De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 4 januari pagina 3

4 januari 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

4 jan. '14. ~ Nó. Ï906 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ii. mm mm. mm m ASBESTCEKSTPLATHI JVartlnir.- . MARTINITPLATEN zfln: brand-, trek- en Vraagt pryzen en monster». A nu E s-. 113, Anuterdam. PRIJS Fl. l.- in apotheken en drogittarijen. Monden - Brochure* Afwttclwp Sirphaltetf. 34. AiraMM IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIl Illll l Illllllll teld is, maar n keer mee ben geweest, en toch heb ik een heele synthese van al die nachten gegeven. Wat ik daar geef, kan dus onmogelijk door de zinnen waargenomen zijn geweest. Dat is een voortdurend peilen ! en invoelen bij visioenair verbeelden en fan\ tastisch zien. Toch is dit de eenige manier ! waarop de realiteit zich openbaart. Dat is i het orgaan van den kunstenaar waardoor hij de realiteit naar voren haalt zooals zij | is, al lijkt het doorloopend fantasie.... i Hij weidde nu eenigen tijd uit over zijn nieuwe treurspel Saul en David", waarop hij dien avond al meermalen had gezinspeeld. De belangstellende lezer vindt in mijn boekje hierover het noodige. Toen hij nu Shakespeare, Goethe, Dr. Meijer, Robbers, Kautsky en Vondel (tres tonnès de se trouver ensemble) aanriep, en ik weer de teekenen van ongeduld \ vertoonde, die te vertoonen ik mij tot plicht ?had gesteld, liet hij zich met een plof weer Un zijn schuitje vallen: i Ik heb mij, ik voorkom Uw vraag, afgeWaagd: wat hebben sociaaldemocraten en Arbeiders aan zoo'n kunst in dezen tijd ? Ja, ivat hebben zij aan de kunst van Beethoven, kran Shakespeare, van Vondel, van Goethe. |n iedere groote kunst moet zijn een geesteijke inhoud die onafhankelijk is van tijd en persoon en waar iedereen, altijd, groote lessen uit kan trekken. Er is mijn tragedie ten figuur, die tot voorbeeld kon zijn voor lederen sociaal-democraat die door indivi[ueele plagen wordt gehinderd. Hij Is het wijs van het feit, dat je je alleen aan de ;oddelijke macht hebt over te geven, zooals ik de Jezuïeten het doen,| alleen|op een der levensplan. David is het symbool van eeuwig levende kracht, de onverwelkre Joodsche levensdrift, de vreugdebloeming van het bestaan. Zouden ook tociaalmocraten daar niet aan hebben ? Zou de heele antieke beschaving niets voor hen :zen, omdat zij zijn gekomen tot een ideren levensfeer ? U zult vragen: waarom ten wij tot een tijd van vijfduizend jaar terug, als wij in dezen tijd toch gelijkrtige figuren kunnen vinden. Dat hangt ituurlijk heelemaal af van den persoonlijken L eppingsdrift die in den kunstenaar leeft. rom heeft Rembrandt in een tijd van GJbloei van de bourgeoisie getracht mannen n|liilimiliiiiniiiiliiiiiiiiifliiiiitiiilMiiiiiiiiiiiimtiii iiiiiniiiiiiiiii eivan een meer modern systeem, een bulldog. Hiermee kun je een os dood schieten, z< hij en liefkoosde zijn revolver als een meder haar eersteling, lederen dag legde hj haar uit elkaar, reinigde de onderdeelen mj een vetlap, smeerde haar met de olie vA Katja's naaimachine, en als hij met Katja büen de stad wandelde, maakte hij haar bag door op een doel te mikken. Hij nam d»rtoe eenige vellen papier mee, teekende er een Turk of een Engelschman op, telde vf en twintig passen af en pang, schoot dipr het papier. - Goed zoo! Dat is gezond. In 't linker ort! Dit schot was direkt doodelijk, riep hijtriomfantelijk, met het doorschoten papier teug komend. >ie bulldog was zwaar en lomp en daarom ontemakkelijk in den zak te dragen. Toch hai Paul Ivanovitsj haar altijd bij zich, om dat hij bang was voor dieven, dronken scroenmakers en persoonlijke beleedigingen. Lattr verkocht hij zijn bulldog aan een colleg! en schafte zich een, Smit en Wisson aan. Hoe klein ook van vorm, toch tien mad beter dan een bulldog, zei Paul Ivanovtsj. En bij het leger is dit model ookin gebruik. - Ach Paul, als je eens wist, wat een onnst je met je revolver bij de familie tewteg brengt. Waartoe is dat noodig? zucltte Katja. Dat begrijp jij niet, moedertje. Tegen woordig kan men zonder revolver niet leven, niet al die inbraken. "Ben je weer met je pistool bezig, placht genwlijk Katja's moeder te zeggen, wanneer ze zig dat Paul Ivanovitsj na het eten weer aan djn geliefde bezigheid was. Dit is geen pistool, antwoordde Paul dan, dit is een revolver. Een reusachtig onderscheid. Een pistool heeft maar n kpgë, maar hiermee kun je in n minuut vijf menschen tegen den grond leggen. Alstublieft! Het oudje maakte dan maar, dat ze uit de kamer kwam. Dat loopt nooit goed af, placht ze te zeggen. Waarom gooi jij dat ding niet weg, Katja? Een ongeluk is gauw gebeurd. Maar Paul Ivanovitsj liet zich niet storen, hij schroefde, los en vast, wreef, oliede en stak het wapen in het etui, waarop een papiertje met de woorden: voorzichtig! Geladen! 's Zomers op de datsja (zomerwoning) gebeurde het niet zelden dat Paul Ivanovitsj inbrekers meende te hooren, sluipend langs de vensters. Dan nam hij zijn revolver en ging staan luisteren in het portaal. Alles was stil. Alleen een hond blafte ergens. Dieven zijn 't niet. Maar dat geblaf is verdacht. En daarom loste Paul Ivanovitsj twee schoten in de lucht. mm mm AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent voor Nederland: J. LEONARD LANG, Stadhouderskade, AMSTERDAM. Miiiiiiitiiimmiii iiiiiiftiiiiiiiiiiiiiii IIIIMIIIIIIIII1IIIII als Sanl of Homerus te scheppen ? Omdat er in Saul geweldig heroïsche elementen zijn, die in dezen tijd niet in die mate werden gevonden. En ook, is de schoonheid van het vers, de kunst van het woord, niet voor de proletariërs een zeer genietbare kunst, als die inderdaad schoon is, natuurlijk ? Wat hebben zij aan Van Oort, als zij zijn middeleeuwsche romans lezen, vol merkwaardige middeleeuwsche feiten? Dat zij een visie krijgen op dat tijdperk. Ten slotte blijkt mij dat de natuur van ieder kunstenaar, al is hij ook socialist, voor bepaalde werkzaamheden wordt aan gewezen. Gorter zou nooit iets kui\nen zijn dan lyrisch dichter en propagandist, omdat hij het episch dramatisch vermogen mist. E. D' OLIVEIRA * * * Nieuwe Boeken voor Kinderen Blondje, een verhaal voor meisjes, door CLÉMENCE H. BAUER. Zutphen, P. van Belkum Az. Het is van een blond, verlegen meiske, dat niets heeft dan een vader, wien zij met teeder bedoelen wil zijn de fleur en vertroos ting van zijn trieste huis. Door haar ernst en heilige toegewijdheid een vroeg-oud kind, dat het spel harer genooten niet kent en niet de bekoring der onderlinge vertrouwelijkheid, gaat ze lichamelijk en geestelijk kwijnen. Haar eenzelvigheid en schuwheid liggen als zware schaduwen over het teere bloeisel van haar jong leven, en op advies van den geneesheer moet zij een half jaar naar buiten. In de warme sfeer van den Olmenburch", waar mevrouw de Bruin en haar dochter Ida met betooverende ongekunsteldheid, met schalkheid en scherts en toch met zoo diep en wijs inzicht de robbedoezen van logé's in het rechte spoor houden, ontbot uit Blondjes stugge teruggetrokkenheid lang zaam haar natuurlijke, kinderlijke vroolijkheid. Blondje heeft een prettige zomer van spel en aangename bezigheid, en tante" Ida wordt aan het eind haar zeker niet met wantrouwen ontvangen tweede moeder. Blondje" zou ik mogen noemen het boek van tact en zachtheid", want in het bestier III IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIflIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIII l Illllllll II l Illlllll Ik zal je wel krijgen, zei hij tegen den ingebeelden dief. Wat is er gebeurd, vroeg angstig de wakker geworden Katja Slaap maar rustig door. We zijn al veilig. Ik was zoo ongerust. Wat was er dan? Ik dacht inbrekers. Maar alles is in orde. 's Morgens kwam de politie en zei, dat het verboden was, in een bewoond zomerverblijf te schieten, omdat het gevaarlijk was. Stelen in een bewoond zomerverblijf is zeker wel geoorloofd, overblufte Paul den politiedienaar. Schieten is schieten en stelen is stelen antwoordde deze. - Dus stelen is geoorloofd? Waarachtig niet. Maar ik spreek alleen over het schieten. En als ik mijn eigendom verdedig en mijn leven ? zei Paul Ivanovitsj en hij ging voort met schieten en dacht: Ik heb maling aan de politie. Paul Ivanovitsj twijfelde er geen oogenblik aan, dat hij in geval van nood in staat was zich dood te schieten. Daaraan geloofde hij onvoorwaardelijk, en meer dan eens had hij reeds op een stukje papier geschreven: Nierhand heeft schuld aan mijn dood. Dat hij tot dusver nog niet dit gebruik van zijn revolver gemaakt had, vond uitsluitend zijn verklaring in het feit, dat er per slot van rekening nog geen aanleiding' geweest was, zich dood te schieten. Alles kwam altijd nog goed terecht, maar als Katja toevallig zoo'n papiertje vond, kromp zij van schrik ineen en haar handen, die toch al op kinderhandjes gekken, 'werden koud als bij een doode. Zij begon Paul Ivanovitsj overal na te loopen, ze sliep niet 's nachts, werd mager en sloop als een schim door de woning, ieder oogen blik de vreeselijke katastrofe verwachtend. Zij liet haar moeder komen en dwong ook deze Paul Ivanovitsj overal te volgen, zoodat de oude vader zich ergerde. Ik kan niet slapen zonder Serafimotsjka, bromde hij en sprak als zijn meening uit, dat zijn schoonzoon zeker in diepen slaap lag, terwijl zij de wacht hielden. Maar heusch, ik ben zoo bang, ik kan moeder voorloopig niet missen, zuchtte Katja. Als er dan eenige dagen voorbij waren gegaan en het gebleken was, dat het ge heimzinnige document zijn kracht verloren had, stond Katja haar moeder toe, weer naar huis te gaan. Ze werd kalm en het leven hernam zijn gewonen loop. 't Werd avond, en Katja was nog niet terug. De lampen waren nog niet aangestoken en in de kamers lag een droeve duisternis, vol onheilspellende, lange schaduwen, die on aangename voorgevoelens verwekten. Paul Ivanovitsj was somber gestemd. Ze zullen wel niets gegeven hebben, de sch... dacht hij. Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee maanden versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GARANTIE SOKKEN van Uwen leverancier. PU d'Ecosse PI. 4.25 en PI. 5.40 -?,a1f ,,,._«_ Merino 6.00 per hal* doz**n' Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht Ongelukken Aansprakelijkheid O C E A M AMSTBEI)AM Ziekten Automobiel flIltllllllltlllllfIHIIIIfIflIllflIllflIJfflllllllfIfftllllllltlllllllllinillllllllflIllltMIflllllllllllllflIllllflIllllllllllulllllliiiiii op den Olmenburch heerschen ongewone mildheid en een warm begrijpen, en wel met voordacht heeft de schrijfster vastge legd hoe de charme van die omgeving het eenzelvig kind onder haar betoovering kreeg. Prettig om te lezen, vol kleur en nuance, is dit een boek bij uitnemendheid voor meisjes van tien tot twaalf jaar. HESSEL JONGSMA Rembrandt bij Fred. Muller De heer Janssen, die onlangs uit een Amerikaansche collectie een importante Rembrandt aankocht, heeft ten believe van de vele belangstellenden, het schilderij eenigen tijd ten toon gesteld bij Fr. Muller (Doelenstraat, Amsterdam). Nu heeft deze firma nog vier andere, tot dusver nimmer geëxposeerde Rembrandt's, daaraan weten toe te voegen, benevens een aantal teekeningen, aldus een wel kleine maar zeer belangwekkende Rembrandt-tentoonstelling improviseerend. Want de schil derijen zijn uit verschillende tijdperken van Rembrandt's leven. De Lucretia (van den heer Janssen) is van omstreeks 1660, en het zelfportret valt daar mee wel ongeveer samen. Maar geheel'daar tegenover staan twee portretten uit zijn vroegsten tijd omstreeks 1630 zoodat we hier een groote schildermacht in zijn ontluiking en uitgroei te aanschouwen krijgen. Op de Lucretia vooral, stel ik me voor de volgende week nog terug te komen. De firma Fr. Muiier verleent welwillend ieder toegang tot de tentoonstelling, mits hij daarvoor even belet aan vraagt op haar bureau. W. S. * * * Ingezonden Onze spoorwegrijtuigen 3e klasse Geachte redactie, Als trouw lezer van uw blad, kan ik niet nalaten volle instemming te betuigen met iiiiiiiiiiHiiiiixiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiiiiiiimiiMitiiiHiiiiMMiiiiimiii Reeds had hij op een stukje papier de woorden geschreven : Niemand heeft schuld aan mijn dood'', en met groote stappen liep hij door de kamers op en neer. Hebben ze dan geen hart! Twee steenen hebben ze, twee met mos begroeide steenen. Alles is uit ! Ik kan toch waarachtig niet in de beklaagdenbank gaan zitten wegens die ellendige zeshonderd roebel. De men schen stelen duizenden, honderdduizenden en het lukt hun. Maar bij mij natuurlijk is alles afgeloopen om een ongelukkige zes honderd roebel. Eer weg, positie weg, alles, alles ! Paul Ivanovitsj herinnerde zich een van vele gevallen, waarbij een diefstal over vele duizenden, waarvan iedereen wist, gewoon doodgezwegen werd en de schuldige alleen maar uitgenoodigd werd zijn pensioen aan te vragen. Die onrechtvaardigheid deed hem pijn. Hoe meer men bij ons steelt, hoe beter, dacht hij, en keek op zijn horloge. Het tuig heeft niets gegeven, 't was beter geweest een paar duizend te verduis teren, dan liet ik ten minste geen bedelaars achter, 't Is toch beroerd, om te gronde te gaan wegens zoo een paar honderd roebel. Beroerd ! .De oogen van Paul Ivanovitsj werden vochtig. Hij had medelijden met zijn ver nield leven. Hij is "nog" jong, pas vier en dertig, hij zou nog zooveel uit de bron des levens kunnen putten en wie kon zeggen, welk geluk hem in de toekomst nog be schoren was. En nu moest alles uit zijn ! Ze zullen een kruis op het graf zetten, fluisterde Paul Ivanovitsj en in zijn verbeel ding zag hij een eenvoudig houten kruis met een krans verwelkte bloemen. Katja staat naast het kruis, zwart gekleed, met een langen zijden sluier en Nadja, die weent, houdt zij bij de hand. . . . Men heeft hem niet gewaardeerd tijdens zijn leven, men zal hem pas waardeeren na zijn dood. En men zal hem lief krijgen . . . en men zal begrijpen, begrijpen . . . Paul Ivanovitsj ademde zwaar, scherpe trekken kwamen op zijn gezicht en het was, of de dood zijn voorhoofd reeds geteekend had. Katja is er nog niet . , . Ze hebben niet gegeven. . . . Waartoe leven ze dan ? ---- Paul Ivanovitsj zette zich in een fauteuil en nam de pose van een ter dood veroordeelde aan. Tegenover hem brandde in den haard het droge, knette rende dennehout. De roode en gele vlammen lekten er langs en de gloeiende stukken vielen, sidderend uit elkaar. Langzamerhand zonken ook de vlammen weg, alleen gloei ende brokken bleven, en die doofden ook en werden asch, en daarna was alles zwart en niet meer heet: zoo is het leven ook. Buiten hield een slede stil voor de deur. iiiiiiiniiiiiiiii iiiiiiiiniiilllinillll het ingezondene: Onze spoorwegrijtuigen 3e klasse" nu juist in verband met het laatste ongeluk bij Beilen. Waren de laatste rijtuigen geen oude rommelkasten geweest van de vroegere Rhijnspoor, dan hadden we, tien tegen n, deze catastrophe hoogstwaar schijnlijk niet te boeken. Als u eens lust hebt tot onderzoek, gaat dan s.v.p. eens zien welk materiaal gebruikt wordt op de lijn Almelo?Zwolle. Voor beesten is het vervoer bij de S.S. beter dan voor menschen! Hoogachtend, A. J. v. S. * * * Nieuwe Uitgaven MARIE HILDEBRANDT, Nieuwe Versjes. Teekeningen van NELLY SPOOR. Utrecht. W. de Haan. Kanaalverbinding van Twenfe en Winters wijk met den IJssel bij Zutphen. Rapport uitgebracht door de Ingenieurs J. v. HASSELT en DE KONING, in opdracht van het Algemeen Comité. Rotterdam, in honderd jaren 1813?1913, Gedenkboek voor den jare 1913, 136 pag., ?3. Rotterdam, Nederl. Kioskenmaatschappij. Prof. dr. G. v. RIJNBERK, Artsen-monopolie en kwakzalvers-vrijdom, 28 pag. Prijs ?0.50. Amsterdam, Uitg. Mij. F. van Rossen. Dr. TH. CHRISTEN, De groote Vplksziekten van onzen tijd. (Bibl. voor reiner leven, No. XXI)130 pag., ? 0.10. Soest, Chreestarchia, afd. Uitgeverij. * * * Inhoud van Tijdschriften . Den Gulden Winckel: Frans de Backer, De geschiedenis van een hond (Octave Mirbeau, Dingo). E. d'Oliveira, Bij Her man Heijermans. ?i* *Z* *i* .11 IIIIIIHI iMiHiliiiiimimiiiiiiiiiMiiiuillMiiiiiiiiiiiiiiiim Dat zal Katja zijn. Paul Ivanovitsj sprong van zijn stoel op, en in zijn onrust haastte hij zich bijna de deur te openen. Maar het viel hem moeilijk te vragen of de ellende lingen geld gegeven hadden, en daarom vroeg hij niets, toen' hij Katje binnen liet, ging haastig naar de kamer terug en begon, de handen in de zakken van zijn colbert, heen en weer te loopen: Als ze gegeven hadden, zou Katja 't al gezegd hebben. Katja deed haar mantel en mutsje af en trad binnen, vermoeid en droevig. Eenige oogenblikken zwegen zij. Toen ging Paul Ivanovitsj naar zijn vrouw en keek haar vragend aan. Mijn God, wat een vernedering, zei Katja, en bedekte het gelaat met haar zakdoek. Wat zeiden ze dan? vroeg Paul Iva novitsj dof. Mijn God, wat een vernedering, fluis terde Katja weer. Maar spreek toch eindelijk! Vernedering! Vernedering! Je dacht zeker, dat ze je zouden omhelzen en zeggen, als-je-blief, hier. Je hadt op alles voorbereid moeten zijn. Wan neer het om het leven gaat, moet men flink zijn. Katja stond bij de piano en weende. Je hadt moeten smeeken: het leven hangt er van af. Ze spraken van de vijftig roebel, zei Katja zacht. Dat wist ik wel! En wie zijn schuld is het? Ik heb indertijd wel gezegd, dat men niet over een mantel mag denken, zoolang men schulden heeft. Heb ik dat gezegd of niet? De duivel zal je halen, met je mantel erbij. Nu kan ik verrekken terwille van jouw mantel! Katja zweeg en Paul Ivanovitsj liep heen en weer en sprak onophoudelijk. Hij had niets dan verwijten, beleedigingen en ver nederende woorden. Hij zei, dat men hem zijn huwelijk opgedrongen had, en verhinderd, zijn eindexamen te doen, dat ze zich als hongerige wolven van hem hadden meester gemaakt, dat het jammer was, dat hij zich niet dadelijk van kant gemaakt had, en haalde er zelfs dien luitenant bij, met wien hij Katja verdacht had. Dat lieg je, schreeuwde plotseling Katja, haar handen van het gezicht nemend, dat lieg je! dat lieg je! .?Zoo, zoo. Nu, dat is mooi! Paul Ivanovitsj liep snel naar zijn kamer. Katja riep hem achterna: Leugenaar. Je liegt! je liegt! en trapte met de voeten op den grond. 't Is goed. Alles is nu uit. Een kogel door het hoofd en verder niets, schreeuwde op zijn beurt Paul Ivanovitsj en sloeg de deur van zijn kamer dicht. Waar is de revolver? riep hij terug komend. Geef de revolver terug! BOUWT- TE NUNSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE Perrier-Jouet Epernay. Cohcessiönnairesi Sauter & Polis,Maastricht. CANNES (Rivièra.) HOTEL SUISSE. QUARTIER Ou CERCLE NAUTIQUE. Hollandsen Familie Hotel. Zeer modern Ingericht. Appartem. met Bad en W. C. Kamers met Kond- en Warmwaterleiding. Prosp. Intern. Verkeersbur., Amst., Raad huisstraat 16 en Den Haag, Papestraat 5 of door den Eigenaar A. K L L E B. Voor eerste klas PIANO'5 l IHIW GARANTIE -KESSEUS'KON.FABRIEK. TILBURG VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMÜNBETtllNG NIZZA HOTEL SUISSE Heerlijk beschut gelegen. Lift. Centr. verw. Groote tuin. Prosp. Intern. Verkeersbureau, Amst, Raadhuisstr. 16; den?Haag, Papestr. 5. Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Men gelieve bij opgave van adresveranderingen te vermelden of deze van blijvenden of van slechts tijdelijken aard zijn. Bovendien geve men niet alleen de nieuwe maar ook de oude woonplaats op. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, wende men zich uitsluitend tot de REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat'hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. Katja liep de kamer uit, maar Paul Ivanovitsj greep haar pols en riep weer: De revolver. Ik eisch de revolver. Dat is niet eerlijk! Katja rukte zich los en verdween. Daar, daar! Schiet je dood, riep Katja, hysterisch lachend en hield de revolver in de hand. Paul nam het wapen en ging naar zijn kamer, en Katja bleef midden in den salon staan, en handen wringend schreeuwde ze met een dwazen lach: Maar schiet je dan toch dood. Ik ver zoek het je. Bevrijd mij dan eindelijk. Moeder! Moeder! riep op eens een kinderstem en het teere figuurtje van Nadja kwam zich bij Katja verbergen. Luid sloeg de deur in het slot. En alles werd stil. Alleen de klok tikte hard en ge stadig. Agrafjona haalde diep adem, terwijl ze het theegerei spoelde. Krampachtig schokkend met haar lichaam lag Katja dien nacht op bed, Nadja in haar armen. Nu en dan richtte zij zich op haar elboog op en bij het zwakke schijnsel van het olielichtje voor het Christus beeld, keek ze Nadja oplettend aan. Het gezichtje was kalm, de wangen rood en tusschen de tiarf geopende lipjes waren kleine scherpe, regel matige tandjes zichtbaar. Voorzichtig boog Katja zich over het kind, legde haar koude lippen tegen Nadja's voor hoofd. Toen het begon te schemeren, stond Katja voorzichtig pp. Ze ging door de kamers, die in het kille morgenlicht stil gedompeld lagen en keek door de half openstaande deur van Paul's kamer. Op de schrijftafel stond de lamp en brandde haar laatste don ker licht ten einde onder de groene kap. Paul Ivanovitsj lag op de sofa, de beenen hoog opgetrokken. Hij scheen zoo klein, zoo klein. Katja ging de kamer binnen, om de lamp uit te draaien. Op de tafel lag de revolver en het papiertje: Niemand heeft schuld aan mijn dood". Paul [vanovitsj ademde gelijkmatig, rustig en alleen nu en dan brak er in zijn adem haling iets door als de klacht van een kind, dat reeds opgehouden heeft met huilen, maar-de slijm in zijn keeltje niet kwijt kan raken. Katja stond lang met gebogen hoofd en keek naar Paul Ivanovitsj. Daarna haalde zij diep adem en liep op haar teenen de kamer uit: Arme jongen", fluisterde ze, en deed voorzichtig de deur dicht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl