voor ons, op laatstgenoemde wijze
een (rond)slag willen noteeren, kost het ons
zeer veel moeite. Meermalen nam ik er de
proef mee.
Doch laten we nu eens even bijgaand
systeem bezien. Dit vereenigt m.i. de groote
voordeelen van het systeem-Manoury (waar
over ik hier niet behoef uit te weiden) met
de voordeelen, zoover die in de
schaaknotatie te vinden zijn.
Ik denk mij zonder bord voor me
met groot gemak het dambord verdeeld in
slechts 5 vakken, met letters genaamd:,
A, B, C, D, E.
Ten eerste dus een klein aantal; dit is
evenwel niet het grootste voordeel; het
grootste voordeel ligt zeker hierin, dat dat
kleine aantal oneven is. Voor mijn geest
biedt zich het vak of blok C aan als een
rustpunt, waarboven en waaronder de 2
anderen vakken geplaatst zijn!
De cijfers l, 2, 3, 4, 5 6, 7, 8, 9, O
bieden zeker ook geen moeilijkheid. Alle
soortgelijke cijfers staan, evenals bij Manoury
en anderen, verticaal boven elkaar, waarbij
ik als eindcijfer eene O prefereer, als
sluitpunt van het vak of blok.
Hoe gemakkelijk stelt men zich met dit
eenvoudige systeem, bijv. een slag voor:
Zwart slaat van Al op B2 op C3 op D4
op E5. Wit slaat van E8, op D9, op CO,
op B9, op A8; enz. Verschillende partijen
door mij op de aangegeven wijze genoteerd,
konden door njij, zonder bord voor me,
veel gemakkelijker voorgesteld worden dan
volgens eenig ander door mij beproefd stelsel.
Gelieve UEd. dus ook eens de, proef te
nemen, waarna ik gaarne uw persoonlijk
oordeel wensch te vernemen.
, Een lid van de
Beverwijksche Damclub
A6
B6
C6
D6
E6
Al A2 A3 A4 A5
A7 A8 A9 AO
BI B2 B3 B4 B5
B7 B8 B9 BO
Cl C2 C3 C4 C5
C7 C8 C9 -CO
Dl D2 D3 D4 . DS
D7 D8 D9 DO
El E2 E3 E4 E5
E7 E8 E9 EO
(De geachte inzender deed ons reeds in
Juli dit systeem toekomen. Wij ontvingen
echter in Juni bijna hetzelfde systeem van
den heer C. Blankenaar uit Rotterdam, de
bekende eindspelcomponist. Red.)
VRAAGSTUK
Gezien in de part ij
Hoe maakt zwart dam ?
ZWART
JJH
WIT
Zw. 2, 3, f, 8, 9, 12 14, 16, 17, 19, 20, 23, 24.
Wit 26/28, 31/34, 37/39, 41, 43, 44, 49.