Historisch Archief 1877-1940
Zondag 4 Januari
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSING
Voor het Buitenl. en d; Koloniën p, j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 10.
Afzonderlijke Numnurs aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer . .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel
. . ?0.25
. . 0.30
. . ' 0.40
INHOUD
«MMMMMMMMWMHIMMniMMMMMftHNltM IHIIHIttniHiMHIMI IIIIM m
Blz. l: Justitie en Pers. De Rus
sische politieke gevangenen. Kroniek:
Carmen Sylva. 2: Feuilletor naar E.
N. Tsjirikoff. Frans Coenen <ver Cora
Westland. E. d'Olivëra: Geprekmet
Is. Querido. W. Steenhoff o«r
Rembrandts Lucretia. 5: D. Logenan-van
der Willigen: Dameshótel te
fopenhagen. Allegra. E. Heima;s: Oer
kunst. 6: R. N. Rcland Hlst over
Rijks-Kunst (Briefkaart, nieuwe pstzegel,
nieuwe stuiver, nieuwe
regimatsvaandels). Portret Jules Claretie. Matthijs
Vermeulen over Averkamp. 7 Spoor
wegongeluk bij Beilen. Hen Borel
contra T. B. Roorda over Chneesche
Kunst. De Chineesche Staatscarant.
Mr. C. I. Torley Duwel: de rango te
Budapest. Charivarius in de Apen.
9: Fin. Kroniek door v. d. M 10 :
De Geldmarkt door v. d. S.
Negenpunten-oplossing. Damspel dor J. de
Haas. 77: Schaakspel do«r R. J.
Loman. Teekening Joh. Braatensiek :
Tango 1913-1914.
Bijvoegsel van Johan Braabnsiek:
De Nieuwe Stuiver.
IIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIimilllllllllllllll IHIIIIIIHMIIIIIIIIimillHHIIIIIIII
N VERRE EN VAN N
JUSTITIE EN PERS
Ten noorden van Amsterdam, an den
overkant van het IJ, vond meij begin
October het lijk van een vermoon jon
getje. Iemand van ongeregeld
evensgedrag gaf zichzelf bij de politie lan als
den moordenaar, en toen geen ander
bewijs te leveren was van 's manschuld
dan het natuurlijk onvoldoende bewijs
van de eigen getuigenis, scheen
vidingrijkheid en veerkracht meteen ui onze
Amsterdamsche justitie geweken al
egenwater uit een woestijnput. (Want
vidingrijk en veerkrachtig is onze ustitie
bovenmate in het opsporen vn alle
misdadigers, die niet voor haar
onopspoorbaar zijn).
Onze Justitie bekeek dus
haardelinquent van onder en boven, van wor en
achter, en zat bij de pakken v n zijn
bewijzenloos moordregister neer.
Totdat men als abonnévan het
Ansterdamsche dagblad, dat 't meest
-dereportage gaat nadoen der Parijsche en
jmerikaansche couranten, (n.l. de Telegaaf),
op een goeden morgen bemerk^ dat
de verslaggevers van dit blad zich el ven
hadden in de plaats gesteld van de
\erkelooze Justitie en met goed gevql; op
zoek" waren gegaan. Want deze
jiurnalisten schenen de meening te hoben,
dat wie vinden wil ook zoeken noet!
En zij vonden een juffrouw aan
denverzijde van het IJ, pal naast de plel van j
den moord (moeilijk was het dus liet), '
die van den moordenaar een
scierpomlijnd signalement kon geven er die,
. hoewel haar spontane aangifte tol den
rechter van instructie was doorgedrpigen,
door de Justitie (nog altijd bezig met
het verzamelen van bewijzen tegen dien
rsten man) niet opgeroepen was!
De Telegraaf publiceerde wat dit
tlijkbaar pientere vrouwtje meedeelde, En
ineens... met een schok... eind No
vember ... is de Justitie v/eer watker.
Zij roept het vrouwtje zelfs bij zich! Zij
verhoort deze getuige! Zij verneemtvan
haar, dat de waarschijnlijke moordeiaar
er net gekleed" uitzag, roode bolle
wangen en een zwart kneveltje had. ? i
dat zijn haar donkerbruin was. ED t:
Justitie toog wederom aan hetnaderwei.
Mijn hemel, hoeveel mannen leve; ..;f:t
in Nederland die er net gekleed" uit
zien, roode bolle wangen en een zwart
kneveltje hebben en wier haar donker
bruin is. Misschien had het nadenken
van den rechter van instructie, ins blauc
Holland hinein, een maand geduurd, toen
dezelfde recherche-journalisten van het
meest verspreide dagblad', dat Neder
land nu tegen moord en doodslag hè-1*
veiligt (waarvoor dank!), op nasporing
uitgingen en, van een man hoorden ge
wagen, die met 't vermoorde knaapje
bekend was geweest en uan de be
schrijving beantwoordde.
Nieuwe schok... voor de Justitie!
Bertillon had den duimafdruk op Mona
Lisa's schilderijglas niet vergeleken met
den duimafdruk van den verdachte
Perugia, en de Amsterdamsche Justitie
even ondernemend had over 't
nieuwe signalement met de familie zelve
van den jongen de Klerk maar niet ge
sproken En eer de Justitie opnieuw
tot haar belangwekkende nadenken over
ging, reed het journalistische peloton
van crimineele instructie in een auto via
den Buiksloterham-polder, (waar de voor
naamste getuigen werden ingeladen !),
naar Hoorn, de vroegere woonplaats van
den nieuwen verdachte!
' Wat de Justitie had moeten doen is
aldus alles geschied door een paar van
die meestal zoo uit de hoogte behan
delde reporters.... - Deze zouden de in
stemming genieten van heel het land,
als ze hun inlichtingen voortaan niet eer
aan de onbekwame autoriteit" wilden
geven, vór deze, aan de Telegraaf nu
feitelijk ondergeschikte justitieele amb
tenaren een beetje op hun beurt bij de
courantiers" hadden geantichambreerd.
Maar daarvoor wordt geen courant
rechter van instructie! Het moderne
dagblad is een financieele onderneming,
en de zucht om door sensationeele daden
de aandacht te trekken en te floreeren
is de ondergrond van haar nuttige en
onnuttige activiteit. De Telegraaf" tracht
het Nederlandsche dagbladwezen het
eerst op Amerikaansch peil te brengen,
zij het dan tot heden ook nog
schuchterlijk. Wat drommel, men moet bij deze
bezigheid een beetje rekening houden
ook met het Nederlandsche publiek,
dat niet in n handomdraai tot de
sensatielust komt, omdat wij nu eenmaal
minder lenig van karakter zijn dan de
wufte" Parijzenaars, sedert lang onder de
bekoring van de cultuurverschijnselen,
die Matin" heeten en Journal".
Schuchterlijk daarentegen treedt voor
alsnog, met spitsen dansvoet, de humbug
en de krantenbemoeiing in ons Neder
landsen huis. (Wacht maar!). De toon
van de Matin" wordt nog niet aan
geslagen. De methode om misdrijven te
t'antazeeren (de Hemel weet: te maken
bij gebrek aan echte!) heeft bij ons nog
geen ingang gevonden. De Telegraaf
schrijft nog vrij kalm:
EEN NIEUW SPOOR!
Alhoewel het reeds bijna drie maanden
geleden is, ligt de afschuwelijke moord
op het 6-jarige knaapje Hendrik de
Klerk nog versch in aller geheugen.
Wij hebben over deze gebeurtenis in
dertijd uitvoerige mededeelingen gedaan.
Men zal zich herinneren, dat op den
29sten September van dit jaar de jeug
dige De Klerk en z'n broertje, van de
grootouders komend, door iemand wer
den meegenomen. Bij de De Ruyterkade
gekomen, werd de oudste, de 7-jarige
Casper, gezegd even te wachten, waarna
de groote onbekende de jongste met
zich naar de overzijde van het IJ nam.
Eerst eenige dagen later werd het lijkje
van het jongske in de Buiksloter Ham
gevonden.
Het sensatie-artikel is hier reeds in
embryonalen toestand te zien: Afschu
welijke moord, versch in aller geheugen,
uitvoerige mededeelingen gedaan, de
groote onbekende (daarmee is het triest
individu bedoeld, dat gezocht wordt), het
jongske, alles is al aangesausd, maar
toch nog betrekkelijk bescheiden van
toon.... Fotografieën, door een bekwaam
en romantisch (romantisch!) vakman
geretoucheerd, versieren nog niet, als in
de buitenlandsche halve-stuiverbladen,
de krantenverhalen, zelf een soort
bibberprenten.
Aan een oorzaak, van buiten komend,
is dikwijls een verandering in den gang
der dingen te danken of te wijten.
Thans heeft de onbekwaamheid en log
heid der Amsterdamsche Justitie de jour
nalistiek plotseling in den justitieelen
zadel gezet, waarwan ze natuurlijk nu
ni«t meer afstijgt! Het gebrek aan initia
tief bij een opmerkelijke zelfvoldaanheid,
d' gansch niet up-to-date methode van
.rchterlijke navorsching, het
genoegennemen met een onvoldoende recherche (de
Amsterdamsche rechtei dejongh sprak daar
in dit weekblad verleden zomer nog van),
dat alles heeft dj&^istitie als opspoorster
van misdadigers-betrekkelijk onverwacht
uit-tearwjeiale ambt gezet. En de krant,
zoider mSchtsmiddelen, zonder juridische
ondurleg^heid, ? nam haar taak over, en
nam ze goed over: daarmee de onbe
kwaamheid der Justitie onweerlegbaar
aantoonend.
In het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de Justitiebegrooting klaag
den eenige leden" over het gebruik,
bij politiebeambten in zwang, om aan
de pers mededeelingen te verschaffen
betreffende het vooronderzoek bij mis
drijven. Die eenige leden" vonden steun
bij den Minister Dit toont slechts,
hoe kortzichtig autoriteiten zijn! Bismarck
was geen vriend van de pers, maar hij
wist haar aan zich te binden en gebruikte
haar dan voor zijn groote doeleinden.
De nog niet veramerikaniseerde Nederl.
courant ware door een verlichte Justitie te
gebruiken" geweest bij de opsporing
der misdaden. Nu holt de Justitie reeds
achter de pers aan-, en de klacht.van
eenige leden" klinkt als uit een ver
gaan verleden. De Pers neemt de leiding
bij het onderzoek, en ... de Justitie zal
zich erop kunnen beroemen, zoodra wij
onze Matins hebben, dat zij de aanleiding
was van hunne geboorte....
* * *
De actie ten bate der Russische
politieke gevangenen
Door een voorloopig Comitévoor de
politieke gevangenen in Rusland is te
Amsterdam Zondag j.l. een vergadering
belegd, welke zeer goed geslaagd is.
Daar heeft mevrouw Henriette Roland
Holst duidelijk uiteengezet hoe ook wij
in Nederland ons het lot behooren te
gaan aantrekken der 40,000 Russische
politieke gevangenen, die vervuiling,
honger en geeselstraf ondergaan, meestal
voor geen erger kwaad dan dat ze de
ideeën hielpen verspreiden van vooruit
strevende liberalen of sociaal democraten :
menseden dus, die naar ons.Nederlandsch
inzicht hooger staan dan de
reactionnairen, die hun beul zijii. Dt spreekster
gaf de geschiedenis der protestbeweging
in 't buitenland weer, deelde mee, dat,
naast de bestaande comité's in Frankrijk,
nu allerwegen in Europa de verontwaar
diging tot strijdbare vereenigingen zich
consolideert en wekte ertoe op het ge
heel neutraal Ned. Comité(Lidmaatschap
minstens ? 1.?; adres: Mevrouw Roland
Holst, Laren, N. H.) door toetreding te
steunen.
Doel en Middelen" van dit voor
loopig Comitézijn:
1. Het Comitéheeft tot doel te werken
in het belang der politieke gevan
genen in Rusland. Het staat buiten
alle politieke partijen en stelt zich
op zuiver humanitair standpunt.
Het vraagt de sympathie en de
steun van alle menschen die mede
gevoel hebben met het menschelijk
lijden, en het wil alle gevangenen,
zonder onderscheid van ras, poli
tieke gezindheid of godsdienst, te
hulp komen.
II. Het Comitétracht zijn doel te be
reiken door:
a. Het verschaffen van betrouwbare
inlichtingen over de russische
gevangenistoestanden aan de
geheele Nederlandsche pers.
b. Het doen houden van voor
drachten.
c. Het werken op de openbare
meening, in aansluiting met de
beweging, die in een aantal
landen van Europa gaande is.
d. Het inzamelen van gelden, welke
gelden worden afgedragen aan
het ComitéVera Figner" te
Parijs 1).
III. Het Comitépubliceert elk jaar een
gedrukt verslag, behelzend een
overzicht van zijn verrichtingen en
een verantwoording van zijn ont
vangsten.
1) Dit Comitéwerd in 1909 opgericht
door Vera Figner, de heldhaftige, in de
kringen der russische vluchtelingen al
gemeen geëerbiedigde vrouw, die, nadat
zij het beste deel van haar leven 21
jaren in de Schliisselburg, de rus
sische Bastille, doorbracht, na hare in
vrijheidstelling de ziel is geworden van
een soort Roode Kruis voor de slachtoffers
van den gruwelijken burgerkrijg in Rus
land. Het Comité, dat haar naam draagt,
heeft gedurende de vier jaren van zijn
bestaan, bijna ? 40.000 naar Rusland
kunnen zenden. Het heeft Sub-Comité's
in Frankrijk, Zwitserland en België en
staat in geregelde verbinding met alle
Russische gevangenissen, waar zich po
litieke gevangenen bevinden. De afdracht
der in Holland verzamelde gelden aan
dit Comité, biedt dus de beste waarborg,
dat deze hun doel zullen bereiken.
De gedachtenwisseling, die op de
openingsrede volgde, bewoog zich vooral
om twee vragen:
l Is luidde de eerste vraag het
j niet gewenscht', ten bate van eene betere
l behandeling der politieke gevangenen,
actie te voeren tegen de Russische
staatsleeningen ?
Die zich hiertegen het scherpst kantte
waarschuwde, dat Rusland zijn
rentecoupons betaalt met het geld van nieuwe
leeningen ... en dat dus het doen mis
lukken eener nieuwe leening de groote
massa der kleine kapitalisten schaden
zou en daardoor de geheele beweging
voor de gevangenen nadeel moest doen.
Wij voor ons meenen toch, dat de wereld
niet zoo eenvoudig is in elkander gezet.
Wij beschouwen met enkele sprekers ter
vergadering een bij alle geschikte gele
genheden waarschuwen tegen het
inteekenen op nieuwe Russische leeningen,
voor nuttig. En wij meenen, dat de
Russische regeering zelve door hare hou
ding hen, die zoo oordeelen, in het gelijk
stelt. Die regeering is nl., zooals ieder
weet, zeer productief in dementi's van
fevangenis-mishandelingen en in
aanondiging van liberale wetgeving, zoo
dikwijls zij van Europa geld wil leenen.
Het is duidelijk, dat zij zich die moeite
alleen getroost, omdat zij het nuttig acht
de publieke opinie gunstig te stemmen.
Want al weet zijzelf wel, dat ontstem
ming bij de kleine kapitalisten geen
mislukking van haar leening beteekent,
zulk een ontstemming kon haar wel eens
dwingen tot het uitgeven der ieeningen
op hoogeren rentevoet, d.w.z. de ont
stemming kon haar komen te staan op
]/4 of J/2 pCt. mér.... ieder jaar
weerkeerendelrentebetaling. En daar
degeeselriemen der gevangenisdirecteuren per
slot geen roebels slaan uit de lichamen
der gedetineerden, is het niet onmogelijk
dat het barbaarsche Russische despotisme
voor de goedkoopte eenige verzachting
toeliet.
Intusschen, dit mag wel gezegd: de
actie van het voorloopig Comitéomvat
tot heden alleen wat in doel en mid
delen" hierboven is gezegd en is niet
gericht op een waarschuwing tegen
Russische leeningen.
De tweede vraag, die men stelde was :
Hoe zult gij connecties aanknoopen, die
u waarborgen dat uw berichten volstrekt
betrouwbaar zijn en uwxsteunpenningen
in handen komen van Wie "ie noodig
hebben ? Hierop antwoordde professor
Ehrenfest uit Leiden, met de Russische
verhoudingen bekend, afdoende door te
wijzen op het groot aantal uitstekend
ingelichte Russen en niet-Russen, die in
geheel Europa een goeden naam hebben ;
en wat hierboven over Vera Figner is
afgedrukt (door mevr. Roland Holst
werden de daarin vervatte opmerkingen
nog toegelicht) spreekt ook duidelijke taal.
Zooals wij vernamen wordt binnenkort
de beweging, overal elders min of meer
op deze Nederlandsche gelijkend, een
internationaal georganiseerde, en het is
dus nu tijd voor hen, die voor deze
goede zaak werkzaam willen zijn, zich
aan bovengenoemd adres op te geven.
Het was bedroevend te bemerken, dat
tot nu toe de kerkelijken zich afzijdig
hielden. Er is in den Bijbel over iemand,
die aan een gewonde voorbijging, een
parabel, welke anders zou doen ver
wachten.
KRONIEK
CARMEN SYLVA-HULDE
De Nederlandsche Commissie voor
Huldebetoon aan Carmen Sylva, ter gelegenheid van
haren 70en verjaardag op 29 December, die
de meest uitgelezen geesten der natie onder
haar leden telt, met niemand minder dan
Z. E. Ch. Mitilineu, Buitengewoon Gezant
van Roemenie, als Eerepresident, heeft een
circulaire verspreid, waarin wij o. m. het
volgende lezen:
De naam van Carmen Sylva is mis
schien het meest bekend, het best be
grepen als van de dichteres in proza
en poëzie, die in het bijzonder de
Roemeensche balladen en sprookjes tot het
eigendom der Europeesche literatuur
heeft gemaakt. Maar meer dan dichteres
in hetgeen zij schrijft, is Carmen Sylva
dichteres in al haar daden; fijnvoelende,
nobele en oprechte geest in al wat zij
ter wille van anderen volbrengt. Zij is
de vorstin, die als beschermvrouwe van
kunsten en wetenschappen optreedt; die
een weldoenster is voor hare onderdanen
en niet ten onrechte genoemd wordt
de Mama Regina van het jonge
Roemeensche volk. Zij is weldadig, zij is
h'jnvoelend en artistiek, zij is weten
schappelijk zeer ontwikkeld, zij is toe
gankelijk voor een ieder en voor elke
gedachte waarin zij het goede ontdekt;
zij is bovenal vrouw en wenscht vór
alles vrouw te zijn. De Majesteit van
geboorte verzinkt in het niet bij de
Majesteit van haar persoon, die zich het
best toont in de wijze, waarop zij haar
koninklijken plicht volbrengt en in geheel
dat ick-ende-weet-niet-wat, hetwelk haar
uitingen als onzichtbaar vergezelt!
Tegenover een zoo bijzondere per
soonlijkheid, bijzonder niet omdat zij is
dichteres, maar bijzonder in geheel haar
levensuiting, past niet een hulde in den
gewonen vorm; past een hulde die meer
geeft dan materie alleen.
Het zal, vreezen wij daar de 29 Dec.
reeds voorbij is, als dit blad verschijnt een
weinig te laat zijn nu nog de aandacht
onzer lezers te vestigen op deze eenige
gelegenheid om van een waardeering ad hoc
te getuigen. Doch het is misschien nog niet
te laat om hun aandacht te vragen voor een
waardeering van... dit proza, welks eigen
schappen allicht verband houden met het
karakter derCarmen-Sylva waardeering zelve.
Bedriegen wij ons niet, dan vindt men in
dit citaat, waar de beteekenis der jubilaresse
nog eens frisch wordt uiteengezet, allereerst
de uiterst twijfelachtige waardeering van
den gezeten burger voor kunst en poëzie.
Tot tweemaal toe wordt gezegd, dat het
dichten der vorstin, op zichzelf een hulde
nog niet wettigen zou, als er niets anders
bij kwam. En wat moet er dan wel bij
komen in de oogen der aanstichters van dit
huldebetoon? De circulaire haast zich het
met zooveel woorden te zeggen.
Wetensetófppelijkheid moet er bij komen, liefdadig
heid moet er bij komen, kunstfocscherming
moet er bij komen. Maar bovenal moet de
Vorstelijkheid er bij komen en al die andere
bijkomstighedi^^o^ifchijnen met een ideaal
licht.
Denk eens! Een Koningin die weten
schappelijk is (de vorstelijke liefdadigheid
is geen nieuws meer) maar o! een Koningin
die boeken schrijft, die dicht, die ons Haar
Gedachten, hoe onnoozel ook, wel geven
wil.... Het sufste verhaaltje wordt geadeld,
als het vloeit uit een Koninklijke Pen, de
flauwste en zoetste moraal schijnt ons ver
heven, als zij op een Troon wordt beleden,
de naarste rfjmelarijtjes zullen wij fijn en
geestig prijzen, zoo de bundel maar een
koningskroontje vertoont!
Waarom eigenlijk ? Ja, waarom ?
Wijl de burgerklasse, waar deze gevoelens
(en rijkelijk) floreeren, zich haar minne
kom-af pijnlijker schijnt te herinneren, naar
mate zij breeder plaats en grooter machts
positie in de wereld inneemt. Sedert zij aan
haar strijdbare oppositie geen waardigheid
meer ontleent, is zij voor de grootheid"''
gaan voelen en heeft zich zelve verloren
op 't eigen oogenblik, dat ook van de
vorstelijke waardigheid geen spoor meer
over was. En nu buigen en grijnzen die
twee elkaar toe en spelen aap, wat heb je
mooie jongen" en zijn beurtelings kat en
kandeleer.
Niet dat dit juist individueel be
weerd wordt. Al zijn verwaterde romantiek,
waarin de krachtlooze bloem van zijn gods
dienst bloeit, neemt de burgerman te baat
om de schimmen der hedendaagsche vorste
lijkheid op te sieren tot zijn idealen, waarbij
dan behoort, dat hij hun de deugden en
moraal van zijn eigen stand naïevelijk mee
geeft. Men kan b.v. lezen in een artikel over
Carmen Sylva, waarvan een overdruk bij de
circulaire gevoegd is, dat de Verheven
Vorstin Haar Gemaal werkelijk ter zijde
staat in zijn regeertaak... door zijn koninklijk *
tehuis te maken tot een comfortabel en
werkelijk huiselijk interieur". En: ... als
koning Carol zich ten oogenblik vrij maakt
om buiten de uren der maaltijden met haar
(de koningin) te vertoeven, denkt ze niet
meer aan werken, is haar eenige zorg zijn
comfort".
Dat schijnt te beteekenen, dat de Hooge
Vrouwe dadelijk met Zijn Pijp, Zijn Konink
lijke Sloffen en een warmen rhumgrog aan
komt. Precies zoo denkt de philister zich
nog altijd de juiste verhouding tusschen
Man en Vrouw en acht het feminisme uit
den booze.
Omdat nu blijkbaar de Koningin van
Roemenie zich zoo bizonder tot burgerlijk
Ideaal van vorstelijkheid leent, omdat er van
haar geen zedeschandalen bekend zijn, omdat
zij schijnbaar eenvoudig leeft, in't algemeen
de pose van den edelen eenvoud aannam en
wel wilde afdalen tot de sfeer der zeer
burgerlijke schrijvers, die nog altijd met een
versleten Duitsch idealisme te koop
loopen, daarom wordt deze beroemde vorstin
door zoovelen geëerd. Hun kinderlijke hart
opent zich naar dien glans van
Dertig-centsbazar-achtige vorstelijkheid en het lezen van
romannetjes door een Koningin geschreven,
geeft hun reeds een popelend gevoel van
Hoffahigkeit.