Historisch Archief 1877-1940
. 1908
Zondag 18 Januari
A°. 1914
DE AMSTERDA
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. H. P. L. WIESSING
Abonnement per 3 maanden / 1.65
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar , 0.12*
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels ? l.25, elke regel meer . .
Ad verten tien op de finantieele- en kunstpagina, per regel
Reclames, per regel ?
?0.25
.0.30
.0.40
INHOUD
Blz. l: M. J. Wiessing: Een eenvoudig
systeem van Evenr. Vertegenwoordiging.
A. B.: Rijksgeld. Kroniek: Russische
fondsen. 2: Feuilleton door H. C.
Buurman. Frans Coenen over Mare
Elder. Hon. de la Baignoire over Der
Faun en Yvette Guilbert. 3: W.
Steenhoff over Matthijs Maris. Ingez.: Het
Chicagosche Tempo. 5: Mart. G.
Kramers: 't Volkspetionnement voor
Vrouwenkiesrecht. H. J.: Nieuwe
Vrouwenberoepen. Allegra. E.
Heimans:Korstmossen.?6: Teekening van
Jan Visser: de Staatspensioenuitbetaling
te Amsterdam. A. J. der Kinderen en
R. N. Roland Holst: Rijkskunst. 7:
Matthijs Vermeulen : het Capet-kwartet;
Raoul Pugno. B. Adama van
Scheltema: Californisch Studentenleven.
Portret B. H. Heldt. Willy Sluiter:
St. Moritz. 8: Portret mr. H. Meinesz
door P. Charivarius: Artistieke
huzarensla. Charivari. 9: Fin. Kroniek
door v. d. M. 10: De Koopvaardij
vloot door v. d. S. Ingez.: Onze wagons
3e klas. Damspel door J. de Haas.
11: Schaakspel door R. J. Loman.
Teekening Joh. Braakenslek: IJsvermaak
voorheen en thans.
Bijvoegsel van Johan Braakensiek:
De Preutsche Nederlandsche Maagd.
EVENREDIGE
VERTEGENWOORDIGING
' Reeds in 1869 is door Prof. Mr. R. A.
Fruin een stelsel van evenredige verte
genwoordiging ontwikkeld in het maand
blad De Gids. 't Gaat langzaam in
Maatschappij en Staat een goed denk
beeld al zijn de omstandigheden er
volkomen rijp voor zóte doen door
dringen tot het groote publiek, dat dat
goede denkbeeld tot een daad leidt, dat
het werkelijkheid wordt.
En toch, de voordeelen van evenredige
vertegenwoordiging zijn onmiskenbaar,
en ze worden, meen ik, dan ook door
niemand meer ontkend; maar toch zijn
er vele tegenstanders, want alle volks
vertegenwoordigers in functie en i n spe,
wier namen niet verder bekend zijn dan in
hun kiesdistrict, hebben bij evenredige ver
tegenwoordiging weinig kans op succes.
Nemen wij een tegenwoordig kiesdis
trict voor verkiezing van een lid van
de 2e Kamer der Staten Generaal, en zien
wij wat daar zal gebeuren.
Er zijn bijv. drie candidaten, n van
de Anti-revolutionnaire partij, n van
de Unie-liberalen en n van de
SociaalDemocraten. Er wonen ook heel wat
Roomsch-Katholieken in dat district,
maar dezen hebben geen eigen candidaat
gesteld, zij zullen stemmen op den
antirevolutionnair, al gaat dit niet van harte.
Er worden 8000 stemmen uitgebracht,
waarvan
3500 op den anti-revolutionnairen
candidaat,
3300 unie-liberaal, en
1200 sociaal-democraat.
Nu komen de herstemmingen. De
Unieliberaal wint met 4300 stemmen, de
anti-revolutionnair haalt er 4100.
Wat is nu het geval? De 4100stem
men, bijna de helft van alle uitgebrachte
stemmen, hebben geen invloed op de
beslissing; het zou heelemaal hetzelfde
zijn, als in dat district geen enkele
antirevolutionnair woonde. En de mee over
winnende" roomschen hebben dan nog
de harde noot te kraken gehad te moeten
gaan stemmen op hun groote tegen
standers in 't geloof. En de sociaal
democraten op hun liberale vijanden.
't Was voor beiden: van twee kwaden
kieze men het minst erge. Dit alles
vervalt bij evenredige vertegenwoordi
ging. Deze brengt ons veel, ontzaglijk
veel nader tot het ideaal: de 2de Kamer
der Staten Generaal een zuiver afbeeldsel
van ons volk met zijn politieke opvat
tingen en wenschen.
Een ander voordeel: Ieder kan ten allen
tijde stemmen op zijn eigen partij.
Daar komt nog hél wat bij:
De herstemmingen vervallen.
De tusschentijdsche verkiezingen wegens
sterfgeval of het nemen van ontslag ver
vallen.
De Evenredige Vertegenwoordiging
zou, zoo niet geheel, dan toch voor een
deel, een einde maken aan de verlaging
van zoovele (gelukkig" niet alle) Kamer
leden tot baantjesbezorgers aan invloed
rijke kiezers voor allerlei betrekkingen,
met prijsgeving van hunne eigene waar
digheid en hunne zoo noodige onafhan
kelijkheid tegenover de Ministers.
Dit is in ons land, vooral in het
Zuiden, een politiek zeden bederf gewor
den, waarvan de slechte gevolgen vór
eenige dagen nog geschetst werden in
den Gelderschen Koerier (10 Dec. II.),
die de zeden in het Zuiden kent. En
wat ook van groot belang zou zijn,
allerlei betrouwbare en onbetrouwbare
overeenkomsten van op elkaar te zullen
stemmen en doen stemmen, welke
schacherijtjes ook niet zelden politiek
zedenbederf met zich brengen, zouden
er door geweerd worden.
Ook voor Ie Kamer, Provinciale Staten
en Gemeenteraden, zou dit stelsel dienst
kunnen doen, maar daar zullen wij hier
maar niet verder op ingaan.
Tot volmaakt zuivere verhoudingscijfers
kan men het niet brengen. Men moet zich
tevreden stellen met cijfers, die maar
weinig, we mogen wel zeggen: heel wei
nig, van de juiste verhoudingen afwijken.
Zoo vat ook de Minister van Binnenl.
Zaken het op, gelijk blijkt uit zijn toespraak
tot de Staats-Commissie voor de Even
redige vertegenwoordiging.
Laat ons nu een voorbeeld uitwerken,
hoe het zou kunnen zijn.
De dag voor de verkiezing van de leden
der 2de Kamer van de Staten-Generaal
is vastgesteld, minstens twee maanden
te voren. De kiesvereenigingen in alle
provinciën vergaderen en kiezen n of
meer afgevaardigden voor de Centrale
kiesvereeniging. De Centrale
Kiesvereeniging der Vrij-Liberalen treedt nu
op voor alle Vrij-Liberale kiezers uit
het heele land, de S. D. A. P. voor alle
S. D. A. P.'ers van ons land, en zoo gaat
het met alle partijen. Onze grondwet kent
echter geen politieke partijen en daarom
is het misschien ook maar beter, dat de
te maken wet alleen spreekt van groepen.
Om alles zoo eenvoudig mogelijk te
maken, vooral ook met het oog op de
kiezers, die niet schrijven kunnen, al is
hun getal in ons land zeer gering, geeft
de Minister of de hoofdambtenaar, die
met de leiding van de heele verkiezing
belast is, een verkorte schrijfwijze aan
voor de namen der verschillende groepen.
Zoo beteekent bijv. ar. de anti-revolution.
groep, rk. de roomsch-katholieke groep.
Deze verkortingen kunnen worden vast
gesteld in overleg met de besturen van
de groepen, d. z. de centrale kiesver
eenigingen.
Wat ik in den laatsten tijd gelezen
heb over stelsels van Evenredige Ver
tegenwoordiging beperkt alles vrijwel tot
partijen, voor afzonderlijke candidaten
is gén plaats. Dit is onrechtvaardig en
verkeerd, en ik vind het strijdig met
's lands belang. Of zou het goed geweest
zijn, als jaren lang.?de eenzame radicaal"
(?radicaal" in zijn tijd), Mr. S. van Houten,
niet tot lid van de Kamer had kunnen
gekozen worden, omdat hij tot geen partij
behoorde? Of zou het goed geweest zijn,
in den tijd van harteloosheid en leugen
tegenover Indië, dat Multatuli, ook bij
evenredige vertegenwoordiging, geen lid
van de Kamer had kunnen worden, hij,
de groote, nobele strijder voor Indië, die
toch 't heele land door aanhangers en
vurige aanhangers had?
Ook onze Minister-President denkt er
zoo over, blijkens een interview met
een lid van de Redactie der Nieuwe
Courant:
Wel verwachtte Mr. Cort van der Lin
den ter beperking van de nadeelen van
het straffe partijwezen heil van even
redige vertegenwoordiging. De invoering
van een goed stelsel van E. V. zou het
middel zijn om aan mannen van
beteekenis die, zonder zich in een
partijverband te begeven, door woord, ge
schrift of daad zich aanzien in het land
hadden verworven, een plaats in het
parlement te verschaffen buiten de par
tijen om. Welk systeem van E. V. men
ook koos, altijd zou daarbij de gelegen
heid moeten openblijven om op de namen
van wilden" een voldoend aantal stem
men te verzamelen om hen in de Kamer
te brengen.
Keeren wij terug tot onze veronder
stelde verkiezing bij proportioneel kies
recht.
De namen van alle groepen plus de
verkorte aanduiding en de namen der
groeps-candidaten en der enkele can
didaten, wier getal wel klein zal zijn
(den eersten keer misschien uitgezon
derd), zijn officieel bekend gemaakt. In
de dag- en weekbladen, van de kansels,
in kiesvergaderingen en elders is den
menschen duidelijk gemaakt op wie zij
te stemmen hebben, en hoezeer zij zich
moeten wachten voor die snoode andere
partij. De oproepings-billetten zijn den
kiezers thuis gezonden. Daar ik directe,
eenvoudige en geheime stemming ver
onderstel, wordt het stembillet eerst af
gegeven aan de stembus, even als thans.
Maar het stembillet bevat geen enkelen
naam, alleen is duidelijk aangegeven wat
als voorzijde en wat als achterzijde te
beschouwen is.
Voorzijde
Achterzijde
Bovenaan | Onderaan
Ue lijst: de lijst:
Op de voorzijde komt het voorname
lijk aan. Wie op de voorzijde schrijft
ui. of rk. of sda. heeft zijn stem gegeven
resp. aan de unie-liberale, de
roomschkatholieke of de
sociaal-democratischearbeidersgroep. 't Is niet noodzakelijk, dat
iets op de achterzijde geschreven wordt.
Waarvoor de achterzijde dient zal nader
blijken. Over 't heele land is nu gestemd,
in iedere gemeente heeft minstens n
stembureau zitting gehouden, in volkrijke
of uitgestrekte gemeenten zijn meer, mis
schien wel twintig stembureaux geweest.
Nemen we aan, dat de volgende groepen
zich tijdig geconstitueerd hebben en in
het strijdperk getreden zijn:
de Anti-revol.
Chr.-Histor.
Friesch-Histor.
Roomsch-Kath.
Vrij-Liberale
Unie-Liberale
Vrijz-Democr.
Soc.-Dem.-Arb.
_ Tribune
cand. *)
groep (ar.) met 20
(ch.) 20
(f h.) 5
(rk.) 40
(vrl.) 20
(ui.) 25
(vd.) 15
(sda.) 25
(tr.) 5
10 groepen met 175
EN DAN ZIJN ER NOG 25 ENKELE
CANDIDATEN, nl. :
Mr. F. Jansen.
K. Smit.
J. P. Baron van Texel.
Dr. P. van Walcheren.
W. Grasveld
en 20 anderen.
Er zijn uitgebracht 1.146.209 geldige
stemmen, nl. op:
ar. . 110.167
ch. . 131.896
21.754
287.124
104.176
rk.
vrl.
ui.
vd.
sda.
tr..
Jansen
Van Texel
Grasveld .
En
171.455
78.726
176.043
27.096
12.317
9.071
5.680
10.704
op de overige en
kele candidaten
(dezen hebben er
allen minder dan
Grasveld).
1.146.209
Daar er 100 leden moeten gekozen
worden, deelen we het totale getal uit
gebrachte geldige stemmen door 100.
Het quotiënt, 11.462, is zeker te groot;
we zouden geen 100 leden krijgen. We
beginnen met 11.000 stemmen noodig te
rekenen voor ieder candidaat.
Dan verkrijgt:
leden.
ar.
ch. .
fh. .
rk. .
vrl. .
ui. .
vd. .
sda. .
tr.. .
Jansen
v. Texel
Grasveld.
110.167:11.000=10.015d.i./0
131.896:11.000= 11.991
verkrijgt
1.978
26.102
9.471
15.587
7.157
16.004
2.463
1.12 dus l
0.825 O
0.516 O
11
l
26
9
15
7
16
2
Samen 98
gekozenen.
*) Ieder candidaat moet, later we zeggen
200 handteekeningen hebben van kiezers,
onverschillig waar wonende, mits binnens
lands.
En de andere eenlingen vallen heele
maal weg.
Het stemmental voor ieder lid op 11.000
gesteld is dus te hoog; we nemen nu
100 minder en stellen het op 10.900.
Dan verkrijgen wij 99 kamerleden, dus
nog te weinig. We stellen het nu op
10.800 en verkrijgen nu:
Voor de
stemmen leden
ar. met 110.167 '10.2 , d.i. W
ch.. 131.896 12.213, 12
fh.. 21.754 2.014, 2
rk.. 287.124 26.586, 26
vrl. 104.176 9.646, 9
ui.. 171.455 15.875, 15
vd. 78.726 7.289, 7
sda. 176.043 16.3 , 16
tr.. 27.096 2.509, 2
Jansen 12.317 1.14 , l
v. Texel 9.071 0.834, O
Grasveld 5.680 0.526, O
Samen . . 100
gekozenen.
Die 100 leden van de Kamer hebben
minstens per persoon ruim 93 pCt. van
het honderdste deel van het totaal
der uitgebrachte geldige stemmen. Dit is
dus niet het volmaakte bereikt, maar
men vergelijke het met het tegenwoordige
stelsel! Daaronder zijn zeker weinig ge
kozenen, die meer dan 60 pCt. hebben,
velen hebben minder, niet weinigen
minder dan 50, zelfs dan 40 pCt. En dan
die rompslomp van herstemmingen en
tusschentijdsche verkiezingen!
Nu weet dus de Anti-Revolutionnaire
groep, dat zij beschikt over 10 mandaten,
de Chr. Historische over 12. Maar welke
candidaten zullen nu de uitverkorenen
zijn ? Nog den avond van den
verkiezingsdag kon heel Nederland, konden
tenminste de steden, weten, dat ar. 10
zetels, ch. 12 zetels enz. enz. veroverd
hadden, maar nu rest nog de verdeeling
der zetels over de candidaten. Daarvoor
is de achterzijde der stembilletten. Tal
rijke kiezers, vooral de onwetenden onder
hen, zullen volstaan met de stemming
op de voorzij van hun billet, maar anderen,
wellicht de helft, zullen ook n of meer
namen invullen op de achterzijde. Menig
een zal zeggen: ik wil ertoe bijdragen,
dat de candidaat, dien wij vroeger kozen
in ons kiesdistrict, bovenaan op de lijst
komt, en hij schrijft zijn naam of de letter,
die vór dien naam ter aanduiding staat,
op de achterzijde, links. Een ander kiest
daarvoor n of meer candidaten van
grooten naam uit de door hem ge
stemde groep. Een ander zegt: ik ben
voor de groep der Unie-Liberalen, maar
tegen den candidaat zus en zoo, en hij
schrijft dien naam of de letter op de
achterzijde rechts.
Stellen wij nu eens, dat Dr. A. Kuyper
weer candidaat is van de Anti-Rev. partij
en dat op de voor die groep in de stem
bus gedane billetten 3086 keer zijn naam
voorkomt op de achterzijde links {we
kunnen het 3086 bovenaanstemmen noe
men) en 319 keer op de achterzijde rechts
(319 onderaanstemmen), dan zijn dat
3086 319 = 2767 gunstige stemmen
voor Kuyper.
Wij laten de ar. candidatenlijst er z
uitzien:
gunstige
stemmen
-319 = 2767
- 35=1889
- 53=1625
- 60 = 1655
- 21 = 1492
6 = 2008
- 97= 1318
-175=1241
- 3 = 1994
71 = 1645
47=1382
12=1109
- 84=1629
14=1610
O = 1098
- 26=1190
12 = 1433
- 3=1109
56=1665
- 75 = 2348
a. Dr. A. Kuyper
b. Ds. Visscher .
c. van Hillegom.
d. de Boer'. . .
e. Ds. Smit . .
f. Dekker . . .
g. Zeeman. . .
h. Prof. Koopman
i. Verver . . .
j. van Eemnes .
k. Landman . .
/. Baron van Laren 1121
m. Mr. van Assen . 1713
n. Janssen .... 1624
o. Mr. de Vos . .1098
p. Fransen. . . .1216
q. Jhr. van Woerden 1445
r. Peters . . . .1112
s. Willemsen. . .1721
*f. Ds. Talma. . . 2423
30861924
1678
1715
1513
2014
1415
1416
1997
1716
1429l
Plaatsen wij de 20 candidaten nu
volgens het verkregen gunstige stem
mencijfer, dan krijgen wij hun volg
orde. De lijst is door de kiesgerechtigde
a.r. stemmers omgezet in deze ranglijst:
1. Dr. A. Kuyper
2. Ds. Talma. .
3. Dekker . . .
. . . 2767 st.
, . . 2348
. . 2008
* Bij de Roomsche groep zouden na de
z nog andere aanduidingen moeten volgen,
bijv. aa, bb enz.
4. Verver 1996 st.
5. Ds. Visscher 1889
6. Willemsen. . . ... 1665
7. de Boer 1655
8. Van Eemnes 1645
9. Mr. van Assen . . . . 1629
10. Van Hillegom . . . . 1625
11. Janssen 1610
12. Ds. Smit 1492
13. Jhr. van Woerden . . . 1433
14. Landman 1382
15. Zeeman 1318
16. Prof. Koopman . . . . 1241
17. Fransen 1190
f18. Peters 1109
119. Baron van Laren . . . 1109
20. Mr. de Vos 1098
De 10 gekozen anti-revol. leden zijn
dus:
Dr. Kuyper, Ds. Talma, Dekker, Verver,
Ds. Visscher, Willemsen, de Boer, Van
Eemnes, Mr. van Assen en Van Hillegom.
Neemt een dezer tien leden gedurende
de zitting-periode zijn ontslag of komt
hij te overlijden, dan treedt Janssen op
als Kamerlid, en na deze is Ds. Smit
aan de beurt. Tusschentijdsche verkiezing
komt niet voor. Het zou kunnen gebeu
ren, al is 't een zeer onwaarschijnlijk
geval, dat een groep uit bescheidenheid
of anderszins haar candidatental niet
ruim genoeg nam, en dat zóhet getal
Kamerleden niet meer 100, maar slechts
99, desnoods 98 bedroeg. Nog eens, ik
acht dat zeer onwaarschijnlijk, maar al
gebeurde het eens, dan schijnt mij dit
toch ook nog van weinig beteekenis.
Wie fouten ziet, wie verbeteringen
weet aan te wijzen in het hier uiteen
gezette stelsel, zegge ze, de zaak is voor
de toekomst van ons land zeker van
belang.
30 Dec. '13. M. J. WIESSING
NASCHRIFT. Er is mij opgemerkt, dat
het schrijven van twee of drie letters,
als ar. of vri. nog te moeilijk zou zijn.
Welnu, men zou de namen der groepen
op de voorzijde van het stembillet kunnen
afdrukken en dan een witte punt laten
zwart maken.
f Bij een gelijk getal stemmen is de volg
orde te bepalen naar den leeftijd, zoo noodig
verder bij loting. Dit moet worden vastge
steld door de wet.
* * *
Rijksgelden
Het hoofd van een dienstvak aan een
der Haagsche Departementen vertelde
ons, dat hij in conflict was geweest met
den chef van een aanverwant dienstvak
over de verhuiskosten. Dit reglement be
paalde n.l., dat verhuiskosten alleen werden
genoten, als de overplaatsing geschiedde
in het belang vanden dienst". Geschiedde
zij echter op eigen verzoek, dan kon
geen vergoeding voor verhuiskosten
gegeven worden. Het aanverwante dienst
vak deed nu den ambtenaren weten,
dat, indien zij overgeplaatst wilden
worden, zij dit onderhands ter kennisse
konden brengen van den chef, die dan
zoo mogelijk de verplaatsing ambtshalve
zou uitlokken! Men kreeg dus eigenlijk
altijd vergoeding voor verhuiskosten.
Bij het eerst bedoelde dienstvak wilde
echter de chef dien kant niet op, waar
door ontevredenheid ontstond bij zijn
personeel. Eindresultaat: Conflict
tusschen de beide chefs en beroep op den
minister. Z.Exc. trad geloof ik, spoedig
daarna af, vór hij een beslissing had
kunnen nemen. Hoe de zaak ten slotte
geregeld is, weet ik niet, want de hoog
geplaatste ambtenaar, die ons de
mededeeling deed, stierf kort daarop.
Misschien zijn de chefs van beide
dienstvakken nu wel tot overeenstem
ming" gekomen, en is het niet onmogelijk,
dat thans verhuiskosten in den regel
worden uitgekeerd. Het zou mij niet
verwonderen, indien minister Bertling
uit vroegere ambtsbetrekking iets van
de zaak wist en dus misschien de Kamer
zou kunnen inlichten? Dit voorbeeld zij
een kleine bijdrage tot de kennis, hoe
de bureaucratie in haar eigen belang de
uitgaven weet op te drijven en het be
hoeft geen betoog, dat indien dergelijke
onregelmatigheden dikwijls voorkomen,
het eindcijfer van de begrooting op den
langen weg aanzienlijk zou moeten stij
gen. Hierin zal geen verandering komen
vór de Kamer eens een diep door
dringende enquête heeft gehouden om
trent onzen geheelen administratieven
dienst en als gevolg daarvan de Reken
kamer zal zijn gereorganiseerd en haar