De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 25 januari pagina 10

25 januari 1914 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 25 Jan. '14. No. 1909 N.V. Credit Nlutuel Hypothecaire" Volteekend Kapitaal fr. «.OOO.OOO. DIRECTIE VOOR NEDERLAND: Heerengracht 294, Tel. 10046, Amsterdam. Wilt gij de sóliedste geldbelegging, 'neemt dan een late hypotheek op maant, gewaarborgd door CREDIT MUTUKL HYPOTHECAIRE". Ren te-vergoed! Dg 4fi a 4% pCt. Ook voor hen die geen kapitaal bezitten stelt Credit Mutuel Hypothecaire" de gelegenheid Open een eigen huis te bekomen. Tarieven, voorwaarden en jaarverslag op aanvrage gratis verkrijgbaar. Uitstaande leeningen 6 Nillioen. Verzekerd kapitaal 7 Mlllioen. \ederlandsch-AmerikaaDsche Hypotheekbank, gevestigd te UITHUIZEN (prov. Gron.) OPGERICHT IN 1893. Reserves ruim Twee Mlllioen Gulden. UITGIFTE VAN 41/! pCt. Pandbrieven a 98 pCt. 5 , «101 in stukken van f 1000 en ?600. HOLLAHD-CAIADA HTPOTHEEEBilK 's-GRAVENHAGE, Noordeinde. Directeuren: Mr. J. O. P. TEN BOSCH te 's Graveahage en J. G. COSTER te Winnipeg (Canada) De BANK geeft 5°/o P AWDBBIRVEW uit in stukken van / 1OOO.-, ? 5OO.- en ? 1OO. tegen den koers van lOOVj % te 's-GRAVENHAGE bij de Heeren TELDERS & Co. en ten Kantore der Bank; te AMSTERDAM bij de Heeren KERKHOVEN & Co.; te ROTTERDAM bij MARX & Co's BANK. llllllllltlmlIlltlllllMIIIIIIIMIIIIMMIIIIIIIItllMIIIIIIIIIIIIIIIMIItlllllllll 15 Jan. en 22 Jan. Amalgamated Copper 74% 761/ Amer. Beet Sugar 27 28 Can Cy. 33'/4 34% Car & Foundry 47% 49'u Hide & Leather 23 239/16 .?SmelMng & Ref. 66% 691/, Central Leather 29% 29% United Cigar's 49 Va 50 States Steel 62 V4 65 Bethlehem Sheel 34% 3&h Denver & Rio 18% 20 Erie 30 31 Vs Kansas City & Southern 26 V8 27 V8 Missouri K. Texas 21% 23% Pacific 27 30% 4pCt.bonds6314 66 , 5pCt. ., 74V4 77 Rock Island 15% 15V4 Southern Pacific 93 V3 96% Rails 25'A 26% Union Pacific 158% 160 Pittsburg Coal 19% 21 Marine pref. 14^ 157/8 Ook over de locale markt echter werd eene betere stemming vaardig; incidenteel verbeterden aand. Koninklijke Petroleum Cy. op het bericht, dat de Mexicaansche onder maatschappij la Corona" een spuitende bron had aangeboord met een capaciteit van 4000-tons per dag. Op het verhoogde koerspeil konden zij zich vrijwel blijven handhaven en de onderhoorige soorten eveneens. Aandeelen Perlak daarentegen reageerden verder. Ook Rubberwaarden herkregen eene zeer vaste stemming, die verband hield met de ferme houding van deze waarden aan de Theems; de aangeboden partijen rubber worden zoo hier als daar grif opgenomen en waar men nog zoo kort geleden vreesde voor overproductie, meent men thans te mogen voorspellen, dat eerlang de vraag het aanbod zal overtreffen. Het eene en 't andere inzicht is niet van overdrijving vrij, doch zooals pok reeds vroeger door deskundigen is uiteengezet, was er van eene daadwerkelijke overproductie nog nimmer sprake en nu is het zeer waar schijnlijk, dat bij eene algemeene herleving in de zakenwereld de vraag, ook naar rubber, zal toenemen en diensvolgens de prijzen weer zullen aantrekken; aand. Amsterdam* Rubber 7 pCt. hooger. Tabaksaandeelen hadden eene niet minder vaste houding dan rubbers en konden even eens belangrijk in koers verbeteren; oude Deli's wijzen zoodoende tegenover de vorige week een avans aan van ca 7 pCt., Deli Cultuur van 4 pCt., Medan's van 7 pCt., Rotterdam Deli van 12 pCt. etc. Stoomvaart-, Cultuur- en Mijnwaarden vast zonder meer. Great Cobar aandeelen zijn van lieverlede op een koersniveau aangeland, dat eene deconfiture der maatschappij zou doen vooronderstellen. De beleggingsmarkt ondervindt ook hier, zooals wij reeds in den aanvang van ons overzicht mededeelden, uitnemende belang stelling, wat echter het koerspeil der uitheemsche soorten, zij het dan met uitzonde ring van Amer. spoorwegbonds, niet hooger bracht. Als nieuwe uitgifte valt te vermelden die van ? 2,000,000 aandeelen v. d. Linde & Teves a 165 percent met recht van voorkeur voor oude aandeelhouders, 1?6000, indiervoege dat drie oude aandeelen recht geven op een nieuw. De geldmarkt bleef hier vrijwel in n doen; prolongatie-rente 4 pCt. 23-l-'14 V. D. M. ** . Italië's finantieele toestand Te oordeelen naar de inlichtingen, door den Italiaanschen minister Todesco in het laatst van 1913 verstrekt aan de Kamer van Afgevaardigden omtrent den toestand van 's lands financiën, maakt Italië op nieuw een gunstige uitzondering. Het dienstjaar l Juli 1912?30 Juni 1913 had een overschot van 111 millioen lire gelaten. Hiervan werd 4 millioen besteed voor uitbreiding van de staatsbosschen, 12 millioen voor den bouw van regeeringsgebouwen te Rome, 42 millioen voor gedeel telijke terugbetaling van voorschotten, door de schatkist versirekt voor de expeditie in Tripolis, en 53 millioen voor bespoediging van den aanbouw van oorlogsschepen. Dit overschot was het grootste, tot dusver op eenig dienstjaar verkregen, en overtrof de^ raming,, waarbij op een voordeelig saldo van 10 H millioen was gerekend, dus met niet mirfder dan 100 millioen lire. Voor het loopend dienstjaar (l Juli 1913 30 Juni 1914) is, na vereffening van alle gewone en buitengewone uitgaven, waar onder 36 millioen voor Tripolis, is het overschot op 35 millioen lire geraamd, dat echter voor zoover thans is te verwachten gro&èr zal-zljn, daar de ontvangsten voorwchtigheidshalve niet te ruim zijn geraamd. De ontwerp-begrooting voor 1914/15, waarbij o.a. voor Tripolis op een uitgave van 45 millioen lire wordt gerekend, sluit met een voordeelig saldo van 23Vs millioen, hoewel de ontvangsten niet hooger zijn aangenomen dan voor het loopend dienstjaar. Ondanks de in 1913 herhaaldelijk voor gekomen storingen, waardoor de vrede in Europa menigmaal werd bedreigd, was de koers der 3H pCt. Italiaansche Rente over het algemeen zeer stabiel. Het agio van den wisselkoers, dat bij het begin van het con flict tusschen Italië en Turkije, einde 1911, l pCt. bedroeg en daarna, met verschillende schommelingen, tot bijna 3 pCt. te Milaan in Juli 1913 was gestegen, is geleidelijk tot 0.65 pCt. teruggegaan en in de eerste helft van December 1.1. zelfs tot 0.35 pCt. gedaald. De toestand van de 3 circulatie-banken des lands is in alle opzichten gunstig te noemen evenals die van de deposito-instellingeq, die op een belangrijke toename kun nen wijzen. De uitgaven van den staat zijn in de laatste jaren ruim 770 millioen Ure gestegen, een naar verhouding groote vermeerdering, die echter uit de belangrijk grootere ontvangsten ruimschoots kon worden gedekt, hetgeen uit de voordeelige saldi van de verschillende dienstjaren duidelijk is gebleken. Voor openbare werken is tot 31 October uitgetrokken 727 millioen, met inbegrip van alle werken, waarvoor de inschrijving reeds is opengesteld en die, welke in aanbouw zijn of waarvan de kosten reeds zijn voldaan. Voor de eerstvolgende 6 jaren is op een bedrag van 900 millioen voor openbare werken gerekend, waarin evenwel niet zijn begrepen de subsidiën van rijkswege te verleenen tot aanmoediging van het particulier initiatief voor den aanleg of het voltooien van spoorwegen, het bevorderen van het automobiel-verkeer ea het tot stand brengen van stoomvaart-verbindingen. Verschillende maatregelen zijn in uitzicht gesteld tot bevordering en verbetering van het middelbaar onderwijs, den landbouw en de nijverheid, alsmede tot versterking van de nationale verdediging. Met het oog op den gunstigen finantieelen toestand des land en de voorwaarden, waarop de rente-conversie is tot stand gebracht, werd de wenschelijkheid betoogd tot het ondernemen van een groote crediet-operatie. De regeering meent echter in dit opzicht en met het oog op den toestand van de internationale geldmarkt met de noodige omzichtigheid te moeten handelen. De crediet-aanvragen zullen door haar, als tot dusver, strikt naar de behoeften worden geregeld. Voor het brengen van buitengewone finantieele offers bestaat onder de tegenwoordige omstandigheden geen aanleiding. Feitelijk zijn voor de onderneming in Tripolis slechts ongeveer 400 millioen lire door leening verkregen, en daar de regeering, krachtens de haar toegestane credieten tot 1914/'15 470 millioen lire voor spoorwegaanleg had kunnen opnemen, is zij in staat geweest dit bedrag tot 290 millioen te reduceeren. Wat den economischen toestand des lands betreft, is er niet minder reden tot tevreden heid dan over de finantieele positie. De juiste gegevens over de maand December 1.1. ontbreken nog, maar gedurende de overige 11 maanden van 1913 heeft de handelsomzet met het buitenland een waarde van 5516 millioen lire bereikt. De uitvoer is in die maanden 44 millioen lire grooter geweest dan in het overeen komstig tijdvak van 1912, de haven statis tiek toont een toename aan van het verkeer met 2% millioen ton inhoud en 100.000 passagiers. De concessiën voor het ver strekken van kracht uit de openbare wateren worden steeds talrijker, de ijzer- en staalproductie is tot 320 millioen gestegen, d.i. 61 millioen meer dan het jaar te voren, de spoorweg-ontvangsten van 1912/13 hebben die van 1911/12 met 26 millioen lire over troffen. Een en ander wijst duidelijk op grootere bedrijvigheid van handel, scheepvaart en industrie. Als bewijs van toenemende welvaart kan dienen, dat' de inlagen in de spaarkassen, in loopende rekening en rente-gevende waarden, 30 Juni 1913 totaal 7221 millioen lire bedroegen tegen 7094 millioen op 31 December 1912. 23/1?'14. v. D. S. * * * Een componeermachine Nadat de piano in handen is gevallen der moderne techniek en de pianola werd ge construeerd, schijnen pogingen om de vluchtigste droomen der toonkunstenaars in de macht der techniek te brengen, succes te beloven. Zekere Laurens Kromar heeft een instrument uitgedacht, ?waardoor het mogelijk Is, iedere muzikale fantazie, op een piano uitgevoerd, in den meest correcten vorm op het papier te brengen. Natuurlijk dat het apparaat, ter grootte van een schrijfmachine, in een bestaande behoefte" voorziet. Het wordt electrisch gedreven, terwijl de klaviatuur met de machine door geleiddraden verbonden is. Het neerdrukken van een toets geeft contact met het zelf-schrijvende instrument, en dat vervult zijn functie zógoed, dat een stuk, op de aldus gemoderniseerde piano gespeeld, rhythmisch en metrisch zuiver, met de juiste toonhoogte en harmonie, wordt afgedrukt. Voorloopig is het instrumentje nog duur, maar het is een gulden belofte. M. C. Uw ideaal Diogenes, die wijze Griek, Werd oud en zwak en suf en ziek. Dies ging hij op een dag op zoek In huis en kluis en hof en hoek, Of hij temet een kerel vond, Zoo wijs als hij, maar dan gezond. Ik legateer zó'n zeldzaam man" Sprak hij, mijn ton! Daar kan je op an!" Dat gaf een klap! Een man of zes Riep zelfs: Lang leef' Diogenes l" En stichtte met 'n dag of twee 't Diogenes-ton-comité! Nu met beleid «aan d' arrebeid," Zei 't comité. Allons! Allright." Diogenes, blijf jij in 't vat, Dat is taktiek, versta je dat?" Inmiddels gane wij door 't land En adverteeren in de krant En houden meetings met entree In elke tempel of café." Ons wachtwoord wordt: Vox populi." (In 't Grieksch: Mundus vult decipi)." Toen bleef het dertien weken stil. Elk voelde: er is wat op til; En wie den ouden Wijze zag, Zag, dat de Wijze op sterven lag. Eindlijk, het was de hoogste tijd, Daar kwam, per koets, het comiteit. Dipog'nes," vangt de praeses aan, Wij hebben onzen plicht gedaan." Hier is je man. Wij zijn geslaagd; Zie maar eens of ge elkaar behaagt. Sterk, stoer, gezond,?en klaar van blik, Zoowel figuur- als letterlik, Man uit n stuk, van zessen klaar, Een rederijke redenaar,... Enfin" zoo ging die praeses door, Laat hem je ton! Hij deugt er voor! De Wijze bloost. Fel wordt zijn oog. Nog eenmaal, en voor 't laatst, bewoog De mond die eens den grooten mond Van Grooten Alexander bond: Niet mij, noch mijns gelijke zocht Ge in hof en huis, in kluis en krocht.'' Vór mij staat uw schun ideaal: De philister in pontificaal!" Dat was je wat! Overal ging De omroeper rond: Pompom, ping ping! Diogenes is dood, doch kom En hoor zijn erfgenaam! Pom pom! Rombom, rombom, het comit Zit rond z'n ton; rombom, kom mee!" Dioog'nes bij z'n leven had Nooit heel veel menschen bij z'n vat. Nu hoopen zich veel duizend saam Om 't holle vat en holler faam. Voor faam, kazuivel en katheder Buigt immer nog?gij plebs, u neder, De Quasi" met zijn hol kabaal... Dat is uw man! Uw ideaal! Blaricum, f. 14 Dec. '13. HERMAN HANA Puzzle PLANIMETRISCH PUZZLE E D G De figuur A E F G C D is verkregen door van het vierkant A B C D een vierde deel (E B G F) af te nemen. De figuur A E F G C D moet nu in vier stukken verdeeld worden, ZEEUWSCHE HYPOTHEEKBANK IDDKUBlJRCi. De bank stelt verkrijgbaar tegen 1OO pCt.: 4% pCt. Fandbrieven uitlotende tegen looi/2 p?t. Coupons l Jnni en l December. Illllllllllllllllt doch zódat elk stuk even groot is en gelijkvormig is aan A E F G C D. Oplos singen met vermelding van benoodigden tijd worden gaarne ingewacht door M. J. pa Red. Weekblad De Amsterdammer, Keizersgracht 333. III* tnUIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIMIIIIIIIIMIIIMMIIIÜII Ingezonden Nederlandsche Zeeschepen van ongeveer 1470 tot 1830, bij E.J.Brill, Leiden 1913. Onder bovenstaand opschrift komt in de Groene's" van 23 en 30 November j.l. van de hand van den heer C. G. 't Hooft een en ander voor over dit werk. Achtereenvolgens wil ik enkele punten, welke daarin besproken worden, behandelen. De heer 't H. acht het absoluut nopdig, dat een serie prenten als deze, waarbij de keuze zoowel als het uit te geven aantal beperkt was, alle voorkomende typen moet bevatten. Beter dan de uitgave achterwege te laten kwam het den heer Van der Keilen en mij voor in deze serie in hoofdzaak alleen te geven de ontwikkeling van het zeeschip voor de groote vaart. Door den heer 't H. wordt betwijfeld of de Kraeck" wel een schip van Nederlandschen bouw is, doch hij staaft deze bewering met geen enkel motief. In het midden latend of het een Hollandsch dan wel een buitenlandsch schip is, moet toch worden toege geven, dat in dien tijd de schepen der verschillende landen zoo weinig verschillen, dat dit schip als schakel in de ontwikkelings keten hier zeker op zijn plaats is. Vooral ook omdat dit schip geheel aansluit bij de prenten van schepen van denzelfden meester, die ook door den heer 't H. als van Hollandschen oorsprong worden erkend. Met mij zullen zeker velen betreuren, dat aan het model van de Prins Willem" van 1651 in het Ned. Museum van Geschiedenis en Kunst zooveel ontbreekt en zullen tevens met mij eens zijn, wat ik daarvan schreef: n.l. Liever zag ik het model met nog min der tuig, als dat, wat er op stond, slechts de zuivere werkelijkheid weergaf. Zou dit model niet veel in waarde stijgen, als het geheel compleet werd afgewerkt, des noods zó, dat het oorspronkelijke en het nieuw aan gebrachte duidelijk te onderscheiden was?" Nadat de Heer 't H. slechts een deel hier van aanhaalt, spreekt hij zijn waardeering uit over het streven van de Directie van bovengenoemd Museum, om het oorspron kelijke van de modellen zooveel mogelijk te bewaren. Ik zal zeker de laatste zijn om dit streven niet te waardeeren. Maar dan behoort in de eerste plaats door deskundigen beoordeeld te worden of werkelijk een mo del in alle onderdeden oorspronkelijk is. Evenmin als een Museum-Directie bijv. een antieke stoel zal tentoonstellen met een poot van een andere stoel, zooals honderd jaar later gebruikt werd, behoeft zij een scheepsmodel ten toon te stellen, waarvan romp en tuigage niet met elkaar overeen stemmen. Noch het model van de Prins Willem", noch het model van de later ge noemde Mercurius" zijn geheel oorspron kelijk en waren dit zelfs niet toen ze nog niet de reparaties hadden ondergaan waarop de heer 't H. in het tweede gedeelte van zijn schrijven doelt. Niet geheel ben ik het met den heer 't H. eens over de verant woordelijkheid voor deze reparaties. Naar mijne meening behoort deze ten volle ge dragen te worden door hem die den last gaf ze uit te voeren. Mocht de lastgever geen deskundige zijn, dan zou een com missie van deskundigen hem ter zijde moeten staan, die hem officieel adviezen gaf. De heer 't H. waarschuwt tegen de door mij gehuldigde meening over de wijze hoe scheepsmodellen behooren te worden tentoon gesteld, n.l. met alleen datgene eraan, wat beslist elke kritiek kan weerstaan, of geheel getuigd naar de thans bekende gegevens. Ten eerste acht ik een model, dat niet geheel juist is en tentoongesteld wordt alsof het geheel oorspronkelijk is, een leugen tegen ieder die er naar kijkt en in de tweede plaats is in dezen tijd van stoom en electriciteit de dag niet meer zoover, dat menschenhanden niet meer in staat zullen zijn derge lijk werk te verrichten. Verder behandelt de heer 't H. in het tweede gedeelte enkele technische kwesties, waarover hij het blijkbaar niet met mij eens is. Ik zou gaarne eens zien, dat de heer 't H. een ra topte, waarvan de toppenanten ge schoren waren, zooals hij dat aangeeft. Geen technisch geschrift kan de heer 't H. hier aanvoeren, dat uitdrukkelijk aangeeft, dat de toppenanten onder de mars gevaren hebben, in den tijd, dat de masten van stengen voor zien waren. Als toch iemand schrijft over het optuigen van een mast als de door den heer 't H. bedoelden Kommandeur ter Zee, dan kan toch zeker die Kommandeur niet als autoriteit worden aangemerkt en had zijn Hoogbootsman zijn mast zeker beter opge tuigd. Zonder krans onder het want op de zalin gen zouden verschillende touwen van zijn schip al heel gauw door geschavield zijn en zonder takels en gijns zal zeker geen schip gevaren hebben. Ook de stroppen hiervoor ontbreken in zijn opgaaf geheel, zoodat ik een verwisseling van deze met de toppenantstroppen niet uitgesloten acht. De gedachte, als zou ik getracht hebben Witsen verdacht te maken gooi ik verre van mij. Bij de bestudeering van zijn Scheepsbouw en Bestier" viel mij op, wat de heer 't H. bij het lezen ervan zeker ook is opgevallen, dat in het gedeelte scheepsbouw alle samen hang ontbreekt' Verschillende onderwerpen worden daarin meerdere malen herhaald en wel op zoo'n wijze, dat dit er aan doet denken, dat telkens een ander aan het woord is. Daarom beschouw ik dan ook het werk van Witsen over de scheepsbouw van zijn tijd als een verzameling van gegevens, hem door verschillende scheepsbouwers verstrekt. Wat verder de bramzeilschboten betreft, maak ik me sterk tegenover de voorbeelden van den heer 't H. minstens evenveel voor beelden te kunnen stellen, die mijn opvatting weergeven. Een zeer slecht voorbeeld wordt door den heer 't H. aangevoerd in den vorm van het modelschip van Z.M. den Duitschen Keizer, dat in de Historische Afdeeling der E. N. T. O. S. was geëxposeerd. Een model toch waarvan de heele takelage weid afgenomen en voor een groot deel vernieuwd is en nog onlangs verbeteringen heeft ondergaan, zie Schiffbau van 26 Juli 1911, blz. 754, kan toch niet als oorspronkelijk voorbeeld worden aangehaald. Zeker zal de heer 't H. het met mij toe juichen, als het geduldig nasporen naar dergelijke kwesties wordt vergemakkelijkt doordat specialiteiten hun meening op de eene of andere wijze kenbaar maken. E. J. BENTHEM, Ing. der Marine NASCHRIFT De heer Benthem beweert, dat ik geen technisch geschrift kan aanvoeren, dat uit drukkelijk aangeeft, dat de toppenanten onder de mars gevaren hebben. Is dat het antwoord op mijn verzekering dat alle mij bekende technische werken uit de 18de eeuw, zeven verschillende, daarom trent eenstemmig zijn" en het tegendeel be wijzen. Hier blijkt dus dat de heer B. geen enkele dezer bronnen kent. Hij heeft zelfs geen poging gedaan om zich van deze litteratuur op de hoogte te stellen. Immers het blijkt al dadelijk uit zijn uiteenzetting van den text van mijn zegsman een zeeofficier, die vooraanstaande zeelieden schreef. Uit de volgorde bij het opleggen van want, topnantsstrop aan weerszijde, stag en mars, blijkt ten duidelijkste, dat de toppenants onder de mars voeren. Wel degelijk worden eerst sub l, 2, 3 en 4 de krans, detopreeps voor gijns, zij- en sloeptakels genoemd. Reeds in vroegere bronnen, Allard 1705, II. 42 en in l'Art de batir 1719. 41 is deze werkwijze te vinden. Dat de heer Benthem Witsen niet verdacht wilde maken stemt niet met zijn bewering overeen, dat het geen verwondering baart, dat de makers dezer prenten zoo n fout begingen" waar wij zelfs bij Witsen lezen marszeilen toppenants dienen tot bramzeilsschooten." De onaantastbaarheid van Witsen als bron voor onze kennis kan de heer B. bevestigd vinden in l'Art de Batir bl. 4, evenals in het model van den V. Adm. Graaf van Bijlandt in het Ned. Museum. Nog in 1794 en 1808 wordt deze techniek in Duitsche en Engelsche vakwerken beschreven. Toen was zij eindelijk nagenoeg verdrongen door de Engelsche wijze. Het is te betreuren, dat de heer B. geen voorlichting gezocht heeft bij de eenige deskundigen" in dezen de gedrukte tech nische bronnen uit den tijd. Het verderfelijke van den wensch van den heer B. om aan oude fragiele tuigages naar eigen opvatting te completeeren, waarbij noodwendig moet worden vernieuwd en allerlei gegevens teloorgaan, blijkt wel het best bij het model van Z. M. den Duitschen Keizer. Daarbij werd, door de gedeeltelijke ver nieuwing, het nog oorspronkelijke of in ouden vorm aanwezige zonder reden be twijfeld, en geraakte het in ernstig gevaar door onkunde moedwillig te worden vernield juist op de hierboven genoemde punten. Het was mij een groote voldoening dit laatste nog bijtijds te hebben kunnen voor komen. C. G. 'T HOOFT Correspondentie Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekblad, uitbetaling van het honorarium e. d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Men gelieve bij opgave van adres veranderingen te vermelden of deze van blijvenden of van slechts tijdelijken aard zijn. Bovendien geve men niet alleen de nieuwe maar ook de oude woonplaats op. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, wende men zich uitsluitend tot de REDACTIE en uitsluitend Keizersgracht 333. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenscht, dat de inzender iederen keer, dat hij een bijdrage zendt zoowel op zijn brief als op zijn bijdrage zijn volledig adres duidelijk leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag in postzegels toevoege (los in den brief) indien bij niet-plaatsing terugzending ver langd wordt. Op anonieme zendingen of berichten wordt geen acht geslagen. * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl