Historisch Archief 1877-1940
?i V
1r
Ifr '*
t'.-'
28 Dec. '13. No. 1905
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
CANNES (Rivièra.)
HOTEL SUISSE.
QUARTIER DU CERCLE NAUTIQUE.
Hollandsch Familie Hotel. Zeer modern
ingericht. Ipparteoi. met Bad en W. C.
Kamers met Kond- en Warmwaterleiding.
Prosp. Intern. Verkeersbur., Amst., Kaad*
hnisstraat 16 en Den Haag, Papestraat 5
Of d»or den Eigenaar A. K V L I. E R.
DEUUtUY BELIEYILIE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARD LANG,
114 Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
llllllllllltlllllllMIIIIIIIIIIIIUIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIlnlIilllMIIIIIIIIIIIIIIIII
in het gewone leven al te dikwijls ontgaan.
De dialogen, de innerlijke gedachten van
de kleuters, de milieu's vooral, zijn van een
groote waarheid en natuurgetrouwheid. Hoe
goed heeft zij in kinderen hun strijden moei
lijkheden gevat. Zelden vinden we in jeugd
literatuur zelfs maar een poging de kinderziel
tot in zijn diepere schakeeringen te ontleden;
de uiterlijkheid, van het eene boeiende".
avontuur in' het andere gesleept, moet ge
woonlijk den schijn redden. Doch i-n Een
zomer aan Zee" is werkelijk veel echt, ook...
het antipathieke.
Mej. De Liefde kan het niet helpen, dat
het wijs en bedillerig (maar bestaanbaar)
gewawel van de kinderen over de Heere"
mij meer dan eens gehinderd heeft. Wat ik
echter in haar prijs is, dat zij, onder
god|delijken invloed of niet, alles bij de kinderen
'van binnen uit laat'gebeuren. Haar sujetten
zijn lang geen marionetjes, zelfs niet in
Gods hand, en dat is veel waard.
' Ondanks dat eene bezwaar beveel ik dit
boek graag aan, voor jongens en meisjes;
ik ben zelfs van meening, dat het voor ou
dere kinderen, die in hun lectuur nooit den
godsdienst ontmoetten, heet leerzaam kan
zijn ook eens andere levenskringen te
leeren kennen. «
Deteekeningen zijn, ronduit gezegd: slecht.
HESSELjONGSMA
iillllllllllllllllliliiiiiiiliiliiillllimilliimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiMiii
Je liegt, ploert!
Wat zeg je dabr? Wil je dat herhalen,
wat je daar gezegd hebt? brulde Paul Ivanovitsj
en in zijn oogen gloeide zulk een haat, alsof
zijn doodsvijand voor hem stond.
Er kwam geen antwoord.
Paatje, maatje, gilde Nadja en kwam
huilend de kamer binnen.
Paatje, maatje.
Nadja liep haar moeder achterna, die in
de slaapkamer verdween. Men hoorde beiden
snikken en elkander troosten.
't Is genoeg. Het hangt me de keel uit.
Men offert alles voor je op en als het jouw
beurt is, heet het: ik kan niet. Loop naar
de duivel. Ik maak er een eind aan, een
kogel en finita comedia, schreeuwde Paul
Ivanovitsj, en in zijn stem klonk de echt
heid der opwinding, alsof hij werkelijk mis
kend, geminacht werd, alsof hij werkelijk
een martelaar was en men niet met hem leed.
Mijn jeugd heb ik voor je opgeofferd,
mijn krachten, mijn heele leven. Met zes en
twintig jaar heb ik me die last op den hals
gehaald, terwijl ik een rijk huwelijk had
kunnen doen. Ondankbaar varken. On
dankbaar
En met vasten tred ging Paul Ivanovitsj
naar zijn kamer.
Katja, haar kind tegen zich aan, kwam
voorzichtig door den salon en luisterde aan
de deur, wat Paul binnen deed, de oogen
wijd open en met tranen nog op de wangen.
...Waar zou hij zijn revolver bewaren...
hij dreigt voortdurend dat hij zich dood zal
schieten. Misschien, God weet, doet hij zich
werkelijk iets aan
Maatje, ik ben zoo bang, fluistert Nadja
en drukt zich tegen haar moeders lichaam.
Paul, 't is goed, ik zal gaan.
Zoo, alstublieft, antwoordde uit de
kamer een stem vol waardigheid.
Maatje, ik ben zoo bang.
?»- Ik zal me dadelijk aankleeden en gaan,
riep Katja zenuwachtig en onderdanig.
Zooals u verkiest, herhaalde de stem
en men kon hooren, hoe Paul Ivanovitsj in
de gang ging en de straatdeur dichtsloeg.
God, waar gaat hij heen ? Heer in den
hemel. Wat een kwelling, riep Katja, handen
wringend en ging Pauls kamer binnen.
Is mijnheer uitgegaan? vroeg
Agrafjona, die binnenkwam.
Neem in Godsnaam Nadja bij je, neem
haar mee.
Alleen gebleven begon Katja gejaagd de
laden der schrijftafel te doorzoeken, haar
hart klopte door een voorvoelen van iets
vreeselijks, dat gebeuren kon, haar bevende
handen zochten angstig.
Goddank.
Ze schrok, nam de revolver uit het etui
en begon ermee door de kamers te loopen.
Ze haatte dat ding met heel haar ziel,
want een reeks onaangename
herinnerinVoor
eerste
klas
PIANO
110 JAAR
'GARANTIE
KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S. VLEUGELS isHETADRK
flBT-KESSELS'KCN.FABRIEK. TILBURG
VKAAffT CATALOGUS - OOK TERMLINBETAIING
BOUWT TE KUNSPEET.
Mooie boschrijke terreinen.
Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon.
Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
AMSTERDAM. $$M ARNHEM
VUZELSTRAAT-HEEREJ1GRACHT.»ROGGESTRAAT.
COMBINATIE
f
i
A
SLAAPKAHER-LOGEERKAMER
in VIER VOOR DIT DOEL SPE.CÏAAL
INGEftlCHTE KAPIER5 TENTOONGESTELD.
De politieke gevangenen in Rusland
In aansluiting aan het onlangs verschenen
protest tegen de behandeling der politieke
gevangenen in Rusland, heeft zich ih Neder
land een voorloopig Comitégevormd, om
de pogingen tot hulp aan de gevangenen
te centraliseeren. Dit Comitéis voornemens
een openbare bijeenkomst te beleggen waar
men zal trachten een definitieve organisatie,
buiten alle partijen staande, te stichten, die
zich ten doel stelt: 1. betrouwbare inlich
tingen te geven omtrent de gevangenistoe
standen in Rusland ; 2. gelden te verzamelen
om het leven der ongelukkigen dragelijker te
maken ; 3. deel te nemen aan de actie die
in een aantal landen van Europa thans op
dezelfde wijze de publieke opinie wil wakker
schudden ten einde invloed uit te oefenen
op de Russische regeering. De bijeenkomst
zal gehouden worden te Amsterdam, den
28sten December te elf uur voormiddags,
in een boyenzaal van caféDe Kroon,
Rembrandtsplein, en toegankelijk zijn voor alle
belangstellenden.
* * *
Inhoud van Tijdschriften
De Gids, Dec. 1913: C. en M. Scharren
Antink, Julie Simon, De levensroman van
R. C. Bakhuizen van den Brink (slot). Prof.
R. C. Boer, Een reisdagboek uit IJsland (I).
M. H. van Campen, Het
historisch-materialisme en de litteraire critiek (I). Dr. P. C.
gen wekte het in haar op, tooneelen van
verwenschingen, dreigementen, knieval en
smeekbeden. Soms denkt Katja, dat Paul
zich nooit zal doodschieten, maar zoodra
hij toespelingen maakt, besft ze en wacht
af, met ingehouden adem luisterend naar
dat harde, snelle geluid, zooals men dat ook
in den schouwburg hoort ? Dan zal ze
opeens voelen, dat Paul haar dierbaarder is,
dan alles ter wereld en dat zonder Paul
alles gedaan is... en opnieuw klampt ze
zich met beide handen vast aan hem a|s
haar eenigst doel, haar eenigste bestaans
reden.
Twee klokslagen klonken luid. Katja werd
onrustig. Eerst borg ze de revolver in het
buffet, maar dadelijk bedacht ze, dat men
haar daar heel gemakkelijk vinden kon; ze
nam haar er weer uit en liep door de kamer.
Op dit oogenblik ging de bel over, twee
maal, bizonder hard, driftig, onheilspellend
en Katja legde de revolver in haar opge
wondenheid onder haar hoofdkussen.
Ze voelde zich nu verlicht: van dood
schieten kon nu geen sprake meer zijn ...
en later zouden ze wel weer goed met
elkander worden, en all-es zou zich schikken,
zooals dat al zoo dikwijls gebeurd was.
Paul Ivanovitsj kwam binnen.
Ben jij daar, vroeg met trillende stem
Katja, die zich aan het een of ander schuldig
waande.
U dacht zeker, dat ik niet terug zou
komen ? Heb maar geduld, antwoordde op
geheimzinnigen toon Paul Ivanovitsj en
verdween in zijn kamer.
.. .als hij nu eens zijn revolver wil, en eischt,
dat ik hem teruggeef?Wat dan? ... Voor
niets ter wereld ... zij heeft hem niet gezien.
zij weet van niets... laat ik nu maar zoo
gauw mogelijk weggaan, dan zal alles wel
op de een of andere manier in orde komen....
Katja kleedde zich, bedekte met poeder de
roodgeweende wangen, sloeg een kruis,
overwon haar eigenliefde en trots en begaf
zich naar de Strekaloffs, om geld te vragen.
En Paul Ivanovitsj liet zich in een fauteuil
vallen, sloeg de beenen over elkaar, rookte
en wachtte in prikkelbaren toestand haar
terugkomst af.
Nadja, wat kalmer, zocht haar vader op.
Haar oogen waren rood en de oogleden ge
zwollen, over haar mager gezichtje lag een
blos en in haar oogen, waarin het was, of
er licht achter wolken scheen, lag een kin
derlijke blijheid, een kinderlijk vertrouwen.
Zit je daar? vroeg het meisje, den stoel
naderend, waarop Paul Ivanovitsj nadenkend
poseerde.
Ik zit hier, kindje, ja.
En waar denk je over?
Over het leven kindje, over de mcnschen.
Jij bent klein, en begrijpt alles nog niet.
Hoe denk jij over de menschen, papaatje?
Er zijn maar heel weinig goede
menuitiiiiiMiiiiiiiiiimiiiMMUimi
Boutens, Vijf liederen van Isoude. Dr.
Julius de Boer, Gedachten en gestalten.
Herman Baccaert, Het nuttelooze wonder.
R. P. J. Tutein Nolthenius. Johan
Wesselink, Het bad. Johan Toot, Verzen.
Mr. J. N van Hall, Dramatisch overzicht.
Buitenlandsch overzicht. Bibliographie.
De Nieuwe Gids, Dec. 13: Felix Timmer
mans, Pallieter: Eene aangename verrassing;
Regen. Frits van Raalte, Het Roofriddertje
en de Witte Rozen. Johan de Zeeuw,
SanMarino. T. Landré, Dans, Rhytmische
Gymnastiek, Tooneel. C. Pekelharing,
Dawinisme en Scepticisme. F. Erens,
Grillot de Givry over Lpurdes. J. R. v.
Stuwe Hzn., Rabindranath' Tagore. Dr. A.
Aletrino, Rondom Napoleon. Frans
Bastiaanse, Gedichten. Hein Boeken,
Aanteekeningen over Kunst en Letteren.
Willem Kloos, Literaire Kroniek. Frans
Netscher, Binnenl. Staatk. Kroniek. Chr.
Nuys, Buitenl. Staatk. Kroniek. N. G.,
Een nieuw ontwerp voor een gedicht van
Rob. Browning ontdekt.
De Beweging, Dec. 13: Jacob Israël de
Haan, In Russische gevangenissen. Dr.
C. G. N. de Vooys, Apollo, Argusen
Nederlandsche Marcurius. H. P. Berlage Nz.,
Reisherinnering. Else Bukowsky, Gedich
ten. G. Burger, Politieke Feiten en Rich
tingen. Albert Verweij, Boeken, menschen
en stroomingen, Boekbeoordeelingen.
Onze Eeuw, No. 12: Prof. Dr. P. J. Blok,
Nabetrachting. Louis Carbin, De
onzekerschen op de wereld. De meeste zijn slecht
en egoïstisch.
Maar maatje is toch goed en niet slecht.
Je moeder is... een eerlijke vrouw
Ze is wel wat wispelturig, zooals jij, maar
ze heeft een goed hart en haar gezond ver
stand overwint alle slechte gedachten bij haar.
Paul Ivanovitsj streelde het meisje over
het haar en zei:
Wees goed er eerlijk. De rest is onzin.
Heb je ouders lief. Later zul je begrijpen,
wat je hun schuldig bent.
??Ja. Maar jij houdt toch ook van maatje?
Natuurlijk. Van maatje moet men wel
houden.
Waarom doe je haar dan verdriet ?
Nu wordt het goed. Ga nu maar spelen,
kind. Laat mij hier zitten en nadenken. Ieder
moet het zijne doen.
Waar is maatje heen gegaan?
Mama is uitgegaan, om vader te redden.
Maar ga nu, kindje, en stoor mij niet in
mijn nadenken.
Nadja ging heen en Paul Ivanovitsj ver
diepte zich weer in zijn overpeinzingen.
Ze zullen niets geven, die ellendelingen,
dacht hij en zijn gezicht vertrok, werd hul
peloos en stomp en daarna boos.
Dan zal ik met de revolver naar hen
toegaan en verklaren, dat ik me voor hun
oogen doodschiet, als ze niet geven.
Paul Ivanovitsj lachte ironisch, blies den
rook in ringen uit zijn mond en in zijn oogen
l kwam een glans van diep genoegen door
het bewustzijn, dat hij dien ellendelingen
toch nog veel onaangenaams bezorgen kon.
* *
*
Paul Ivanovitsj had steeds de revolver bij
de hand, op alle kritieke oogenblikken en
toestanden van zijn leven. Men kan zonder
te overdrijven zeggen, dat hij met de revolver
in de hand alle genietingen des levens
smaakte. De eerste keer maakte hij van de re
volver gebruik, toen men hem van het gym
nasium joeg wegens onvoldoende vorderingen
en men hem geen einddiploma wilde uit
reiken. Hij had dit noodig, om de veeartsenij
school te kunnen bezoeken, en van examen
doen was geen sprake, omdat hij wel wist,
hiertoe niet in staat te zijn.
En wat ben je nu van plan, vroegen
zijn ouders, toen ze van zijn ontslag ge
hoord hadden.
Ik ga voor veearts studeeren. De duivel
haal' ze op het gymnasium. Ik zal in ieder
geval zien, het diploma te krijgen.
Hij liep de leeraars af en smeekte hen,
een drietje op zijn eindrapport te plaatsen.
Als U mij geen voldoende geeft, schiet
ik me dood, zei hij bij iederen leeraar.
.?Stel, dat ik voldoende geef, dan heb je
toch nog twee onvoldoende, meende de
leeraar.
De anderen willen voldoende geven,
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epe,rnayV
Coïicessionna'ires; ,'?
Sauter& Polis, Maastricht.
NiZZA
HOTEL SUISSE
Heerlijk beschut gelegen. Lift. Centr. verw,
Groote tuin. Prosp. Intern. Verkeersbureau.
Amst., Raadhuisstr. 16; den Haag, Papestr. 5.
Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden
ZIJN GOEDKOOPER
dan sokken welke na twee maanden versleten zijn.
Verlang daarom nog heden een half dozijn
AVIATA" GARANTIE-SOKKEN
van Uwen leverancier.
Utrechtsche Tricotage Fabriek
WICHER JANSEN, Utrecht
WOXiSEIiEY-GARS.
Het bekende Engelaohe merk.
Q-eIb.©el g-erTJj.sclaJ.ooe.
?IDireot le'verTDa.so?.
Inlichtingen en prflsopgave verstrekt de vertegenwoor
diger "voor Zuid-Holland:
P.OVERGAAUW, Balistraat 85-87, 's-Gravenhage.
MimiMimMiiiMiMMMMniumiiiii
heid. Mr. F. E. Posthumus Meyjes,
Onderwijs-Hervorming. Dr. R. H. M.Leopold,
De godsdienstige ontwikkeling van Rome V,
slot. Dr. J. de Jong, Nog eens: Guiseppe
Verdi. Jules Schürmann, Verzen.
Elzeviers geïll. Maandschrift,
Dec.'13:Maurits Sabbe, Brief aan den Kunstschilder Alfred
van Neste (geïll.) Johan Schwencke,
Geluk (gedicht.) Max Eisler, De collectie
Drucker in het Rijksmuseum te Amsterdam
(gei'll.) J. A. Loebèr Jr., Textiele kunst in
Indië (geïll.) Helene Swarth, Bosch vijver.
Frans Bastiaanse, Lichte vesten ; Midzomer;
Zomers mooist. Ary Prins, De ondergang
(fragment). Wally Moes, Greet. H. R.,
C. E., Boekbespreking. C. V., Moderne
Kunstkring. A. O., Laurent Verwey.
R. W. P. Jr., Hoytema's Kalender, Jubileum
postzegels.
Groot-Nederland, Dec. '13: Louis Couperus,
De Ongelukkige (1). Ada Gerlo, Herinne
ringen. Herman van Puymbrouck, Georges
Eekhoud en zijn werk( I), Maurits
Wagenvoort, La Romanina (III). Edward B.
Koster, In de Moskee. Joannes Reddingius,
Gedichten. J. L. Walch, Dram. Overzicht.
De Ploeg, No. 6: W. J. Steenhoff, Beel
dende kunst, II. Noord-Nederl. kunst vór
1575. Jozef Cohen, Het leelijke paar.
Simon B. Stokvis, Corn. Veth: Nieuwe
Prikkel-Idyllen. ' Kees Meijer, Nieuws van
overal. L. Simons, Tooneelbespiegelingen.
De Nieuwe Tijd, No. 12: A. van Collem,
Liederen der Gemeenschap. S. J. Pothuis,
loog Paul Ivanovitsj. En zoo werden twee
leeraren overgehaald, het leven van een
jongen man te redden, maar de derde, de
leeraar in het Grieksch was stijfhoofdig en
wilde om niets ter wereld de twee verbeteren.
Maar mijn leven hangt er van af, zei
Paul Ivanovitsj.
Dat gaat mij niet aan, antwoordde hij
hoofdschuddend.
Ik schiet mij dood,
Ga je gang.
Zoo, nu, het is goed, maar we znllen
elkander wederzien. Tot weerziens, zei Paul
Ivanovitsj en ging heen.
Den volgenden dag kwam hij weer in de
woning van den Griekschen leeraar, de re
volver van zijn vader in den zak.
Ik hecht niet de minste waarde aan
mijn leven. Ik ben voor de laatste maal ge
komen. Geeft U mij een drie, ja of neen,
vroeg somber de jonge man.
Ik zei toch al....
En is dit Uw laatste woord? 't Is goed, ik
zal mij een kogel door het hoofd jagen.
Maar hij, die mij den voet dwars zet, zal
weten, dat ik mijn leven niet voor niets
wegwerp! verklaarde Paul Ivanovity op be
slisten toon, en met de hand in zijn zak,
waar de loop van de revolver uitstak, keek
hij den teringachtigen paedagoog met een
doordringenden blik aan. Deze begreep, hij
was zeer zuinig met de rest van zijn leven
en was bang voor den dood, wilde daaraan
liever niet herinnerd worden, en zooals men
een doode ter begrafenis draagt, wendde
hij het hoofd ter zijde en fluisterde, uitwij
kend naar de deur:
't Is goed. Ik zal u een drie-min
geven.
[J geeft uw woord van eer?
Ik zei: drie-min. Ik heb nog nooit iemand
bedrogen. Zoo ontving Paul Ivanovitsj zijn
eind-diploma en sedert heeft hij de revolver
nooit meer uit de hand gelegd. Toen hij
trouwde, droeg hij de revolver bij zich.
Als student had hij een kamer gehuurd
bij de nu overleden ouders van Katja. Deze
hadden niet veel met hem op: hij kwam
laat thuis, verlangde nog dikwijls den
samowar, begon met de meiden, leende geld, en
betaalde zeer ongeregeld zijn huur.
Alweer dronken, de deugniet! Studee
ren doet hij in 't geheel niet. Hij loopt de
kroegen af of ligt languit op zijn guitaar te
tokkelen, zei dikwijls Katja's vader.
Katja zelf mocht hem wel. Ze vond hem
intressant en was heel tevreden, als de kom
mensaal een liedje zong.
Paul Ivanovitsj begon met Katja, en in drie
maanden had hij haar veroverd. Hij werd
nu ook verliefd, begeerde haar, vroeg haar
ten huwelijk.
Ik zal er over nadenken, antwoordde
het meisje.
Waarover wil je nadenken ?
LiefhebDe omvang der Vakbeweging. J. C. Ceton'
Sociaal-Democratie en Onderwijs. Dr. Th.
v. d. Waerden, Technies-Ekonomies Over
zicht (De nieuwste gegevens van Neder
landse bedrijfskoncentratie Het Nederlandse
Volk" en de Arbeiders). Dr. W. v.
Ravesteijn Jr., Intern. Verhoudingen (de financiers
aan het werk). W. Wolda, August Bebel
en Harry Quelch.
De Levende Natuur, afl. 15: E. Heimans,
Het verzamelen van versteeningen. ? J.
Metzelaar, Trawlervisschen. J. S., De
verspreiding onzer land- en
zoetwaterslakken. Jac. P. Thijsse, Het roode kroos
Azolla. L. Dorsman Cz., Iets over
Pothoofdterreinen en een abnormalen vorm van
koolzaad J. J. Poortman, De vogels in de
Scheveningsche boschjes. f. H. Wiskerke,
Van 'n aorige veugel.
Onze Kunst, No. 12: Frans Vermeulen,
Nationale Tentoonstelling van oude kerkelijke
Kunst -te 's Hertogenbosch (vervolg en slot.)
Corn. v. d. Sluijs, Hedendaagsche vormen
voor lampen.
Vragen van den Dag, afl.*12: J. A. Bientjes,
Nieuwe voren, wegen en paden in den akker
van opvoeding en onderwijs.
Kamferindustrie op Formoza. L. W. R. van
Deventer, Een bijdrage tot het Wereldtaal
vraagstuk. A. de Braconier, Het
kazerneconcubinaat in Nederl. Indië. De socia
listische arbeiderspers in Duitschland'
E. D. J. dejonghjr., Wanneer is het begraven
in de kerken opgehouden.
ben of niet, dat is alles. Er valt niets na te
denken, zei Paul Ivanovitsj.
De ouders stemden niet toe en verzochten
Paul de kamer te verlaten. Paul Ivanovitsj
vertrok en bleef twee maanden huur schul
dig. Maar met Katja hield hij niet op. Hij
liet zich geheel gaan, liep geen colleges
meer, dacht aan geen examens, dronk bier,
schreef gedichten, en zwierf om het huis,
waar Katja woonde, in de hoop, haar te
ontmoeten.
Op een zomeravond kreeg hij haar te zien
in het park, en toen ze op een stille plek
gekomen waren, liet hij haar de revolver zien.
Ik wil een bepaald antwoord, zei hij,
de hand van Katja heftig drukkend.
O God, barstte het meisje uit.
Ik weet, dat je van mij houdt, en dat
je ouders er tegen zijn. Laten we zonder
hun toestemming trouwen of als je wilt
samen sterven.
Paul Ivanovitsj legde de revolver naast
zich op de bank en na een korte stilte, zei hij:
Beslis.
Laten we dan maar liever trouwen,
antwoordde met tranen in de oogen het
verschrikte meisje.
Lieveling! k wist het wel. Ja, ik wist
het wel, riep Paul Ivanovitsj opgewonden,
en de handen van Katja kussend, borg hij
de revolver weg.
Een maand daarna waren ze getrouwd.
Eerst hadden de ouders van Katje hen ver
vloekt, daarna hadden ze zich geschikt in
het ongeluk, vergiffenis geschonken en als
bewijs van volmaakte vredelievendheid de
piano als huwelijksgift cadeau gedaan.
Gelukkig echtgenoot geworden, had Paul
Ivanovitsj maling aan alle wetenschappen
en studeerde niet verder. Toen de nood aan
den man kwam, ging hij naar zijn schoon
vader en vroeg, een betrekking voor hem
te zoeken.
Ter wille van Katja heb. ik niet kunnen
afstudeeren. Daartoe liet men mij geen ge
legenheid meer. En nu kunnen we honger
lijden. Een kogel door het hoofd zou beter
geweest zijn!
De vader van Katja had eenige connecties
en zno gelukte het hem, voor Paul Ivanovitsj
een betrekking bij de accijns te vinden.
Daarna, toen Paul Ivanovitsj zoo een beetje
genoeg begon te krijgen van Katja en be
weerde, dat kalfvleesch iederen dag verve
lend was, en toen Katja te weten kwam,
dat Paul een verhouding met een kamer
meisje had, wilde zij zich vergiftigen, maar
ze deed het niet, ging weg van haar man
caar haar ouders.
(Slot volgt)
* * *