Historisch Archief 1877-1940
7 Dec. '13. - No. 1902
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VROUWENRUBRIEK
??MHNMMMMMMêUIIHIHIItmmiimunilllllltlimillMlllllllltlllHIM
Tentoonstelling van Kinderboeken
in Ons Huis"
Met de uitspraken van de Ons
HuisCommissie tot Beoordeeling van. Kinder
boeken", bestaande uit vijf dames en drie
heeren, kan ik het helaas niet altijd eens
zijn, maar de arbeid, die zij met deze ten
toonstelling verricht, heeft volkomen mijn
sympathie. Wat onderwijzers en .... recen
senten zoo moeilijk bereiken: ouders daad
werkelijke en vertrouwelijke voorlichting
geven bij de keuze van boeken voor hun
kinderen, is hier hoofdzaak. De vaders en
moeders uit de Jordaan (enkelen ook uit
andere stadsgedeelten) hebben vertrouwen
en plezier in het werk der Commissie en
bijna ieder kooper (en koopers zijn er bijna
even veel als bezoekers) laat zich, voor het
beslissende besluit genomen wordt, voorlich
ten door een der aanwezige commissieleden.
Eigenlijk heeft bijna iedereen de gedachte,
dat voor n gulden of minder nauwelijks
een kinderboek te krijgen is, laat staan een
behoorlijk. De enkele keer, dat ik zoo'n rara
avis ter bespreking in handen kreeg, heb ik
in mijn verwondering over den lagen prijs
altijd opzettelijk de lezers doen deelen.
Bovengenoemde commissie wist echter een
uitvoerige en smaakvolle collectie van
goedkoope en goede kinderlectuur samen te
stellen. Voor zes cent is reeds een zeer
aardig en smakelijk boekje verkrijgbaar:
Johnnie Beer, een geestig geillustreerde ver
taling van den Amerikaan Thomson Seton,
wiens werk veel heeft van dat van William
Long.
Artistiek uitgevoerde boeken zijn hier
natuurlijk schaars: artisticiteit is zeldzaam
en duur. Toch treft men in de afdeeling
prentenboeken bijv. aan: Sprookje van
A. Trelker (van Dishoeck), dat bijzonder
mooi door Tj. Bottema geïllustreerd is,
boekjes van Rie Craraer, mevr.
MidderighBokhorst, zelfs het oude Useltje" van Corn.
Veth. De boeken voor lezende, niet in hoofd
zaak meer plaatjes kijkende, kinderen geven
een prettig elck wat wils". Ik voor mij
vind het echter jammer, dat waar de Jolige
Liedjes" van Chr. van Abcoude terecht werden
geweerd, een minstens even aanstoot gevend
en laf boekje Neerland weer vrij", door
Stamperius, wordt aanbevolen. Doch verder
heerscht een frissche, ruime geest op deze
tentoonstelling; het blijkt wel uit de aan
wezigheid van Ons Kinderblad" (bijblad
van de Proletarische Vrouw") en van ver
schillende godsdienstige verhalen.
De ouders (vooral de moeders, want
vrouwen voeren hier over alle liniën den
boventoon) van de Jordaan hebben in de
Commissie een niet hoog genoeg te schatten
steun, en al is de maatstaf, die de boeken
aangelegd is, niet altijd streng, het peil van
de kinderliteratuur is bij zoo'n tentoon
stelling reeds zeer gebaat.
H. J.
* ft
Ingezonden
Van een ijzeren pot en een
koperen ketel
Wanneer een winkelier z'n oude waar
verkoopt op een oogenblik dat de nieuwe
oogst al binnen is, kan hem dat terecht ver
uit tuf iiiiliiiii iiiiiiiiuiiiiiiiiiii minimum n n
UI T DE NA TUUR
DLVII Garnalen
Al verscheidene jaren lang worden mij
om dezen tijd van het jaar levende garnalen
thuisgebracht en wel door jongelui, die er
verbaasd over zijn, dat zij ze gevangen heb
ben bij het zoeken naar materiaal voor hun
aquarium.
Nu kan men in Amsterdam in den goeden
tijd levende garnalen bij millioenen krijgen,
heele vischkarren vol; dat zijn de ongeluk
kige dieren,' die door het lot bestemd zijn,
blank en springlevend den kookketel in
te gaan, er rood als een kreeft weer uit
te komen, om, behoorlijk gepeld, een
menschen-boterham wat smakelijker te maken.
In het levend" zijn steekt dus het bij
zondere niet, wel in de vindplaats; de boven
bedoelde garnalen waren gevangen, niet in
de zee, waar je een vrij-levende garnaal steeds
thuis denkt, maar in de slooten en polder
vaarten bij Amsterdam.
De meeste kwamen uit Abcoude en
Duivendrecht, waar het water, zooal niet volko
men zoet, toch niet meer dan zwak brak
is te noemen.
De jongelui hier, noemen ze dan ook
zoetwater-garnalen, en die naam is zoo kwaad
niet; veel beter in elk geval dan de naam
krabben", waarmee de hengelaars en
vischtuigv'erkoopers het diertje aanspreken. Toch
is er ook, voor de laatste betiteling iets te
zeggen.
Ik begrijp evenwel niet, hoe de
Zondagsvisschers aan den naam krabben" zijn
gekomen. Het is toch niet waarschijnlijk,
dat deze heeren hengelaars in de syste
matiek der kleinere schaaldieren bizonder
bedreven zijn; alleen in dit geval kon het zijn,
dat zij den naam krabben" op de
zoetwaterweten worden ... door z'n afnemers. Maar
een beetje gekker wordt het als z'n con
current naast de deur hem op de vingers
tikt, maar vlak daarna zelf probeert een
beschimmeld artikel, dat al koperen bruiloft
in z'n etalage vierde, van de hand te zetten.
En zie in de Groene van heden verwijt
de officieele feministe (uit het ultra-kamp
wel te verstaan, waarde Groenelezeressen)
aan Allegra, dat zij een wet uit Noorwegen
aanhaalt, die in Mei j.l. nog bestond*), maar
zelf schijnt ze niet te weten dat de wet op
de vaderlijke macht reeds sinds 6 Februari
1901 door die op de ouderlijke macht is
vervangen en juist deze (het is niet veel
dat geef ik toe, maar alle beetjes helpen)
verbetering bracht dat ook de toestemming
van de moeder voor het huwelijk van het
minderjarig kind vereischt wordt.
Maar 't komt ook eigenlijk niet te pas dat
dat thans reeds zoo is, want die verbetering
kwam tot stand ... zonder vrouwenkiesrecht.
Baar n, 30 November '13
W. WIJNAENDTS FRANCKEN
DYSERINCK
*) De datum neem ik aan op gezag van
mevr. M. Van zelf ben ik van buitenlandsche
wetgeving niet op de hoogte, sinds ik uit
de beweging" ben.
# * *
Schemerlicht
We zaten
te scheem'ren
weet je nog
te praten
zacht, zoo zacht,
woordjes teer
te teer !
Schemerlicht
innigde
schemerlicht
tooverde
rose gloed
sprookjesgloed.
We staakten
het praten
weet je nog
we raakten
beïnvloed,
liefde zoet,
te zoet !
Schemerlicht
straalde mee,
schemerlicht
droomde mee
rose gloed
warme gloed.
NAN SANDBERQEN
Allerlei
Blij-oog-huis
Uit verre landen ontvangen wij van een
belangstellend lezer de hier volgende interes
sante mededeeling, welke we onzen lezeressen
en lezers niet mogen onthouden:
De stad Calcutta ligt aan de Hooghly
rivier, meer dan 100 mijlen van de zee ver
wijderd. Al het land tusschen Calcutta en
de zee is jungle en moeras, (waar tijgers en
krokodillen in grooten getale voorkomen)
en vrijwel onbewoond.
garnalen toepassen, op grond van het feit,
dat het dier in kwestie een heel bijzondere
soort is, welke verwantschap toont met een
andere, veel grootere zee-garnaal, die
steurkrab" wordt geheeten.
Inderdaad rangschikken de zoölogen onze
merkwaardige garnaal onder dezelfde groep,
(Palaemon), waartoe zij ook de genoemde
steurkrab brengen; al geven zij den
zoetwater-garnaal een gewijzigden geslachts
naam, namelijk Palaemonetes.
Deze Palaemonetes varians nu, met zijn
naam die, zou je zeggen, veel te mooi en te
klassiek luidt voor een garnaal, lijkt op het
eerste gezicht veel op een gewone
zeegarnaal; hij is net zoo glasachtig doorschijnend,
met twee net zulke kraaloogjes op steeltjes
en hij kriebelt op dezelfde manier mettallooze
pootjes; hij komt bovendien nog al eens
voor tusschen de gewone garnalen op de
kar en deelt dan met dezen het lot, levend
op vuur te worden gezet.
Toch is hij voor iemand die er op let,
dadelijk van de gewone garnaal te onder
scheiden ; ten eerste is hij in den regel iets
kleiner, maar het veel zekerder kenmerk
draagt hij op den kop; daar vertoont zich
een verlengstuk, dat tusschen en achter de
oogen begint en als een lange scherp
getande zaag vooruit steekt; dit
zaagvischachtig versiersel is iets omhoog gebogen;
waardoor men onze soort onderscheiden
kan van een echte steurkrab, ook als die
eens heel klein is uitgevallen.
Zoo'n sneb" dragen de gewone garnalen
niet; die hebben op dezelfde plaats, voor
aan de kopschaal slechts een
nauw-merkbaar, spits puntje.
Het blijkt dat de zoetwatergarnaal, deze
Veranderlijke Steurkrab om in de termi
nologie te blijven buitengewoon goed
wennen kan aan een vermindering van het
Halverwege de rivier echter heeft men
aan den oever een fabriek gebouwd en in
de daarbij gelegen directeurswoning trok in
het begin van dit jaar een nieuwe directeur
met een jong vrouwtje, pas geïmporteerd
uit Engeland.
U begrijpt, hoe eenzaam zij 't daar had:
uren in den omtrek vindt men geen enkelen
Europeaan en haar man vertoeft den geheelen
dag in de fabriek.
Haar eenige afleiding waren de dicht aan
het huis langs varende schepen van alle
natiën, doch deze allen stoomden in volle
vaart voorbij, en niemand lette op het eene
huis, half verborgen in het groen; totdat
op zekeren dag een schip, 't welk een kleine
averij aan de machine had, dicht bij haar
huis ankerde, om de schade te herstellen.
Vlug sprong zij in de boot en roeide er
heen, om weer eens even een Europeaan
te zien en te spreken. Aan boord gekomen
vertelde zij den kapitein van haar eenzaam
leven, en hoe nooit eens iemand op al die
voorbijgaande schepen notitie van haar nam.
Toen na eenige uren het schip de reis
voortzette, beloofde de kapitein, dat hij
trachten zou, iets voor haar te doen.
In Calcutta ging hij naar de International
Shipmasters Club" en vertelde zijn collega's
van het eenzame vrouwtje, en met enthou
siasme werd direct de afspraak gemaakt,
dat iedere kapitein, die langs haar huis voer,
een sein met de stoomfluit zou geven en
groeten, en tevens zegt het voort!"
Zoo gezegd zoo gedaan!... En nu na
vier maanden is er geen schip, van welke
nationaliteit dan ook, of even voor het
naderen van het huis laat men er de stoom
fluit hooren, en ieder wuift wat hij kan.
Onmiddellijk nadat 't sein weerklonken
heeft, verschijnt op de verandah een slanke,
jeugdige gestalte, in 't wit gekleed, die opge
togen zwaait met haar zakdoek. Op de
mailbooten vertellen de scheepsofficieren het van
te voren aan de passagiers en verzoeken
hun, zich even naar de verschansing te be
geven en te groeten, waaraan natuurlijk
iedereen graag voldoet.
En het jonge vrouwtje voelt zich niet meer
zoo eenzaam als vroeger, nu zij weet, dat
er dagelijks menschen zijn, die naar haar
uitzien en belang in haar stellen, al weet
ook geen van die velen hoe zij heet, en
wie zij is.
In de zeemanswereld heeft het huis alge
meen den naam van The glad-eye house"
(het blij-oog huis) gekregen, en daar elke
kapitein het aandoenlijke historietje aan zijn
collega's oververtelt, bestaat er geen vrees,
dat de aardige traditie zal uitsterven."
Reclame-woud
De reclame bedriegt zelfs het
natuurschoon. Aan dorpen met uitgestrekte
boschgronden en wandelparken worden door
een Fransche firma gratis aangeboden
ijzeren cylinders voor de bescherming
van het jonge hout, welke in elk
gewenscht getal, geheel gratis worden ver
strekt, onder voorwaarde, dat de bedoelde
firma er advertenties op mag schilderen.
Het moet wel een pijnlijken indruk maken
zulk een reclame-woud.
Tanden-gavaar
De schuddende beweging der motorbussen,
die door de straten varj Londen rijden, schijnt
een zeer ongunstigen invloed te hebben op
de tanden der omnibus-conducteurs. Dames,
die prijs stellen op een mooi gebit, wordt
zoutgehalte van zijn verblijf, en tevens dat
het diertje een zeer taai" leven heeft:
waarvan trouwens ook de gewone
tafelgarnalen voldoende blijken geven.
Van waterdieren met kieuwen zijn wij
gewoon, dat ze het boven water niet lang
uithouden; tenzij ze in nat mos verpakt wor
den of op een andere wijze vochtig worden
gehouden. Deze garnalen nu, die toch ook
door kieuwen ademen, en nooit vrijwillig
boven water komen, dus geheel op het in
ademen van waterlucht zijn ingericht, heb
ik acht dagen lang, zegge acht dagen,
zien bewaren, en levend wel te verstaan,
in turfmolm; ik zou het niet geloofd hebben
als ik het niet zelf had gezien ; niet eens,
maar herhaaldelijk.
Ja, de koopman in visscherij-artikelen be
weerde, dat ze alleen zoo in leven bleven,
dat ze geregeld dood gaan, als hij ze in
water trachtte over te houden.
Het zou werkelijk ongelooflijk zijn, indien
de feiten het niet aantoonden; de dieren
liggen een handdik op elkaar, doodstil in
hun donker tonnentje of vischketeltje, maar
bij de minste aanraking springen ze op en
kriebelen 'door elkaar.
En de finale van dit treurig bestaan ?
Zaterdagsnachts, meestal, gaan ze nog eens
te water; nu voor het laatst; en wel aan
den vischhaak geregen. Dan spartelen ze
weer zoo flink als verschgevangen dieren;
ze helpen den hengelaar weer een anderen
waterbewoner aan de wipgalg brengen, die
daarna langzaam mag stikken in de lucht.
Een gevoelig mensch doet het best, zich
in zoo iets niet in te denken; laten we
maar aannemen, dat een dier als een garnaal
werkelijk geen geheugen bezit, er geen weet
van heeft, en... een beetje over-ongevoelig is.
Deze zoetwatergarnalen schijnen voor hen
gelaars een bijzonder gewenscht aas te zijn.
dus de ernstige raad gegeven, indien ze
dan met alle geweld een auto willen hou
den, uiterst voorzichtig te zijn in de keuze
ervan en te zorgen dat hij niet schudt.
A nii-dans
Te Malden, in de Vereenigde Staten, is men
een verwoede campagne begonnen tegen
de nieuwe dansen. De politie echter wilde
in dezen strijd niet onbeslagen ten ijs komen,
en heeft zich dus in alle stilte en geheim
zinnigheid degelijk daartoe voorbereid. Ze
heeft op stadskosten alle agenten in de
leer gestuurd bij een dansmeester in
NewYork, om de geheimen te leeren doorgronden
van Tango, Two-step en Turkey-trot. Al
deze heeren hebben ijverig gestudeerd en
zijn werkelijke experts op dans-gebied ge
worden. De commissaris van politie heeft
deze wél-geschoolde bende rechercheurs thans
op de danslustige gemeentenaren los gelaten.
# *
*
Gevaar
Een zonderlinge bepaling is dezer dagen
opgenomen in de dienstreglementen van het
machine-personeel (martinisten en stokers)
van zekere kleine Spaansche spoorweg
maatschappij. Het is namelijk dezen mannen
Ze betalen een kwartje voor de honderd en
loopen er den winkelier de deur om plat. Hierin
de buurt schijnen ze al zeldzaam geworden
te zijn ; tenminste de opkooper zendt zijn
mannetjes nu al naar noord en zuid, om
voor de Amsterdamsche amateur-visschers
voorraad te halen, tot bij Alkmaar toe. De
prijs re in deze dagen dan ook al gestegen
tot veertig a vijftig cent per honderd.
Wie er eens een paar aan hun noodlot
wil onttrekken en tegelijkertijd iets naders
op straffe van ontslag uit hun betrekking
ten strengste verboden, gedurende hun dienst
op de locomotieven, minnebrieven of por
tretten van hun vrouw of hun geliefde bij
zich te dragen. De directie is van meening,
dat deze zaken de aandacht van het personeel
van hun verantwoordelijke taak kunnen
afleiden en dus een groot gevaar beteekenen
voor het reizend publiek.
Sober
Soberheid te betrachten te midden van
de grootste weelde is, naar men zegt een
kunst, die de Engelsche koningin bij uitstek
verstaat. Zij is de bezitster van de kost
baarste verzameling paarlen en brillanten
van de 'wereld en haar collectie sieraden
vertegenwoordigt een waarde van ettelijke
millioenen. Nochtans tooit zij zich, zoowel
thuis als in 't publiek, steeds met slechts
enkele, zorgvol gekozen bijouteriën. Zij is
van meening, dat overlading met brillanten
en kostbaarheden een grove zonde is tegen
den goeden smaak in het toilet.
ALLEGRA
* * *
lumiiMimuiiiMtmiiiii
wenscht gewaar te worden van dat
garnalengeheugen, kan dat gemakkelijk doen, met
weinig kosten en een beetje moeite.
In een ruime flesch, nog beter in een niet
te groot aquarium giet ge schoon water daarbij
een lepel zout; eerst als dat goed opgelost
is, brengt ge de garnalen er in over. Van
de tien zijn er allicht een stuk of drie, die
nog niet zózijn geknauwd, of zij halen het
op. Dat zijn diertjes die geen letsel aan
hun sprieten of andere gevoelige organen
hebben gekregen.
In het eerst zijn ze schuw en wild ; ze
schieten woest door het water; maar allengs
kalmeeren ze, en nu kunt ge u amuseeren
met de werkelijk sierlijke en vlugge bewe
gingen der dieren.
Ik heb er op het oogenblik een tiental
voor mij staan, en het schrijven van dit opstel
duurt daardoor minstens een uur langer dan
anders; telkens weer boeit mij dat wonder
mooie zwemmen van de diertjes; nu eens
gaat het rustig als met gelijkmatige roei
riemen dan weer met sprongen en schokken;
ook achteruit als de garnaal zijn staart naar
voren omslaat.
De mijne zijn nu weer geheel aan
volkornen-zoet duinwater gewend. Het voedsel
dat ze het liefst schijnen te lusten is heel
fijn gehakt vleesch. Ze pakken het met hun
voorste pootenpaar, dat een paar minieme
schaartjes bezit, brengen het zoo naar den
bek en zwemmen er lustig mee rond.
Voert ge ze geregeld, niet te vaak en te
veel, hevelt ge met een glazen buisje weer
weg wat ligggen blijft, dan zult u bemerkeri
dat zelfs een garnaal geheugen heeft en
ook niet geheel van verstand verstoken is.
Ze leeren uit de hand of van een stokje
eten, als een pimpel of een roodborstje.
Ik heb er gehad, die op deze wijze twee
maanden lang in leven zijn gebleven; mis
schien is dit wel haast een half garnalenleven.
Het spel van de sprieten en pootjes, het
leuke happen van het stokje, beloont wer
kelijk de geringe moeite. Wie er gelegenheid
en tijd voor heeft, kan ze zelfs tot voort
planting brengen en uit de eieren weer een
nieuwe generatie opkweeken.
Meer dan eens heb ik het vervellen waar
kunnen nemen; de verlaten pakjes, glasach
tige huidjes, drijven boven. Eens maar hebben
wij ons veroorloofd, een wetenschappelijke
proef te nemen, of liever na te doen.
Mijn trouwe lezers herinneren zich mis
schien, dat ik al eens vertelde van het
evenwichtsorgaan, waardoor vele dieren zich in
den gewenschten stand kunnen houden. Deze
evenwichts-steentjes of otolithen liggen bij
garnalen in een open kuiltje op den kop en
worden niet door het lichaam afgescheiden.
Vervelt nu het dier, dan moet het zelf een
paar zandkorreltjes oprapen en in de nieuwe,
nu nog leege kuiltjes brengen.
Indien men nu een garnaal die vervellen
gaat, in een glas brengt zonder zand of
andere vaste stof, kan hij zich niet voorzien
van evenwichts-steentjes en hij voelt niet
meer, wat onder of boven is; net als een
mensch, die zich een poos in het rond heeft
gedraaid, en daardoor ook zijn statisch
orgaan in draaiing heeft gebracht; wat kin
deren voor de grap wel eens doen.
Onze garnaal die aan de proef onderwor
pen werd, zwom inderdaad als een duizelige;
ook op den rug, op zijde zonder evenwicht te
kunnen houden en daarna voortdurend in
spiralen.
Daarop gaven wij hem zeer fijn ijzervijlsel,
om te zien of hij met een magneet in een
bepaalde richting was te brengen, zooals in de
beroemde en vaak sceptisch besproken proef.
Maar dit mislukte. Het heele dier zag
spoedig geel, doordat het poeder snel
oxydeerde;' al zijn haartjes zaten vol en hij
duikelde nog erger dan te voren. De sterkste
magneet had geen vat op hem. Wij brachten
hen weer in zuiver water en langzamerhand
herkreeg hij de macht over zijn houding.
Hij leeft nog en is even mak als de andere
garnalen. Geheugen heeft hij stellig, maar
geen rancune.
E. HEIMANS