De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1914 15 februari pagina 6

15 februari 1914 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

i; ,"" ? '* 6 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Febr. '14. No. 1912 Albert Neuhuys Met Albert Neuhuys is een schilder gestorven; ik schrijf dit onnoozel zin netje neer zooals het bij 't vernemen van zijn overlijden me gansch onwille keurig voor den mond kwam, en ik geloof wel dat voor hen, die weten wat de kern van de waarde zijner schilderwerken uitmaakt, de diepere zin van deze wat ba naal schijnende uit spraak duidelijk kan zijn. Want eigenlijk lijkt me daarmee toch in meest beknopten en sobersten vorm zijn beteekenis als kun stenaar gekarakteri seerd, terwijl in de oogenblikkelijke op welling van die enkele woorden de spontane uiting is te vinden van een innerlijk vast staande meening. Als we Neuhuys, en velen die tot zijn naaste geestelijke familie behooren, langzamer hand wat uit het oog verloren, ligt het ook wel voor een deel aan hen zelf. Want sinds jaren werd uit die groep, wier kunst in toch zoo nabij gelegen tijd onverdeelde vereering en Albert Neuhuys in Laren (1913) onuitputtelijken lof ondervond, de ver schijning op de tentoonstellingen al zeld zamer. De een na den andere gaan ze heen en slechts door toeval ziet men hun werk weer eens in een particuliere collectie of bij een kunsthandelaar. Zoo raken ze ons uit de gedachten en... uit de belangstelling.Toch ligt ook voor een deel de schuld bij ons, die ingenomen door nieu we en aan hen wel tegenovergestelde ver schijningen, zijn gaan verflauwen in onze genegenheid voor wat eens ons in hart en zinnen vervulde. Nu moge wel de tegen werping worden ge maakt, dat slechts enkelen zich hebben afgekeerd van het vroegere door hun avontuurlijke neiging om aan te hangen wat den voorsprong heeft in moderniteit, maar onder de conservatief-gezinden zullen zeeveneens te tellen zijn, die, wanneer ze in zichzelf keerden, niet moesten inzien, dat zij bij hun waar deering niet meer de geestdrift kennen van voorheen. Zoo is per slot de Tijd de hoofd schuldige van de verlauwde gezindheid, Collectie Reicli Albert Neuhuys: Moeder en kind en vooral een tijd als de tegenwoordige, die in zijn maalstroom van meeningen, en nieuwe uitzichten, en... theorieën, allen van het rustig standpunt met hun geves tigde appreciatie's meesleurt. Maar, gelijk een door tijden en om standigheden uitgewischte of liever bedolven indruk, door een plotselinge gebeurtenis of onverwachte ontmoeting weer opleeft, zoo voelen we ook bij dit verdwijnen van Neuhuys, wat zijn werk zaamheid heeft beteekend zoowel voor de ontwikkeling van ons inzicht als voor de vele vreugdevolle oogenblikken bij de manifestatie's van die nu verleden rich ting doorleefd; en we gedenken hem dan als tot een laatsten groet in dankbare herinnering. Met Neuhuys is een schilder ge storven ; kunnen er uit zijn kring ook al grootere genoemd worden, hij heeft toch misschien wel boven allen uitge blonken met zijn volledige uitrusting van reëele schilderkwaliteiten, erfgoed van de zeventiend' eeuwsche voorvaderen. Hij is de recht-hollandsche schilder en voornamelijk bekend als de schilder van het boerenbinnenhuis. Het Interieur van een boeren- of visschersgezin be zorgde voor een gewichtig deel aan de moderne hollandsche kunst haar wereld faam, en dan waren het wel in 't bijzonder Israëls en Neuhuys, die in dit genre voor de corypheën golden, al werd de laatste tegenover den eerste een graad lager gesteld. En ontegenzeggelijk is Israëls grooter, boeiender, en tot kortste onder linge vergelijking kan gezegd worden, dat hij in zijn binnenhuizen naar de geheimenissen van het menschelijke tast, waar Neuhuys in de opstelling der figuren binnen een schilderachtige omgeving meer het sujet aanziet als een stilleven. Voor hem is de groote aantrekkelijkheid gelegen in het geval, waar verscheidene kleuren en tinten zich samentreffen, samenklinken, tot een gloedrijk geheel van don kerende en lichtende kleur; hij schildert met dezelfde genegenheid de lichtrilling om het zijï'g blonde haar van een kind als het sonoor gefïonker van een oude kast in een schemerhoek van de kamer. Met zijn daadwerkelijke opvat ting van het kunstbedrijf staat hij ook met een objectieve aanschouwing tegen over de schoonheden van het leven. Neuhuys is de met gelijkmatige kracht, gelijkmoedige stemming zijn werk tot het einde doorvoerende schilder; zijn schil derijen zijn geheel yleesch en been" schreef ik een aantal jaren terug in een artikel voor Onze Kunst." Verder nog tot karakteriseering tegenover Israëls: Bij Neuhuys (als bij de oude Hollan ders) dezelfde bedaarde volharding, dezelfde samentrekking van al zijn ver mogens door natuur verkregen op n doel, en in regelmatig, onverdeeld stre ven verder ontwikkeld; zich zelf bij zijn arbeid stelsels bouwend op ervaring en rijpend inzicht, als een verstandig (intel ligent) vakman, die bij iedere herhaalde onderneming iets wil gewonnen zien aan zijn bedrevenheid. Gestadig aan werkt hij zijn schilderijen op, laat geen stuk daarbij vallen, wil alle bewegingen van zijn penseel gemotiveerd. Zijn schil derijen verwekken den lust alle verwikke lingen van techniek in een zoo levende peinture na te speuren tot voller genot van 't aanschouwen, zich te overtui gen hoe iedere doorvoedde toets, ieder luchtig frottis, iedere accentuatie van vorm, zich verantwoorden laat in de bestemming tot versterking van kleur, rijping van toon, verscherping van exT pressie. Hoe dat alles niet verkregen werd door bloote toeleg, maar ontbloeid is onder beleidvolle, bezielde werkzaamheid. De natuur is er voor hem om mooie schilderijen te maken.'' De waarde van Neuhuys' kunst wordt bovenal uitgemaakt door de koloristische kwaliteiten, door de bloedrijkheid en het massieve van het kleurwezen; de kleur bij hem is schier van een plastische weligheid, van een mild overvloeiende gezondheid. Dat maakt de aanzienlijke rijkheid van zijn werk uit, en de onweer staanbare aantrekkelijkheid van zijn peinture" telkens als ze ons onder oogen komt, gelijk het gezicht van een gaven blozenden appel de tanden ver lokken kan. En het komt me voor dat, die in wat kunstzinnige geblaseerdheid geringschat tend neerziet op deze positieve, door en door deugdelijke schilderarbeid, ge lijkt op een wat bloedarm heertje dat in zijn hart toch eigenlijk naijverig is op een levensvollen gezonden jongen uit het volk. Dan is zijn werk ook zoo belangrijk, wijl het ons kan doen inzien, leeren begrijpen, wat de schoonheid kan zijn van de techniek, niet de prijzens waardigheid, of de werktuigelijke ver dienstelijkheid, maar de schoonheid. In onzen tijd nu de begrippen over het belang van het ambachtelijke deel bij het schilderen wat verward zijn ge raakt, zou verder de bekwaamheid van Neuhuys kunnen doen overwegen het verschil tusschen een afgedrilde hand vaardigheid, of virtuositeit, en de beheersching van het werkmiddel waarvan de uitdrukkingsmogelijkheid afhankelijk is. Bekwaamheid, in den goeden zin, is niet anders dan bekwaam zijn tot een volkomene en verstaanbare uitlegging van een innerlijke intentie of bedoeling. En hoe vloeiender en onbelemmerder een kunstenaar zich uiten kan, des te meer zal over veel zijn geest zich ver ruimen, aanspitsen, en hij zal winnen aan zelfvertrouwen die gewichtige factor tot een gunstige ontwikkeling van alle Albert Neuhuys: Binnenhuis, Vroegste tijd Albert Neuhuys: Figuurstudie aangeboren aanleg. Zelfs bij schaatsenrijden moet men vast op de ijzers staan om de beweging te doen uitschieten! Ook de uitvoering zelf, de bezielde en de gekunde, heeft hare afzonderlijke be koring, de schoonheid van het onverbroken rythme der beweging. Tot zekere hoogte moet bij alle kunstuiting de be drevenheid van een jongleur verkregen worden. Zoo kan de praktijk begrepen zijn als de wetsteen voor het vernuft, in de oneindige verscheidenheid van zijn werking. In zijn sfeer heeft Neuhuys het bereikt zijn intentie s in een boeiende zegswijze te uiten. Er behoeft natuurlijk niet meer geschilderd te worden als hij het deed. Er zweven nu andere aspiratie's, er ont staan nu andere opvattingen, en daarnaar zal noodwendig de kunstgedaante anders georganiseerd zijn. Het werk van Vincent van Gogh is hiervan het klaarst getuigenis. Maar toch, in het moeielijk zijn jegens zich zelf, niet bij bespiegelingen maar bij de daad, de verwerkelijking van sensatie's, zouden veel jongeren van Neuhuys en zijn verwanten nog wel leeren kunnen. Met Neuhuys is een schilder ge storven. W. STEENHOFF tjf fjf tyf Bij den dood van Albert Neuhuys Brandt witte kaarsen in de kandeleeren En draagt een vloed van rozen, rozen, rood, En sta beschroomd voor t wonder van den [dood, En buigt uw hoofd in willig zelfverneeren. Wij weten dat hij niet tot ons kan keeren, Die ligt gelijk een koning, goed en groot, Roerloos en koud. Zijn heerlijk leven vlood En liet ons eenzaam in zódonk re sferen. Hij was een groot, goed mensen en daarom [pijnt Dieper zijn dood in 't hart ons, die nog merken Het zongetril in luwe voorjaarslucht. Daar blijft om hem een glans, die niet ver[dwijnt, Diep-edel was zijn voelen, willen, werken, Zijn menschlijk hart droeg schoone vrucht na [vrucht. JOANNES REDDINGIUS * # # Professor Bart van Hove f 1850 1914 Het bericht van zijn dood kwam wel onverwachts. Na een korte ongesteldheid van acht dagen, een ongesteldheid die zich in de beginne zoo weinig ernstig aan liet zien, maar door de ziekte waaraan hij sinds jaren leed, gevaarlijk werd, is hij in den nacht van 9 Februari hier ter sttde zacht en zonder lijden overleden. Maar juist dat plotselinge, onverwachte, maakte de lijding te pijnlijker. Hoe kort is 't toch geleden dat we hem nog met een frischheid, een levens lust die bewonderenswaardig was, zijn werk waarin hij geheel opging, zagen verrichten. En geen enkel teeken of aanwijzing was er toen IMIIIIIIMIIIItMIIIIMtlllllllllMIIIIMIIIIHIHIIIIMMMItllllllllllllUMIIMMIIttl H. J. POUTSMA, Zuid-Afrikaansch arbeidsleider van Hollandsche afkomst, door Botha met negen andere vakvereenigingsmannen zonder vorm van proces buiten de Kaapkolonie gezet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl