De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1913 21 december pagina 5

21 december 1913 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

21 Dec. '13. .No. '1904' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VKOUWËNRUBRIEK IIIIIIIIIIIMIHIIinillflIlAllllllllllIIIIIHMIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllltlllllll Tutti Frutti In het nummer van 7 December van dit blad wordt mij het spreekwoord pot en ketel" voorgehouden. Dit verheugt mij, daar ik nu gelegenheid heb nog eens terug te komen op het bericht, waarin ik een fout maakte. Dat de: toestemming der moeder bij het huwelijk van minderjarige kinderen thans noodig is, had ik op dat oogenblik vergeten, al had ik mij dat moeten herinneren. Dat ik dit gewijzigd wetsartikel vergat, komt waar schijnlijk, omdat dit m.i. van zoo luttel heteekenfs is, gezien onze verdere huwelijkswetgeving(zie bijv. art. 355 B. W.). In het Kader van een geheel verbeterde huwelijkswet geving, zooals die nu in de Scandinavische landen wordt voorbereid, valt daarop een * geheel ander licht. Ik koop het nog te beleven, dat ik in deze kolommen schrijven kan over een verbeterde Nederlandsche huwelijkswetgeving berust het ontwerp, daarvoor niet sinds 1886 in portefeuille ? want dan zou ik daarbij mijn fout uit anno 1913 nog eens kunnen belijden. In datzelfde pot en ketel-artikeltje word ik genoemd: officieele feministe uit het ultra-kamp." Tot nu, toe had ik altijd gemeend, dat het woord ultra, in verbinding met feministe, een minder goede beteekenis had, volgens IIIIIIIIIIIIHIHIMIIIllllllllllllll iiiiiiiiiiiiimiiim Gazette de Hollande TWEE MODIEUSE TOILETTEN Links een vlotte dfner-japon van soepel, parma-satijn; onder de borst eert' breède bayadère-sjerp van cameeëri-"borduursel. De hals-opening is om boord met skungs en met kant. Rechts, een japon van oud-blauw fluweel, Het lijfje en de gepJisseerde. tuniek zijn van grijze 'tulle. IIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIHIIIIIIIIIIIII UIT DE NA TUUR DLIX. Paalwoningen Op een .paar punten in mijn vorig opstel moet ik nog even terugkomen, daar mij om nadere verklaring werd gevraagd. Ten eerste. Wat heeft de vischrijkheid van de plekken in de Zwitsersche meren te maken met de plaatsen, waar een meter onder het meerslib de fundamenten en overblijfselen van het palenvolk te verwachten zijn? Ja, dat weet ik ook niet; en daarom heb ik het zonder commentaar vermeld. Als ik in 'plaats van feiten mee te deelen, eigen gemaakte gissingen had durven opperen, zou ik er bil gezegd hebben: tengevolge van den rijkdom aan organismen op die plaatsen, waarvan de plankton-diertjes leven, die op hun beurt het voedsel der visschen uitmaken. Maar tot zoo iets acht ik mij, als naverteller, niet gerechtigd. Het is best mogelijk, dat er zoo iets in het spel is; waterplanten kunnen rijkelijk organisch voedsel vinden of zouten voor hun wortels, en van die waterplanten leven wellicht kleinere dieren, waarop de grootere azen. Maar het kan ook wel zijn, dat er een heel andere oorzaak voor > bestaat. Toen ik het verleden week schreef, kwam mij de Doggersbank in de Noordzee in gedachte; ook een buitengewoon vischrijke plek en tevens een plaats, vanwaar in de netten herhaaldelijk beenderen, o.a. van den mammoet, werden opgehaald; ook een heele serie zaden van planten uit het laatst van den ijstijd zijn er opgevischt. Of dat nu misschien in verband kan staan met de voorkeur van verscheidene soorten van visschen, om daar te komen azen of alleen om er te paaien, durf ik niet onderstellen; het kan ook aan de grondsoort liggen of aan de mindere zeediepte of aan nog wat anders. het oordeel van haar, die deze qualificatie uitdeelen, zooals dame geheel verbasterd is, wanneer het door de sociaal-democraten aan kiesrecht vastgekoppeld wordt. Maar nu begrijp ik dat daarmede bedoeld wordt: een feministe die ook het werk van mannen weet te waardeeren, Want maakte ik mijn lezers niet opmerk zaam op het feit dat een Interparlementaire Commissie uit Noorwegen, Zweden en Dene marken een verbeterde huwelijkswetgeving had voorbereid en die aan de Parlementen hunner landen zou voorleggen? Die Interp. Comm. bestaat uit mannen, die in Zweden en Denemarken nog haast geheel door mannen gekozen worden. Dat ik het werk der mannen-feministen waardeer, weten mijn poliiieke vrienden hier te lande ook wel, doch zij wisten zeker evenmin als ik, dat ik nu daarom of om welke andere reden dan ook een ultra heet! De Nederlandsche Vereeniging tot wette lijke bescherming van arbeiders' onder Pre sidium van dr. Valeur, heeft in haar bestuur vertegenwoordigers van elke politieke kleur. Waardeering verdient het dat twee deskun dige vrouwen, Mejuffrouw Anna Polak, directrie van het Bureau voor Vrouwenarbeid, en Mevrouw Elisabeth Tilanus, Inspectrice van den arbeid, ook deel daarvan uitmaken. Duitschland kan zich nu, evenalgfrankrijk (professor Marie Curie) en Noorwegen (professor Kristint Bonnevie), op een vrouwe lijke professor beroemen. In Berlijn werd als zoodanig aangesteld: dr. med. Rachel Kirsch, assistente aan de tweede medische universiteitskliniek. N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS Nijvere bijen Een New-Yorksche dame, die haar vacantie doorbracht in Parijs, is geheel ontsteld door de bedrijvigheid van de werkende vrouwen, van wie zij de volgende karakteristiek geeft: Wat mij het meest getroffen heeft ge durende mijn verblijf te Parijs is de schier onophoudelijke werkzaamheid der Fransche arbeidende vrouw. Niet alleen dat zij elke minuut bezig waren, deze onvermoeide werksters poogden zelfs haar tijd een dubbel rendement af te dwingen. De jonge vrouw, die onze wasch kwam halen, verscheen aan de deur van ons appartement met haar brei werk in de hand. Zij droeg het waschgoed op haar rug naar huis, terwijl haar handen zich met de breipennen onledig hielden. Ons meisje-voor-alles had haar haakwerk in de keuken en terwijl de spijzen op het kleine gasfornuis kookten, haakte zij of haar leven ervan afhing, en zoover als ik kon nagaan leed noch haar kooksel noch haar haakwerk onder de verdeelde aandacht. Als er gebeld werd, kwam ze door de kleine hal loopen, de draden van haar handwerkje in de bedrijvige vingers. Ik maakte heimelijk een merk in haar handwerk om precies te weten hoeveel zij opschoot in de twee meest drukke dagen der week en ik was ver wonderd over den groei van het patroon, ondanks de herhaaldelijke onderbrekingen. Tot mijn groote verbazing zag ik op de markt op de Place l'Alma de koopvrouwen bezig met breien en haken. Voor een ver koop werd even gestopt, juist lang genoeg om den. koop tot stand te brengen en geld te wisselen. 0 0 O O 0 0 0 O a o U O <3 a o o o 0 0 o o o o n 0 (J O «) O 0 Schets van de ligging der steenen van Vineta" geteekend in de zestiende eeuw; Op de groote steenen lagen deksteenen. Een andere, mij meer verwonderende vraag was: Wat beteekent dat toch, die verzonken stad Vineta ?" De vraagster zal wel tot het tegenwoordige geslacht behooren, want voor ons ouderen, die in onze romantische jaren Das Geheimniss der alte Mamsell van Frau Werner gelezen hebben, en die in de Gartenlaube" haar roman Vineta verslonden, is dat geen vraag. Ik durf den roman met den titel Vineta, niet meer ter lezing aanbevelen al zal die misschien nog wel in een of andere huurbibliotheek te vinden zijn hoe mooi ik dien indertijd ook vond. Sedert een gezaghebbend criticus, met zijn vinnig: O, ware doch alles was sie geschrieben, das Geheimniss der alte Mamsel geblieben", de Werner-romans heeft afgemaakt, is het type aan de literaire minachting prijs gegeven. De legende zelf van de verzonken stad Vineta is trouwens door het nuchtere weten schappelijk onderzoek afgetakeld. Bij Usedom op de noordkust van het eiland liggen steenenrijen in regelmatige vakken, meer dan duizend meter ver in de Oostzee, op een ondiepe, rotsige plek die op de kaart den naam van Vineta-rif" draagt. Deze steenen, geen baksteenen, maar groote en kleine rolkeien, zwerfblokken, grootendeels van Scandinavischen oorsprong, hebben aanleiding gegeven tot de poëtische legende van een groote rijke stad, die veroordeeld werd in de zee te verzinken, om de godde loosheid der bewoners. In 1771 is nog een Hollandsen schip op de steenen gestrand. Toch had al honderden jaren geleden een beschrijving, en nog een teekening van de steenenrijen, door een Pommerschen schrijver ter plaatse vervaardigd, de men schen beter kunnen leeren. Een nader onder zoek heeft aangetoond op grond van de ligging en van den aard van het materiaal zelf dat met groote waarschijnlijkheid het gewaande Vineta niets meer, maar ook niets min der is dan een verzamel ing hunebedden en grafkelders; ze zijn van de soort, die wij uit Drente kennen en waarvan er nog een veel grooter [aantal in de Noordduitsche laagvlakte liggen. Merkwaar dig is het, dat bij het verzinken van het klif, waarop de reuzengraven waren aangelegd.degroote steenen zoo goed in het oorspronkelijk verband zijn gebleven; wat wel een bewijs is voor het uiterst langzaam en regel matig zinken van den Oostzee-bodem. Maar om op onze paal woningen terug te komen. De vondsten in de meren hebben ons van dat ver dwenen volk zooveel te vertellen, dat het is of het nog tot|onzen tijd behoort. Het belangrijkste, wat aan het licht is geko <-> ot o c5 o O 0 O O O O QO De Fransche vrouw, die gedoemd is haar leven te slijten op de groote Seine-schepen, scheen ook de kunst te verstaan veel dingen gelijk te doen. Ik herinner mij hoe ik op een der Seine-bruggen stond te kijken naar een jonge moeder aan het roer van een groot schip. Zij hield zich zelf op den helm stok in evenwicht, terwijl zij een kind voedde en het vaartuig onder de brug doorstuurde. Een andere vrouw, vermoedelijk de groot moeder, was bezig het middagmaal gereed te maken, terwijl zij een oogje hield op het werk van twee meisjes, die zij onderricht gaf in het borduren. De Amerikaansche dame ondervond verder, dat de werkzaamheid dier nijvere bijen aan stekelijk werkte op haar zelf, doch zij ver geet al te zeer dat die ijver niet een soort onschuldige besmettelijke ziekte is, maar de de^gd, die van den nood gemaakt is. M. C. * * * Allerlei Melk van ne koe In Athene, waar men naar het schijnt nogal veel last had van de melkvervalsching, hebben eenige melkhandelaars .de reclametruc bedacht, om met een koe langs de huizen te gaan en het dier in het bijzijn van de koopers te melken. Wie er wat hooger prijs voor over heeft, is dan overtuigd, dat hij zuivere versche melk krijgt, of beter gezegd was daarvan overtuigd, want kort geleden is gebleken, dat deze geheele ver tooning een sluw bedrog is. De melker draagt namelijk, opdat hij er hygiënisch en zindelijk uit zal zien, een witte linnen jas met wijde mouwen en in deze mouwen is een water-reservoir verborgen, dat door den druk op een onzichtbaar knopje geopend wordt, en dan het water met een dun straaltje door de hand van den melker doet afvloeien, zoodat te gelijk met de melk ook een hoeveelheid water in 't kannetje komt. De afnemers van deze slimme melkboeren kregen dus voor meer geld even goed ver dunde melk... Wij huismoeders zijn wel beklagenswaardig! Aan welke listen en lagen van de zijde dier handelaars zijn we al niet blootgesteld! Gelukkig echter hebben we onze beroemde vrouwelijke intuïtie als wapen, en zijn bovendien ook wel een klein beetje slim, al zeggen we't zelf. Een der jonge Grieksche vrouwen, die de melk van n koe" dagelijks nam, had achterdocht gekregen tegen de koopwaar en vermoedde iets van de bron van 't bedrog. Zij maakte, op den hoogen stoep van haar huis staande, een vriendelijk praatje met den melker en toonde hem, terwijl hij aan den arbeid was, een blinkend zilverstukje: Daar! riep ze, vang !" Zij wierp hem het muntje toe en hij haastte zich het op te vangen. Door deze plotselinge beweging echter drukte hij het ongesloten waterreservoir aan den bovenarm tegen zijn borst, en als een fontein, met een dun spichtig straalje, spoot het water uit zijn mouw. De slimme Atheensche heeft het geval niet onder zich gehouden en het in een dagblad bekend gemaakt, en nu is het uit met de melk van ëne koe". * * * Vergeten Te Zwenuda, een kleine Finsche plaats, werd een man van 30 jaar voor het gerecht gedaagd wegens bigamie. . De misdadiger verscheeft voor zijn rechiiiiitiniiiiiiiiiMiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii men is wel, dat dit volk een onnoemelijk langen tijd daar geleefd moet hebben; of dat verschillende paalvolken elkaar hebben afgewisseld; immers, het is gebleken, dat er twee of drie perioden in hun cultuur elkaar hebben opgevolgd. Er zijn weer lagen aan getoond in de cultuurlagen", meer of minder duidelijk gescheiden door een tusschenliggende sliblaag. De oudste en diepste deelen van de cultuurlaag" brengen getuigenis van een volk, dat nog geheel in de steenperiode leefde, geen andere wapenen en gereed schappen gebruikte dan van gehouwen en geslepen steenen. Daarop volgde de periode van koper en brons, dan die van brons en ijzer. Het is zoo goed als zeker, dat in den laatsten tijd van zijn bestaan dit oer-helvetisch volk al in aanraking was gekomen met tndere volkeren, en dat er een ruilverkeer bestond. De lastigste puzzle, die de archeologen op te lossen kregen, was, de oorsprong aan te geven van het materiaal, waaruit een groot deel van de steenen bijlen, messen en hamers door de oudste paalbouwers werd vervaardigd; namelijk uit het mineraal nephriet; een bijzonder mooie en harde steensoort, groenachtig en op de dunnere kanten doorschijnend. Wel liggen er ook tallooze gebruiks-voorwerpen van vuursteen in de collecties, maar dat zijn altijd de fijnere instrumenten, schrapers, mesjes, naalden en dergelijke; de zware hak-, houw- en slagwerktuigen bestaan voor het meerendeel uit nephriet. En dit Nephriet komt met zijn variëteit Jadeit nergens in heel Europa aan de oppervlakte als bergsteen voor; de naaste rijke vindplaatsen liggen in Oost-China, in Amerika en op Nieuw-Zeeland; daar wordt er nog tegen woordig handel in gedreven. Maar hoe ter wereld kwamen die voorhistorische paal bouwers aan die mooie groene steenen ? Het gaat toch niet aan te denken aan een ontzaglijk wereldverkeer in die tijden. Door een toeval evenwel is nog niet lang geleden in Bohemen ook een nephriet-vindplaats ontdekt; hoewel zeer arm aan dit mineraal. Maar het is er; en een enkele rolsteen van nephriet is ook in de Alpen ge vonden. De eenige gissing, die er over blijft en die niet al te gewaagd is, moet wel zijn, dat die luidjes niet al te ver van hun woon plaats een vindplaats wisten van nephriet, hetzij als vaste rots of als een verzameling PELTERIJEN!! GROOTE KEUZE IM BONT-COLS-MOFFEN EN COMPLETE CARNITUREN. DE. KERSTGESCHENKEN " BIJ UITNEMENDHEID. ALLE ARTIKELEN BELANGRIJK IM PRIJS VERMINDERD. DE OPRUIMING DAMES EM KINDER CONFECTIE WORDT MAANDAG A.S. -VOORTGEZET. MA6AZUM DE BIJENKORF'; DAM RAK AMSTERDAM. IIIII1IIIIIIHIMIHIIIIII1IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII lllllllllllllimillllllllllMIMIIIIIHIII ImHIIIIItlltMHIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIHIIMIII ters met een onnoozel gezicht en vertelde, dat hij sedert twee jaar in zijn tegenwoor dige woonplaats vertoefde, en dat hij hier gekomen was voor handelszaken. Gelijk ook andere getuigen bevestigden was hij toen plotseling overvallen door een hersenziekte, en toen hij na 2 maanden hersteld was, vestigde hij zich in het dorp, niemand begreep waarom. Hij kreeg werk als bouw arbeider en huwde met een dochter van zijn baas, die er (dit maakt de zaak verdacht) warm bijzit Thans na twee jaren is gebleken, dat hij in zijn voorgaande woonplaats, de stad Helsingfors, een vrouw met twee kinderen heeft achtergelaten. Hij beweert echter, dat hij dat niet weet; dat de hersenaandoening hem geheugenloos gemaakt had, en dat hij dus dood gewoon vergeten was, dat hij reeds een vrouw had; hij wist zelfs niet meer, waar hij vandaan was gekomen en bleef daarom in 't kleine dorp. De zaak is voor de Finsche rechters een puzzle, waar over ze met de handen in 't haar zitten. *** Jubileum Te Alenc.on heeft dezer dagen een jonge juffer van drie en zeventig jaar een zeer eigenaardig jubileum gevierd. Onder veel belangstelling van vrienden en kennissen herdacht zij den dag, dat ze vijftig jaar ge leden ... naar bed ging. Toen ze drie en twintig lentes telde had Catharine Rose Lèonard zulk een afschuw gekregen van het bonte gevoel van de wereld, zulk een tegenzin in zitten, staan en loopen, dat ze besloot voor goed te gaan liggen. En sedert dit gedenkwaardige oogenblik had ze, hoewel gezond en tamelijk opgewekt ('t oudje is rijk) haar bed nimmermeer verlaten. Neven en nichten hadden het zonderlinge jubileum kostelijk voorbereid en in haar kamer was zulk een schat van bloemen, dat Catharine Rose als een moderne sybariet in de eerst volgende weken, indien ze er lust toegevoelt, op rozenbladeren kan slapen. * * * Vondst Een keukenmeisje te Bath, de Engelsche badplaats, maakte enkele dagen geleden een tarbot schoon, (waaraan meneer en mevrouw eens ter degen zouden smullen), toen zij opeens in de visch iets glinsterends ont dekte. Het bleek een geslepen stukje glasj te zijn ter grootte van een erwt. Zij kwam; op de snuggere gedachte, het een juwelier! te laten kijken en vernam toen tot haar niet; geringe blijdschap, dat het een prachtige,; brillant was van meer dan duizend gulden; aan waarde. Vermoedelijk is deze steen af-, komstig van een schipbreuk en wie 'weet welk een droevige, romantische gebeurtenis: er aan vast is. * * * Lüchtstation Het bekende Helgoland wordt een Duitsch, station voor luchtschepen. Wie dus een huwelijksreis door lucht en wolken wil! maken zal zich naar dit schilderachtige in teressante eiland kunnen begeven, een idylle' in den Oceaen. * * * Prentbriefkaart Een van de merkwaardigste prentbriefbriefkaarten, die bekend zijn, zag het licht in 1905. Ze werd geteekend door J. Sofer een Engelsch knutselaar, en vertoont een portret van Koning Edward van Engeland, dat geheel is samengesteld uit microscopisch kleine lettertjes, te samen 44000 stuks, die allen te gader een levensbeschrijving vormen van den vorst. Het schrift dat in kringen en slingers geregeld doorleest is zonder een sterk vergrootglas niet te onderscheiden. * * * Goede raad Wilt ge er goed uitzien, zoodat alle menschen graag naar u kijken en ge zelfs in staat zijt tot hartveroveringen, neem dan den volgenden goeden raad ter harte: Eet nimmer snel, daarvan krijgt ge indi gestie en dit bezorgt u een rooden neus. Maak u zoo min mogelijk boos, want dat bezorgt u een moede en een bleeke gelaatstint. Denk er om, dat een uur in de frissche lucht eiken dag beter is voor uw teint, dan alle poeders en zalfjes te samen. Lach zooveel als ge wilt, de lach is de zon van het leven en ze maakt u blozend en aantrekkelijk. Tranen trekken groeven in uw gelaat en maken u oud voor den tijd. Sta vroeg op en ga bijtijds naar bed. Het morgenlicht geeft jeugd en kracht; het lamplicht schaadt u. ALLEORA IIIMIlllHIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIinilllH IMIIIIIIIIIIIIIM Illlllllllllimillll Een aarden potje uit een paalwoning, dat waarschijnlijk als lamp heeft gediend; Bij Wollishofen in 1876 gevonden: In het Museum te Zürich. Model van Paalwoningen. In het Museum te Stuttgart. van rolsteenen; en dat zij die schoon heb ben uitgeput. Een ander feit is van beteekenis voor den tijd, waarin dit palenvolk geleefd moet heb ben. Het grottenvolk van de Dordogne leefde nog midden in de rendierperiode, toen ook mammoet en neushoorn en bison de vlakten van Midden-Europa bewoonden; dat bewij zen de vondsten van beenderen op den bodem, en hun bewonderenswaardige teekeningen van dieren en menschen op de wanden van hun grotwoningen. Het palenvolk van Zwitserland kende het rendier al niet meer; geen enkele van de duizenden hoornen hamers, messen, kammen, ringen of andere werktuigen en versierselen in de musea, is uit rendierhoorn gesneden, steeds heeft het hertengewei er voor gediend. De kunst van versieren verstond dit volk wel; vooral in de latere tijdvakken van hun geschiedenis; in het bronstijdperk werden bijna alle houten gebruiksvoorwerpen op een of andere wijze versierd, hetzij met snijwerk of door het opleggen en inspijkeren van metaal; metalen voorwerpen zijn bijzonder mooi geciseleerd. Steeds echter heeft deze versiering het karakter van lijnen-ornament, het zijn streepjes, ruitjes, ylechtbanden. Van een realistisch, zij het primitief weergeven van het waargenomene is geen spoor te vinden. Zelfs niet in den laatsten tijd van hun bestaan toen zij gietvormen wisten te vervaardigen voor hun kunstige dolken, messen en zwaarden. Door de versiering van de handvatten in gevesten, ook door den gebogen vorm, doen deze bronzen wapens denken aan de krissen en degens van Java en Borneo. Bij een enkel zwaard bestaat het gevest uit brons, de kling uit ijzer. Dit is al uit den allerlaatsten tijd van het palenvolk afkomstig. Toen moet er al wel een ruilhandel bestaan hebben met veraf wonende volkeren; trouwens het gebruik van tin, dat met koper vermengd moest worden om brons te geven, wijst al op verkeer; misschien ook de gevonden barnsteen-kralen. Er kan geen sprake van zijn, dat dit cultuurvolk nog in historischen tijd Zwitser land bewoond heeft; niet alleen dat bij Caesar er met geen woord van gerept is, geen traditie of legende heeft ook maar een idee overgeleverd van hun bestaan. Of zij door de stamonders der tegenwoordige Helvetiers, of door de de Kelten zijn uitgeroeid, of door een nog ouder volk, dat nog vroeger uit het oosten of noorden kwam ? Daarover zijn alleen ongegronde gissingen mogelijk. Wel sluiten enkele cultuurlagen af met voorwerpen, die duidelijk aantoonen dat de woningen door brand vernield werden. Maar zulke branden hebben herhaaldelijk gewoed blijkens de dunne aschlagen in de cultuur lagen. Opmerkelijk is het ook, dat dit volk, dat zoowel bewijzen achterliet van zijn geestelijk leven, geen spoor heeft nagelaten van zijn lichamelijk bestaan. Wel van hun huisdieren, honden, zwijnen en geiten zijn geraamtedeelen, zelfs uitwerpselen gevonden, van een mensen geen wervel of kootje. Waar schijnlijk verbrandden de paalbouwers hun dooden of begroeven zij ze aan land; maar ook van een ander, overwinnend volk en van den laatsten strijd is tot nu toe geen enkele rest of aanduiding opgehaald. Wie over de redenen of oorzaken na wil denken, die dit volk tot paalbouwers maakte, kan verscheiden theoriën er over vinden tegelijk met nog vele bijzonderheden o.a. in de Berichte" zelf en in het 2e deel van Bölsche's Der Mensch der Vorzeit". E. HEIMANS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl