De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 25 januari pagina 3

25 januari 1914 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

25 Jan. '14. No. 1909 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Tholen; Akkeringa. Hoe weinig Tholen nog op zijn juiste waarde geschat wordt in Holland bleek me opnieuw bij het genietend bezien van een aantal zijner laatste schilderijen. Wanneer ge het hier in kleuren opgeloste probleem algemeen zoudt willen benoemen, kon dat geschieden met de technisch klinkende uit drukking dat Tholen zich ten doel stelde: avondverlichting, en wel de verlichting door lantaarns (gas-) van straten en bosch; het spel van dit licht over poorten en tegen gebouwen. Een der eerste voorstellingen die ik zag was een lichtende lantaarn in de Boschjes. Deze wierp een breed licht op een loods; in een schaduwstreep, tusschen haar licht in, ging de figuur van een man bijna verslinken. Hier was te prijzen de zuivere kracht van het licht en het wemelen der schaduwen; de toch in die schaduwen ge voelde en aangegeven figuur van den staanden man. Een der laatste werken die ik zag leek me het grootste, en het meest roerend. Het was een renaissancepoort (van geverfde zandsteen?) te Enkhuizen. Rond haar lichte massa en achter haar stellige architektuur verdommelden vormen van ramen en het gebouw zelf, .tot vloeiende onbestemdheden, en leefden" (hoe juist is voor een kunst werk deze gewone uitdrukking) in de zwartheid van den nacht toch even. Dit werk had zoo vlietende grootheid der ver schijningen aan zich, dat ik opnieuw de aarzelingen niet begreep van sommigen voor het beste werk van dezen kunstenaar, die zijn melancholie gaarne uit in de getijden van den avond en van het haast nachtlijk uur. 2. Akkeringa (bij Eilers & Co.). Is er niet iets, lezer, die met mij zoetjes-ironisch zijt, is er niet iets in dit werk van Akkeringa, dat tot het eenvoudige gemoed spreekt"? Zijn de tooneelen, die hij voorstelt, niet d'allervredigste, en is het thee-uur, in den tuin, onder boomen, bij een uitzicht, niet van die Hollandsche geaardheid, dien wij allen immers slechts langzaam kunnen ver laten? Zedig en zacht zitten de deelnemers aan dit festijn gegroepeerd; het zijn dames en jongelieden, kinderen en vrouwen, wier handen in de snaren van het speeltuig grijpen" om met den vroegeren dichter te spreken. En in welke kleuren en in welke vormen zou de schilder dit alles uiten voor onze oogen? Hij drukt de vormen niet te scherp uit, niet te grootsch, niet te statig, niet te bits, niet te edel, niet te star, niet te breed, riiet te vlo'eiend, niet te fel, want zulke vormen zouden het thee-uur storen. En de kleuren branden niet noch bloeien, zinnen niet noch dralen, droomen noch flonken deden zij dit, wie zou onder hun kracht of brand of gloed de thee uit kunnen schenken ? En vorm n kleuren schikten zich naar het thee-uur! Ze zijn eenvoudig; niet diepzinnig maar daarom toch niet leelijk; niet hartstochtelijk maar daarom toch niet flets, niet onvaardig neergezet, maar daarom niet- overtuigend! Mij overtuigen ze niet! Ik ben het thee-uur te veel ontgroeid. Het is een fout, die ik hier bekenne. Tot mijn geluk zie ik dat ze anderen in ruime mate nog streelen, want een beetje heb ik den trots der eenzaamheid. PLASSCHAERT IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHMMIIIUII iiiiJiiHtiiiiiiniiiiiiiiitiiiniiii minste ergernis. De oefening ging dien avond vrij wel zonder tusschenpoozen door, want de taal van de vergadering was van nog tamelijk vrije woordenkeuze. Evenwel in vergelijking met den vorigen avond viel er eenige verbetering te bespeuren. Gedurende langer dan een maand hield Elias B. Hopkins den strijd vol. lederen avond konden wij hem daar, met den bijbel op z'n schoot op z'n ton zien zitten en bij het eerste beste pnvoegzame woord liep de goot. Dat eentonig gedrens werd ten laatste volkomen onuitstaanbaar, maar het kon slechts voorkomen worden indien wij ons wilden houden aan den door onzen domin vastgestelden kanon, leder, die zich het vloeken tot een tweede natuur had gemaakt, werd met booze oogen door de gemeenschap aangezien, nu de overtreding van n de bestraffing van allen tengevolge had. Aan het einde der tweede week was de preeker voor meer dan de helft van den avond niet in functie, en na een maand was zijn ambt een sine-cure. Nooit was een zedelijke omkeer zoo snel en zoo volkomen te weeg gebracht. Onze dominévoerde zijn beginsel ook door in het private leven. Ik heb hem meer dan eens, als 'n delver in de mijnen zich 'n onvertogen woord ontvallen liet, zien opspringen, en met de bijbel op de knieën op de berg opge worpen roode klei boven het afgestoken terrein van den zondaar heel Genesis hooren afdreunen op een zoo ernstigen en indrukwekkenden toon, alsof de gekozen passage wonderwel van toepassing was op de om standigheden van het oogenblik. En zoo mettertijd werd onder ons een vloek schaarsch in het Ravijn. Evenals het overmatig ge bruik van sterken drank. Vreemdelingen, die de Gulch bezochten, verbaasden zich zeer over den staat van genade, waarin wij ver keerden, en de heilige reuk ervan verspreidde zich ver over Ballarat. Onze Evangelist bezat enkele opmerkelijke hoedanigheden, die hem als aanwezen tot de uitoefening van het ambt, dat hij zich gekozen had. Want een man, geheel zonder verzoenende zonden, zou geen gemeene, grondslag voor zijn werk gevonden en de sympathie van de kudde hebben gemist. Maar toen wij langzaamaan onze Elias B. Hopkins beter leerden kennen, ontdekten wij dat er in hem, spijt zijn vroomheid, zuurdeesem van den ouden Adam was, en dat hij orrgetwijfeld ook zijn opstandige zondige dagen moest hebben gekend. Hij was geen geheel-ont houder. Integendeel hij koos zijn hartversterking met oordeel des onderscheids en slikte -het stooksel met een gladde keel. Hij was verduiveld handig met poker en er waren er maar weinigen, die hem de baas waren in bridge. Hij en de twee ex-schavuiten, Philips en Maule konden uren achtereen in de grootste eensgezindheid samenspelen, totdat, in de hartstocht van het spel, een van zijn partners zich van een ongeoor loofde, al te sterke gevoelsexpressie be diende. Een eerste maal volstond hij met den schuldige verwijtend aan te zien, terwijlzich een pijnlijke glimlach rond zijn lippen trok. Maar de tweede keer stond hij op, haalde zijn bijbel voor den dag en met spelen was bet dien avond gedaan, Hij liet Moderne schilderkunst in Zwitserland Nadat Hodler door de Zwitserse regering de versiering der Bankbiljetten opgedragen werd, een daad van vooruitstrevendheid, werd te gelijkertijd hiermee een kritiek over de modernen in Zwitserland ontlokt. Van alle kanten kwam het publiek in protest, wat te denken is. De pers in stede van verklarender wijs haar lezers de betekenis der moderniteit aan te tonen, zodoende de interesse des volks voor z'n kunst te versterken, te verhogen, haar ontwikkeling te bevorderen, gaat in breedvoerige, zelfs hoofd-artikels.de HodlerKliek" te lijf en roept n.b. de hulp van de Bundesrat" in. Overbodig de nog dageliks hernieuwde reeksen van schimpwoorden of rijmelarijen aan te halen, die hierbij gebruikt worden. Doch vergeten we niet: het volk is einverstanden" en dringt de pers daartoe. Men ziet, er is leven in de Schweizer Brauerei en beter dan de Hollandsche lauwheid, die zich alleen om de modernen amuseert en de Haagse school of de impressionisten van de bekende soort boven de jongere-krachten prefereert, komt hier de gezonde enthousiaste Zwitser om de hoek. Dat men bijv. voor een Wandschilders-Preiskampf der Zwitserse Universiteit weer tegen de volkszin de mo derne-Richting met Hodler aan het hoofd als Jury verkiest is een bewijs, dat in de boezem van het Zwitserse-volk 'n strijd1 gestreden wordt, die niet anders dan heilzaam voor de kunst zijn kan. Voor de Int. Nat. Kunst in 't algemeen en voor de Zwitserse in 't biezonder. Wat weet bijv. het Nederlandse volk in zijn algemeenheid van het werk van Der kinderen, die direkteur is van zijn akademie, wat weet het van Roland Holst (buiten 'n kleine groep van Soc. dem.), en deze zijn toch schilders voor 't algemeen. Doch vraag de eerste de beste volksman in Frans-Zwitserland naar Paul Robert of overal naar Hodler en ze weten 't je te vertellen. In een land waar het volk warme interesse heeft voor zijn kunst (de kunstenaren daar natuurlik niet bij gerekend), daar heeft zij een toekomst, en beter dan een elite die zich met kunst amuseert, zoals bij ons in Holland, is de ernstige verontwaardiging van een op kunstgebied nog ongecultiveerd doch ook nog onbedorven volk. Aroza, Nov. 1913. JAN TERWEY * * * Nieuwe Uitgaven BjöRNSTjERNEBjöRNSON.Dramarïsc/ïe Wer ken. Naar de oorspronkelijke Noorsche uit gaaf, vertaald door MARGARETHA MEIJBOOM. Drie spelen van Recht: De Jonggehuwden, Leonarda, Een Handschoen, 270 pag., ? 0.85 (Meulenhoff-editie). Amsterdam, Meulenhoff & Co. Brieven van A. L. G. BOSBOOM TOUSSAINT, aan E. J. POTGIETER, bewerkt en toegelicht door J. BOSBOOM Nz., 241 pag. Prijs ing. ?1.75, geb. ?2.25. Rotterdam, D. Bolle. CAREL GOUDEMOND, Uit het land van de Visschers. Geïllustreerd, 139 pag. Prijs ing. ?0.75, geb. ?1.10. Rotterdam, D Bolle. FRIEDRICH NIETZSCHE, De Blijde Weten schap. Vertaling van G. H. PRIEM, 388 pag. Prijs ?2.50. Amsterdam, A. W. M. van Hees. ons ook zien, dat hij wel eens eerder een revolver in zijn handen had gehad, want toen we op een keer ons oefenden op een brandewijnflesch, vroeg hij van 'n kame raad diens revolver te leen, en raakte het ding op vierentwintig plaatsen achter elkaar. Er waren maar weinig zaken waarmee ie geen eer inlei als hij er zich mede wiltle afgeven, behalve dan goud-graven, want daarin was ie te dom om voor de du Het was bedroevend te zien hoe zijn kleine zak, met zijn naam er op gedrukt, in een knoedel leeg op de plank in de schuur van Woburn lag, terwijl de zakken van de andere maats dagelijks zweiden, en enkele reeds bijzonder welvarende vormen aannamen, want de tijd schoot op, en de dag kwam nu zoetjes aan nader, dat de goud-trein naar Ballarat ver trekken ging. We rekenden, dat het bedrag, dat we dezen keer bij elkaar gegraven hadden, grooter zou zijn, dan ooit vroeger per enkel convooi uit de Gulch verzonden was. Hoewel het scheen, dat Elias B. Hopkins zich met een genoeglijke tevredenheid zonde in de resultaten-ten-goede van zijn onver moeid werken, toch was zijn vreugde nog niet volkomen. Want er bleef nog n ding over, waarnaar hij in stilte verlangde. Op een avond sprak hij zijn hartewensch tegen over ons uit. Kinderen", zei hij, God's zegen zou zeker zichtbaarder nog rusten op ons Kamp en op ons werken, als we ons best deden om op den dag des Heeren althans aan God 'n offerande te kunnen opdragen. Want is het niet God verzoeken langer zoo door te gaan en aan dien Heiligen dag geen andere aan dacht te schenken dan alleen dat er nog wat meer gedronken en wat meer kaart wordt gespeeld? Me nebbe cheejn doowmené" riep er uit de bende. Uil!" bromde een ander La naj kèke; me hebbe hier 'n ventje das meejr waard as drie beffies. Die pik inz teksjte as 'n doffer inz mais. Wot jullie, manne!" Maar me hebbécheejn kerk!" weersprak dezelfde opponent. Laam ut in de oovvpe luch höwe!" meende er een. Of in Woburn züschuujr" opperde een ander. Of in de saloon van Adam." Het laatste voorstel werd met een algemeen gemompel van instemming verwelkomd. Adam's saloon was een vrij groot houten gebouw achter de bar, dat gedeeltelijk ge bruikt werd voor de berging van drank en voor een ander gedeelte als speelzaal. Het was tamelijk stevig opgetrokken van ruwgezaagde planken; tengevolge waarschijnlijk van des eigenaars innerlijke overtuiging, dat oxhoofden brandewijn en rum dingen waren, die, vooral in de dagen van Jackman Gulch's zondig verleden, veiligst achter slot en grendel waren bewaard. Een stevige deur gaf, aan voor- en achterzijde, toegang tot de saloon, en het inwendig was, als tafel en toonbank waren weggezet, groot genoeg om de heele gemeente plaats te bieden. De jenevervaten werden door den eigenaar aan een kant op elkaar gestapeld, en konden dienen als noodhulp-preekstoel. In het eerst toonde de Gulch maar matige belangstelling in de voorbereidingen, maar toen het bekend werd; dat Elias B. Hopkins, Voor eerste klas PIANO 10 JAAR _ _ _ GARANTIE KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S, VLEUGELSisHEIADRES fl^-KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMUNBETAIING CANNES (Rivièra.) HOTEL SUISSE. QUARTIER DU CERCLE NAUTIQUE. Hollandsen Familie Hotel. Zeer modern Ingericht. Appartem. met Bad en W. C. Kamers met Kond- en Warmwaterleiding. Prosp. Intern. Verkeersbur., Amst., Kaadhnlsstratit 16 en Den Haag, Papestraat 5 of door den Eigenaar A. K EL L E R. Groote Godsdiensten", serie II, No. 10: Dr. R. VAN DER MEULEN, De Godsdienst der Heidensche Balten en Slaven, 45 pag., ?0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. Uit onzen bloeitijd", serie 111, No. 8: J. H. RÖSSINQ, Het tooncel in Nederland, 36 pag., ?0.40. Baafn, Hollandia-drukkerij. Steinlen-Album, (inhoudende 8 reproducties naar teekeningen van A. STEINLEN met tekst van jhr. JAN FEITH) uitgegeven ten bate van de Tcevlugt voor Behoeftigen, Passeerdergracht 19, Amsterdam, naar aanleiding van haar 70-jarig bestaan. Onze Koloniale Landbouw", VI: Dr. J. J. B. DEUSS, De Theecultuur,\QQpag. Prijs ? 1.50. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zn. Handleiding voor het zaaien en planten van de meest gebruikelijke groentenzaden. Met opgave van het benoodigde zaaizaad per bed, vierkante meter en per regel. Uit gave van de Mij. Zaadhandel van ouds De Korenbeurs", Alkmaar. Den handschoen opgeraapt f Eene poging om de vrijdenkers in Nederland te mobiliseeren inzake het vraagstuk van de scheiding van Kerk en Staat, meer speciaal wat betreft de afscheiding van de Kerk; door W. HAVERS. Met een voorwoord van A. H. GERHARD, 32 pag., ?0.10. Uitgave van den Dageraad's Boekhandel Kinkerstr. 300, Amsterdam. De Vivisectie-strijd. Propaganda-brochure (geïllustreerd) uitgegeven door den Bond tot bestrijding der Vivisectie. Alg. Secretariaat, Schotersingel 121, Haarlem. Verslag aan de Koningin betrekkelijk den dienst der Rijkspostspaarbank in Nederland over 1912, ? 0.50. 's Gravenhage, Gebrs. van Cleef. Centraal Verslag der arbeidsinspectie in na den dienst voornemens was, de gemeente toe te spreken, begon de kolonie van grootere ingenomenheid blijk te geven. Een werkelijke predicatie was voor hen allen iets nieuws, en een predicatie van hun eigen domin was dat in nog sterker mate. Het gerucht ging bovendien dat ze gekruid zou zijn met toespelingen op locale omstandigheden en gebeurtenissen, en dat de les getrokken zou worden onder niet al te ondoorzichtige aan duiding van wederwaardigheden, aan be paalde personen overkomen. Nu begon men veeleer bang te worden geen plaats meer te zullen krijgen, en bij de Gebr. Adams werd om de plaatsen gevochten. Slechts toen voldoende aangetoond werd, dat de saloon ruimte had voor allen, en dat er dan nog plaats overbleef, keerde de kalmte terug, en wachtte men in met moeite bedwongen nieuwsgierigheid de komende dingen af. En het was maar goed ook, dat het ge bouw die ruime afmetingen had, want de vergadering op dien Zondagmorgen was de grootste, die in de annalen van Jackman's Gulch beschreven staat. Men meende het eerste oogenblik, dat wel heel de burgerij aanwezig was, maar eenig nadenken leidde tot de gevolgtrekking, dat dit niet zoo was. Maule en Philips waren opeen verkennings tocht uitgetrokken in de bergen en nog niet teruggekeerd; en Woburn, de goud-bewaar der, was buiten staat zijn post te verlaten. Met zoo'n groote hoeveelheid kostbaar metaal aan zijn zorgen toevertrouwd, voelde hij, dat de verantwoordelijkheid te groot was. Hij bleef waken over de schatkist van de Gulch. Maar op deze drie uitzonderingen na stroomde dan ook heel de Gulch, met schoone roode hemden, ert zooveel andere versieringen als de plechtigheid eischte, binnen in een kronkelende lijn, vanaf het begin van het kleiachtig pad, dat naar de saloon leidde. Het inwendige van het gebouw was met ruwe banken voorzien; en de dominé, met zijn vriendelijken, gemoedelijken glimlach stond aan de deur om zijn gemeente te verwelkomen. Goeie morgen, jongs," riep hij hun vroolijk toe, als de eersten aangeloopen kwamen, Ga binnen. Ga binnen. Dit is 'n dagwerk, kinderen, beter, hoop ik, dan je nog ooit hebt ter hand genomen. Laat maar je pistolen hier bij de deur, als je binnengaat. Na de dienst steek je ze weer bij je. Maar wapens in het huis des vredes, dat is niet zooals 't hoort." Aan zijn verzoek werd door allen met vriendelijke inschikkelijkheid voldaan, en vór de laatste binnen was, lag er een vreemd allegaartje van allerlei soort messen en vuurwapens in de gard'-armes van het tijdelijke bedehuis. Toen allen op hun plaatsen waren, werden de deuren gesloten en de dienst begon de eerste en eenige die ooit in Jackman's Gulch is opgedragen geworden. Het weer was drukkend en de schuur benauwd, toch luisterden de delvers toe onder groote aandacht. Er wasén bekoring van ongewoonheid in de plechtigheid, die haar uitwerking niet miste. Er waren er, voor wie ze geheel nieuw was, anderen werden in hunne herinnering teruggeleid tot andere landen en andere tijderu Behalve Sokken welke zes maanden gedragen kunnen worden ZIJN GOEDKOOPER dan sokken welke na twee maanden versleten zijn. Verlang daarom nog heden een half dozijn AVIATA" GARANTIE-SOKKEN van Uwen leverancier. Fil d'Ecosse PI. 4.35 en PI. 5.40 nav ,?,, , M_ ; Merino 6.00 per half doz n Utrechtsche Tricotage Fabriek WICHER JANSEN, Utrecht. GRANDS V.INS DE C-HAMPAGNB Perrier-Jouet v* Epérnay. Coïi.cegsiorvnaijesi Sauter&^olls. Maastricht. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrijke terreinen. Spoor, Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M.ij DE VELUWE", Nunspeet. het Koninkrijk der Nederlanden over 1912. Uitgave van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Verkrijgbaar te Algem. Landsdrukkerij, 's Gravenhage. Bijbel, Leidsche vertaling, afl. 21?25 (thans compleet). Zalt-Bommel, N. V. P. M. Wink, Boekhl. en Uitg. Mij. LEONARD BUYST, Balladen Allerhande, 152 pag. Antwerpen, Vlaamsche Boekhl. (Lod. Opdebeek). Levensvragen", serie VII, No. 4, dr. J. RUTGERS, Is de Prostitutie een noodzakelijk kwaad? 40 pag., ?0.40. Baarn, Hollandiadrukkerij. Het Artsen-monopolie en de Psychische ge neeswijzen van arts Is. ZEEHANDELAAR J.BZN. Open brief aan den heer E. J. ABRAHAMS, Arts, Secr. Penn. v. d. Ver. tegen de Kwak zalverij, 16 pag. Amsterdam, Cohen Zonen. De plant in Nijverheid en Handel, afl. XI. Amsterdam, Uitg. Mij. Elsevier." De Tooneelgids", No. 7: PAUL HERVIEU, De Fakkelloop (La course du Flambeau) 15 pag., 10 et. Den Haag, C. W. M. Roskes. A. KLAVER, De Vrijmetselarij en Prof. Bolland, 40 pag., 40 et. Baarn, Hollandiadrukkerij. De Vrouw, de Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk, afl. VIII. Amsterdam, Uitg. Mij. Elsevier." Uit Zenuw- en Zieleleven", serie III, No. 4: Dr. A. RIJPPERDA WIERDSMA, Moeilijkheden bij het beoordeelen van nerveuse toestanden, 36 pag., A 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. De artsen en de ziekenfondsen. Een ernstig woord naar aanleiding van de hangende quaestie tusschen de artsen en de zieken fondsen. Uitgegeven door de landelijke federatie ter behartiging van het zieken een neiging, die bij enkelen zich scheen te willen uiten om aan het einde van sommige gebeden te applaudisseeren, gedroeg zich de schare overigens voorbeeldig. Er ging echter een gemompel van zenuwachtige verwachting door het gebouw, toen Elias B. Hopkins, vanaf zijn . geïmproviseerd rostrum op de congregatie neerziende, zijn toespraak aanving. Hij had zich ter eere van de plechtige gelegenheid met groote zorg uitgedost. Hij droeg een fluweelen tuniek, om het middel opgenomen door een band van chineesche zij, een molshuiden pantalon, en hield zijn palmbladen hoed in de linkerhand. Hij begon op zachten toon te spreken en men merkte op, dat hij dikwijls het oog wendde naar de kleine opening, die tot venster diende, en die aangebracht was boven de hoofden van hen die aan zijn voeten zaten. Nou heb ik jullie, waar ik je hebben wou, jongs" zeide hij in den loop zijner predicatie. Nou heb ik jullie op den goeien weg, en wat je nou nog te doen hebt, dat is te zorgen, dat je niet weer van de goeie weg op de slechte raakt." Hier keek hij met een opmerkelijke oplettendheid naar buiten door het raam, eenige seconden lang. Ik heb je nou matigheid geleerd en vlijt, en met die twee eigenschappen is'n mensen instaat alle schade en verlies, dat-i lijdt, in korten tijd weer goed te- maken. En ik denk dat er geen onder jullie is of mijn bezoek aan jullie kamp zal 'm heugen." Hij hield een oogenblik op en drie revolver-scho ten jankten door de trillende zomerlucht. Zitten blijven. Verdomd!" brulde onze prediker, toen zijn gehoor opgewonden van zijn zetels sprong. Als een van jullie 'n beweging maakt, leg 'k 'm neer! De deur is aan de buitenkant gesloten, dus eruit kunnen jullie niet. Op je stoelen, suffe, akelige idioten. Zitten, honde, of 'k schiet d'ronder; bende!" Verwondering en ontsteltenis deden ons op onze zetels terugzakken, en wij staarden met wijde oogen beurtelings onzen domin en elkaar aan. Elias B. Hopkins wiens ge laat en gansche houding eene wonderbaar lijke verandering hadden ondergaan, keek met heete oogen en een honenden glim lach op zijn uitdagend gezicht van af zijn hooge stellage op ons neer. Ik heb jullie leven in me hand" ging hij verder en wij bemerkten, dat hij een zwaar kaliber-revolver in z'n greep hield en dat de kolf van een tweede uit zijn cein tuur stak. Ik ben gewapend, jullie niet. Als er een zich verroert of kikt, is die 'n lijk. We moeten hier samen een uur wachten. Nou, idioten (dat woord striemde onze huid met 'n pijn, die we nog lang na hebben ge voeld) , weet je, wie 't is, die je in deze muizenval ving? Weet je wie 't is, die hier' maanden lang de dominéen de heilige man heeft gespeeld ? Conky Jirn, de strulkróover. Graaf-apen! En Philips en Maule zijn twee van m'n beste onderofficiers. De bergen in zijn ze met jullie goud Ha! Durf je?" Dit tot een onrustig lid der gemeente, dat echter spoedig onder de dreiging van zijn wilde oogen en het,opgeheven wapen tot bezinning kwam. 'Binnen 't uur zfjnf ze DEUK BELLEVILLE AUTOMOBIELEN, Hoof d-Agent Toor Nederland; J. LEONARD LANG, 114 Stadhouders AMSTERDAM. fondswezen, Januari 1914, l?10.000, 30 pag., ?0.25. 's Gravenhage, Steijnlaan 59. Jaarverslag over het 28e boekjaar (l Sept. 1912-31 Aug. 1913) van de Vereeniging Zarfath." * * * Inhoud van Tijdschriften Tijdschrift voor Wijsbegeerte, Jan. '14: Dr. J. S. Bierens de Haan, Het Spinozisme als Ontwikkelingsleer. Hermann Wolf, Schopenhauer's Verhouding tot Romantiek en Mystiek. Henri Borel, De filosofie van Lao Tsz'. Hedendaagsche Wijsbegeerte. Standpunten en stroomingen. Schoonheid en Opvoeding, No. 1: Ida Heijermans, Een Modelschool. P. d. J.-D., OudGrieksche Kunstnijverheid. J. D. Ros, Holland op zijn smalst ? Jt. Reinink, Waarom een vereeniging van spraakleeraren noodzakelijk is. A. G. D., Verbetering van den Volkszang. De Levende Natuur, afl. 18: Jac. P. Thijsse, De Ransuil. W. J. Dijk, Kienhout. H. R. Hopgenraad. Levensschetsen van eencellige dieren. H. E. Heimans, Bellagio-Lago di Como. H. M. Kuyper, Nachtelijke excursies. J. B. Bernink, Een nieuw boek over paddenstoelen. De Natuur, No. l: Dr. D. van Gulik, De toepassing der draadlooze telegrafie. H. E. Kuylman, Het Goudhaantje. M. v. d. Boon, De moderne toepassingen van samen geperste lucht. D. S. S., Een nieuw mid del om mijngasoatploffingen te voorkomen. L. Dorsman Czn., Eenige tulpenafwijkin gen. Z. P. Bouman, Een reuzenwerk in de Missisippi. Dr. A. J. C. Snijders, Proeven over licht. buiten jullie bereik, en ik zou je aanraden, schik je in je lot, achtervolg ons niet, an ders loop je gevaar meer te verliezen dan je geld. Mijn paard staat buiten gezadeld hier achter de deur. Als het oogenblik ge komen is, ga ik door deze deur d'r uit, sluit ze af aan de buitenzijde en poets 'm. Dan mag je voor mijn part de stal hier in elkaar trappen. Meer heb ik niet te zeggen, alleen dat jullie de lummeligste troep ezels zijn, die ooit op gelooide zolen hebben geloopen." Wij -hadden gedurende de volgende zestig minuten ruim den tijd zijn zoo rondborstig uitgesproken meening over ons te verwerken. We waren aan de genade van dien sluwen booswicht overgeleverd. Wel is waar, indien wij allen te samen tegelijk tot den aanval waren overgegaan, hadden we hem makke lijk met opoffering van een zes- of zeven tal onzer onder den voet kunnen loopen. Maar hoe konden we zoo'n gemeenschappelijken aanval overeenkomen zonder beraad, en wie dorst het sein te geven zonder de voorafgaande zekerheid, dat hij door de overigen zou worden gesteund. Er bleef niet anders over dan geduldige onderwerping. Het scheen wel drie uren te duren voor de roover het voor hem liggend horloge in den zak stak, van de vaten afsprong, achteruit met zijn revolver nog op ons gericht, in de rich ting van de deur liep.en snel er doorheen glipte. Wij hoorden het geknars van het roestige slot, en het gestamp van de hoeven van zijn paard als hij weggaloppeerde. Ik heb hierboven opgemerkt, dat ruwe woorden gedurende de laatste weken schaarsch waren geworden in het kamp. Nu, wij hebben ons het eerst-volgende half uur voor die tijdelijke onthouding schade loos gesteld. Nog nooit was er zoo'n algemeen en hartgrondig satansgebed gehoord. Toen wij er ten laatste in waren geslaagd de deur uit haar hengsels te tillen, waren buit en roovers al lang uit het gezicht ver dwenen. En wij hebben ook later nooit meer iets van dat drietal vernomen zoo min als van ons goud. Den armen Woburn, vonden we, slachtoffer van zijn trouwe plichtsvervulling met een kogel door het hoofd op den drem pel van de leege loods. De schavuiten Maule en Philips waren, zoodra we in de strik zaten, uit hun schuilplaats in de buurt van het kamp te voorschijn gekropen, hadden den bewaker vermoord, en met de buit ge laden op een kleine wagen een veilig heen komen gezocht naar een of ander onvind baar hol in de bergen, waar hun leider zich bij hen voegen zou. Jackman's Gulch is de schade spoedig te boven gekomen en is nu een kleine, wel varende stad. Maar aan Maatschappij-Her vormers bestaat er daar geen groote behoefte, en Zedelijkheid-Apostels zijn er niet in eere. Ja, er wordt gezegd, dat on langs een argeloos vreemdeling voor den vrederechter is gesleept enkel op grond van de beschuldiging dat 'i meende dat 'r in zoo'n groote gemeente toch wel 'n kerk mocht zijn om de dag des Heeren te vieren." De herinnering van hun eene en eenige herder is nog on verzwakt onderde inwoners van. de Qulch en zal dat zieker nog wel 'eiéni'geüt tjjd blijven*.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl