De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 11 januari pagina 5

11 januari 1914 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

11 Jan. '14. No. 1907 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENRUBRIEK lltlHIIIItllllH iriiimiimiiiiiimifiiiiiiiiimtii Uit een dagboek VAN EEN GEHUWDE VROUW GEWEZEN ONDERWIJZERES Den heelen dag heb ik verlangd naar dit oogenblik, dit stille avonduur, dat ik alleen zou zijn, rustig en eindelijk eens zou kunnen opschrijven wat er wart en werkt in mijn gedachten, in de hoop, ten slotte met mezelf tot klaarheid te kunnen komen. Nu ben ik kalm en helder en wel in staat, geloof ik, mijn gedachten te ordenen, mijn gevoel te ontleden, op te sporen wat dan toch de oorzaak is van die telkens weerkeerende onrust, dat ongelukkige gevoel van niet op m'n plaats te zijn, krachten ver spillende, onmachtig ze beter aan te wenden. Is dit nu het eindpunt, waartoe ik gekomen ben ? Is mijn levenspad nu voortaan afge bakend? Is dit mijn weg, die ik zoo duidelijk vór me zie ? Is dit voor nu en altijd mijn werk: huisvrouw en moeder? Het klinkt wel aardig, poëtisch, zelfs bijna grootsch : vrouw en moeder. Maar dan moet je niet in zulke bekrompen omstandigheden leven, van iedere uitgave vooraf te wikken en te wegfti, iedere cent haar bestemming te geven, bijna nog vór ze ontvangen is, van nooit eens uit te kunnen, nooit iets anders te zien dan de volksbuurt, waar je woont, of, bij goed weer, met de kinder wagen, een paar straten van een betere wijk, wat je nog maar ongelukkiger maakt. En dan iederen dag dezelfde, steeds terugkeerende, domme werkjes. Dat werk, waar je handen leelijk van worden en je haren vuil, dat je het armoedige gevoel geeft van huissloof te worden, verdoofd en verdoft in den eindeloozen cirkelgang van altijd eendere werkzaamheden, die je niet eens de»tijd gunnen, jezelf geestelijk op peil te houden, al was 't maar dat je gereld een krant kon lezen. Hél beneden, op de eerste, op de tweede tage, links en rechts en zoover als de straat is links en rechts wonen van die huissloofjes, die werken en ploeteren van 's morgens tot 's avonds: wasschen, strijken, boenen, dwei len, glazen zeemen, stoepen schrobben, iede ren dag weer en iedere week en altijd op 't zelfde uur van iederen nieuwen dag dat zelfde werk maar weer. Nooit klaar, nooit eens rustig het gevoel: 't is af.-'t Is nooit af. Altijd wacht er iets, nu dit, dan dat. Nooit is alles op z'n plaats en al het goed heel en alles schoon en opgeruimd voor goed. Zouden al die andere vrouwen dat gevoel nu ook hebben, dat rustelooze, gejaagde en angstige gevoel van voort te moeten, mét den stijgenden afkeer voor zulk werk? En nu! Dit kleine huishouden van twee menschen en een kind neemt al m'n tijd, doodt al m'n belangstelling. Van iets er bij verdienen komt niks niks niks! Je hebt het zelf gewild en vooruit geweten," zegt Herman, je wist, dat we arm zouden zijn en ik heb je honderdmaal ge zegd, dat jij niet deugde voor zulk werk. Je bent er niet voor geschikt en je opleiding is er niet naar geweest." Ach ja! Ik wist het en ik wist het niet! Ik zou niet ondergaan in het huis houden, ik zou de intellectueele vrouw blij ven de meelevende. Mijn belangstelling zou ik houden voor literatuur, politiek, kunst. Wat was nu ook een huishouding van twee menschen en n kind. En misschien wie weet zou ik nog wel tijd en gelegen heid vinden om er wat bij te verdienen, met lesgeven, hiisschien kon ik wel mede werkster worden aan een kinderkrant, de verzorging van een kinderrubriek op me nemen! Ieder dubbeltje, iedere cent tweemaal omkeeren en dan nog uitgeven voorhógnoodige dingen.Geen muziek.geen tooneelvoprstelling, zelfs geen boek. Nooit meer eens iets moois koopen, om ons huisje te versieren. Geen doek, geen kussens, geen vaasje. Zelfs slijten je mooie dingen en heb je geen geld ze te vervangen door andere, tenzij dan in 'het allergunstigste geval door leelijke alle mans bazarprullen. Daar gaan we dan en verarmen. Verarmen stoffelijk en geestelijk. Herman ook, die arme jongen, die driemaal in de week nog nawerkt om vijftig, zegge vijftig, heele guldens per jaar te verdienen. Vijftig guldens! En ik heb het zélf zoo gewild. Ik wist immers, dat het gemeentebestuur mij ontslaan zou, als ik trouwde! Maar wie dan toch gaf die heeren het recht mij de keus te laten tusschen het leven van intellectueele vrouw maar eenzaam n dat van huissloofje, als ik dan per se een man en een kind wilde hebben! En ik kan het niet. Ik wil het niet, huissloof worden met als hoogste interesse de prijs van de cokes of de duurte van de aardappelen! Met goddank mijn kindje. Mijn kindje, dat ik zoo graag zou willen geven, waar haar moeder altijd zoo naar verlangd heeft: een breede opleiding en tot slot een zelfstandig bestaan, onaf hankelijk van machthebbers, die in hun mannetjes-waan de gehuwde vrouw terug dringen tusschen vier muren: zie zoo, daar hoor je. Waarvoor trouw je anders? Maar wat zullen wij ons kindje kunnen geven ? Als vader hél hard werkt misschien een kweekschoolopleiding? En wat dan? Dan komt mijn arme kleine meid later voor diezelfde moeilijke keus. Of zijn dan de tijden veranderd ? Begrijpen dan de heeren gezaghebbers, dat men k een vrouw, die de euvele moed llltlllllllllllllltlllllllllMIIIIIIIIIIIII (Puck) Hoe kleeding in vijf jaar verandert. UI T DE NA TUUR DLXII. Parasieten De studie van de levenswijze der kleine parasietische dieren is wel een van de moeilijkste, waaraan een dierkundige zich kan wijden. Maar het parasitisme is tevens een buitengewoon belangwekkend onder werp, dat niet zelden onverwachtige uit komsten, ware verrassingen biedt, en boven dien dikwijls practisch nut heeft; want in vele gevallen b.v. als de parasiet voorkomt bij menschen, huisdieren of andere dieren of planten, die ons tot voedsel dienen, kan het nauwkeurig kennen van de levenswijze tot genezing leiden van de aangevallene en tot afdoende bestrijding van de kwaal. Dit leven op kosten van anderen, dat op het eerste gezicht zoo eenvoudig lijkt, blijkt in de natuur meestal buitengewoon inge wikkeld te zijn; er zijn enkele gevallen, waarin tot nu toe geen klaarheid is verkre gen, 't Is maar niet gewoonweg het in wendig of uitwendig opeten of opslurpen van het bloed, het vleesch of de voedselsappen van het aangevallen wezen. Vooral de studie der kleinste, nauwelijks zichtbare parasieten, zooals de zuigwormpjes, die in volwassen toestand n of twee cen timeter halen, heeft aan het licht gebracht, hoe vol afwisseling het leven van een para siet kan zijn, en dat het geen zeldzaamheid is, dat zoo'n wormpje achtereenvolgens in verschillende andere dieren zijn domicilie kiest, alvorens de parasiet zijn eind-toestand heeft bereikt. Een merkwaardig voorbeeld hiervan levert Een barnsteen-slak met parasiet in de sprieten een parasiet, die een niet al te zeldzaam slakje tot waard" heeft gekregen. Het was al lang bekend, dat een soort van oeverslakje, met een geelbruin of doorschijnend geel huisje, een zoogenaamde barnsteenslak, somstijds een zonderlinge kopversiering kreeg. De voelsprieten, de horentjes, van dit slakje, dat l a IVs cM. groot is, groeien namelijk bij enkele individuen verbazend in de dikte, maar vooral in de lengte, ze kunnen zoo lang worden als het geheele dier en zelfs vertakkingen krijgen, die zelf ook steeds meer opzwellen. De kleur van deze worstjes, waarmee de slak kalm voortkruipt, en die het dier blijkbaar niet hinderen bij het zoeken en opnemen van voedsel, is bijzonder in het oog vallend, licht geel, afwisselend met donkergroene banden; ze zijn aan den top gestippeld, met een roodbruin knopje. Het vreemdste van de geschiedenis was, dat deze dingetjes zich wormachtig konden be wegen. Deze bewegingen komen merkwaardig veel overeen met die van de bekende rotjes" der vliegenlarven, die zoo vaak en in zulke massa's dicht bij boerenhuizen in de slooten voorkomen; ook de vorm van de opgezwollen slakkenhoorns, herinnert aan de rotjes; voor namelijk als de horens op hun dikst zijn; dan is het onderstuk iets dunner en schijnen de draaiende en golvende rotjes op hun staart te staan. Vroeger wist men met deze' rare dingen geen raad en de zoölogen gaven het uitwas een afzonder lijken naam, welke duide lijk den indruk weergeeft die het parasitisch wezen op hen maakte: Leucochloridiumparadoxum d.i zooveel als: het onmoge lijke wit-met-groene ding Het isZeller.de dilettantzooloog geweest, die het geheele raadsel heeftopgelost: hij wijdde zijn vrijen tijd aan de biologie der parasieten en heef met veel scherpzinnigheic den levensloop van ver scheidene zuigwormen De zakken met larven afzonderlijk leeft om te trouwen, de vrije keus moet aten en maken zij het dan ook een gemwde vrouw wat gemakkelijker, haar werk :e blijven doen ? Dit is mijn straf op het huwelijk. Mijn straf op het moederschap. Mijn aktes liggen daar renteloos. En ter wijl ik met mijn bevoegdheden een redelijk nkomen zou kunnen verdienen, mijn kindje zou kunnen geven wat haar toekomt, nu en ater, ploetert mijn arme jongen om vijftig guldens meer en ben ik gedwongen werk e doen, dat mijn werk niet is, dat me ,verarmoeit", me neerhaalt, me drukt, jaagt, lindert en overal vervolgt, dat me een eeuwige kwelling zou worden, als ik niet rust en troost vond, de paar uren per dag, die ik steel, om me even rijk te voelen bij m'n man en m'n ktnd en waarin ik vergeet m'n armoe, m'n stoffelijke en geestelijke ellende. Zóte schrijven heeft me goed gedaan. ik voel me luchtiger, ruimer, rijker dan :oen ik begon. Het heeft weer voor een corten poos m'n verlangen naar geestelijken arbeid gestild. A. G. v. D. H.-J. # * * Schoonheid Ik weet de schoonheid zuivre kracht in 't al waarachtig wezen in 't zonder haar te koude nacht Ik weet de schoonheid zuivre kracht. Ik voel de schoonheid overal in eigen ik, in andren, in elke ziel, in gansch 't heelal, ik voel de schoonheid overal. Ik zie de schoonheid stralend ver, in 't kleinst' en grootste leven, in kunst en schepper, zon en ster, ik zie de schoonheid stralend ver. NAN SANDBERGEN We werden ons bewust M'n kind, ik heb gezien het was een blije lach. m'n kind, ik heb gezien, het was een zonne-dag. Je oogen tintelden en zeiden o zoo veel", je oogen tintelden en gaven zich geheel. M'n kind, ik heb gezien het was een inn'ge rust. m'n kind, we werden stil... we werden ons bewust. NAN SANDBERGEN # * * Allerlei Hondjes-mode Schoothondjes zijn zoo goed aan mode onderhevig als japonnen en hoeden. Is een zeker hondenras in de gratie bij de upper ten" van de sportwereld, dan komen er, dank zij de zorg der hondenstoeterijen, dagelijks prachtexemplaren van aan de markt, en de wereld wordt er mee overstroomd, maar, niet zoodra blijkt het publiek een andere voorliefde te hebben, of bliksemsnel ver minderen de zuivere ras-exemplaren en binnen een aantal jaren schijnt deze honden soort van de aarde weggevaagd. We hebben aldus zien komen en gaan de poedel, de barzois, de slugi, de setter, de schotsche herder, enz. Een hoogmerkwaardig geval op dit gebied was de verschijning van het geestige Pughondje, met zijn gedrongen Japansch kopje en donkere kraaloogjes.... Toen de eerste exemplaren van dit hondenras nu 'ongeveer 30 jaar geleden hier en daar verschenen, werd het een reuzensucces. In sommige steden waren net zooveel pughonden als families, en de Amsterdamsche straatjeugd kwam er toe, om eiken hond een Pukkie" te noemen.... Plotseling was de mode uit. En was gebleken, dat de grappige hondjes met hun kort, zwart snoetje bijna voortdurend verkouden waren, en dat werd op den duur een vieze eigenschap. En tracht nu in Amsterdam eens een paar zuiverras Pughondjes te vinden !... nagespoord. Ook bij die paradoxale slakkensprieten had hij succes. Zijn methode was persoonlijke waarneming in de natuur en in nagebootste natuur, in aquaria en terraria. De groen met wit gebandeerde voelhoorntjes van de barnsteen slak, welke zoo in het oog vielen door hun rhytmische wormachtige bewegingen, bleken ook in het oog te vallen van de zangvogeltjes, die aan de beekjes en begroeide slootkanten naar voedsel kwamen uitkijken. Verschillende insecteneténde vogels, zoo bleek het, roodborstjes en grasmusschen onder andere, Meten zich lokken door de kleur en zich foppen door de beweging van die rare dingen, welke op lekkere rotjes" ge leken; zij pikten ze op, en met smaak of het werkelijk vliegenlarven waren. Deze waarnemingen, die herhaaldelijk en door verschillende personen werden gedaan, vestigden de aandacht op de insecteneténde zangvogels. Zij werden tegelijk met de slak in observatie genomen; en door een lang durig en moeilijk anatomisch-microscopisch onderzoek werd de zaak in het reine gebracht. De verdikking en verlenging der slakkenhoorntjes is het gevolg van het ingroeien in deze sprieten van een aantal draden. Die draden zijn aan den top hol, vormen dus buizen; daarin ontwikkelen zich in massa larven van zuigwormen, zooals die van de leverbot der schapen bekend zijn; cercariën heeten ze; maar deze hebben geen staart. Hoe komen nu deze larven in de voelsprieten van een slak ? Waar larven komen, zijn eieren geweest; wie heeft de eieren daarin gebracht ? Dat heeft de slak zelf gedaan ; zonder het te weten natuurlijk. Deze barnsteenslak, is een oeverslak, half water half landdier; ze heet dan ook Succinea amphibia, de tweeslachtige barnsteenslak. Het diertje zoekt zijn voedsel in den regel aan den kant van het water, het eet zelden echte waterplanten. Bij het grazen aan den waterkant kan het ge beuren, dat ook blaadjes mee naar binnen gaan, de slakkenmaag in, die met een wit vliesje overtrokken zijn. Dit vliesje nu bevat het geschenk, dat aan de slak later zijn zonderlinge beweeglijke kopversiering zal geven. Want het vliesje is niets anders dan een ONZE ERDDTE INVENTARIS UITVERKOOP WORDT MAANDAG AS VOORTGEZET' MAGAZIJN DE BIJENKORF "' DANRAK AMSTERDAM IIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIinilll lllltllllllllllllllHllllltlllHIHIItllllllt Op dezelfde wijze is het gegaan met de modehondjes uit den tijd van Peter Paul Rubens, die op sommige zijner schilderijen worden aangetroffen, n.l. de King Charles", kleine langharige hond, laag op de pooten, zwart met bruin, lange ooren, spitse kop, fraaie staart, en het Spaansche windhondje". Ze orneerden kostelijk deze voorname schoothondjes in het weelderige milieu van kasteelen en vorstenhoven, dat Rubens schil derde, en thans.... men vraagt zich af, of deze hondenrassen geheel uitgestorven zijn?.... Maar de hondenmode is niet minder wis pelturig dan de toilet-mode en het oude keert vaak in gewijzigden vorm terug. Ik verneem, dat 't Pukje weder modehond worden zal, doch thans niet met een geelgrijzen maar met een blauwen pels, geen hemelsblauw natuurlijk, maar wat men in de hondenwereld blauw" noemt, n.l. blauw grijs. Of 't kortneuzige geplooide bekje in z'n nieuw kostuum weer een even groot succes zal hebben als vroeger moeten we afwachten. Relequie Te München werd kort geleden een zijden zakdoekje verkocht, dat Richard Wagner aan zijn eerste vrouw, Mina Planer geschon ken had, en waarop een door den meester zelf bedachte opdracht was geborduurd. Dit fijne doekje, waarin de eerste gade des genialen toondichters haar bruidstranen had opgevangen, bracht de kleinigheid op van 15000 Mark. Dit is dus werkelijk een van de duurste zakdoeken van de wereld en een concurrent van de kostbare neusdoekjes van Venetiaansche kantwerksterskunst, waarover ik sprak in een voorgaand nummer. * * Zeldzaam De kostbaarste postzegel, die er bestaat, is de zoogenaamde Post-office Mauritius", die in aucties vaak dicht bij de 20,000 gulden doet. Deze postzegel beleefde een allermerkwaardigsten roman.Op den zelfden dag.dat het postkantoor de geheele postzegel-voorraad had ontvangen, werd dit gebouw verwoest door een aardbeving en alle zegeltjes werden door brand vernietigd. Maar de gouverneur had een bal gegeven, en voor de aardigheid aan eenige van zijn vrienden in Engeland invitaties gestuurd, welke gefrankeerd waren met de nieuwe postzegel. En dit waren de eenige exemplaren van de geheele uitgifte, die gebruikt werden, en ook hiervan bleven er natuurlijk slechts enkelen bewaard... Van daar de groote zeldzaamheid: de dood van al zijn broertjes maakte deze postzegel groot. Slaapmiddel Sprookjesachtig klinkt het bericht, dat een Duitsche fabriek van vuurwapenen bommen in den handel zou brengen, die gevuld zijn met een narcoticum, dat bij de ontploffing de soldaten tot een staat van gevoelloos heid, een soort diepen slaap doet vervallen, en hen volkomen weerloos maakt. Op deze manier zou men een geheele excrement van zangvogeltjes, waarin zich de eieren bevinden van de parasiet in kwestie. Deze eieren zijn afkomstig van een wormpje met twee monden: een Dubbelmond of Distomum, dat leefde in den endeldarm van deze vogels. Al geraken die eieren in het water, in de aarde, in een schapen- of een koeienmaag, of waar ook, nooit komen zij daar tot ontwik keling. Eerst als ze hun ware bestemming hebben gevonden, namelijk een slakkenmaag, en wel van deze bepaalde Barnsteenslak, dan, maar ook alleen dan begint het ontwikkeling^proces van een merkwaardige parasiet. Uit de eieren komen diertjes die op slakjes gelijken; microscopisch klein,wel te verstaan; en die rondom hun voet trilhaartjes dragen, waarmede zij zich kunnen voortbewegen op de wijze der infusiedieren. Zij dringen door den darmwand heen, en gaan rusten, hetzij in de lever, hetzij in spier of klier. De trilharen verdwijnen, het minieme lichaampje wordt omgeven door een wand, het wordt ingekapseld", er is een cyste" een kistje" ontstaan, in dit geval een sporocyste, waarin zich een ontelbare menigte sporen ontwik kelen. Daaruit zal later een tweede larvenvorm ontstaan. Deze sporocyste heeft bij den zuigworm van de barnsteenslak den vorm van een lange holle draaddunne buis, die uit het lichaam in de sprieten groeit en daar verdikt. In dit dikke gedeelte komen uit de sporen larven te voorschijn, die nog een paar maal van gedaante verwisselen en ten slotte als vijgen in een mandje opeengepakt liggen. Zij zijn het, die gezamenlijk door drukken of wringen de rythmische bewegingen ver oorzaken, welke de vogels in de waan brengen met vliegenlarven te doen te hebben. Deze zonderlinge gelijkenis die tot bedrog leidt en aan mimicry" doet denken, ont staat dus eerst als uit de parasiet-eieren die een vogeltje heeft gedeponeerd door een slakkenlijfje heen de ontwikkeling van de parasiet zijn eindpunt nadert; n.l. als de cercariën of eind-larven klaar zijn. Deze krijgen bij andere parasietische wormen van dezelfde groep een staart, soms twee, waar mee zij zich snel in het water voortbewegen kunnen. De zuigworm van de barnsteenslak en het roodborstje evenwel, kan dit wrikvesting kunnen veranderen in het betooverde slot van Doornroosje. Het vijandelijke leger zou er zonder slag of stoot kunnen binnen trekken en al het bezwijmde soldaten-goedje op een kar laden, om hen bij de kachel in 't hospitaal te laten ontdooien. 't Is heusch te mooi om waar te zijn. * * * Schneidig Naar men zegt, heeft de Duitsche Keizer zich geërgerd aan de meer en meer veld winnende gewoonte der Duitsche officieren, om zich naar Engelsche wijze het gelaat, glad te laten scheren... Z. M. heeft aan de heeren te kennen ge geven, dat hij zich geen rechtgeaard officier voor kan stellen zonder een snor. En het Schneidige" kneveltje zal dus nu weldra weer de bovenlip van alle jonge luitenants versieren. Kussen Nadat we eerst zijn onthaald op allerlei mededeelingen over de infectie-gevaren, die voor minnende paren ontstaan uit het kussen", komt thans een Hooggeleerde Duitscher met de verrassende en verblijdende mededeeling, dat kussen juist een heel gezonde bezigheid is, uitmuntend voor den bloedsomloop en voor de digestie, en dat men na 't eten, bij wijze van dessert, om zoo te zeggen niets beters kan doen Ik moet u ronduit verklaren, lezeres, dat heb ik altijd wel gedacht. Reeds sedert vele jaren heb ik tot lijfspreuk de prachtige vers regels van Rostand: Un baiser c'est Ie point rose. Sur l'i du verbe aimer Wat wilt ge nog meer? ALLEGRA milMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIItlllltHIIIIMIIIIIIttlllir Danda Carter Purses With Your Nam* or Initiab Stamped in HeaTjp Gold Lof This newest idea in women's wear is desixnefLto provide a safe place for bills, jewelry S«»t and 'ether valuable articles Poitp.jd jthoutthe constant fearof lossby theftorthoughtlessness.Made of rich velvet-nap leathür in tao, black or gray. Worn inside or ut»ideofstockW. Has two pockets. icrtl caiiKht with plove-claNp. One pock et is often used for powder cnaioois. LIVE.WIRE ACENTS WANTED D.nd. Jo Mfg. CA 82 Jobn St. N«w York OtT U'. FREE' Writc T«-4«r Een in New-York reeds ingeburgerde mode voor dames om haar goud en papiergeld-beursje mee te nemen. In de New-Yorksche winkels ziet de vreemdeling dikwijls uit dit beursje contanten opdiepen. Blijkens de hier gereproduceerde advertentie in een Amerikaansch blad, poogt men met die zonderlinge nieuwigheid nu heel Amerika gelukkig te maken * * * toestel missen, hij gaat, zonder er voor te moeten zwemmen, in zijn tweede waard, het zangvogeltje over. In de maag van den vogel valt de ge waande vliegenlarve, het rotje, uit elkaar, de parasietische larven komen vrij. Ze leven genoeglijk en gezellig in het darmkanaal, ondergaan nog een gedaanteverwisseling en worden nu volwassen zuigwormen of botjes; mannetje en wijfje, en na de copulatie leggen ze tegelijk in de cloake de eieren af. Deze komen op bladeren aan den water kant te recht, en, waar de parasiet eenmaal thuis is, natuurlijk in ontzaglijke massa's. De barnsteenslak eet ze op, en zoo gaat de cyclus voort. Tot nu toe zijn alleen jonge zang vogels gevonden die geïnfecteerd waren; nooit oude vogels. Met het uitpluizen van zoo'n levensloop, al is het van een worm, mag de weten schappelijke onderzoeker wel te vreden zijn. Het is een dankbaar werk, maar voldaan is hij toch niet steeds en evenmin is het de lezer van zijn werk. Men zou zoo gaarne de beteekenis, zoo mogelijk ook den oorsprong van het parasitisme te weten komen. In dit geval schijnen noch slak, noch vogel ooit te gronde te gaan door toedoen van de parasiet. Bij naverwante soorten, b.v. de leverbot, is dit met de waard wel het geval. Het is niet te denken dat van den beginne af deze dieren op elkaar waren aangewezen en ook niet, dat altijd en overal barnsteenslakken in de buurt van roodborstjes, piepers en gras musschen hebben geleefd. Eens moet het voor 't eerst gebeurd zijn. In heel enkele gevallen parasiteert alleen een wijf je en dat is daarbij sterk gedegenereerd of gereduceerd; zoodat het alleen nog maar een eierlegmachine is, terwijl het volkomen mannetje zelfstandig leeft; dan is er soms eenig idee van te vormen, hoe het parasi teeren begonnen is. Maar in verreweg de meeste gevallen is het nog steeds een raadsel, en een, dat niet gemakkelijk zal zijn op te lossen. E. HEIMANS * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl