Historisch Archief 1877-1940
21 Dec. '13. .No. '1904'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VKOUWËNRUBRIEK
IIIIIIIIIIIMIHIIinillflIlAllllllllllIIIIIHMIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllltlllllll
Tutti Frutti
In het nummer van 7 December van dit
blad wordt mij het spreekwoord pot en
ketel" voorgehouden. Dit verheugt mij, daar
ik nu gelegenheid heb nog eens terug te
komen op het bericht, waarin ik een fout
maakte.
Dat de: toestemming der moeder bij het
huwelijk van minderjarige kinderen thans
noodig is, had ik op dat oogenblik vergeten,
al had ik mij dat moeten herinneren. Dat ik
dit gewijzigd wetsartikel vergat, komt waar
schijnlijk, omdat dit m.i. van zoo luttel
heteekenfs is, gezien onze verdere
huwelijkswetgeving(zie bijv. art. 355 B. W.). In het Kader
van een geheel verbeterde huwelijkswet
geving, zooals die nu in de Scandinavische
landen wordt voorbereid, valt daarop een
* geheel ander licht.
Ik koop het nog te beleven, dat ik in deze
kolommen schrijven kan over een verbeterde
Nederlandsche huwelijkswetgeving berust
het ontwerp, daarvoor niet sinds 1886 in
portefeuille ? want dan zou ik daarbij
mijn fout uit anno 1913 nog eens kunnen
belijden.
In datzelfde pot en ketel-artikeltje word
ik genoemd: officieele feministe uit het
ultra-kamp."
Tot nu, toe had ik altijd gemeend, dat het
woord ultra, in verbinding met feministe,
een minder goede beteekenis had, volgens
IIIIIIIIIIIIHIHIMIIIllllllllllllll
iiiiiiiiiiiiimiiim
Gazette de Hollande
TWEE MODIEUSE TOILETTEN
Links een vlotte dfner-japon van
soepel, parma-satijn; onder de borst
eert' breède bayadère-sjerp van
cameeëri-"borduursel. De hals-opening
is om boord met skungs en met kant.
Rechts, een japon van oud-blauw
fluweel, Het lijfje en de gepJisseerde.
tuniek zijn van grijze 'tulle.
IIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIHIIIIIIIIIIIII
UIT DE NA TUUR
DLIX. Paalwoningen
Op een .paar punten in mijn vorig opstel
moet ik nog even terugkomen, daar mij om
nadere verklaring werd gevraagd.
Ten eerste. Wat heeft de vischrijkheid van
de plekken in de Zwitsersche meren te maken
met de plaatsen, waar een meter onder het
meerslib de fundamenten en overblijfselen
van het palenvolk te verwachten zijn?
Ja, dat weet ik ook niet; en daarom heb
ik het zonder commentaar vermeld. Als ik
in 'plaats van feiten mee te deelen, eigen
gemaakte gissingen had durven opperen, zou
ik er bil gezegd hebben: tengevolge van den
rijkdom aan organismen op die plaatsen,
waarvan de plankton-diertjes leven, die op
hun beurt het voedsel der visschen uitmaken.
Maar tot zoo iets acht ik mij, als naverteller,
niet gerechtigd. Het is best mogelijk, dat er
zoo iets in het spel is; waterplanten kunnen
rijkelijk organisch voedsel vinden of zouten
voor hun wortels, en van die waterplanten
leven wellicht kleinere dieren, waarop de
grootere azen.
Maar het kan ook wel zijn, dat er een heel
andere oorzaak voor > bestaat. Toen ik het
verleden week schreef, kwam mij de
Doggersbank in de Noordzee in gedachte; ook een
buitengewoon vischrijke plek en tevens een
plaats, vanwaar in de netten herhaaldelijk
beenderen, o.a. van den mammoet, werden
opgehaald; ook een heele serie zaden van
planten uit het laatst van den ijstijd zijn er
opgevischt. Of dat nu misschien in verband
kan staan met de voorkeur van verscheidene
soorten van visschen, om daar te komen
azen of alleen om er te paaien, durf ik niet
onderstellen; het kan ook aan de grondsoort
liggen of aan de mindere zeediepte of aan
nog wat anders.
het oordeel van haar, die deze qualificatie
uitdeelen, zooals dame geheel verbasterd is,
wanneer het door de sociaal-democraten aan
kiesrecht vastgekoppeld wordt.
Maar nu begrijp ik dat daarmede bedoeld
wordt: een feministe die ook het werk van
mannen weet te waardeeren,
Want maakte ik mijn lezers niet opmerk
zaam op het feit dat een Interparlementaire
Commissie uit Noorwegen, Zweden en Dene
marken een verbeterde huwelijkswetgeving
had voorbereid en die aan de Parlementen
hunner landen zou voorleggen? Die Interp.
Comm. bestaat uit mannen, die in Zweden
en Denemarken nog haast geheel door
mannen gekozen worden.
Dat ik het werk der mannen-feministen
waardeer, weten mijn poliiieke vrienden hier
te lande ook wel, doch zij wisten zeker
evenmin als ik, dat ik nu daarom of om
welke andere reden dan ook een ultra heet!
De Nederlandsche Vereeniging tot wette
lijke bescherming van arbeiders' onder Pre
sidium van dr. Valeur, heeft in haar bestuur
vertegenwoordigers van elke politieke kleur.
Waardeering verdient het dat twee deskun
dige vrouwen, Mejuffrouw Anna Polak,
directrie van het Bureau voor Vrouwenarbeid, en
Mevrouw Elisabeth Tilanus, Inspectrice van
den arbeid, ook deel daarvan uitmaken.
Duitschland kan zich nu, evenalgfrankrijk
(professor Marie Curie) en Noorwegen
(professor Kristint Bonnevie), op een vrouwe
lijke professor beroemen. In Berlijn werd
als zoodanig aangesteld: dr. med. Rachel
Kirsch, assistente aan de tweede medische
universiteitskliniek.
N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS
Nijvere bijen
Een New-Yorksche dame, die haar vacantie
doorbracht in Parijs, is geheel ontsteld door
de bedrijvigheid van de werkende vrouwen,
van wie zij de volgende karakteristiek geeft:
Wat mij het meest getroffen heeft ge
durende mijn verblijf te Parijs is de schier
onophoudelijke werkzaamheid der Fransche
arbeidende vrouw. Niet alleen dat zij elke
minuut bezig waren, deze onvermoeide
werksters poogden zelfs haar tijd een dubbel
rendement af te dwingen. De jonge vrouw,
die onze wasch kwam halen, verscheen aan
de deur van ons appartement met haar brei
werk in de hand. Zij droeg het waschgoed
op haar rug naar huis, terwijl haar handen
zich met de breipennen onledig hielden.
Ons meisje-voor-alles had haar haakwerk
in de keuken en terwijl de spijzen op het
kleine gasfornuis kookten, haakte zij of haar
leven ervan afhing, en zoover als ik kon
nagaan leed noch haar kooksel noch haar
haakwerk onder de verdeelde aandacht. Als
er gebeld werd, kwam ze door de kleine
hal loopen, de draden van haar handwerkje
in de bedrijvige vingers. Ik maakte heimelijk
een merk in haar handwerk om precies te
weten hoeveel zij opschoot in de twee meest
drukke dagen der week en ik was ver
wonderd over den groei van het patroon,
ondanks de herhaaldelijke onderbrekingen.
Tot mijn groote verbazing zag ik op de
markt op de Place l'Alma de koopvrouwen
bezig met breien en haken. Voor een ver
koop werd even gestopt, juist lang genoeg
om den. koop tot stand te brengen en geld
te wisselen.
0 0
O
O 0 0
0
O
a o
U O <3
a
o
o
o
0 0
o
o
o
o
n
0
(J O
«) O 0
Schets van de ligging der steenen van Vineta"
geteekend in de zestiende eeuw; Op de groote
steenen lagen deksteenen.
Een andere, mij meer verwonderende vraag
was: Wat beteekent dat toch, die verzonken
stad Vineta ?" De vraagster zal wel tot het
tegenwoordige geslacht behooren, want voor
ons ouderen, die in onze romantische jaren
Das Geheimniss der alte Mamsell van Frau
Werner gelezen hebben, en die in de
Gartenlaube" haar roman Vineta verslonden, is
dat geen vraag.
Ik durf den roman met den titel Vineta,
niet meer ter lezing aanbevelen al zal die
misschien nog wel in een of andere
huurbibliotheek te vinden zijn hoe mooi ik dien
indertijd ook vond. Sedert een gezaghebbend
criticus, met zijn vinnig: O, ware doch alles
was sie geschrieben, das Geheimniss der
alte Mamsel geblieben", de Werner-romans
heeft afgemaakt, is het type aan de literaire
minachting prijs gegeven.
De legende zelf van de verzonken stad
Vineta is trouwens door het nuchtere weten
schappelijk onderzoek afgetakeld. Bij Usedom
op de noordkust van het eiland liggen
steenenrijen in regelmatige vakken, meer
dan duizend meter ver in de Oostzee, op
een ondiepe, rotsige plek die op de kaart
den naam van Vineta-rif" draagt. Deze
steenen, geen baksteenen, maar groote en
kleine rolkeien, zwerfblokken, grootendeels
van Scandinavischen oorsprong, hebben
aanleiding gegeven tot de poëtische legende
van een groote rijke stad, die veroordeeld
werd in de zee te verzinken, om de godde
loosheid der bewoners. In 1771 is nog een
Hollandsen schip op de steenen gestrand.
Toch had al honderden jaren geleden een
beschrijving, en nog een teekening van
de steenenrijen, door een Pommerschen
schrijver ter plaatse vervaardigd, de men
schen beter kunnen leeren. Een nader onder
zoek heeft aangetoond op grond van de
ligging en van den aard van het materiaal
zelf dat met groote waarschijnlijkheid
het gewaande Vineta niets
meer, maar ook niets min
der is dan een verzamel
ing hunebedden en
grafkelders; ze zijn van de
soort, die wij uit Drente
kennen en waarvan er nog
een veel grooter [aantal
in de Noordduitsche
laagvlakte liggen. Merkwaar
dig is het, dat bij het
verzinken van het klif,
waarop de reuzengraven
waren aangelegd.degroote
steenen zoo goed in het
oorspronkelijk verband
zijn gebleven; wat wel
een bewijs is voor het
uiterst langzaam en regel
matig zinken van den
Oostzee-bodem.
Maar om op onze paal
woningen terug te komen.
De vondsten in de meren
hebben ons van dat ver
dwenen volk zooveel te
vertellen, dat het is of het
nog tot|onzen tijd behoort.
Het belangrijkste, wat
aan het licht is geko
<->
ot o c5 o
O 0
O O
O O QO
De Fransche vrouw, die gedoemd is haar
leven te slijten op de groote Seine-schepen,
scheen ook de kunst te verstaan veel dingen
gelijk te doen. Ik herinner mij hoe ik op
een der Seine-bruggen stond te kijken naar
een jonge moeder aan het roer van een
groot schip. Zij hield zich zelf op den helm
stok in evenwicht, terwijl zij een kind voedde
en het vaartuig onder de brug doorstuurde.
Een andere vrouw, vermoedelijk de groot
moeder, was bezig het middagmaal gereed
te maken, terwijl zij een oogje hield op het
werk van twee meisjes, die zij onderricht
gaf in het borduren.
De Amerikaansche dame ondervond verder,
dat de werkzaamheid dier nijvere bijen aan
stekelijk werkte op haar zelf, doch zij ver
geet al te zeer dat die ijver niet een soort
onschuldige besmettelijke ziekte is, maar de
de^gd, die van den nood gemaakt is.
M. C.
* * *
Allerlei
Melk van ne koe
In Athene, waar men naar het schijnt
nogal veel last had van de melkvervalsching,
hebben eenige melkhandelaars .de
reclametruc bedacht, om met een koe langs de
huizen te gaan en het dier in het bijzijn van
de koopers te melken. Wie er wat hooger
prijs voor over heeft, is dan overtuigd, dat
hij zuivere versche melk krijgt, of beter
gezegd was daarvan overtuigd, want kort
geleden is gebleken, dat deze geheele ver
tooning een sluw bedrog is. De melker
draagt namelijk, opdat hij er hygiënisch en
zindelijk uit zal zien, een witte linnen jas
met wijde mouwen en in deze mouwen is
een water-reservoir verborgen, dat door den
druk op een onzichtbaar knopje geopend
wordt, en dan het water met een dun
straaltje door de hand van den melker doet
afvloeien, zoodat te gelijk met de melk ook
een hoeveelheid water in 't kannetje komt.
De afnemers van deze slimme melkboeren
kregen dus voor meer geld even goed ver
dunde melk... Wij huismoeders zijn wel
beklagenswaardig! Aan welke listen en
lagen van de zijde dier handelaars zijn we
al niet blootgesteld! Gelukkig echter hebben
we onze beroemde vrouwelijke intuïtie als
wapen, en zijn bovendien ook wel een klein
beetje slim, al zeggen we't zelf. Een der jonge
Grieksche vrouwen, die de melk van n
koe" dagelijks nam, had achterdocht gekregen
tegen de koopwaar en vermoedde iets van
de bron van 't bedrog. Zij maakte, op den
hoogen stoep van haar huis staande, een
vriendelijk praatje met den melker en
toonde hem, terwijl hij aan den arbeid was,
een blinkend zilverstukje: Daar! riep
ze, vang !" Zij wierp hem het muntje toe en
hij haastte zich het op te vangen. Door deze
plotselinge beweging echter drukte hij het
ongesloten waterreservoir aan den bovenarm
tegen zijn borst, en als een fontein, met een
dun spichtig straalje, spoot het water uit zijn
mouw. De slimme Atheensche heeft het
geval niet onder zich gehouden en het in
een dagblad bekend gemaakt, en nu is het
uit met de melk van ëne koe".
* * *
Vergeten
Te Zwenuda, een kleine Finsche plaats,
werd een man van 30 jaar voor het gerecht
gedaagd wegens bigamie. .
De misdadiger verscheeft voor zijn
rechiiiiitiniiiiiiiiiMiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
men is wel, dat dit volk een onnoemelijk
langen tijd daar geleefd moet hebben; of
dat verschillende paalvolken elkaar hebben
afgewisseld; immers, het is gebleken, dat er
twee of drie perioden in hun cultuur elkaar
hebben opgevolgd. Er zijn weer lagen aan
getoond in de cultuurlagen", meer of minder
duidelijk gescheiden door een
tusschenliggende sliblaag. De oudste en diepste deelen
van de cultuurlaag" brengen getuigenis van
een volk, dat nog geheel in de steenperiode
leefde, geen andere wapenen en gereed
schappen gebruikte dan van gehouwen en
geslepen steenen. Daarop volgde de periode
van koper en brons, dan die van brons en
ijzer. Het is zoo goed als zeker, dat in den
laatsten tijd van zijn bestaan dit oer-helvetisch
volk al in aanraking was gekomen met tndere
volkeren, en dat er een ruilverkeer bestond.
De lastigste puzzle, die de archeologen
op te lossen kregen, was, de oorsprong aan
te geven van het materiaal, waaruit een
groot deel van de steenen bijlen, messen
en hamers door de oudste paalbouwers werd
vervaardigd; namelijk uit het mineraal
nephriet; een bijzonder mooie en harde
steensoort, groenachtig en op de dunnere
kanten doorschijnend.
Wel liggen er ook tallooze
gebruiks-voorwerpen van vuursteen in de collecties, maar
dat zijn altijd de fijnere instrumenten,
schrapers, mesjes, naalden en dergelijke;
de zware hak-, houw- en slagwerktuigen
bestaan voor het meerendeel uit nephriet.
En dit Nephriet komt met zijn variëteit Jadeit
nergens in heel Europa aan de oppervlakte als
bergsteen voor; de naaste rijke vindplaatsen
liggen in Oost-China, in Amerika en op
Nieuw-Zeeland; daar wordt er nog tegen
woordig handel in gedreven. Maar hoe ter
wereld kwamen die voorhistorische paal
bouwers aan die mooie groene steenen ?
Het gaat toch niet aan te denken aan een
ontzaglijk wereldverkeer in die tijden.
Door een toeval evenwel is nog niet lang
geleden in Bohemen ook een
nephriet-vindplaats ontdekt; hoewel zeer arm aan dit
mineraal. Maar het is er; en een enkele
rolsteen van nephriet is ook in de Alpen ge
vonden. De eenige gissing, die er over blijft
en die niet al te gewaagd is, moet wel zijn,
dat die luidjes niet al te ver van hun woon
plaats een vindplaats wisten van nephriet,
hetzij als vaste rots of als een verzameling
PELTERIJEN!!
GROOTE KEUZE IM BONT-COLS-MOFFEN
EN COMPLETE CARNITUREN. DE.
KERSTGESCHENKEN "
BIJ UITNEMENDHEID.
ALLE ARTIKELEN
BELANGRIJK IM PRIJS VERMINDERD.
DE OPRUIMING DAMES EM KINDER
CONFECTIE WORDT MAANDAG A.S.
-VOORTGEZET.
MA6AZUM DE BIJENKORF';
DAM RAK
AMSTERDAM.
IIIII1IIIIIIHIMIHIIIIII1IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
lllllllllllllimillllllllllMIMIIIIIHIII
ImHIIIIItlltMHIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIHIIMIII
ters met een onnoozel gezicht en vertelde,
dat hij sedert twee jaar in zijn tegenwoor
dige woonplaats vertoefde, en dat hij hier
gekomen was voor handelszaken. Gelijk
ook andere getuigen bevestigden was hij
toen plotseling overvallen door een
hersenziekte, en toen hij na 2 maanden hersteld
was, vestigde hij zich in het dorp, niemand
begreep waarom. Hij kreeg werk als bouw
arbeider en huwde met een dochter van zijn
baas, die er (dit maakt de zaak verdacht)
warm bijzit
Thans na twee jaren is gebleken, dat hij
in zijn voorgaande woonplaats, de stad
Helsingfors, een vrouw met twee kinderen
heeft achtergelaten. Hij beweert echter, dat
hij dat niet weet; dat de hersenaandoening
hem geheugenloos gemaakt had, en dat hij
dus dood gewoon vergeten was, dat hij
reeds een vrouw had; hij wist zelfs niet
meer, waar hij vandaan was gekomen en
bleef daarom in 't kleine dorp. De zaak is
voor de Finsche rechters een puzzle, waar
over ze met de handen in 't haar zitten.
***
Jubileum
Te Alenc.on heeft dezer dagen een jonge
juffer van drie en zeventig jaar een zeer
eigenaardig jubileum gevierd. Onder veel
belangstelling van vrienden en kennissen
herdacht zij den dag, dat ze vijftig jaar ge
leden ... naar bed ging. Toen ze drie en
twintig lentes telde had Catharine Rose
Lèonard zulk een afschuw gekregen van
het bonte gevoel van de wereld, zulk een
tegenzin in zitten, staan en loopen, dat ze
besloot voor goed te gaan liggen. En sedert
dit gedenkwaardige oogenblik had ze, hoewel
gezond en tamelijk opgewekt ('t oudje is
rijk) haar bed nimmermeer verlaten.
Neven en nichten hadden het zonderlinge
jubileum kostelijk voorbereid en in haar
kamer was zulk een schat van bloemen, dat
Catharine Rose als een moderne sybariet
in de eerst volgende weken, indien ze er
lust toegevoelt, op rozenbladeren kan slapen.
* * *
Vondst
Een keukenmeisje te Bath, de Engelsche
badplaats, maakte enkele dagen geleden een
tarbot schoon, (waaraan meneer en mevrouw
eens ter degen zouden smullen), toen zij
opeens in de visch iets glinsterends ont
dekte. Het bleek een geslepen stukje glasj
te zijn ter grootte van een erwt. Zij kwam;
op de snuggere gedachte, het een juwelier!
te laten kijken en vernam toen tot haar niet;
geringe blijdschap, dat het een prachtige,;
brillant was van meer dan duizend gulden;
aan waarde. Vermoedelijk is deze steen af-,
komstig van een schipbreuk en wie 'weet
welk een droevige, romantische gebeurtenis:
er aan vast is.
* * *
Lüchtstation
Het bekende Helgoland wordt een Duitsch,
station voor luchtschepen. Wie dus een
huwelijksreis door lucht en wolken wil!
maken zal zich naar dit schilderachtige in
teressante eiland kunnen begeven, een idylle'
in den Oceaen.
* * *
Prentbriefkaart
Een van de merkwaardigste
prentbriefbriefkaarten, die bekend zijn, zag het licht
in 1905. Ze werd geteekend door J. Sofer
een Engelsch knutselaar, en vertoont een
portret van Koning Edward van Engeland,
dat geheel is samengesteld uit microscopisch
kleine lettertjes, te samen 44000 stuks, die
allen te gader een levensbeschrijving vormen
van den vorst. Het schrift dat in kringen
en slingers geregeld doorleest is zonder een
sterk vergrootglas niet te onderscheiden.
* * *
Goede raad
Wilt ge er goed uitzien, zoodat alle
menschen graag naar u kijken en ge zelfs in
staat zijt tot hartveroveringen, neem dan den
volgenden goeden raad ter harte:
Eet nimmer snel, daarvan krijgt ge indi
gestie en dit bezorgt u een rooden neus.
Maak u zoo min mogelijk boos, want dat
bezorgt u een moede en een bleeke
gelaatstint.
Denk er om, dat een uur in de frissche
lucht eiken dag beter is voor uw teint, dan
alle poeders en zalfjes te samen.
Lach zooveel als ge wilt, de lach is de
zon van het leven en ze maakt u blozend
en aantrekkelijk. Tranen trekken groeven in
uw gelaat en maken u oud voor den tijd.
Sta vroeg op en ga bijtijds naar bed. Het
morgenlicht geeft jeugd en kracht; het
lamplicht schaadt u.
ALLEORA
IIIMIlllHIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIinilllH IMIIIIIIIIIIIIIM Illlllllllllimillll
Een aarden potje uit een paalwoning,
dat waarschijnlijk als lamp heeft
gediend; Bij Wollishofen in 1876
gevonden: In het Museum te Zürich.
Model van Paalwoningen. In het Museum te Stuttgart.
van rolsteenen; en dat zij die schoon heb
ben uitgeput.
Een ander feit is van beteekenis voor den
tijd, waarin dit palenvolk geleefd moet heb
ben. Het grottenvolk van de Dordogne leefde
nog midden in de rendierperiode, toen ook
mammoet en neushoorn en bison de vlakten
van Midden-Europa bewoonden; dat bewij
zen de vondsten van beenderen op den bodem,
en hun bewonderenswaardige teekeningen
van dieren en menschen op de wanden van
hun grotwoningen.
Het palenvolk van Zwitserland kende het
rendier al niet meer; geen enkele van de
duizenden hoornen hamers, messen, kammen,
ringen of andere werktuigen en versierselen
in de musea, is uit rendierhoorn gesneden,
steeds heeft het hertengewei er voor gediend.
De kunst van versieren verstond dit volk
wel; vooral in de latere tijdvakken van hun
geschiedenis; in het bronstijdperk werden
bijna alle houten gebruiksvoorwerpen op een
of andere wijze versierd, hetzij met snijwerk
of door het opleggen en inspijkeren van
metaal; metalen voorwerpen zijn bijzonder
mooi geciseleerd. Steeds echter heeft deze
versiering het karakter van lijnen-ornament,
het zijn streepjes, ruitjes, ylechtbanden. Van
een realistisch, zij het primitief weergeven
van het waargenomene is geen spoor te
vinden. Zelfs niet in den laatsten tijd van
hun bestaan toen zij gietvormen wisten te
vervaardigen voor hun kunstige dolken,
messen en zwaarden. Door de versiering
van de handvatten in gevesten, ook door
den gebogen vorm, doen deze bronzen wapens
denken aan de krissen en degens van Java
en Borneo. Bij een enkel zwaard bestaat het
gevest uit brons, de kling uit ijzer.
Dit is al uit den allerlaatsten tijd van het
palenvolk afkomstig. Toen moet er al wel een
ruilhandel bestaan hebben met veraf wonende
volkeren; trouwens het gebruik van tin, dat
met koper vermengd moest worden om brons
te geven, wijst al op verkeer; misschien ook
de gevonden barnsteen-kralen.
Er kan geen sprake van zijn, dat dit
cultuurvolk nog in historischen tijd Zwitser
land bewoond heeft; niet alleen dat bij
Caesar er met geen woord van gerept is,
geen traditie of legende heeft ook maar een
idee overgeleverd van hun bestaan.
Of zij door de stamonders der tegenwoordige
Helvetiers, of door de de Kelten zijn uitgeroeid,
of door een nog ouder volk, dat nog vroeger
uit het oosten of noorden kwam ? Daarover
zijn alleen ongegronde gissingen mogelijk.
Wel sluiten enkele cultuurlagen af met
voorwerpen, die duidelijk aantoonen dat de
woningen door brand vernield werden. Maar
zulke branden hebben herhaaldelijk gewoed
blijkens de dunne aschlagen in de cultuur
lagen.
Opmerkelijk is het ook, dat dit volk, dat
zoowel bewijzen achterliet van zijn geestelijk
leven, geen spoor heeft nagelaten van zijn
lichamelijk bestaan. Wel van hun huisdieren,
honden, zwijnen en geiten zijn
geraamtedeelen, zelfs uitwerpselen gevonden, van
een mensen geen wervel of kootje. Waar
schijnlijk verbrandden de paalbouwers hun
dooden of begroeven zij ze aan land; maar
ook van een ander, overwinnend volk en van
den laatsten strijd is tot nu toe geen enkele
rest of aanduiding opgehaald.
Wie over de redenen of oorzaken na wil
denken, die dit volk tot paalbouwers maakte,
kan verscheiden theoriën er over vinden
tegelijk met nog vele bijzonderheden o.a. in
de Berichte" zelf en in het 2e deel van
Bölsche's Der Mensch der Vorzeit".
E. HEIMANS