De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 21 december pagina 3

21 december 1913 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

21 Déc. '13. - No. 1904 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND fiDDüNTIrKON STIUPIAÏ KRIMPT Urtrmn IlLiwoRDT TtRUüCEROMEn FABRIHAnTEriVrtLTOH'ZOflEriftMSTERDflM Verkrijgbaar te Amsterdam bij : AU BON MARCHE J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANUS, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk. 11e Constantijn Huygensstr. 92. Roelof Hartstraat 173. Amstelveenscheweg 210. Geïllustreerde Catalogus en verdere adres sen verstrekken gaarne franco de fabrikanten VALTON ZONEN, Amsterdam. PRUS Fl. I.- in apotheken en drogisterijen. Monsters .n Brochures AfenKchap SarpKatistc. 3«. Amsterdam ongeveer op dezelfde manier als Leonardo da Vinci, ze haastig op het eerste stuk papier dat hem in handen kwam neer schrijvende zooals ze hem in gedachten kwamen. Bij de uitgave wordt Rodin geholpen door een Amerikaansch schrijver, Warrington Dawson, met wien hij sedert vele jaren be vriend is. * * * Inhoud van Tijdschriften De Natuur, afl. 12: Over Waterfietsen." D. J. v. d. Ven, Oölogische Ditjes en Datjes (slot). Mimosa, Iets over kapok en haar gebruik. Dr. A. J. C. Snijders, De tegen woordige hobgovenindustrie. Dr. W. Schut, Over de rol, die uiterst kleine hoe veelheden van chemische verbindingen spe len in het landbouwbedrijf. J. Daalder Dz., In de eendenkooi. De Stroom, No. 4: Jac. M. Th. Fock, Ver zen.^?G. Jongman. Bohémiens. Braga, Ik wenschte. Jan Jansen, Het heugt mij nog. Jacob Aalderink, Verzen. H. Lauersdonn, Jeugdgroei. Huug de Dreu, Verzen. lllllllllllimilltlllllllllllllltllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIMIIIIIIIIII Man... loop door... berispte zij dronken Nelis. Schaam je je niet op jou leeftijd... die kwajongens op te stoken die ruiten vol te gooien. Ik... stook... niet... ikke... ik... stot terde hij. De oude dame wendde zich van hem af, maar hij hield haar vast aan een slip van haar mantel. Man laat me gaan, zei ze angstig. De heer in gele regenjas liep gehaast door. En... ne... asse... ze... jou... asse... ze... jou nou... een dotje... belove... oue... voddezak... en... ne... je... komt... d'r... op... af... en... ? ne... ze... houe... der... eige... niet... thuis... en de... deur op.. . slot... Doorloopen! riep een klare stem. Doorloopen of de lat er op. De agenten hadden versterking gekregen en werden driester. Ze formeerden een rij en stuwden moeizaam de stakers voort, de nauwe straat door te gen de hooge brug op die in een halven cirkel over de gracht lag gespannen. Het scheen hen te gelukken. De troep,.. zooeven nog luidruchtig en driest, pakte in toen men de versterking gewaar werd. Voorop drentelden de antiquiteiten, moppe rend dat ze d'r met het bestuur over zouden spreken, dat je met een nuchtere maag en een drooge keel" bleef. De jongens liepen op een drafje de helling op en lieten zich sneller naar beneden glij den, tegen degenen die langzaam en met tegenzin aan het bevel gehoor gaven. Heel achteraan kwam Smul met zijn garde. Na elke twee passen hield hij stil, keerde zich om en keek den achter hem loopenden agent vlak in het gezicht. Niet staan blijven... zei deze scherp. Poote thuis houe... Doorloopen! Blijf van me laif... Jozeph was voor den winkel blijven staan. Hij droeg geen manchester werkgoed en ook had hij aan het relletje nog niet meegedaan. De politie nam hem voor een ordelievend, weldenkend burger die waarschijnlijk op een kansje'stond te wachten van haar de behulp zame hand te mogen bieden. De gansche troep stakers was nu vrijwel tot boven op de brug gedreven en bleef daar staan. Enkele jongens gleden nog af en toe met een vaartje de helling af tot voor den winkel en schreeuwden daar Ko-dewaterloars!" De politie nam hen echter niet ernstig maar wijdde in hoofdzaak haar aanCANNES (Rivièra.) HOTEL SUISSE. QUARTIER OU CERCLE NAUTIQUE. Hollandsen Familie Hotel. Zeer modern ingericht. Appartem. met Bad en W.C. Kamers met Kond- en Warmwaterleiding. Prosp. 'Intern. Verkeersbur., Amst., Raad huisstraat 16 en Den Haag, Papestraat 5 of door den Eigenaar A. HELLER. GRANDS VINS DL: CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epéjnay. Cohcession-nairesj Sauter & Polis,Maastricht. Voor eerste PIANO5' KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S. VLEUGELSisHElADRii ÏÏBnKESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG VRAAGT CATALOGUS OOK VORMEN. Een Handboek voor Dames. BBWBEKT DOOB JOHANNA VAN WOUDE. let ileiwito «? vtllriigito hufoek tor ttifMtte. In prachtband ?2.60. In aatfln ?2.90. TUteia^o w«n Vati Wnlfc-oma* W«»o»<Hn-r»«i«t. AMSTERDAM. E®ARHHEM VUZELSTRAAT-HEEREMGRACHT.- ROGGESTRAAT. COMB.MATIE f 25OO. SAUON-HUÏ5&AMERSLAAPKAMER-LOGEERKAMER IN VIER VOOR DIT DOEL 5PE.CÏAAL INGEFUCHTE KAPIER5, TENTOONGESTELD. N. T. EERSTE HEDERL. tOOSSL VAK ASBïSTCKMffiPLiTSS Martinit". MABTINITPLATEN zfln: brand-, trek- en krimpvrjj. "Vraagt prff zen en monsters. ADRES: ^^m^K^ Ouqfosweg 113, Amsterdam. J Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee maanden versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GARANTIE-SOKKEN van Uwen leverancier. 6.00 6n "* ? I»r half Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht DELAUNJtY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent voor Nederland: J. LEONARD LANG, Stadhouderskade, AMSTERDAM. BOUWT TE HUHSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. NIZZA HOTEL SUISSE Heerlijk beschut gelegen. Lift. Centr. verw, Groote tuin. Prosp. Intern. Verkeersbureau. Amst., Raadhuisstr. 16; den Haag, Papestr. 5. Ongelukken Aansprakelijkheid O C E /\ M _ AMSTEEDA]H: Ziekten Automobiel SPIJKER AUTO'S Spoedig leverbaar: .: 12 EN 14 P.K. TORPEDO'S 20 P.K. TORPEDO'S EN LAND. LIMOUSINES EN ALLE TYPEN VAN CHASSIS Industrieele Maatschappij TROMPENBUR G", Amsteldijk 110a, Amsterdam. iiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiHiii iiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiliimiiiimiiiiMmiiiiMiimiiiimuiiiiiiiimiiiMiii ' iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMmitiiiiiiiiniiiiiiii dacht aan de hemdsmouwen van de pootigsten der stakers. Doe je jas aan, zei de stoutmoedigste der agenten tot Toon Hazelip, op mislukt vaderlijken toon. Main te warm, zei deze barsch, bemoei je met je aige vuile wasch. Jopie! Ha die Jopie-kopere-popie! schreeuwden een paar jongens. Kom ook in de ploeg. Wat mot die doar ? vroeg schele Ko luid. Hou je gedainst die leit den boel af. Laat die loepe asse ze de deur op een kier ope zette haalt tie-'m bai zijn lurreve d'r uit. Maar Nelis ik zie Nelis niet. Nelis! Zoue ze dien pappert hebbe ingerekend? Zeg, heb jij bijgeval ook dronken Nelissie gezien ? vroeg Jan komiek den agent die naast 'm stond te duwen. Wacht eve ik mot me effies krabbe! Waar en is Nelis nou ? Nelis! Ik zag 'm zooeve nog met een ouwe tang zeker fermilie van 'm, want ie was eige met 'r. Hij zei voddezak tegen d'r moar ze wou 'm niet kenne. Daar loopt-ie ze laat 'm niet los... kijk! O Nelis! Nelis hiero! Nelis loat je niet verlijje kom in de ploeg. De oude dame had vergeefs geprobeerd van dronken Nelis af te komen. Hij hield haar trouw aan haar mantel vast en toen ze met een trippelpasje poogde te ont vluchten, liet hij zich bedaard voorttrekken. Op den hoek van het straatje hield hij haar voor een kroeg staande en trachtte haar te overreden met hem een borrel te gaan drinken. Ga-mee-vir-uit-nou, stamelde hij met dikke tong, ik-hou-me-moel-ik-zal d'r-nietover... Man laat me los, riep de dame meer bevreesd voor een relletje dan voor kwaadwilligheid. Ik zal het mijn man zeg gen ik zal een klacht indienen. Mot-je-niet-doen. Niet-smoeze-ik-smoesook-niet. Kom-nou-'t is-d'r-om entje-moarte doen. Als-ik-had-gewete-dat-je-zoo-gierigwas-had-ik-niets-met-je-oan-gehoaid. 't Ismoar-geleend-mot-je denke... Vandoag-geefjij-d'r-eentje-weg... en morrege-spring-ikd'r-in. De dame rilde. Ze rukte nog eens aan haar mantel en riep nu luider om hulp. Politie-agent kom hier... die vent! De stakers op de brug h'adden eindelijk goed gezicht verkregen op het tafereeltje en genoten van Nelis' dronkemanskuur. Ze moedigden hem aan met allerlei uit roepen. Nelis ga je gang, riep Jan komiek, een oue bok lust ook wel een groen blaadje. Geef 'r een zoen! Nelis laat je niet an de lijn houe eerst een boterbrieffie! Hé... hei daar... hande bove tafel! De vier agenten stonden besluiteloos; ze waren niet sterk genoeg om de mannen uiteen te drijven en feitelijk was er op het oogenblik geen rede tot krachtdadig optreden. De stakers stonden gekheid te maken maar deden geen kwaad. De oude dame raakte opgewonden door Nelis' herhaald aandringen van met hem te gaan drinken en worstelde om los te komen. Ga d'r eens bij zei de brigadier. Hij zei het tegen geen in het bijzonder. Een na den ander liepen zijne drie mannen op een drafje de straat door om het mensch te ontzetten. Hij zag hen na en liep toen ook weg. Vooruit jonges! schreeuwde Piet Smul. Eèn-twée... Ko-de-waterloars! brulde de menigte en als een lawine stortte ze de helling af tot voor den winkel. Ko-de-waterloars! Het klonk als een Vandaalsche krijgskreet. De brigadier had Nelis bij den arm ge grepen en vroeg hem op strengen toon zijn naam en adres. De loodgieters-strijdkreet sneed hem in de ooren. D'r bij schreeuwde hij zijn mannen toe ze breken den boel af. De drie agenten spoedden zich terug naar De Loever, de stok in de hand. Jonges de smerissen de smerissen! De stakers, weer aan het gooien met sneeuwballen, schrokken op en vluchtten met achterlaten van het jasje van schele Ko, de brug op. De politie hen achterna. Dooie woar hei je me jas ? vroeg de schele die door onverklaarbaren schrik aangetast, het eerst was weggeloopen. Welke jas ? vroeg Hein die de dooie" genoemd werd omdat hij volgens zijn vakgenooten oud genoeg was om werkelijk dood te zijn. Welke jas verdommesche oue suffert main jas natuurlijk. Heb jij je borreltje al gehad dooie ? schertste Jan komiek. Nee zei de dooie, die wat helderder uit zijn oogen keek nu hij van drank hoorde. Wanneer... ? Ko daar leit-ie! Schele op de stoep van Loever. Zoometeen sleept de waterlaars 'm in de wacht. Ik goa 'm hoale ! Doorloopen! riep een agent, die een herhaling voorzag van het tooneel. Allemoal mee jongens klonk het uit vele monden. De jas van schele Ko. Doorloopen of we leggen d'r de lat op. Hou je bek pis-in-bed of we knoere je. In naam ... n twee. ... der wet! Ko-de-waterlaars! De stormval was nog woester dan den vorige. De agenten wilden stand houden, maar waren te zwak. Een hief zijn stok op en sloeg den bochel op het hoofd. Jou emmer! schreeuwde schele Ko. Hij sprong, beide vuisten naar voren gestoken, letterlijk boven op den agent. Deze viel, en al wat na hem kwam rende over hem heen, zonder de moeite te getroosten zijn hoofd of lichaam te ontzien. Een zware agent, die een brutaal doende jongen had willen inrekenen, kreeg het warm en moest hem loslaten, wijl Joop hem in de borst had gegrepen. Hier neem mij zei hij half in scherts. Toen de jongen los was gaf hij den agent een vuiststomp tegen zijn kaak, dat hij wankelde. Ha die Jopie! schreeuwden de jongens genietend. Joop nog eentje. Ko-de-waterlaars was geheel verge ten ? het ging nu tusschen politie en stakers. De agent poogde Joop met zijn stok te ranselen. De eerste slag kwam aan maar voor den tweeden bukte hij en gaf den agent een kopstoot. Laat los! riep Joop als Toon Hazelip wilde helpen hou jelui me die anderen van 't lijf denk om Nelis. De eene agent lag nog te stuiptrekken onder Ko's sprong, de andere verweerde zich wanhopig tegen een achttal jongelui die onder allerlei malle bewegingen om hem heen sprongen. De oude dame was verdwenen en de brigadier hield Nelis aan den arm, die steeds beweerde dat dat wijf hem een gulden had willen afpingelen. Je naam hoe heet je ? vroeg de brigadier voor den tienden keer. Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Men gelieve bij opgave van adres veranderingen te vermelden of deze van blijvende of van slechts tijdelijken aard zijn. Bovendien niet alleen de nieuwe maar ook de oude woonplaats op te geven. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de REDACTIE en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender lederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. miiiii i llmiiimiiiimiiiimiiiiiiiiii iimimiiiiiiiiimiii Eerst-me-gulden ... hield Nelis vol... Dat wijf zij zuipe-en-ik-betoale... me gulden... De brigadier werd er wanhopig onder. Daarginds hadden zijn mannen hulpnoodig maar hij wilde zijn arrestant niet laten gaan. De bepalingen voor stakers waren te scherp en zijn instructies vast omlijnd. Hij moest hulp hebben. Met de linkerhand in zijn vest grijpend, kreeg hij zijn fluitje en floot doordringend, tweemaal achter elkaar. Het waarschuwde de stakers. Hij fluit hij fluit! Vooruit manne loope... Vooruit...! Smerisse... smerisse ! Ze sprongen op... De knokkers trokken hun jassen aan en zetten het op een loopen. Op de brug stuitten zij op een aantal agenten die ineens voor hen opdoken. Ze deinsden terug. Andersom... andersom..! schreeuwden zij hun makkers toe die nog geen agenten hadden gezien en bleven opdringen. Denk om Nelis! schreeuwde Joop. Hij had zijn tegenpartij tot bedaren gebracht en rolde nu den zwaren agent uit den weg, in de straatgoot. Dan zette hij het op een loopen, in de richting van den brigadier die met Nelis stond te kibbelen. De knokploeg volgde hem. We moeten hem meesleuren, beet hij manken Gerrit toe, die heel snel loopen kon. Als ze hem te pakken krijgen moet-ie alleen voor de heele grap opdraaien. Achter hem kwam schele-Ko hijgend aan hollen. We motte met ze alle bove op dien klabak springe. Nee nee. Gerrit en ik ieder aan een arm... jij moet ons in den rug steunen schele ... als het noodig is... De brigadier breeg een duw; hij tuimelde omver en moest zijn arrestant loslaten. Joop en Gerrit weifelden geen oogenblik en slierden Nelis met zich mee. Ko offreerde den brigadier een weinig sneeuw, maar werd meegevoerd door de aanstormende stakers. Om den hoek kwamen hen twee nieuwe agenten tegemoet, die verschrikt op zij vlogen voor de woesthollende bende. Het straatje was weer van onrust bevrijd en van stakers gezuiverd. Twee antiquiteiten en een jongen die niet hadden kunnen weg komen, werden door de politie krijgsgevangen gemaakt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl