De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 25 januari pagina 5

25 januari 1914 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

25 Jan. '14. No. 1909 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VROUWENRUBRIEK lllllltllllllIIIHIMIIIIIII De vrouw aan het Tooneel Het zijn der vrouw aan het tooneel is eene oude en steeds nieuw blijvende kwestie. In Duitschland wordt zij in de laatste jaren door mannen en vrouwen vaak besproken, en... onverbloemd. Aan het einde van 't vorig jaar hield dr. Phil. H. Stümcke, sekretaris der vereeniging ter beoefening van Tooneelgeschiedenis, in het Artzliches Qesellschaft für Scxualwissenschaft und Eugenik" te Berlijn eene rede over Tooneelprostitutie voorheen en thans Reeds in de klassieke oudheid ving Dr. H. Stümcke aan wordt in een sage van den priester Epimenedes over het tooneel gezegd: Verblinden, gij weet niet, hoeveel oorzaak van onheil deze plaats voor u zijn zal." Het grootste onheil is het vaak samen gaan der prostitutie met het tooneel. Dat er voortdurende wisselwerking tusschen gods dienst, kunst en sexueele gewaarwording bestaat, is in den laatsten tijd proefonder vindelijk vastgesteld. Ook: dat tooneelkunst, dans en prostitutie uit de meest elementaire levensdrift der menschheid voortgekomen zijn. . Dionysos ia niet alleen de God van den wijn en de vruchtbaarheid, maar ook van het tooneel. Na eene definitie van het woord: tooneel prostitutie" liet de spreker in eene kuituurhistorische schets de groote Amoureuses et Theatreuses", de Demi-monde d'artiste" de revue passeeren. Opgemerkt zij, dat in het klassieke Griekenland tijdens den eersten bloei van de kuituur van het tooneel geen sprake kon zijn van tooneelprostitutie, daar in de treurspelen alleen tooneelspelers op traden en zelfs in de dagen van verval een Antigone en een Electra niet door vrouwen werden voorgesteld, evenmin in stukken als Lysistrata" van Aristophanes en vooral in de spelen der zoogenaamde middelAttische comedie, wemelend van lichte vrouwspersonen. Buiten de sterke macht der traditie, die aan eerbare vrouwen langen tijd het komen in het Amphitheater verbood, waren er ook oorzaken van techniek. Het staan en gaan op kothurnen, het voordoen van een masker, de groote kracht der longen, gevorderd om zich in de reusachtige ruimte verstaanbaar te maken, beletten de vrouw den weg naar het tooneel. Als priesteressen van Venus dienden de fluitspeelsters en danseressen, waarbij zich later in Rome de Pantomimisten voegden, die de minnaressen werden van staats lieden, als: Marcus Antonius, wanneer zij zich door schoonheid en lichtzinnigheid kenmerkten. Alle wetten der Romeinsche Republiek en van enkele Caesars hebben de verwildering der zeden niet kunnen bedwin gen, zelfs niet tegenhouden, dat eene bizonder beruchte danseres, Theodora genaamd, als gemalin van keizer justinianus op den Romeinschen keizerstroon plaats nam. De katholieke-kerk, hoewel zij eene bekende mime, de schoone Pelygia, weldra bescherm heilige der tooneelspelsters, onder de Heiligen opnam, verbande bij hare mysteriën, lithurgische en Heilige spelen de vrouw van het tooneel. Eerst, toen in het midden der 16e eeuw in Italië een stand van beroepsspelers ontstond, begon ook het vrouwelijK element zich meester te maken van het tooneel. De Italiaansche comedie brengt Columbine op de planken; weldra beginnen de tooneelprinsessen op te duiken, die aan het hof der Fransche Koningen aanleiding tot klachten geven over onzedelijkheid. Weldra blijft het niet meer bij minnarij onder de leden der troep, maar moet zelfs een Molière de be koringen van een zijner tooneelspeelsters deelen met Racine en Corneille. De ontrouw van Madeleine Béjart, ook een lid van Molière's gezelschap, met welke hij getrouwd was, is door een zijner blijspelen wereldvermaard geworden. De componist en muziekdirecteur UI T DE NA TUUR DLXIII Gevaarlijke diertjes In den laatsten tijd is herhaaldelijk voor speld, dat het op Java niet bij de noodlottige pest-infectie blijven zal, maar dat binnenkort een nieuwe ramp onze Oost zal treffen; en wel door een inval van de gele koorts. Als straks het Panamakanaal in dienst wordt gesteld, zal het niet lang meer duren, of wij zullen de eerste gevallen van de gele koorts in onze Oost vermeld vinden. Dit is wel een zeer lugubere voorspelling. Zij, die deze gevreesde tropenziekte kennen, rillen al bij de gedachte dat, zoo zij al zelf niet in Indië behoeven te wonen, hun familieleden en kennissen daarginds al weer aan een gevaar te meer zullen zijn blootgesteld. Een ziekte-gevaar, dat nu eens niet in de eerste plaats de inlanders dreigt, maar allen ge lijkelijk, of waarschijnlijk juist de Europeanen het eerst en het meest. Want, gaat het als in Middel- en ZuidAmerika, dan zal het blijken, dat personen met blanke huid en speciaal de blonde mensctien de meeste kans op een infectie hebben. Het is een ziekte, die gele koorts, die wel eenige overenkomst vertoont met malaria, maar een veel akeliger en sneller verloop heeft, en veel minder kans op herstel biedt. Gelukkig zijn niet alle gevallen erg. Er De gelekoorts-mug op dubbele grootte Illustr. uit Dr. Nocht Tropen ziekten. Lulty, de intendant en maitre de plaisir1 van den Zonnekoning, beschouwt de Parijsche opera als zijn harem. Onder het Regentschap, maar voornamelijk onder de regeering van Lodewijk XV, vangt het gouden tijdperk voor de tooneelcourtisanes aan, die, zooals Edmond de Goncourt er van eene schrijft, door buitenlandsche gezanten met diamanten werden overladen, en voor welke de grootste doorluchtigheden op hun knieën lagen. Zonder eenig bezwaar wisselen de tooneelprinsessen van minnaars. Het aantal minnaars van een enkele actrice is verbluffend groot. Toch verkochten de too neelprinsessen hare gunsten verre van billijk. Italiaansche zangeressen waren in Duitsch land de eerste vrouwen op het tooneel. In het midden der 17e eeuw zijn er de actrices meest de getrouwde vrouwen van Directeurs of leden der reizende gezelschappen. Over de zedelijkheid der eerste Duitsche tooneel speelsters in de 18e eeuw is weinig bekend. Het oordeel van het algemeen over tooneel speelsters is echter niet gunstig, men zag in haar zwerfsters en boeleersters, die het op eerbare mannen toelegden. Een groot schandaal is niet bekend. De Vorsten lieten zich aan de ambulante tooneelspeelster niets gelegen liggen; zij verkeerden liever met Italiaansche prima donna's en danseressen. De nationale tooneelbeweging in Duitsch land heeft ongetwijfeld tot de zedelijke ver heffing van den tooneelistenstand veel bijge dragen. Ook in den tijd der reactie, in welke tooneelgenot en het belang van enkele tooneelsterren de hoofdbezigheid der voorname kringen uitmaakte, is er van een groot schan daal geen sprake, hoewel ook achter de schermen en in de salons veel over begun stigde minnaars gemompeld werd. (Slot volgt) J. H. RÖSSING ? ? * Uit een dagboek Geachte mevr. J. M. v. d. L.?R, U schijnt wel heftig verontwaardigd te zijn over mijn onpraktischen aard. Maar onpraktisch ben ik niet, onhandig wél als huishoudster. Maar dat is juist mijn grief. Noch door aanleg, noch door mijn opleiding ben ik geschikt voor dit werk. En dat ver oorzaakt dat ellende-gevoel: dat ik ander werk kan doen, officiëele bevoegdheden heb voor ander werk en dat ik dit werk moet doen. Ik verlang niet zoozeer ontspanning of genot, ik verlang intellectueelen arbeid! En nu is het ongeluk, dat ik zoeken moet naar toonenden intellectueelen arbeid, omdat ik anders den tijd, daarvoor noodig, niet van mijn huiselijken arbeid mag afnemen. En loonenden arbeid vind ik niet. Aan mijn werkkring ben ik onttrokken door mijn huwelijk. Maar toch, mevrouw, zijn er wel handiger en practischer vrouwen, die evenmin tijd vinden voor intellectueel werk als ik en toch ook maar een man en n kind hebben. Alleen, zij klagen niet. Zij gaan op in haar huishouden. Ik wil u niet precies mijn dagverdeeling sturen, maar gaat u zelf maar eens na. 1. Alles zélf doen. Dus, geen meid, geen werkster, niet eens een boodschaploopertje, geen naaister. 2. Een kindje van acht maanden. De goede verzorging van zoo'n kindje kost haast een dag! Zesmaal voeden, minstens even vaak droogleggen, 's morgens baden, 's avonds wasschen, luiertjes wasschen, de kleertjes wasschen en strijken en naaien en verstellen. 3. Alles zelf maken en verstellen. Ook mijn japonnen. 4. Al het wollen goed zelf wasschen. En dan komt pas: 5. het eigenlijke huishouden: eten schoon maken, koken, kamer doen, zeemen, straatschrobben, keuken dweilen enz. En dan nog bij mooi weer den heelen middag met m'n kindje wandelen. Vertel me eens mevrouw, hebt u kinderen worden door de artsen drie vormen van de ziekte onderscheiden. Eene die zoo snel het lichaam sloopt, dat al een paar uur na de eerste verschijnselen bij zeer verhoogde tem peratuur de dood intreedt. Dit is de schrikkelijkste en zeldzaamste vorm. De tweede vorm is de meest voorkomende. Ook deze begint met temperatuursverhooging, gepaard met koude rillingen, pijn in de oogen, in het hoofd en dan verder door het geheele lichaam. Deze koorts duurt zoowat drie of vier dagen, en wordt afwisselend wat erger en wat minder. In het tweede stadium, op den vierden dag meestal, rijst de temperatuur iets en blijft een poos constant; dan is er veel kans op beterschap. Daalt echter de tem peratuur dan is de kans op behoud geringer, want dan volgen verschijnselen, die er op wijzen dat het bloed geheel gewijzigd is en dat de lever en nieren verkeerd werken. Dan treedt de geelzucht op, die aan deze ontzettende ziekte den volksnaam heeft ge geven, en tegelijkertijd ontstaan op verschil lende plaatsen bloeduitstortingen; vooral in de maag; wat tot het uitbraken van zwarte massa's leidt. Ook dit verschijnsel heeft een naam gegeven aan deze ellendige ziekte: Black vomit of Vomito negro. Bij dit alles blijft de patiënt meestal ten volle bij zijn bewustzijn, tot plotseling onder zeer sterke daling van de temperatuur de dood komt. De derde vorm is de minst ongunstige. De toestand is wel een oogenblik dreigend, maar betert snel, het is en blijft een zeer lichte koortsaanval en de lijder is binnen eenige dagen weer de oude. Wel mag hij dan van een dubbel geluk spreken, want hij is zeer waarschijnlijk voor zijn heele leven onvatbaar geworden voor de gele koorts; hij is dus, als blanke en ambtenaar, heel wat waard voor een handelskantoor of een scheepvaartmaatschappij of zoo. Of zoo'n pas herstelde van een lichte aan val voor zijn medemenschen daar in de tropen zonder gevaar is, staat te bezien; het is mogelijk, volgens sommigen waarschijnlijk, dat hij nog lang de drager en middellijke overbrenger der ziektekiemen is. Direct overgebracht van mensch op mensch wordt de gele koorts nooit. Dat het gele-koortsgevaar voor pas in een broeinest aangekomen Europeanen, bijzonder groot kan zijn, bewijst de statistiek van een Hamburgsche reederij, die 40 pCt. van alle sterfgevallen onder haar personeel in Brazilië op rekening van de gele koorts moest stel len. Een andere Hamburgsche firma verloor in 1891 te Santos in weinige dagen vijf en tachtig beambten; dat was bij een plotse ling en lang uitblijven uitgebroken epidemie. en doet u alles alleen? En wordt het U nooit te machtig? En vindt U tijd voor intellectueelen arbeid? En is toch alles in de puntjes? En nu ? nog iets. U hoeft heusch geen medelijden te hebben met mijn man en mijn kind. Gewoonlijk ben ik zér opgewekt en volstrekt niet pessimistisch, eer het tegen deel. Maar ik schreef dat dagboekfragment niet alleen voor mij. Er zijn mér ontslagen gehuwde onderwijzeressen, nog meer, die zelf ontslag hebben gevraagd omdat het met de tegenwoordige verlofregelingen dik wijls bezwaarlijk is voor een onderwijzeres, haar kindje goed te verzorgen. Gelooft u niet, dat daaronder velen zijn, die denzelfden strijd voeren als ik ? Die dagelijks werk moeten doen, waarvoor ze niet deugen ? Die geen hulp kunnen nemen, omdat ze te arm zijn ? Die haar bevoegd heden, waar ze toch jarenlang voor gewerkt hebben, niet rentegevend kunnen maken en verarmen ? Worden ooit mannen zówillekeurig uit hun werkkring gerukt en ergens geplaatst waar ze niet deugen ? Leest u mijn stukje nog maar eens over en tracht u dan eens in mijn toestand te verplaatsen in mijn toestand en in die van mijn lotgenooten. En schrijf dan geen booze standjes meer. A. G. v. D. H.-J. Allerlei Potje-koken De grootste keuken van de wereld is mis schien die van het reusachtige magazijn Au-bon-Marché" te Parijs. Daar worden lunchen en diners bereid voor al de em ployés van deze inrichting, ten getale van vier duizend. De machineriën van deze geweldige etensfabriek zijn er op ingericht, alles in het groot te doen. En zoo vindt men er b.v. ketels van 400 liters inhoud, of pannen, waarin 220 pond aardappelen te gelijk gekookt wor den. Men bezit er zelfs een braadpan, waarin 300 coteletten rij aan rij liggen te bakken. De koffiekannetjes storten dagelijks een bruinen vloed uit van 2000 liter koffie, en indien de keukenchef tracteert op spiegel eieren bij de lunch, worden voor dit ëne gerecht alleen 7800 eieren gebruikt. Zestig koks en honderd keukenjongens staan er voor de vuren, en er wordt nacht en dag gearbeid om alles in orde te houden. De chef-kok van dit etablissement deelt bevelen uit als een generaal, en is een grand-seigneur, die zich met gemak en gratie beweegt onder tout Paris.'1 * * * Cadetjes Ik verneem, dat men in Frankrijk tegen woordig een nieuwe grondstof gebruikt om brood van te bakken n.l. (men zal 't niet gelooven, maar waar is het) het zaagsel dat de zaagmolens en stoomhoutzagerijen ver zamelen, en tegen goede prijzen verkoopen. Het ondergaat eerst nog eenige bewer kingen en lijkt dan op meel, men maakt er beslag van en... op uw ontbijttafel krijgt ge een bak met houten cadetjes. Aan het Parijsche dejeuner moogt ge dus wel op passen, dat ge geen splinters in uw maag krijgt. Evenals in elke plantaardige stof is er natuurlijk eenig voedsel in dit houtmeel, maar gering, en voor dit Parijsche geval schuilt er in het vroome woord bij brood alleen kan men niet leven" een nieuwe waarheid. * * * Phosphosica Een nieuwe mode op het Parijsche variet tooneel, een schitterende mode ditmaal. Men kan in Frankrijks ville-lumière geen succes meer hebben als chanteuse-legière of dan seres zonder het billiantste aller brilliante costumes, la robe lumineuse", die een ge woon kostschool-bakvischje reeds in een Dat de inboorlingen en de vreemdelingen, die sedert lang in besmette streken gewoond hebben, zelden aangetast worden, wordt toe geschreven aan de bovengenoemde lichte aanvallen, die allen te verduren gehad hebben; zij zijn immuum geworden. Het spreekt van zelf, dat tegen zoo'n ge vaarlijke ziekte allerlei middelen zijn beproefd. Er is echter geen kruid tegen gewassen; in tegenstelling met de malaria, die gelukkig door chinine met succes bestreden kan worden, mits tegelijk de oorzaak der ziekte wordt wegge nomen. Gele koorts is daarentegen weer niet te vreezen in de gematigde luchtstreek; het is een tropenziekte, die blijkbaar gebonden is, aan een gemiddelde jaartemperatuur van minstens 20J Celsius. Wel zijn er in Zuid-Europa, in Spanje en Italië, in heete zomers, een paar maal ook eens in Engeland, kortstondige epidemiën geweest; ook enkele gevallen in Duitschland en Holland; maar de kracht van de ziekte kiemen nam snel af en de ziekte breidde zich nooit uit. In Oost-Azië waar de vereischte tempe ratuur zeker wel aanwezig is, is de gele koorts voor zoover bekend werd, nooit geweest. Waardoor? Dat is nog niet te zeggen ; even min al nu al met zekerheid gezegd kan worden, wat de oorzaak is, dat Java eerst pas en niet al voor honderd jaar door de pest is bezocht. De ziekte is er eenvoudig niet gebracht, daar de bruine ratten en daarmee de pestvlooien nog niet waren ingevoerd. Dat de gele koorts in Indië aarden zal, evenals de pest, dat is helaas zoo goed als zeker. De mug is er al. Wat nu de aanstaande opening van het Panama-kanaal met de overbrenging van de gele koorts te maken heeft, is duidelijk. Tot nu moesten de schepen, om van CentraalAmerika in Oost-Azië te komen, of om de Zuidpunt van Amerika of om die van Afrika heen en het is zeer waarschijnlijk dat de ziektekiemen op die koude reis steeds te niet zijn gegaan. Blijft echter het schip, zooals na de opening van het Panama-kanaal het geval zal zijn, tusschen de keerkringen, dan is er weinig hoop, dat de kiem onderweg sterven zal; althans niet van koude en helaas ook niet van ouderdom. Dat is juist het groote gevaar. Want al is de kiem tot nu toe niet ont dekt; zooveel is er al van bekend geworden, althans van den gang der infectie, dat de kans op het sterven of zeer verzwakken van ziektekiemen tijdens de lange zeereis maar heel gering is. Wat toch is het geval. De gele koorts is ongetwijfeld een bloedziekte, waarmede de Judge Vroegste type Daguerro type Laatste type l IIIIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIUIHIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIItllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIrllMllllllltlllll aardig glimwormpje veranderen zou, maar die van de coquette Parijsche schoonheid een schitterende lichtkever maakt. Dit misterieuse electrische wonder van verkleed-kunst is als een betoovering. Alle draden van het ragdoorzichtige kleed stralen opeens een blauwen gloed uit, of het geheel geweven is uit manestralen, evenals de Zondagsche jurk van zeker duizendschoon prinsesje uit een Oostersch sprookje... En ... verrassing der verrassingen: nauwelijks is dit nieuw of 't is alweer oud. Miss Arabella, een danseresje kondigt nog weer iets nieuwers aan, n.l. dat zij verschijnen zal in een kleed van enkel phophoresceerend licht Geheel naakt zal zij staan tegen het zwarte achterhoek van het tooneel, stralend als maanglans in een helderen winternacht. Indien het eens mode werd voor onze dames, om in robe lumi neuse" of lumineuse" toutcourt langs de straten te gaan, wat zou dit een kosten besparing geven ten opzichte der straat verlichting! * * * Erfenis Een Weenensch winkeldametje is schatrijk geworden ... maar onder een voorwaarde. Ze heeft n.l. van een Amerikaanschen oom achtmaal-honderd duizend gulden geërfd ... mits ze binnen een jaar getrouwd is. Haar advocaat heeft haar den goeden raad gegeven, dit alles zooveel mogelijk door de dagbladen wereldkundig te maken. Hij twij felt niet, of, ondanks haar 40 jaren, zullen de vrijers als een zwerm bijen dit gouden hpnigbloempje omzweven en ze zal maar te kiezen hebben. * * Volkrijk Een drijvende stad is het Duitsche stoom schip Imperator van de Hamburg Amerikalijn. Het maakte een record door in zeven reizen 54.000 personen te vervoeren. * * * Bruidsdisch In de hooge Engelsche kringen is het geen ton" meer, om bij een huwelijk de bruids geschenken uit te stallen en ze aan de gasten te laten zien. Het is niet gedistingeerd om zoo maar zijn rijkdommen voor iedereen uit te spreiden. Om echter aan de nieuwsgierigheid eenigszins te gemoet te komen, ontvangt elk der gasten een fraai-gedrukte kaart, een soort kleinen catalogus, waarop al de cadeaux vermeld en beschreven staan met de namen der gevers er achter. Toch we! een beetje nuchter en saai, en erg sneu voor de bruids meisjes, die bij den bruidsdisch zulk een allerliefste gelegenheid hadden tot schitteren en flirten. ALLEGRA imiiiiiiiMMiiiiiiiimiiiiiimi iiimiitmiiiiiiiiiiiiiiM Punch MODENIEUWIGHEDEN 1. Vleesch-voor-de-poes-hoedenpenbeschermer. 2. De modderspat-voile. 3. Het strottenhoofd-corset. mensch wordt ingeënt door een mug, en wel door de mooie geringde mug Stegomyia fasciata of calopus. Deze mug lijkt verdacht op onze lastigste steekmug Culex annulata; dat is een kwelgeest die in het zomerblijf, bij vrouwen en kinderen vooral, die geweldige bulten veroorzaakt, welke zoo onmenschelijk kunnen jeuken; evenals deze geringde steekmug, zuigt ook de gelekoortsmug zoowel bij dag als bij nacht, en bij voorkeur menschenbloed. Steekt zoo'n mug een lijder aan gele koorts in het eerste stadium, dus zooals uit het voor gaande blijkt, in de eerste drie dagen van den aanval, dan infecteert de mug zich met gele-koortskiemen. Na twaalf dagen niet eerder is de steek van deze geïnfec teerde mug gevaarlijk voor een mensch. Wie er een prik van krijgt, wordt wellicht aangetast, ook al is hij immuun, maar dan blijven de verschijnselen uit. Wie het geluk heeft (als het dan toch moest gebeuren) in de tweede week, nadat de mug zich geïnfecteerd heeft, door dat dier met zijn speeksel ingeënt te worden, krijgt een tamelijk lichte, meestal een zeer lichte aan val van de koorts, waarop in den regel spoedig volslagen genezing volgt; zoo iemand is dan mogelijk verder gelekoorts-vrij. Maar wie gestoken wordt door een mug, die al eenige weken, drie, vier, ja zes weken zelfs met de ziekte rondvliegt, die kan zijn matje wel oprollen, had ik haast geschreven; bij zoo'n tragische natuurlijke historie past evenwel geen luchthartige uitdrukking, al is die speciaal tropisch, evenals de ziekte zelf. Hoezeer de temperatuur van de lucht de verspreiding van de ziekte- beïnvloeden kan, blijkt wel uit het feit, dat de mug veel verder noordelijk en zuidelijk voorkomt dan de plaatsen waar de haarden der ziekte worden gevonden. Daar kan blijkbaar de ziektekiem niet tot wasdom komen in het muggenlijf. Neen; blijkbaar is hier het goede woord niet. Het moet waarschijnlijk heeten; want de kiem is nog onbekend. Maar door analogie met de levensgeschiedenis van de malariaparasiet komt men er licht toe aan dezelfde oerdiertjes te denken als de plasmodiën, die de malaria of a»derdaagsche koortsen ver oorzaken. Deze onderstelling, dat zulke protozoën de veroorzakers van de gele koorts zullen zijn, is dus niet ongegrond, maar ook niet meer dan dat. Toch wijst alles er op, dat het para sieten zijn, die in het menschenbloed en speciaal in de roode bloedschijfjes een ongeslachtelijke voorplanting doormaken, maar dat in het muggenlijf mannetjes en MilimMiiiiiMMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniMiiftMiiii wijfjes uitkomen, die zich dan op geslachte lijke wijze vermenigvuldigen. De verschijnselen bij een andere infectie ziekte in Midden-Amerika, een runderpest, ook de koorts van Texas genoemd, wijzen een gelijksoortig verloop aan, als bij de gele koorts. Hier zijn de bloedparasieten onlangs ge vonden, de overbrenger is een soort van teek, dat is een spin- of mijtachtig diertje. Dit legt eieren op grasplanten; als de larven daaruit komen, zijn ze al met de parasiet van de Texas-fever geïnfecteerd ; want de koorts parasieten gaan in de eieren van het wijfje over. De larven kruipen naar de toppunten van de halmen en grasbladeren en springen van daar op het vee over. En in die larven is de parasiet van de Texas-fever al weer overgegaan. De teek springt ook op menschen over, dat heb ik eens zelf onder vonden ; gelukkig was het een ander soort teek, een die op herten parasiteert; zoo'n lief diertje was mij op het ooglid gespron gen, toen ik eens in het hooge gras van het Bentheimer bosch aan het botaniseeren was. Het heeft mij een paar benauwde dagen gekost. Het is best mogelijk dat ook, in de eieren van de gelekoorts-mug evenals in die van Texas-koorts-teek de voortplanting van de parasiet plaats grijpt; voor de be strijding is dat een aanwijzing. De mug beletten zijn eieren te leggen, is een van de werkzaamste middelen van verweer voor den mensch. Dat dit effect heeft, weet ieder die de geschiedenis van het doorgraven van het Panamakanaal heeft gevolgd. Toen de plas sen, die krioelden van de muggenlarven, drooggelegd waren, was het in de buurt van het werk met de vreeselijke epidemiën onder de werklieden gedaan; alleen nog sporadische gevallen komen voor. De maat regelen om de ziekte te voorkomen, zijn dus de zelfde als bij malaria. Als eens de levens wijze van de parasiet in de menschen en muggen bekend zal zijn, kan ook gedacht worden aan de genezing van zieken. Dat het in Oost-Azië, als daar eens de ziekte mocht uitbreken, niet zoo gemakkelijk als bij Panama zal gaan, den voortgang te stuiten, is wel in te zien. En het is niet te verwonderen, dat er zelfs stemmen zijn opge gaan, die van de Amerikaansche Regeering verlangden dat het Panama-kanaal niet zou geopend worden voor schepen naar OostAzië, zoolang er nog gele koorts in MiddenAmerika heerscht. E. HEIMANS * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl