Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
22 Febr. '14. No. 1913
5 pCt. Pandbrieven Hypotheekbank v. Amerika
De houders hebben telkens na 10 jaren het recht aflossing a pari te eischen en zgn zoodoende
tegen hapltaalverlles door koersdaling gevrijwaard. PROSPECTUS OP AANVRAAG TE VERKRIJGEN.
De Pandbrieven, groot ?1000. , ?500. en ?100. zijn tegen den koen van 1OO procent verkrijgbaar door
tussohenkomst van eiken Commissionair in Effecten.
Anna Paulownastraat 97. De Directie: H. R. ORATAMA Jzn.
HOLLUD-CAUDA HTPOTHEEKBÜE
's-GBAVENHAÖE, Noordeinde.
Directeuren: Mr. J. D. P. TEN BOSCH te 's Gravenhage en J. G. COSTER te Winnipeg (Canada).
De BANK geeft 5%> PANDBHIEVEtf uit in stukken van ? 1OOO?, ? 5OO.- en ?
1OO.tegen den koers van 1OOV»%
te 's-GRAVENHAGE bij de Heeren TELDERS <S Co. en ten Kantore der Bank;
te AMSTERDAM bij de Heeren KERKHOVEN & Co.; te ROTTERDAM bij MARX & Co's BANK.
iiiiiinilil iiiiiiiiiiiiiiiiirimiiiiiiiiiiiiiiimii immuun minimum nul
iiiiiiiiiiirtiiimniiiiiniiiiiiininiiiiiiiimniniiimniiiiiiiiiiiiniiiii
iiiiiiiimniniiimninnitiii
het noodgedrongen, is misschien tevens een
; voorkomen van ernstiger moeilijkheden en
zou zoodoende toe te juichen zijn.
Ter beurze viel deze week weinig voor,
dat bijzondere bespreking noodzakelijk maakt.
De New-Yorksche markt blijft een vasten
grondtoon houden, doch het blijkt tevens
uit de verschillende, elkander weersprekende
berichten, van hoeveel belang een verhoo
ging der tarieven bij de oostelijke spoor
wegen in de Unie wordt beschouwd.
Immers had het bericht, dat de uitspraak
der tusschenstaatsche commissie tot Septem
ber zou worden verschoven een
deprimeerenden invloed en daartegenover deed een
loos gerucht, dat Wilson . veel voor die
tariefverhooging zou gevoelen, de markt
weer in eene betere stemming omslaan.
Ten slotte echter hadden vooral de
industrieele waarden eene ferme houding,
waartegen deze echter niet boven de koersen
van voor acht dagen uitkwamen.
De Denver & Rio shares hebben zich toch
nog 'bij lange na niet van hunnen koersval
kunnen herstellen; ze blijven nl. nog circa
3l/s pCt. beneden het cijfer van voor die
plotselinge daling.
Ongetwijfeld was deze in hoofdzaak ge
provoceerd door den even plotselingen
koersval in de Marine-shares, doch door
een dergelijk verschijnsel konden toch slechts
de intrinsiek zwakke waarden worden ge
troffen.
En inderdaad zijn dat de Denver's; erger
nog, het zijn feitelijk evenzeer non-valeurs,
doch daar komt bij, dat het Denver & Rio
Grande systeem zelve zwak staat, in hoofd
zaak tengevolge van den aanleg der Western
Pacific Cy, welke als een veel te zware last
op de schouderen der D. & R. Gr. rust.
Vandaar dat reeds in 1911 het dividend
op de pref. aandeelen moest worden inge
houden.
Het boekjaar 1912/3 bv. had een batig
saldo van $ l Va millioen, welke som echter
geheel benoodigd was om het tekort der
Western Pacific te dekken en in het eerste
halfjaar 1913/4 blijven de bedrijfsuitkomsten
van de D. & R. Gr. ca. $ 650.000 bij die
van de overeenkomstige periode 1912/3 ten
achter, terwijl Januari en Februari verder
ongunstige cijfers aantoonen.
Onmogelijk zou het derhalve niet zijn,
dat de lijn met een tekort afsloot, tenzij de
laatste vier maanden nog eene belangrijke
verbetering mochten brengen.
Waar echter weer tegenover staat, dat de
vaste lasten zijn toegenomen.
In de locale markt waren de koersvariaties
meerendeels vrij onbeduidend.
Rubber-aandeelen moest een deel van het
behaalde koersavans prijs geven; de boom"
schijnt aan 't ebben te zijn.
Aanvang Maart heeft wederom een
rubberinschrijving plaats en de op die veiling be
stede cijfers zullen allicht van eenigen in
vloed op de koersen der aandeelen zijn.
Ofschoon dient opgemerkt, dat te dezer
zake veel'meer aandacht wordt geschonken
aan de Londensche markt voor rubber
waarden dan aan de voox het artikel be
dongen prijzen.
'Van Petroleum-aandeelen hadden Gecon
solideerde een vaste tendenz; aand. Perlak
stegen tot over de 74 pCt. op het gerucht,
dat hierop 5Va pCt. dividend zal worden
uitgekeerd. Nu is dit niets nieuws, want de
royalty-cijfers zijn sedert aanvang Januari
reeds bekend en daaruit is precies af te
leiden, hoeveel dividend zal kunnen worden
betaald.
Evenwel, in verband met de weinig roos
kleurige vooruitzichten dezer onderneming
de olieproductie neemt voortdurend af
en nieuwe aanboringen leveren een negatief
resultaat op is onlangs van antagonis
tische zijde de idee gesuggereerd, dat geen
dividend zou kunnen worden uitgekeerd,
doch de winst feitelijk voor afschrijvingen
zou moeten worden aangewend.
Dit nu is onjuist, want evenmin als bij de
Tarakan, heeft bij de Perlak ooit eenige
afschrijving plaats gehad; het is hier eene
kwestie van systeem, dat op zichzelve kan
aangevochten worden, doch waarin thans
geen de minste aanleiding bestaat om ver
andering aan te brengen, wijl de Perlak
Petroleum-Mij. haren
bonafide-aandeelhouders reeds meer dan hun kapitaal heeft
terugbetaald en bovendien elke aandeel
houder wist of kon weten, dat waar de
Mij. geen afschrijvingen voornam, hij zulks
zelve op de ontvangen dividenden moest
doen.
Onzes inziens is er dan ook geene sprake
van niet-uitkeering der winst en dit wordt
ook officieel volstrekt niet ontkend, al wordt
toegegeven, dat dienaangaande nog niets
werd beslist.
Nu de Koninklijke een interim-dividend
van 15 pCt. heeft uitgekeerd, betaalt de
Sumatra Palembang 5s/io pCt. of ?29 op
rekening.
Tabakswaarden verdeeld, doch over 't
geheel genomen flink prijshoudend.
Van Cultuur-waarden werden Int. Cred.
& Hdvg. Rotterdam lager, af gfidSanvop de
aankondiging eener nteuvf* %ittgifte van
?1.250.000 aandeelen a 160 pCt. met recht
van voorkeur voor de oude aandeelhouders
in verhouding van 6:1.
20 Febr. v. D. M.
Puzzle
DRIEHOEK-PUZZLE
Dit is weer eens een luciferskunstje, waar
van wij hoop hebben dat de oplossing niet al
te zeer voor de hand ligt.JMet drie lucifers kan
men n gelijkzijdigen driehoek vormen, doch
onze opgave is ditmaal om zes lucifers
zoodanig te plaatsen, dat er vier gelijk
zijdige driehoeken ontstaan. Oplossingen
met opgave' van benoodigden tijd, toegelicht
met een schetsteekeningetje, worden gaarne
ingewacht. Oplossing in het volgend
nummer.
M. J.
pi a Red. Weekblad De Amsterdammer,
Keizersgracht 333.
* * *
De agrariese kwestie Grond
aan Landarbeiders O
II
Door de intensieve bebouwing van de
grond, en de noeste vlijt van de kleine
landgebruikers, zijn de resultaten van het
kleinbedrijf veelal gunstiger dan van het
groeibedrijf. Hoe de resultaten van
grootbedrijf zouden zijn bij flinke exploitatie en
verstandig beheer, is niet met zekerheid te
zeggen. Maar ongetwijfeld zouden ook hier
de voordelen van ruim bedrijfskapietaal
en van ver-doorgevoerde arbeidsverdeling
niet uit kunnen blijven. Het lijkt me echter
onvruchtbaar op deze hypothese verder in
te gaan, en ik zal dus maar weer tot de
werkelikheid terugkeren.
In ons land is een grote groep van de
kleine grondgebruikers, tuinbouwers; naast
de tuinbouwers staat nog de groep van de
eigelike landbouwers, en daarnaast vinden
we die grondgebruikers, die de opbrengst
van hun lap grond als aanvulling op het
arbeidsloon gebruiken.
Juist die laatste groep zou door
verwezènliking van de wet-Talma uitgebreid
worden.
Een dergelijke vorm van grondgebruik
brengt echter een reeks van nadelen met
zich mee, vooral waar het grondgebruikers
geldt, die hun loonarbeid in de landbouw
verrichten. Voor hen doet zich ten zeerste
het bezwaar van seizoenarbeid gevoelen.
Als het zaaitijd is op eigen grond, is het
ook zaaitijd bij de boer, en in die drukke
tijden moet er overmatig lang gewerkt
worden, wil het lapje grond iets opleveren.
Ten tweede: de gezinsarbeid, dus vrouwen
en kinderarbeid. Dit geldt voor kleinland
bouwbedrijf in 't algemeen, maar nog in 't
biezonder voor die bedrijven waar het ge
zinshoofd loonarbeid voor de hoofdver
dienste' verricht.
Tegelijk met de vermeerdering van het
aantal kleine bedrijven, werd in het tijdperk,
liggende tussen de beroepstellingen van
1899 en 1909 voor. de landbouw een sterke
toename van vrouwenarbeid gekonstateerd.
Het aantal vrouwen, arbeidend in de land
bouw, was per 100 mannen in:
1889 17
1899 17
1909 25.
Van 100 vrouwen waren:
Jaartal
1889
1909
Onge
huwd
64
51
Gehuwd
15
34
Weduwe
of gescheiden
21
15
Een stijging dus tevens van de arbeid van
de gehuwde vrouw.
? *
*
Ondanks deze nadelen, en dit zei ik reeds
in de inleiding, beschouwen de landarbeiders
het gebruik van een stukje grond, als iets
begeerliks. Het versterkt vooral hun pozitie
bij werkeloosheid; in de slechte tijden waren
zij, die 'n klein stukje land bebouwden, er
altijd nog iets beter aan toe, dan de land
arbeiders zonder enig bezit. Het is'althans
een feit dat 'n groot aantal landarbeiders
wat grond in gebruik heeft.
Grootte
klasse
Hectaren
0.05-0.15
0.15?0.25
0.25-0.50
0.50-1
1?2
2?3
3-5
Totaal
Aantal
Landar
beiders
16094
10018
16425
19487
15386
5767
2907
86084
pCt.
van het
totaal
18.7
11.6
19.1
22.6
17.9
6.7
3.4
100.2)
err.J. ' c
Je!«
c-o Min
Een gedeelte van deze landarbeiders heeft
het stuk grond in eigendom, de rest heeft
het in pacht. Daar het de bedoeling van de
wetgever is, dat een groot aantal van de
landarbeiders aan wie grond zal worden
uitgegeven, na verloop van jaren de grond
in eigendom zal verkrijgen, zal de groep
eigenaars dus een flinke uitbreiding verkrij
gen. Het lijkt mij daarom wel interessant
te dien opzichte de bedrijfsontwikkeling in
ons land na te gaan.
Een reeks van historiese cijfers toont ver
meerdering van het pachtwezen aan; alleen
bij bedrijven van 100 H.A. viel na 1904
een toename van eigen exploitatie waar te
nemen. 3)
Grootte
klasse
1-5 H. A.
5-10
10-20
10-50
50?100
100 H.A. en
meer
Gemiddeld
Percentage v/d bedrijven van
minstens 1 H.A. geëxploiteerd
door eigenaars
1888
59.2
61.7
59.9
51.8
44.7
58.1
58.5
1898
57.1
60.5
58.3
49.1
42.3
52.8
56.6
1904
54.3
58.5
56.7
46.9
40.8
52.5
54.4
1910
50.4
55.7
52.4
43.9
37.4
63.4
50.8
Bij de 86084 landarbeiders, die grondge
bruik hebben, is de verhouding als volgt:
Grootte
klasse
Hectaren
0.05?0.15
0.15?0.25
0.25-0.50
0.50?1
1?2
2?3
3-5
Totaal
Eigenaars
2238
1754
4318
7328
6587
2751
1354
26330
Pachters
13856
8264
12107
12159
8799
3016
1553
59754
Eigenaars
in pCt.
13.91
17.51
26.29
37.60
42.81
47.70
46.58
Gem. 30.59
Het gemiddelde percentage eigenaars is
30.59; overheersend is er dus pacht. Het cijfer
is daarbij nog sterk naar boven toe beïnvloed
door de beide laatste kategoriën, die
nauweliks meer als loonarbeiders of als heel
kleine grondbezitters beschouwd moeten
worden, en die waarschijnlik grotere wel
vaart hebben.
Het is niet te verwonderen, dat de pacht
zo overheerst, waar het kleine lappen be
treft; de boeren die maar klein grond
bezit hebben, zijn merendeels toch niet
kapietaalkrachtig genoeg, om hun eigendom
onbelast te kunnen laten, en de lasten en
kosten van het hypothekaire krediet is waar
het kleine stukken grond geldt naar ver
houding zeer zwaar. Daarbij wordt vaak
boven de geoorloofde grens verhypothekeerd,
en dat betekent voor de bezitters een
zorgelike toestand. Voor de meesten is pacht,
een jaarliks te betalen huursom, verreweg
te verkiezen, en die gebruiksvorm zou nog
rationeler zijn, als de pachtsommen minder
hoog waren.
De pachtsom op matig peil te houden, is
dus een dringend vereiste, en hierin is dan
ook m.i. het zwaartepunt van de overheids
zorg gelegen. De vraag naar kleine percelen
grond in pacht is groter dan het aanbod;
op de publieke veiling drijven de vaak al
te begerige landarbeiders de pacht zelf
omhoog.
Door in de vraag naar land te voorzien,
door ruime uitgifte van grond van staats
wege of door de gemeenten, zal de pacht
prijs vanzelf genormalizeerd worden.
* *
Hier is dus achtereenvolgens door cijfers
aangetoond, dat het aantal kleine bedrijven
is toegenomen, en ten tweede, dat de pacht
vorm zich ten koste van de eigendomsvorm
heeft uitgebreid.
De vermeerdering van kleine bedrijven,
als gevolg van de uitgifte van nieuwe per
celen grond voor landarbeiders, behoeft op
grond van de statistiek volstrekt niet tegen
gegaan. Doch op bazis weer van het boven
staande, moet als gebruiksvorm slechts de
pacht gekozen worden.
Er zit namelik voor de landarbeiders, om
wier lotsverbetering het hier toch gaat, aan
de eigendomsvorm nog een belangrijk nadeel
vast. Voor hen is hetgeen de grond op
brengt, slechts een verdienste naast het loon.
Het is voor hen dus van belang, dat ze niet
de stabiele boerenbevolking worden, waarop
in de Memorie van Toelichting gehoopt
wordt. Ze moeten zo nodig kunnen trek
ken daarheen, waar een goed arbeidsloon
betaald wordt; ze kunnen en mogen niet
aangewezen zijn op een paar werkgevers in
de buurt van hun eigen erf. In dat geval
zou 't zelfs denkbaar zijn, dat hun arbeids
loon langzamerhand zou verminderen met
de opbrengst van hun eigen grond, om tot
normaal landarbeidersinkomen terug te keren.
Hierdoor wordt het ingrijpen van staats
wege op de landbouw niet onbelangrijk
beperkt. Het wordt teruggebracht tot het
voorzien in de dringende behoefte aan grond
in pacht, en verlaat daardoor het terrein
van z.g. Innere Kolonisation, die in Duits
land op grote schaal geschiedt.
De zorg voor grotere welvaart wordt
daardoor op de schouders van de arbeiders
zelf gelegd. En dat ze meer en meer begrij
pen, hoe ze ekonomies sterker komen te
staan is gebleken uit de groei van de
vakorganizatie de moderne
landarbeidersbond die in 1910 nog maar 857, in 1912
INTERNATiONALE
APELDOORN
[-PAND-]
O BRIEVEN
iiimiiiiiiimiiiiHHiiiiiiiriiiiiiiiiiimiiiiiinmHHiiiiiiiiiiiiiiiiimiMHiMHmm^
2130 en op 26 Dec. 1913 ± 4800 leden telde.
Op het jaarliks kongres van die bond
kwam het wetsontwerp Talma in behande
ling, en ook daar kwam men tot de
konklusie, dat slechts ruimere uitgifte van grond
tegen pacht wenselik was, een uitspraak,
die dus volkomen in overeenstemming met
mijn vorige beschouwingen is.
ALICE WOLFF-GERZON
1) In de laatste tabel der tweede kolom
van mijn artikel in het vorige nummer, moe
ten de cijfers voor 1904 procent bebouwde
oppervlakte" worden:
13.09, 14.17, 23.49, 37.15, 10.56, 1.54,
terwijl in de eerste cijferreeks dezer tabel
1.69 in plaats van 1.59 moet staan.
2) Ontleend aan het Verslag v/d Direktie
v. d. Landbouw, waar terecht betwijfeld
wordt, of de beide laatste groepen, wel
gerekend mogen worden, tot de groep
grondgebruikers, hun hoofdverdiensten in
loonarbeid vindend.
3) Versl. en Meded. v. d. Dir. v. d. Land
bouw 1912.
? * *
Drie millioen Millioennairs
De oplossing van het maatschappelijke
vraagstuk in Nederland is gevonden en 't is
nu maar 't beste er zoo spoedig mogelijk
gebruik van te maken. Over vijftig jaar is
't misschien te laat.
Hebt u wel 's iemand ontmoet, bijvoor
beeld in 't Haagsche bosch, die met tranen
in de blauwe oogen naar u toekwam en u
niet vroeg: Hebt u mijn manchetknoop
soms gevonden?" maar zei: Nee, nee, nim
mer wil ik een millioen guldens bezitten!"
Vraag eens hoofd voor hoofd aan alle leden
en bestuurders van de S. D. A. P.: Kanik
u misschien van dienst zijn met duizend
roode ruggetjes ?" en teeken hunne antwoor
den eens op, u zult dan lezen dat zij er allen
vór zijn en ze hebben gelijk. Wij ook.
Welnu 't is mogelijk. Binnen tien jaar kun
nen alle mannelijke Nederlanders millioenair
zijn en krijgen alle twijfelaars en
moedeloözen hun zin. Allen die lachen om ons
leger en onze vloot, zullen dan geen last
meer hebben van zenuwprikkeling en belas
ting omdat er dan geen vloot en leger meer
behoeven te bestaan; we zijn geen Oranjes,
de Ruyters, Vondels, v. Kampens,
Boerhaves, de Groots, Huygensen. Rembrandts en
Erasmussen meer. We zijn patroons, boek
houders, ertswerkers, enz. enz.
Weg met deze maatschappij! Weg met
Holland! Weg er mee wat rot is en geen
reden van bestaan heeft! Opruimen de boel!
We kunnen ons Land niet verdedigen tegen
de Duitschers, Franschen en Engelschen.
We kunnen de Chineezen en Japaneezen niet
buiten onze Koloniën houden.
Schrijven de'Duitschers niet dat onze taal
plat-Duitsch is en ons volk een deel van
't hunne is?
Uitverkoop houden, dat is 't afdoende
middel.
Neem de gelegenheid waar, laat de kans
niet voorbij gaan. Leef als je 't leven hebt.
Doode Nederlanders eten niet meer. Als de
vuurwolken van de Zon door botsingen met
hemellichamen scheuren zijn we naar de
maan. Geen licht geen leven. Geen zon, geen
Pyramiden, Nachtwachts, Auto's, Wilhelms
en Bioscopen meer. Geniet van 't
oogenblik of geniet er niet van, maar laat 'n ander
't doen als hij er trek in heeft. Die geen
millioenairs willen worden zullen we niet
lastig vallen met villa's, renpaarden en
caviaar. Gaarne staan we ze een plaatsje af
als armoedzaaiers en willen we ze als
verstrooing-aanbrengers dulden in onze nieuwe
maatschappij van millioenairs.
Lang genoeg hebben we. geploegd,
gevischt, gecijferd, gebikt, gelost, geladen, ge
sponnen, getimmerd en gepoetst. Lang ge
noeg hebben we aardappelen met azijn
genuttigd en grootboeken volgeschreven.
En nu de oplossing, mijne heeren:
Aangenomen dat er zeven millioen
Nederlandsche belanghebbenden zijn. Daar gaan
af de vrouwen, de millioenairs, de gekken
en ontoerekenbaren, samen dus vier millioen
zielen (zoogenaamd want vrouwen en gekken
hebben geen zielen volgens Prof. Primmer).
We moeten dus aan drie millioen millioen
zien te komen. Drie duizend milliard. Zeer
eenvoudig. We verkoopen aan Duitschland
de Waal, de Merwede, de Noord en de
Maas in n koop voor tien milliard, wat
'n bof is, en wat ze daar best kunnen
missen als we rekenen hoe hoog hun
oorlogsbegrooting is. Rotterdam met de haven
werken, enz. kunnen ze er eveneens bij
over nemen voor tien milliard. De Maas
't Hollandsch Diep en 't Haringvliet met
Hellevoetsluis komen vanzelf aan de
Fransche en de Schelde met Vlissingen aan
onze Vlaamsche broeders die misschien niet
zoo pienter zullen zijn om te realiseeren.
Amsterdam wordt Engelsch. Groningen
Deensch. Elke stad en elke hectare land en
water worden bij opbod verkocht. Dan onze
Oost- en West-Indische Koloniën voor de
meestbiedenden. Komen we dan niet aan de
drie duizend milliard? Brengen we 't niet
tot veel meer? Is Java geen twintig en meer
milliarden waard voor de Japanneeezen, als
ze de duiten hebben?
Welnu lieve landgenooten zullen we het
zaakje maar niet 'r 's ondernemen, voor 't
te laat is? Over vijftig jaar waait hier de
Duitsche vlag, drinken we nog meer whisky
en hebben we nog meer op met l' amour".
Zullen onze
kinds-kinds-achterkleinkinderen ons niet zegenen voor deze prachtige
affaire"? Is 't niet keurig ingepikt: te gaan
wonen waar we willen. Kiest maar uit. Dui
ten genoeg. De rente wordt ons op tijd uit
betaald door de koopers, wij laten ze voor
ons werken. We komen van tijd tot tijd eens
kijken hoe 't met 't Paleis p den Dam gaat
of 't al Raadhuis of Kazerne is?
Fransch, Duitsch en Engelsch spreken we
al. Verstaan doen ze ons dus best. Met dikke
buiken en vroolijke oogen stappen we eens
af in Rotterdam om na te gaan of er wel
doorgewerkt wordt. Ik zie die Duitsche,
Fransche en Engelsche Lords en Baronnen
en Bankiers als voor ons zwoegen en zweeten.
En ze zullen er nog drie duizend milliard
bij maken. Betalen ze niet dan verkoopen we
hun perceeltje Leiden, of Deventer aan 'n
Amerikaan. Is Urk geen paar millioen waard
voor 'n snaak van 'n Chinees? Laten onze
voorouders zich vrijelijk in hun grafgewelven
omwentelen, wij zien 't niet, wij ruiken 't
niet, wij zijn millioenairs en wonen op Haïti
of Monako. Mooie boel als ze van je eischen
't plekje waar je wiegje stond met je bloed
te verdedigen. Laten ze dan je wiegje liever
ergens anders zetten waar 't veiliger staat.
Verbeeldt je : er komen een honderd duizend
piekelhauben op je af en je gaat je verde
digen ; vór ze in Utrecht zijn, zijn er geen
Nederlanders meer om dood gepiekeld te
worden, al hebben we Krupp-kanonnen. Be
lachelijk is 't al die heldenmoed als je toch
dood moet.
Neen en duizendmaal neen. Dan liever
de boel samen deelen en 't er lekker van
nemen.
Is 't niet zoo ?
Komt, Nederlanders van de heete grond,
organiseert U. Slaat de handen in een, maakt
er een nerinkie" van ! Hebt medelijden, gij
gegoeden, met de hongerlijdende broederen
en zusteren! Maakt ze millioennairs! Ge
woont toch ook liever op de Avenue Louise
in Brussel, of inde Champs Elysees te Parijs,
dan in de Tweede Jansteeristraat ?
Maar we vergeten de Nederlandsche
vrouwen? Welnee, die vergeten we niet. Hoe
zouden we? Die zorgen wel, dat er om haar
gedacht wordt.
Weet u wat vrouwen zijn hier in Holland?:
Schoonmoeders, keukenmeiden,
kiesrechtdames, vrije vrouwen ! Belachelijke schepsels ;
wat hebben we daar aan ? Niets ! Daar doen
we k nog zaken mee bij de eventueele
koopers, we verloten ze, of geven ze bij de
boter kado. Nee, die laten we hier lekker
in 't kikkerland. Vrijgezel willen we wezen.
Geen gezinnen, geen schreeuwers, geen
huiselijke haarden. Drie millioenen vrijge
zellen die millioenair zijn. -de manlijke zuige
lingen er bij gerekend. Wat 'n slag, wat n
toekomst.
Ik zie Herm. Heyermans en Barbarossa
al genoeg van de heele boel en elkaar hebben.
Ik zie Duys al tuffen van Zaandam naar
Jeruzalem of Tokio. Kijk 's aan: Kuyper en
Talma in een tweedekker boven Parijs. En
dat kasteel op St. Helena is dat niet van
Nap de la Mar, en die villa van marmeren
albast woont daar niet Cocadorus ? Daar zit
warempel Royaards in zijn park te luisteren
naar zijn Oedipus-privée.
Wat 'n weelde, welk een geluk; hoe een
feest en genot.
Geen leger, vloot, belasting meer. Geen
schoolhoofden en bakkersstakingen meer.
Alles, alles vreugde op aarde waar men een
Hollander ziet. Een rijke vierkante Hollander.
Een buzzinesman" van de bovenste plank.
De oplossing is gevonden voor alle twijfe
laars en moedeloozen.
Weest er bij, maakt voort! Misschien is
't over vijftig jaar te laat ! ! !
J. H. SPEENHOFF
* * *
Niet zoo erg
Bonmot zegt wat. Hij beweert, dat het voor
den Belgischen Koning zoo erg niet is een
arm te hebben gebroken. Waarom niet ?
Mais puisqu'il a Quatre-bras!
Inhoud van Tijdschriften
De Samenwerking, Afl. 3 : Dr. H. W. Th.
E. v. d. Bergh v. Eysinga, Sonnet. Lod.
van Mierop, Der geslachten onderlinge ver
houding. Daan v. d. Zee, Luiende klokken.
C. v. d. Pol, Noblesse oblige. Dr. A.
J. Resink, De nadering van den grooten
slag. Leo Niehorster, Verzen. W.
Bauning, Socialisme en persoonlijkheid.
De Nieuwe Tijd, No. 2 : J. C. Ceton,
Onderwijsbeschouwingen (Slot). Mr. W. M.
Bonger, Twee tegen n (II) (Een repliek
in zake Marxisme en Revisionisme"). J.
Egner, Het typografencontract. JosLoopuit,
De briefwisseling van Marx en Engels II.
W. Wolda, De Socialistische eenheid in
Engeland. Dr. W. van Ravesteyn Jr.,
Internationale verhoudingen, (Het rijk van
het midden na de revolutie II).
Van alle Tijden, No. l : Esmoreit, Abel
spel uit de XlVe eeuw.
Beeldende Kunst, No.4: Acht reproducties
naar schilder-beeldhouwwerken van verschil
lende meesters.