Historisch Archief 1877-1940
4 jan. '14. ~ Nó. Ï906
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ii. mm mm. mm m ASBESTCEKSTPLATHI
JVartlnir.- .
MARTINITPLATEN zfln:
brand-, trek- en
Vraagt pryzen en monster».
A nu E s-.
113, Anuterdam.
PRIJS Fl. l.- in apotheken en drogittarijen.
Monden - Brochure* Afwttclwp Sirphaltetf. 34. AiraMM
IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIl Illll l Illllllll
teld is, maar n keer mee ben geweest, en
toch heb ik een heele synthese van al die
nachten gegeven. Wat ik daar geef, kan dus
onmogelijk door de zinnen waargenomen
zijn geweest. Dat is een voortdurend peilen
! en invoelen bij visioenair verbeelden en
fan\ tastisch zien. Toch is dit de eenige manier
! waarop de realiteit zich openbaart. Dat is
i het orgaan van den kunstenaar waardoor
hij de realiteit naar voren haalt zooals zij
| is, al lijkt het doorloopend fantasie....
i Hij weidde nu eenigen tijd uit over zijn
nieuwe treurspel Saul en David", waarop
hij dien avond al meermalen had gezinspeeld.
De belangstellende lezer vindt in mijn boekje
hierover het noodige. Toen hij nu
Shakespeare, Goethe, Dr. Meijer, Robbers, Kautsky
en Vondel (tres tonnès de se trouver ensemble)
aanriep, en ik weer de teekenen van ongeduld
\ vertoonde, die te vertoonen ik mij tot plicht
?had gesteld, liet hij zich met een plof weer
Un zijn schuitje vallen:
i Ik heb mij, ik voorkom Uw vraag,
afgeWaagd: wat hebben sociaaldemocraten en
Arbeiders aan zoo'n kunst in dezen tijd ? Ja,
ivat hebben zij aan de kunst van Beethoven,
kran Shakespeare, van Vondel, van Goethe.
|n iedere groote kunst moet zijn een
geesteijke inhoud die onafhankelijk is van tijd en
persoon en waar iedereen, altijd, groote
lessen uit kan trekken. Er is mijn tragedie
ten figuur, die tot voorbeeld kon zijn voor
lederen sociaal-democraat die door
indivi[ueele plagen wordt gehinderd. Hij Is het
wijs van het feit, dat je je alleen aan de
;oddelijke macht hebt over te geven, zooals
ik de Jezuïeten het doen,| alleen|op een
der levensplan. David is het symbool van
eeuwig levende kracht, de
onverwelkre Joodsche levensdrift, de
vreugdebloeming van het bestaan. Zouden ook
tociaalmocraten daar niet aan hebben ? Zou de
heele antieke beschaving niets voor hen
:zen, omdat zij zijn gekomen tot een
ideren levensfeer ? U zult vragen: waarom
ten wij tot een tijd van vijfduizend jaar
terug, als wij in dezen tijd toch
gelijkrtige figuren kunnen vinden. Dat hangt
ituurlijk heelemaal af van den persoonlijken
L eppingsdrift die in den kunstenaar leeft.
rom heeft Rembrandt in een tijd van
GJbloei van de bourgeoisie getracht mannen
n|liilimiliiiiniiiiliiiiiiiiifliiiiitiiilMiiiiiiiiiiiimtiii iiiiiniiiiiiiiii
eivan een meer modern systeem, een bulldog.
Hiermee kun je een os dood schieten,
z< hij en liefkoosde zijn revolver als een
meder haar eersteling, lederen dag legde
hj haar uit elkaar, reinigde de onderdeelen
mj een vetlap, smeerde haar met de olie
vA Katja's naaimachine, en als hij met Katja
büen de stad wandelde, maakte hij haar
bag door op een doel te mikken. Hij nam
d»rtoe eenige vellen papier mee, teekende
er een Turk of een Engelschman op, telde
vf en twintig passen af en pang, schoot
dipr het papier.
- Goed zoo! Dat is gezond. In 't linker
ort! Dit schot was direkt doodelijk, riep
hijtriomfantelijk, met het doorschoten papier
teug komend.
>ie bulldog was zwaar en lomp en daarom
ontemakkelijk in den zak te dragen. Toch
hai Paul Ivanovitsj haar altijd bij zich, om
dat hij bang was voor dieven, dronken
scroenmakers en persoonlijke beleedigingen.
Lattr verkocht hij zijn bulldog aan een
colleg! en schafte zich een, Smit en Wisson aan.
Hoe klein ook van vorm, toch tien
mad beter dan een bulldog, zei Paul
Ivanovtsj. En bij het leger is dit model
ookin gebruik.
- Ach Paul, als je eens wist, wat een
onnst je met je revolver bij de familie
tewteg brengt. Waartoe is dat noodig?
zucltte Katja.
Dat begrijp jij niet, moedertje. Tegen
woordig kan men zonder revolver niet leven,
niet al die inbraken.
"Ben je weer met je pistool bezig, placht
genwlijk Katja's moeder te zeggen, wanneer
ze zig dat Paul Ivanovitsj na het eten weer
aan djn geliefde bezigheid was.
Dit is geen pistool, antwoordde Paul
dan, dit is een revolver. Een reusachtig
onderscheid. Een pistool heeft maar n
kpgë, maar hiermee kun je in n minuut
vijf menschen tegen den grond leggen.
Alstublieft!
Het oudje maakte dan maar, dat ze uit
de kamer kwam.
Dat loopt nooit goed af, placht ze te
zeggen. Waarom gooi jij dat ding niet weg,
Katja? Een ongeluk is gauw gebeurd.
Maar Paul Ivanovitsj liet zich niet storen,
hij schroefde, los en vast, wreef, oliede en
stak het wapen in het etui, waarop een
papiertje met de woorden: voorzichtig!
Geladen!
's Zomers op de datsja (zomerwoning)
gebeurde het niet zelden dat Paul Ivanovitsj
inbrekers meende te hooren, sluipend langs
de vensters. Dan nam hij zijn revolver en
ging staan luisteren in het portaal. Alles
was stil. Alleen een hond blafte ergens.
Dieven zijn 't niet. Maar dat geblaf is
verdacht.
En daarom loste Paul Ivanovitsj twee
schoten in de lucht.
mm mm
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONARD LANG,
Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
Miiiiiiitiiimmiii
iiiiiiftiiiiiiiiiiiiiii
IIIIMIIIIIIIII1IIIII
als Sanl of Homerus te scheppen ? Omdat
er in Saul geweldig heroïsche elementen
zijn, die in dezen tijd niet in die mate
werden gevonden.
En ook, is de schoonheid van het vers, de
kunst van het woord, niet voor de proletariërs
een zeer genietbare kunst, als die inderdaad
schoon is, natuurlijk ? Wat hebben zij aan
Van Oort, als zij zijn middeleeuwsche romans
lezen, vol merkwaardige middeleeuwsche
feiten? Dat zij een visie krijgen op dat
tijdperk. Ten slotte blijkt mij dat de natuur
van ieder kunstenaar, al is hij ook socialist,
voor bepaalde werkzaamheden wordt aan
gewezen. Gorter zou nooit iets kui\nen zijn
dan lyrisch dichter en propagandist, omdat
hij het episch dramatisch vermogen mist.
E. D' OLIVEIRA
* * *
Nieuwe Boeken voor Kinderen
Blondje, een verhaal voor meisjes, door
CLÉMENCE H. BAUER. Zutphen, P. van
Belkum Az.
Het is van een blond, verlegen meiske,
dat niets heeft dan een vader, wien zij met
teeder bedoelen wil zijn de fleur en vertroos
ting van zijn trieste huis. Door haar ernst
en heilige toegewijdheid een vroeg-oud kind,
dat het spel harer genooten niet kent en niet
de bekoring der onderlinge vertrouwelijkheid,
gaat ze lichamelijk en geestelijk kwijnen.
Haar eenzelvigheid en schuwheid liggen als
zware schaduwen over het teere bloeisel
van haar jong leven, en op advies van den
geneesheer moet zij een half jaar naar buiten.
In de warme sfeer van den Olmenburch",
waar mevrouw de Bruin en haar dochter
Ida met betooverende ongekunsteldheid, met
schalkheid en scherts en toch met zoo
diep en wijs inzicht de robbedoezen van
logé's in het rechte spoor houden, ontbot uit
Blondjes stugge teruggetrokkenheid lang
zaam haar natuurlijke, kinderlijke
vroolijkheid. Blondje heeft een prettige zomer van
spel en aangename bezigheid, en tante"
Ida wordt aan het eind haar zeker niet met
wantrouwen ontvangen tweede moeder.
Blondje" zou ik mogen noemen het boek
van tact en zachtheid", want in het bestier
III IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIflIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIII l Illllllll II l Illlllll
Ik zal je wel krijgen, zei hij tegen den
ingebeelden dief.
Wat is er gebeurd, vroeg angstig de
wakker geworden Katja
Slaap maar rustig door. We zijn al veilig.
Ik was zoo ongerust. Wat was er dan?
Ik dacht inbrekers. Maar alles is in orde.
's Morgens kwam de politie en zei, dat
het verboden was, in een bewoond
zomerverblijf te schieten, omdat het gevaarlijk was.
Stelen in een bewoond zomerverblijf
is zeker wel geoorloofd, overblufte Paul den
politiedienaar.
Schieten is schieten en stelen is stelen
antwoordde deze.
- Dus stelen is geoorloofd?
Waarachtig niet. Maar ik spreek alleen
over het schieten.
En als ik mijn eigendom verdedig en
mijn leven ? zei Paul Ivanovitsj en hij ging
voort met schieten en dacht:
Ik heb maling aan de politie.
Paul Ivanovitsj twijfelde er geen oogenblik
aan, dat hij in geval van nood in staat was
zich dood te schieten. Daaraan geloofde hij
onvoorwaardelijk, en meer dan eens had hij
reeds op een stukje papier geschreven:
Nierhand heeft schuld aan mijn dood. Dat
hij tot dusver nog niet dit gebruik van zijn
revolver gemaakt had, vond uitsluitend zijn
verklaring in het feit, dat er per slot van
rekening nog geen aanleiding' geweest was,
zich dood te schieten. Alles kwam altijd nog
goed terecht, maar als Katja toevallig zoo'n
papiertje vond, kromp zij van schrik ineen
en haar handen, die toch al op kinderhandjes
gekken, 'werden koud als bij een doode. Zij
begon Paul Ivanovitsj overal na te loopen,
ze sliep niet 's nachts, werd mager en sloop
als een schim door de woning, ieder oogen
blik de vreeselijke katastrofe verwachtend.
Zij liet haar moeder komen en dwong ook
deze Paul Ivanovitsj overal te volgen,
zoodat de oude vader zich ergerde.
Ik kan niet slapen zonder Serafimotsjka,
bromde hij en sprak als zijn meening uit,
dat zijn schoonzoon zeker in diepen slaap
lag, terwijl zij de wacht hielden.
Maar heusch, ik ben zoo bang, ik kan
moeder voorloopig niet missen, zuchtte Katja.
Als er dan eenige dagen voorbij waren
gegaan en het gebleken was, dat het ge
heimzinnige document zijn kracht verloren
had, stond Katja haar moeder toe, weer naar
huis te gaan. Ze werd kalm en het leven
hernam zijn gewonen loop.
't Werd avond, en Katja was nog niet terug.
De lampen waren nog niet aangestoken en in
de kamers lag een droeve duisternis, vol
onheilspellende, lange schaduwen, die on
aangename voorgevoelens verwekten. Paul
Ivanovitsj was somber gestemd.
Ze zullen wel niets gegeven hebben,
de sch... dacht hij.
Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden
ZIJN GOEDKOOPER
dan sokken welke na twee maanden versleten zijn.
Verlang daarom nog heden een half dozijn
AVIATA" GARANTIE SOKKEN
van Uwen leverancier.
PU d'Ecosse PI. 4.25 en PI. 5.40 -?,a1f ,,,._«_
Merino 6.00 per hal* doz**n'
Utrechtsche Tricotage Fabriek
WICHER JANSEN, Utrecht
Ongelukken
Aansprakelijkheid
O C E A M
AMSTBEI)AM
Ziekten
Automobiel
flIltllllllltlllllfIHIIIIfIflIllflIllflIJfflllllllfIfftllllllltlllllllllinillllllllflIllltMIflllllllllllllflIllllflIllllllllllulllllliiiiii
op den Olmenburch heerschen ongewone
mildheid en een warm begrijpen, en wel
met voordacht heeft de schrijfster vastge
legd hoe de charme van die omgeving het
eenzelvig kind onder haar betoovering kreeg.
Prettig om te lezen, vol kleur en nuance, is
dit een boek bij uitnemendheid voor meisjes
van tien tot twaalf jaar.
HESSEL JONGSMA
Rembrandt bij Fred. Muller
De heer Janssen, die onlangs uit een
Amerikaansche collectie een importante
Rembrandt aankocht, heeft ten believe van
de vele belangstellenden, het schilderij
eenigen tijd ten toon gesteld bij Fr. Muller
(Doelenstraat, Amsterdam).
Nu heeft deze firma nog vier andere, tot
dusver nimmer geëxposeerde Rembrandt's,
daaraan weten toe te voegen, benevens een
aantal teekeningen, aldus een wel kleine
maar zeer belangwekkende
Rembrandt-tentoonstelling improviseerend. Want de schil
derijen zijn uit verschillende tijdperken van
Rembrandt's leven.
De Lucretia (van den heer Janssen) is van
omstreeks 1660, en het zelfportret valt daar
mee wel ongeveer samen. Maar geheel'daar
tegenover staan twee portretten uit zijn
vroegsten tijd omstreeks 1630 zoodat
we hier een groote schildermacht in zijn
ontluiking en uitgroei te aanschouwen
krijgen. Op de Lucretia vooral, stel ik me
voor de volgende week nog terug te komen.
De firma Fr. Muiier verleent welwillend
ieder toegang tot de tentoonstelling, mits
hij daarvoor even belet aan vraagt op haar
bureau.
W. S.
* * *
Ingezonden
Onze spoorwegrijtuigen 3e klasse
Geachte redactie,
Als trouw lezer van uw blad, kan ik niet
nalaten volle instemming te betuigen met
iiiiiiiiiiHiiiiixiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiiiiiiimiiMitiiiHiiiiMMiiiiimiii
Reeds had hij op een stukje papier de
woorden geschreven : Niemand heeft schuld
aan mijn dood'', en met groote stappen liep
hij door de kamers op en neer.
Hebben ze dan geen hart! Twee
steenen hebben ze, twee met mos begroeide
steenen. Alles is uit ! Ik kan toch waarachtig
niet in de beklaagdenbank gaan zitten wegens
die ellendige zeshonderd roebel. De men
schen stelen duizenden, honderdduizenden
en het lukt hun. Maar bij mij natuurlijk is
alles afgeloopen om een ongelukkige zes
honderd roebel. Eer weg, positie weg, alles,
alles !
Paul Ivanovitsj herinnerde zich een van
vele gevallen, waarbij een diefstal over vele
duizenden, waarvan iedereen wist, gewoon
doodgezwegen werd en de schuldige alleen
maar uitgenoodigd werd zijn pensioen aan
te vragen.
Die onrechtvaardigheid deed hem pijn.
Hoe meer men bij ons steelt, hoe beter,
dacht hij, en keek op zijn horloge.
Het tuig heeft niets gegeven, 't was
beter geweest een paar duizend te verduis
teren, dan liet ik ten minste geen bedelaars
achter, 't Is toch beroerd, om te gronde
te gaan wegens zoo een paar honderd roebel.
Beroerd !
.De oogen van Paul Ivanovitsj werden
vochtig. Hij had medelijden met zijn ver
nield leven. Hij is "nog" jong, pas vier en
dertig, hij zou nog zooveel uit de bron des
levens kunnen putten en wie kon zeggen,
welk geluk hem in de toekomst nog be
schoren was. En nu moest alles uit zijn !
Ze zullen een kruis op het graf zetten,
fluisterde Paul Ivanovitsj en in zijn verbeel
ding zag hij een eenvoudig houten kruis
met een krans verwelkte bloemen. Katja
staat naast het kruis, zwart gekleed, met
een langen zijden sluier en Nadja, die weent,
houdt zij bij de hand.
. . . Men heeft hem niet gewaardeerd tijdens
zijn leven, men zal hem pas waardeeren na
zijn dood. En men zal hem lief krijgen . . .
en men zal begrijpen, begrijpen . . .
Paul Ivanovitsj ademde zwaar, scherpe
trekken kwamen op zijn gezicht en het was,
of de dood zijn voorhoofd reeds
geteekend had.
Katja is er nog niet . , . Ze hebben
niet gegeven. . . . Waartoe leven ze dan ?
---- Paul Ivanovitsj zette zich in een
fauteuil en nam de pose van een ter
dood veroordeelde aan. Tegenover hem
brandde in den haard het droge, knette
rende dennehout. De roode en gele vlammen
lekten er langs en de gloeiende stukken
vielen, sidderend uit elkaar. Langzamerhand
zonken ook de vlammen weg, alleen gloei
ende brokken bleven, en die doofden ook
en werden asch, en daarna was alles zwart
en niet meer heet: zoo is het leven ook.
Buiten hield een slede stil voor de deur.
iiiiiiiniiiiiiiii iiiiiiiiniiilllinillll
het ingezondene: Onze spoorwegrijtuigen
3e klasse" nu juist in verband met het
laatste ongeluk bij Beilen. Waren de laatste
rijtuigen geen oude rommelkasten geweest
van de vroegere Rhijnspoor, dan hadden we,
tien tegen n, deze catastrophe hoogstwaar
schijnlijk niet te boeken.
Als u eens lust hebt tot onderzoek, gaat
dan s.v.p. eens zien welk materiaal gebruikt
wordt op de lijn Almelo?Zwolle.
Voor beesten is het vervoer bij de S.S.
beter dan voor menschen!
Hoogachtend,
A. J. v. S.
* * *
Nieuwe Uitgaven
MARIE HILDEBRANDT, Nieuwe Versjes.
Teekeningen van NELLY SPOOR. Utrecht.
W. de Haan.
Kanaalverbinding van Twenfe en Winters
wijk met den IJssel bij Zutphen. Rapport
uitgebracht door de Ingenieurs J. v. HASSELT
en DE KONING, in opdracht van het Algemeen
Comité.
Rotterdam, in honderd jaren 1813?1913,
Gedenkboek voor den jare 1913, 136 pag.,
?3. Rotterdam, Nederl. Kioskenmaatschappij.
Prof. dr. G. v. RIJNBERK, Artsen-monopolie
en kwakzalvers-vrijdom, 28 pag. Prijs ?0.50.
Amsterdam, Uitg. Mij. F. van Rossen.
Dr. TH. CHRISTEN, De groote Vplksziekten
van onzen tijd. (Bibl. voor reiner leven,
No. XXI)130 pag., ? 0.10. Soest, Chreestarchia,
afd. Uitgeverij.
* * *
Inhoud van Tijdschriften .
Den Gulden Winckel: Frans de Backer,
De geschiedenis van een hond (Octave
Mirbeau, Dingo). E. d'Oliveira, Bij Her
man Heijermans.
?i* *Z* *i*
.11 IIIIIIHI iMiHiliiiiimimiiiiiiiiiMiiiuillMiiiiiiiiiiiiiiiim
Dat zal Katja zijn. Paul Ivanovitsj sprong
van zijn stoel op, en in zijn onrust haastte
hij zich bijna de deur te openen. Maar het
viel hem moeilijk te vragen of de ellende
lingen geld gegeven hadden, en daarom
vroeg hij niets, toen' hij Katje binnen liet,
ging haastig naar de kamer terug en begon,
de handen in de zakken van zijn colbert,
heen en weer te loopen:
Als ze gegeven hadden, zou Katja 't al
gezegd hebben.
Katja deed haar mantel en mutsje af en
trad binnen, vermoeid en droevig. Eenige
oogenblikken zwegen zij. Toen ging Paul
Ivanovitsj naar zijn vrouw en keek haar
vragend aan.
Mijn God, wat een vernedering, zei
Katja, en bedekte het gelaat met haar zakdoek.
Wat zeiden ze dan? vroeg Paul Iva
novitsj dof.
Mijn God, wat een vernedering, fluis
terde Katja weer.
Maar spreek toch eindelijk! Vernedering!
Vernedering! Je dacht zeker, dat ze je zouden
omhelzen en zeggen, als-je-blief, hier. Je
hadt op alles voorbereid moeten zijn. Wan
neer het om het leven gaat, moet men
flink zijn.
Katja stond bij de piano en weende.
Je hadt moeten smeeken: het leven
hangt er van af.
Ze spraken van de vijftig roebel, zei
Katja zacht.
Dat wist ik wel! En wie zijn schuld
is het? Ik heb indertijd wel gezegd, dat
men niet over een mantel mag denken,
zoolang men schulden heeft. Heb ik dat
gezegd of niet? De duivel zal je halen,
met je mantel erbij. Nu kan ik verrekken
terwille van jouw mantel!
Katja zweeg en Paul Ivanovitsj liep heen
en weer en sprak onophoudelijk. Hij had
niets dan verwijten, beleedigingen en ver
nederende woorden. Hij zei, dat men hem zijn
huwelijk opgedrongen had, en verhinderd,
zijn eindexamen te doen, dat ze zich als
hongerige wolven van hem hadden meester
gemaakt, dat het jammer was, dat hij zich
niet dadelijk van kant gemaakt had, en
haalde er zelfs dien luitenant bij, met wien
hij Katja verdacht had.
Dat lieg je, schreeuwde plotseling Katja,
haar handen van het gezicht nemend, dat
lieg je! dat lieg je!
.?Zoo, zoo. Nu, dat is mooi!
Paul Ivanovitsj liep snel naar zijn kamer.
Katja riep hem achterna:
Leugenaar. Je liegt! je liegt! en trapte
met de voeten op den grond.
't Is goed. Alles is nu uit. Een kogel
door het hoofd en verder niets, schreeuwde
op zijn beurt Paul Ivanovitsj en sloeg de
deur van zijn kamer dicht.
Waar is de revolver? riep hij terug
komend. Geef de revolver terug!
BOUWT- TE NUNSPEET.
Mooie boschrijke terreinen.
Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon.
Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
Perrier-Jouet
Epernay.
Cohcessiönnairesi
Sauter & Polis,Maastricht.
CANNES (Rivièra.)
HOTEL SUISSE.
QUARTIER Ou CERCLE NAUTIQUE.
Hollandsen Familie Hotel. Zeer modern
Ingericht. Appartem. met Bad en W. C.
Kamers met Kond- en Warmwaterleiding.
Prosp. Intern. Verkeersbur., Amst., Raad
huisstraat 16 en Den Haag, Papestraat 5
of door den Eigenaar A. K L L E B.
Voor
eerste
klas
PIANO'5
l IHIW GARANTIE
-KESSEUS'KON.FABRIEK. TILBURG
VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMÜNBETtllNG
NIZZA
HOTEL SUISSE
Heerlijk beschut gelegen. Lift. Centr. verw.
Groote tuin. Prosp. Intern. Verkeersbureau,
Amst, Raadhuisstr. 16; den?Haag, Papestr. 5.
Correspondentie
Voor wat betreft abonnementen, adver
tenties, bezorging van het Weekblad,
uitbetaling van het honorarium e. d., wende
men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE
van De Amsterdammer, Keizersgracht 333,
Amsterdam.
Men gelieve bij opgave van
adresveranderingen te vermelden of deze van
blijvenden of van slechts tijdelijken aard
zijn. Bovendien geve men niet alleen de
nieuwe maar ook de oude woonplaats op.
Voor wat betreft artikels en ingezonden
stukken, wende men zich uitsluitend tot de
REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333.
Om teleurstellingen te voorkomen is het
gewenscht, dat de inzender iederen keer,
dat'hij een bijdrage zendt zoowel op zijn
brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres
duidelijk leesbaar vermeldt,
dat de inzender een voldoend bedrag in
postzegels toevoege (los in den brief)
indien bij niet-plaatsing terugzending ver
langd wordt.
Op anonieme zendingen of berichten
wordt geen acht geslagen.
Katja liep de kamer uit, maar Paul
Ivanovitsj greep haar pols en riep weer:
De revolver. Ik eisch de revolver. Dat
is niet eerlijk!
Katja rukte zich los en verdween.
Daar, daar! Schiet je dood, riep Katja,
hysterisch lachend en hield de revolver in
de hand.
Paul nam het wapen en ging naar zijn
kamer, en Katja bleef midden in den salon
staan, en handen wringend schreeuwde ze
met een dwazen lach:
Maar schiet je dan toch dood. Ik ver
zoek het je. Bevrijd mij dan eindelijk.
Moeder! Moeder! riep op eens een
kinderstem en het teere figuurtje van Nadja
kwam zich bij Katja verbergen.
Luid sloeg de deur in het slot. En alles
werd stil. Alleen de klok tikte hard en ge
stadig. Agrafjona haalde diep adem, terwijl
ze het theegerei spoelde.
Krampachtig schokkend met haar lichaam
lag Katja dien nacht op bed, Nadja in haar
armen. Nu en dan richtte zij zich op haar
elboog op en bij het zwakke schijnsel van
het olielichtje voor het Christus beeld, keek
ze Nadja oplettend aan. Het gezichtje was
kalm, de wangen rood en tusschen de tiarf
geopende lipjes waren kleine scherpe, regel
matige tandjes zichtbaar.
Voorzichtig boog Katja zich over het kind,
legde haar koude lippen tegen Nadja's voor
hoofd.
Toen het begon te schemeren, stond Katja
voorzichtig pp. Ze ging door de kamers,
die in het kille morgenlicht stil gedompeld
lagen en keek door de half openstaande
deur van Paul's kamer. Op de schrijftafel
stond de lamp en brandde haar laatste don
ker licht ten einde onder de groene kap.
Paul Ivanovitsj lag op de sofa, de beenen
hoog opgetrokken. Hij scheen zoo klein, zoo
klein.
Katja ging de kamer binnen, om de lamp
uit te draaien. Op de tafel lag de revolver
en het papiertje: Niemand heeft schuld
aan mijn dood".
Paul [vanovitsj ademde gelijkmatig, rustig
en alleen nu en dan brak er in zijn adem
haling iets door als de klacht van een kind,
dat reeds opgehouden heeft met huilen,
maar-de slijm in zijn keeltje niet kwijt kan
raken.
Katja stond lang met gebogen hoofd en
keek naar Paul Ivanovitsj. Daarna haalde zij
diep adem en liep op haar teenen de
kamer uit:
Arme jongen", fluisterde ze, en deed
voorzichtig de deur dicht.